Zondag
14 februari
1. DE PLAATS OM TE BEGINNEN
A. Op wie heeft God een zware verantwoordelijkheid gelegd om een reformatiewerk te beginnen? Maleáchi 4:6; Psalm 78:5-7.
“Zouden ouders de grote verantwoording beseffen, die op hen rust, wanneer hun kinderen onschuldige baby’s zijn in het gezin, veel zonde en ellende zouden voorkomen zijn; matigheid zou dan in het huiselijke leven onderwezen zijn en tijdens de maaltijd zouden elke dag praktische lessen worden herhaald. Tekst voor tekst, voorschrift voor voorschrift, moeten de kinderen de noodzaak onderwezen worden van zelfbeheersing en zelfverloochening; en dan zou ware reformatie snel vooruitgang boeken.” –The Health Reformer, 1 mei 1877.
B. Waar is de bron van wijsheid van de ouders? Éfeze 1:17; Jakobus 1:5.
“Laten de ouders hun Bijbels nemen en onderzoeken, zodat zij kunnen begrijpen, wat de vereisten van God zijn voor hun kinderen. Laten zij proberen te begrijpen, wat met de ouderlijke plicht is verbonden. Het woord van God moet onze regel zijn bij het leiden van onze gezinsaangelegenheden.” –Christian Education, blz. 230-231.
“Maar door gebed, door studie van de Bijbel en door ernstige ijver van hun kant zullen zij (ouders) goed slagen in deze belangrijke plicht, en honderdvoudig beloond worden voor al hun tijd en zorg.” –Hoe Leid Ik Mijn Kind, blz. 72-73.
Maandag
15 februari
2. HET REFORMATIEWERK UITBREIDEN
A. Wat bedoelt de Heer met wat er moet gebeuren met het geloof van de ouders? Spreuken 22:6; 2 Timótheüs 1:5.
“Als u getrouw uw plicht doet in het gezin, de vader als priester van het huisgezin, de moeder als een huiszendeling, vermeerdert u agentschappen om goed te doen buitenshuis. Als u uw eigen krachten ontwikkelt, wordt u beter uitgerust om in de gemeente en in de omgeving te werken. Door uw kinderen aan u en aan God te binden worden vaders, moeders en kinderen medewerkers van God.” –Counsels on Health, blz. 430.
B. Wat moet u doen, als u nagelaten hebt God tot de eerste in uw leven en in uw gezin te maken? 1 Johannes 1:9; Jakobus 5:16.
“Als u (ouders) uw plicht nagelaten hebt ten opzichte van uw gezin, belijdt dan uw zonden voor God. Verzamel uw kinderen om u heen en erken uw nalatigheid. Vertel hun, dat u een hervorming in het gezin wil brengen en vraag aan hen u te helpen om van het gezin te maken, wat het zou moeten zijn. Lees aan hen de aanwijzingen voor, die in het Woord van God te vinden zijn. Bid met hen; en vraag God hun levens te sparen en hen te helpen zich voor te bereiden op een woning in Zijn koninkrijk. Zo kunt u beginnen en een werk van echte reformatie voortzetten.” –The Review and Herald, 21 april 1904.
C. Als wij ons volledig aan God toevertrouwen, wat zal dan het gevolg zijn van onze getrouwheid? Psalm 51:11-15; Jesaja 60:2-3; Handelingen 16:5.
“Als het grote licht, dat God gegeven heeft, schijnt door menselijke vertegenwoordigers, zal een groot werk gedaan worden. In de werking van de Geest, en met kracht, zal de waarheid getoond worden in heldere, goed waarneembare lijnen. Maar dit werk moet beginnen in het huisgezin.
Als het juiste werk gedaan wordt in het huisgezin, zullen de ouders hun hart onderworpen en verzacht vinden. Vreemde vooroordelen, die gekoesterd zijn door broeders en zusters in de gemeente, vooroordelen die slechte vruchten voortgebracht hebben, zullen overwonnen zijn en verdwijnen. Een geest van oprechtheid zal komen, een geest aan Christus gelijk. Gods volk zal het hardnekkige verlangen om hun eigen weg te volgen en om hun eigen ideeën te bepleiten opgeven, want zij zullen beseffen, dat zij in de tegenwoordigheid zijn van Gods Zoon.” –The Review and Herald, 15 juli 1902.
Dinsdag
16 februari
3. DE INVLOED OP DE GEMEENTE
A. Wanneer hervorming in het huisgezin plaats vindt, hoe zal dit dan worden weerspiegeld op de gemeente? Éfeze 5:27; Titus 2:14; Psalm 144:14 (tweede deel)-15.
“In het gezin wordt het fundament voor het bloeien van de gemeente gelegd. Invloeden, die thuis heersen, komen ook in de gemeente. Daarom moeten taken voor de gemeente in het gezin beginnen.” –Het Bijbels Gezin, blz. 261.
“De Heer verlangt, dat het reformatiewerk begint in het huisgezin, met de vaders en moeders, en dan zal de gemeente de werking van de Heilige Geest beseffen. De invloed van dit werk zal door de gemeente gaan als zuurdesem. Vaders en moeders hebben bekering nodig. Zij hebben niet geleerd om de karakters van hun kinderen op de juiste wijze te kneden en te vormen.” –The Review and Herald, 18 maart 1902.
