Back to top

Sabbath Bible Lessons

“Zie, Ik kom spoedig”

 <<    >> 
Les 7 Sabbat, 12 augustus 2017

Wachten en Waken

“Die Zichzelf (onze Zaligmaker Jezus Christus) voor ons gegeven heeft, dat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken” (Titus 2:14).

“Hij (Christus) liet zien, wat het wil zeggen te waken voor Zijn komst. De tijd moet niet met ijdel wachten worden doorgebracht, maar met ijverig werken.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 197.

Aanvullende studie:   Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 217-225. 

Zondag 6 augustus

1. Geroepen om te Dienen

A. Welke gelijkenis gaf Jezus in verband met Zijn wederkomst? Matthéüs 25:13-15.

“De man, die naar het buitenland reisde, stelt Christus voor, die, toen Hij deze gelijkenis vertelde, spoedig deze aarde zou verlaten om naar de hemel te gaan. De slaven uit de gelijkenis stellen de volgelingen van Christus voor…

Onze Heer leert ons, dat het ware doel van het leven bestaat uit dienen. Christus was Zelf een werker en aan al Zijn volgelingen geeft Hij de wet van het dienen, het dienen van God en hun medemensen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 197, 198.

B. Met wat werden de talenten vergeleken en hoe belangrijk zijn zij? 1 Korinthe 12:7-11.

“Alle andere gaven en schenkingen, hetzij oorspronkelijk of aangeleerd, natuurlijk of geestelijk … moeten in de dienst van Christus worden gebruikt. Als wij Zijn discipelen worden, geven wij ons aan Hem over met alles, wat we hebben en zijn. Hij geeft ons deze gaven terug, gezuiverd en veredeld, om te worden gebruikt voor Zijn eer en tot zegen van onze medemensen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 199.


Maandag 7 augustus

2. Het juiste Gebruik van de toevertrouwde Goederen

A. Wat moeten wij leren, gezien de ernst van onze tijd, van de gelijkenis van Christus over het gebruik van de aan ons toevertrouwde talenten? Matthéüs 25:16-18.

“De vraag, die voor ons het meeste zegt, is niet: Hoeveel heb ik gekregen? Maar: Wat doe ik met, wat ik gekregen heb? Onze eerste verplichting is het ontwikkelen van al onze krachten. Dit zijn wij God en onze medemensen schuldig. Niemand, die niet dagelijks groeit in mogelijkheden en bruikbaarheid, beantwoordt aan het doel van het leven. Als wij ons geloof in Christus belijden, beloven wij onszelf, dat wij alles zullen worden, wat wij kunnen als werkers voor de Meester. Wij moeten elke bekwaamheid ontwikkelen tot de hoogste mate van volmaaktheid, zodat wij zoveel mogelijk goed kunnen doen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 199-200.

B. Wat kan bereikt worden door een juist gebruik van onze gaven? Matthéüs 25:19-20, 22.

“Hij (de Heer) begiftigt ons niet op bovennatuurlijke wijze met de eigenschappen, waaraan het ons ontbreekt. Maar terwijl wij gebruik maken van wat wij hebben, zal Hij met ons samenwerken om elke eigenschap te vermeerderen en te versterken. Door ieder oprecht offer, dat van gander harte voor de dienst van de Meester wordt gebracht, zullen onze krachten toenemen. Terwijl wij ons als werktuigen van de Heilige Geest overgeven, werkt Gods genade in ons om oude neigingen te overwinnen, om machtige gewoonten te beheersen en nieuwe gewoonten te vormen. Als wij gehoor geven aan de ingevingen van de Geest, worden onze harten verruimd om meer van Zijn kracht te ontvangen en om en groter en beter werk te doen. Sluimerende krachten worden opgewekt en verslapte vermogens ontvangen nieuw leven…

Het is wonderlijk, hoe sterk een zwak mens kan worden door geloof in Gods macht, en hoe vastbesloten zijn werk, hoe zeker de resultaten zullen zijn. Wie ootmoedig met slechts geringe kennis begint en anderen vertelt, wat hij weet, terwijl hij ijverig zoekt naar meer kennis, zal ontdekken, dat alle schatten van de hemel tot zijn beschikking staan. Hoe meer hij zijn best doet het licht aan anderen te brengen, des te meer licht zal hij zelf ontvangen. Hoe meer iemand zijn best doet Gods Woord aan anderen duidelijk te maken, uit liefde voor de mensen, des te duidelijker wordt dat Woord voor hem.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 217.


