Back to top

Sabbath Bible Lessons

“Zie, Ik kom spoedig”

 <<    >> 
Les 11 Sabbat, 9 september 2017

De Wijsheid van Gods Tijd

“De Heere vertraagt de belofte niet gelijk enigen dat traagheid achten, maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen” (2 Petrus 3:9).

“|Het is waar, dat het langer geduurd heeft dan wij in het begin van deze boodschap verwachtten. Onze Verlosser verscheen niet zo snel, als wij hoopten. Maar heeft het Woord van de Heer gefaald? Nooit! Men moet eraan denken, dat de beloften en de bedreigingen van God voorwaardelijk zijn.” –Evangelism, blz. 695.

Aanvullende studie:   Selected Messages 1, blz. 185-192; Eerste Geschriften, blz. 57-60, 74-79, 126-130. 

Zondag 3 september

1. Gods Medelijden

A. Verklaar Gods doel voor ieder mens, die Hij heeft geschapen. 1 Timótheüs 2:3-6.

“God is lankmoedig, niet willende, dat iemand verloren zou gaan; maar Zijn verdraagzaamheid heeft een grens, en wanneer de grens overschreden is, is er geen tweede proeftijd. Zijn toorn zal uitgaan en Hij zal vernietigen zonder hulpmiddel.” –The Youth’s Instructor, 28 maart 1905.

B. Waarom kon de Heer niet toestaan, dat het volk van Israël direct bezit nam van het beloofde land? Hebreeën 3:7-11.

“God bedoelde niet, dat Zijn volk Israël veertig jaar in de woestijn moest dwalen. Hij beloofde om hen rechtstreeks te leiden naar het land Kanaän en hen daar te vestigen als een heilig, gezond, gelukkig volk. Maar degenen, aan wie dit het eerst werd verkondigd, gingen niet in ‘van wege hun ongeloof’ (Hebreeën 3:19).” –Evangelism, blz. 696.


Maandag 4 september

2. Redenen voor het schijnbare Uitstel

A. Welk gevaar moeten wij als gelovigen nu het hoofd bieden? Hebreeën 3:12-13.

“|Veertig jaar lang hielden ongeloof, morren en opstandigheid het oude Israël buiten het land Kanaän. Dezelfde zonden hebben de toegang vertraagd van het moderne Israël in het hemelse Kanaän. In geen van beide gevallen waren de beloften van God in gebreke gebleven. Het is het ongeloof, het wereldse, niet toegewijd zijn en onenigheid onder het belijdend volk van de Heer, die ons in deze wereld van zonde en verdriet zo vele jaren hebben gehouden.” –Evangelism, blz. 696.

B. Waarom lijkt het, dat de Heer Zijn komst uitstelt? 2 Petrus 3:9.

“De lange nacht van somberheid beproeft, maar de morgen buigt zich in genade, want als de Meester zal komen, zouden velen niet bereid gevonden worden. Gods onwil, dat Zijn volk verloren gaat, is de reden van zo’n lange vertraging geweest.” –Evangelism, blz. 694.

“In Zijn barmhartigheid voor de wereld vertraagt Jezus Zijn komst, want Hij wil zondaren een kans geven de waarschuwing te horen om in Hem een schuilplaats te vinden, voordat Gods toorn wordt uitgestort.” –De Grote Strijd, blz. 425.

C. Wie is in een positie om een groot deel van de geestelijke duisternis, die onze planeet omhult, te verlichten? 2 Petrus 3:11-12; 1 Korinthe 15:34.

“De Heer probeert medelijdend het begrijpen te verlichten van degenen, die nu rondtasten in de duisternis van dwaling. Hij vertraagt Zijn oordelen over een onboetvaardige wereld, opdat Zijn lichtdragers kunnen zoeken en redden, wat verloren is.” –The Review and Herald, 31 maart 1910.

D. Hoe kunnen wij de komst van Jezus verhaasten? 2 Korinthe 5:20; Matthéüs 24:14.

“Door het evangelie aan de wereld te brengen hebben wij de macht om de komst des Heren te verhaasten. Wij moeten niet alleen uitzien naar de dag van God, maar die ook verhaasten.” –De Wens der Eeuwen, blz. 554.