Dinsdag 8 augustus

3. Dankbaar zijn of Mopperen?

A. Hoe werd de ontrouwe dienaar vermaand, omdat hij zijn talent misbruikt had en waarom is een dergelijke houding een waarschuwing voor ons? Matthéüs 25:24-28.

“Velen beschuldigen in hun hart God ervan, dat Hij een harde Meester is, omdat Hij aanspraak maakt op hun bezittingen en hun dienst. Maar wij kunnen God niets geven, wat niet reeds van Hem is… alles is van God, niet alleen uit hoofde van de schepping, maar ook door de verlossing. Alle zegeningen, die wij in dit leven en in de eeuwigheid ontvangen, zijn met het kruis van Golgotha getekend. Daarom is de beschuldiging, dat God een harde Meester is, die oogst, waar Hij niet heeft gezaaid, onjuist.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 222-223.

B. Hoe beschrijft de Inspiratie onze neiging om te klagen en onszelf te verontschuldigen, en waarom zullen wij acht slaan op het oprechte verlangen van de Meester voor eenieder van ons voor Zijn terugkeer? Spreuken 30:15-16; Jesaja 29:24.

“Zich ergeren, muggenzifterij en het maken van sterke beweringen moeten worden opgegeven. Welke tijd hebt u gesteld om de overwinning te behalen over uw eigenzinnige wil en uw karaktergebreken? Met de vooruitgang, die u nu maakt, kan uw proeftijd afgesloten zijn, voordat u de vastberaden inspanningen van essentieel belang hebt gemaakt om u de overwinning over uw ik te geven. U zult, in de voorzienigheid van God, geplaatst worden in posities, waar uw eigenaardigheden, indien aanwezig, zullen worden beproefd en onthuld.” –Testimonies 4, blz. 341-342.

“Velen besluiten om zichzelf en Satan te dienen door geen vastberaden inspanningen te doen om hun karaktergebreken te overwinnen. Terwijl velen zondige neigingen koesteren, verwachtend eens overwinnaars te worden, beslissen zij voor het verderf… In de naam van Jezus Christus kunt u ook nu ‘in deze uw dag’ (Lukas 19:42) overwinnaars zijn. Maak geen plannen en studeer niet voor uzelf. U kunt niet volledig van de Heer zijn, terwijl u enige mate van egoïsme aanmoedigt. Zo’n grote liefde, als de Verlosser u heeft laten zien, moet ontvangen worden met grote nederigheid en voortdurende vreugde. Om gelukkig te zijn moet u uw gedachten en woorden beheersen. Het zal een meesterlijke inspanning van uw kant vragen; niettemin moet het worden gedaan, als u bij de erkende kinderen van God wilt zijn. Wordt niet moe om u in te spannen. Satan vecht voor uw ziel en hij moet worden teleurgesteld.” –Testimonies 4, blz. 344.


Woensdag 9 augustus

4. Het Bedrog Ontmaskeren en ervoor Vluchten!

A. Hoe weerlegt het voorbeeld van de Zoon van God de valse beschuldigingen van de aartsvijand van onze ziel? Genesis 3:4-5; Filippensen 2:5-8.

“De satan heeft de mens laten geloven, dat God iemand is, die vooral gekenmerkt wordt door onverbiddelijke rechtvaardigheid, een strenge rechter en een onbuigzame schuldeiser.

Hij heeft de Schepper afgeschilderd als iemand, die met een blik vol afgunst de fouten en tekortkomingen van de mens probeert te ontdekken om hem daarna te kunnen straffen.

Om die donkere schaduw weg te halen en om aan de wereld de oneindige liefde van God te laten zien, kwam Jezus wonen te midden van de mensen.” –Schreden naar Christus, blz. 11-12.

“Satan stelt Gods wet der liefde voor als een wet van zelfzucht. Hij beweert, dat het voor ons onmogelijk is aan de voorschriften daarvan te voldoen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 13.