Dinsdag 5 september

3. Extra kracht om dingen te Verhaasten

A. Hoe zal het delen van het evangelie zijn hoogtepunt bereiken in de laatste dagen? Zacharia 10:1; Joël 2:23.

“Het belangrijke werk van de evangelieverkondiging zal niet worden afgesloten met geringere openbaring van Gods kracht dan waarmee het begon. De profetieën, die werden vervuld door de uitstorting van de vroege regen in de begindagen van de gemeente, zullen opnieuw worden vervuld door de late regen aan het einde van de evangelieverkondiging.” –De Grote Strijd, blz. 565.

B. Wat is er nodig om de late regen te worden toevertrouwd, de uitstorting van Gods Geest zonder mate? Joël 2:17-18; Handelingen 3:19-20.

“Ik zag, dat niemand deel kan hebben aan de ‘verkoeling’, tenzij hij eerst de overwinning behaald heeft over iedere lievelingszonde, over hoogmoed, zelfzucht, liefde tot de wereld en over ieder verkeerd woord en iedere verkeerde daad. Wij moeten dus nader en nader tot de Heer komen en ernstig die voorbereiding zoeken, die ons in staat zal stellen om staande te blijven in de slag van de dag des Heren. Laat ons eraan gedenken, dat God heilig is en dat alleen heilige wezens ooit in Zijn tegenwoordigheid kunnen verkeren.” –Eerste Geschriften, blz. 77.

“Het hart moet ontdaan worden van alle verontreiniging en gereinigd voor de inwoning van de Heilige Geest. Het was door belijdenis en nalaten van zonde, door ernstig gebed en zich wijden aan God, dat de eerste discipelen zich voorbereidden voor de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag. Hetzelfde werk, alleen in grotere mate, moet nu gedaan worden.” –Testimonies to Ministers, blz. 507.

“Elke arbeider moet God smeken om door de Geest gedoopt te worden. Groepen moeten bijeenkomen om te bidden om bijzondere hulp, om hemelse wijsheid, opdat ze weten, hoe plannen gemaakt en verstandig uitgevoerd moeten worden. Vooral moet gebeden worden, of God Zijn zendelingen met de Heilige Geest wil dopen.

De aanwezigheid van de Geest bij Gods arbeiders zal aan de verkondiging van de waarheid een kracht verlenen, waartoe al de grootheid of de heerlijkheid van de wereld niet in staat zou zijn. De Geest verschaft de kracht, die aan strijdende, worstelende zielen in elke moeilijkheid, hetzij door de onvriendelijkheid van familie, de haat der wereld, of het zich bewust zijn van hun persoonlijke onvolmaaktheden en gebreken, hulp verleent.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 217-218.


Woensdag 6 september

4. De Alwetende weet het Beste

A. Welke informatie houdt Hij Zich nog het recht voor om het van ons te houden, ook als wij vooruitgaan in de kennis van God, en waarom? Handelingen 1:6-7.

“God heeft ons niet de tijd getoond, wanneer deze boodschap zal sluiten, of wanneer de proeftijd een einde zal hebben… Laten wij niet proberen om te weten, wat geheim is gehouden in de raden van de Almachtige.” –Selected Messages 1, blz. 191.

“Er zal nooit weer een boodschap zijn voor het volk van God, dat gebaseerd zal zijn op tijd. Wij moeten niet weten de definitieve tijd voor de uitstorting van de Heilige Geest of de komst van Christus…

De Heer liet mij zien, dat de boodschap moet gaan, en dat deze niet moet afhangen van tijd; want tijd zal nooit weer een test zijn. Ik zag, dat sommigen verkeerd opgewonden raakten, die voortvloeide uit verkondigde tijd, dat de boodschap van de derde engel op zichzelf kan staan, en dat er geen tijd nodig is om deze te versterken, en dat het zal gaan met grote kracht en zijn werk doen en in rechtvaardigheid zal worden ingekort.” –Selected Messages 1, blz. 188.

B. Waarom moeten wij tevreden zijn met Gods wijsheid in deze zaak? Deuteronomium 29:29.

“God had de opdracht gegeven om bij de verkondiging van de boodschap van de eerste engel ook een tijdstip te bepalen, waarop het oordeel zou plaatsvinden. De berekening van de profetische periodes, waarop deze boodschap was gebaseerd, toonde aan, dat de 2300 dagen in de herfst van 1844 eindigden. Dit was onbetwistbaar juist. De herhaalde pogingen om nieuwe data vast te stellen voor het begin en het einde van de profetische tijdperken en de verkeerde gedachtegang om deze opvattingen te steunen, leidden de mensen niet alleen af van de waarheid voor deze tijd, maar waren er ook de oorzaak van, dat men de spot dreef met elke poging om de profetieën uit te leggen.

Hoe vaker men een bepaalde datum vaststelde voor de wederkomst en hoe meer die overal werd verkondigd, des te beter paste het bij de bedoelingen van Satan. Nadat de tijd was verstreken, zorgde hij ervoor, dat de voorstanders bespot en geminacht werden en dat er op die manier afbreuk werd gedaan aan de Advent-beweging van 1843 en 1844. Zij, die in deze dwaling volharden, zullen op den duur een datum voor de wederkomst van Christus bepalen, die te ver in de toekomst ligt. Zo zullen zij zich veilig wanen en zich in slaap laten wiegen en velen zullen dat pas inzien, wanneer het te laat is.” –De Grote Strijd, blz. 424.


Donderdag 7 september

5. De aanstaande Afkondiging

A. Welke afkondiging moet spoedig uitgesproken worden vanuit de hemel en waarom is dit van zo’n plechtig belang voor iedere sterveling? Openbaring 22:11.

“Velen beseffen niet, wat zij moeten worden om voor Gods aangezicht te kunnen leven zonder, dat er een hogepriester in het heiligdom is gedurende de tijd der benauwdheid. Zij, die het zegel van de levende God ontvangen en beschermd zullen worden in de tijd der benauwdheid, moeten het beeld van Jezus volkomen weerspiegelen.

Ik zag, dat velen de voorbereiding, die zo zeer nodig is, verwaarloosden en rekenden op de tijd der ‘verkoeling’ en de ‘spade regen’, om hen geschikt te maken om te staan in de dag des Heren, en voor Zijn aangezicht te leven. O, hoe velen heb ik in de tijd der benauwdheid zonder beschutting gezien! Zij hadden de nodige voorbereiding verzuimd; derhalve konden zij de verkoeling niet ontvangen, die allen moeten hebben om hen geschikt te maken om voor het aangezicht van een heilige God te leven. Zij, die weigeren om door de profeten gevormd te worden, en die hun zielen niet reinigen door de hele waarheid te gehoorzamen, en gaarne geloven, dat hun toestand veel beter is dan die wezenlijk is, zullen komen tot de tijd, waarin de plagen uitgegoten worden, en dan inzien, dat zij uitgehouwen en gevormd hadden moeten worden voor het gebouw. Maar dan zal er geen tijd zijn om dit te doen, en geen Middelaar om hun zaak te bepleiten voor de Vader… (Zie Openbaring 22:11).” –Eerste Geschriften, blz. 76.

“Degenen, die leven op aarde, wanneer de bemiddeling van Christus zal stoppen in het heiligdom hierboven, moeten in het zicht van een heilige God staan zonder een middelaar. Hun gewaden moeten vlekkeloos zijn, hun karakters moeten gereinigd zijn van de zonde door het bloed van besprenkeling. Door de genade van God en hun eigen ijverige inspanningen moeten zij overwinnaars zijn in de strijd met het kwaad.” –The Review and Herald, 17 januari 1907.


Vrijdag 8 september

Terugblik

1. Wat moeten wij leren van de vertraging bij het binnengaan van Israël in Kanaän?

2. Wie is de voornaamste boosdoener in het uitstellen van de toegang tot het hemelse Kanaän nu?

3. Hoe is de late regen verbonden met deze gebeurtenis en wat stelt deze in staat te komen?

4. Verklaar het belangrijkste doel van de late regen en de tijd ervan.

5. Wat heb ik nodig voor God om in staat te zijn mij deze verkwikking toe te vertrouwen?

 <<    >>