“Indien onze ogen geopend konden worden, zouden wij gedaanten van boze engelen rondom ons zien, bezig met te proberen om de een of andere nieuwe wijze uit te vinden om ons te hinderen en te vernielen. En wij zouden ook engelen Gods zien, die ons tegen hun macht beschermen; want Gods wakend oog is immers over Israël ten goede, en Hij zal Zijn volk beschermen en redden, indien zij hun vertrouwen op Hem stellen…

De engel sprak: ‘Vergeet niet, dat gij op de betoverde grond staat.’ Ik zag, dat wij moeten waken en de gehele wapenrusting hebben, en het borstwapen der gerechtigheid nemen, en dan zullen wij kunnen wederstaan en zullen de vurige pijlen van de goddelozen ons niet schaden.” –Eerste Geschriften, blz. 62.

B. Wat openbaart Gods vurige bereidheid om ons te helpen onze gebreken en luiheid te overwinnen? Psalm 20:1-2, 7-9; 94:17-18.

“Elke impuls van de Heilige Geest, die mensen leidt tot goedheid en tot God, wordt opgetekend in de hemelse boeken.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 222.

“God wil, dat Zijn volk de bovenste trede van de ladder bereikt, zodat zij Hem verheerlijken door het bezit van de gaven, die Hij wil geven. Door Gods genade is elke voorziening voor ons getroffen om te laten zien, dat wij op betere gronden handelen dan de gronden van de wereld…

Zij, die niet veel gaven bezitten, behoeven niet moedeloos te worden. Laten zij gebruiken, wat zij hebben, en getrouw elke zwakke plek in hun karakter bewaken, terwijl zij Gods genade zoeken om sterk te worden.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 220.


Donderdag 10 augustus

5. Zegevierende Arbeiders met God

A. Als wij ons voorbereiden op de terugkeer van onze Heer in volledige overgave aan Zijn dienst, wat is dan de grootste interesse van ons en van Hem? Titus 2:13-14; Lukas 17:10; Psalm 145:10-12.

“Wanneer de Heer afrekening houdt met Zijn slaven, zal de opbrengst van elk talent nauwgezet nagegaan worden. Het werk, dat gedaan is, openbaart de aard van de werker.

Zij, die de vijf en de twee talenten ontvangen hebben, geven aan de Heer de toevertrouwde gaven met rente terug. Terwijl zij dit doen, maken zij geen aanspraak op enige verdienste. Hun talenten zijn hun toevertrouwd. Zij hebben er andere talenten bijverdiend, maar zonder de gegeven talenten hadden zij geen winst kunnen maken. Zij beseffen, dat zij slechts hun plicht hebben gedaan. Het kapitaal was van de Here en de winst is voor Hem. Als de Heiland hun niet Zijn liefde en genade had betoond, zouden zij voor eeuwig verloren zijn geweest.

Maar wanneer de Meester de talenten in ontvangst neemt, prijst Hij de werkers en beloont hen, alsof het alles hun eigen verdienste was geweest. Zijn gelaat straalt van vreugde en voldoening. Hij is overgelukkig, dat Hij hen kan zegenen. Hij beloont hen voor elke dienst en voor elk offer, niet omdat het een schuld is, die Hij moet aflossen, maar omdat Zijn hart overvloeit van liefde en tederheid.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 221-222.

“Onze hemelse Vader eist niet meer of minder van ons dan, waartoe Hij ons in staat heeft gesteld. Hij legt op Zijn knechten geen lasten, die zij niet kunnen dragen. ‘Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn’ (Psalm 103:14). Alles, wat Hij van ons eist, kunnen wij door Zijn genade Hem geven.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 223.


Vrijdag 11 augustus

Terugblik

1. Wat is vaak verkeerd begrepen over Gods doel in het geven van talenten?

2. Wat is Gods plan om u te helpen, hoewel u zwak en gebrekkig kunt zijn?

3. Vergelijk de knecht met één talent met het typisch menselijk gedrag van nu.

4. Hoe kunnen wij de strategie van de vijand mijden om te proberen onze heiligmaking te belemmeren?

5. Verklaar, hoe wij de overwinning kunnen behalen om echte, actieve agenten voor God te worden.

 <<    >>