“God beoordeelt gemeenteleden naar wat zij zijn in het huisgezin. Wanneer de woorden van Christus worden gehoorzaamd in het huisgezin, strekt de invloed zich uit tot de gemeente.” –The Review and Herald, 21 juli 1903.
B. Hoe heeft de invloed van een man in zijn huisgezin invloed op zijn bruikbaarheid in de gemeente? 1 Timótheüs 3:5. Hoe beïnvloedt dit zijn hoop op eeuwig leven? Matthéüs 25:21.
“Hij, die werkt in dienst van het evangelie, moet trouw zijn aan zijn gezin. Het is net zo essentieel, dat hij als vader de talenten ontwikkelt, die hij van God heeft gekregen om zijn huis tot beeld van het hemels gezin te maken, als dat hij in zijn dienstwerk gebruik moet maken van de door God gegeven krachten om zielen voor de gemeente te winnen. Als priester in zijn gezin en als gezant van Christus in de gemeente dient hij in zijn leven een voorbeeld te zijn van het karakter van Christus…
Hij, die er niet in slaagt thuis een trouwe, opmerkzame herder te zijn, zal er zeker niet in slagen een trouwe herder te zijn van Gods kudde in de gemeente.” –Christus Weerspiegelen, blz. 178.
“Het leven op aarde is het begin van het leven in de hemel. Aardse opvoeding is een inleiding in de basisprincipes van de hemel. Onze levenstaak hier is een oefening voor onze levenstaak daar. Ons karakter en onze heilige dienst hier vormen een nauwkeurige voorafschaduwing van wie we straks zullen zijn” –Het Bijbels Gezin, blz. 443.
“De grote hervormingsbeweging moet in het huisgezin beginnen. Gehoorzaamheid aan Gods wet is de grote aansporing voor ijver, zuinigheid, waarheid en juiste omgang tussen de mensen onderling.” –Hoe Leid Ik Mijn Kind, blz. 579.
Woensdag
17 februari
4. VOORBEREIDING OM TE GETUIGEN
A. Wat zullen wij antwoorden, als ons hart wordt aangeraakt door de Geest van God? Jesaja 6:8.
“Als God een speciaal werk wil hebben gedaan voor de vooruitgang van de waarheid, zal Hij mensen ingeven om te werken in de mijnen van de waarheid met biddende ernst om de kostbare erts te ontdekken. Deze mannen zullen christelijke volharding hebben. Zij zullen niet verzwakken of ontmoedigd worden. Zij zullen alleen oog hebben voor Jezus. Men zal voortgaan in de geest en de kracht van Elia om de weg te bereiden voor de tweede komst van de Heere Jezus Christus. Het is hun werk om het kromme recht te maken. Sommige dingen moeten afgebroken worden, andere dingen moeten worden opgebouwd. De oude schatten moeten weer gezet worden in een raamwerk van waarheid. Zij moeten Gods Woord prediken; hun getuigenis moet niet gevormd worden door de meningen en gedachten, die worden beschouwd als goed, maar door het Woord van God, dat leeft en blijft voor eeuwig. Zij moeten Christus verheffen en zondaars oproepen tot berouw… , de nadruk leggen op al hun persoonlijke verantwoordelijkheid om vriendelijk en hoffelijk te zijn, goed te doen en zielen te winnen voor Jezus.” –The Ellen G. White 1888 Materials, blz. 169.
B. Wat zal het levende bewijs zijn van een vernieuwd hart? 2 Korinthe 5:17; Kolossensen 3:10; Matthéüs 5:16.
“Wanneer het hart vernieuwd is door Gods Geest, zal het leven van dat feit blijk geven… In ons karakter, in onze gewoonten, in wat we nastreven zal verandering gezien worden. Er zal een duidelijk en onbetwistbaar contrast zijn tussen wat geweest is en wat is. Het karakter wordt niet geopenbaard in goede daden of wandaden, die af en toe verricht worden, maar in de tendens die blijkt uit onze woorden en daden van elke dag.” –Schreden naar Christus, blz. 67-68.
“De liefde van onze hemelse Vader in de gave van Zijn eniggeboren Zoon voor de wereld is genoeg om elke ziel te inspireren, om elk hard, liefdeloos hart te verzachten in berouw en tederheid; en zullen hemelse wezens toch in hen zien degenen, voor wie Christus stierf, ongevoelig voor Zijn liefde, hardheid van hart en geen reactie van dankbaarheid en genegenheid voor de Gever van alle goede dingen? Zullen zaken van minder belang de hele kracht van de mens opzuigen en de liefde van God geen wederliefde ontvangen?... Het is nodig, dat ons geloof toeneemt. Wij moeten wachten, wij moeten waken, wij moeten bidden, wij moeten werken, pleiten zodat de Heilige Geest overvloedig kan worden uitgestort op ons, zodat wij lichten in de wereld kunnen zijn.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 198-199.
Donderdag
18 februari
5. GA NAAR DE GEHELE WERELD
A. Wat is de boodschap, die nu gegeven moet worden met het oog op Christus’ spoedige komst? Zefanja 1:14; Amos 4:12.
“Als een volk, dat in Christus’ spoedige verschijning gelooft, hebben wij een boodschap uit te dragen: ‘Bereid u om uw God te ontmoeten’ (Amos 4:12).” –Testimonies 8, blz. 332.
B. Hoe uitgebreid is het werk van het brengen van de evangelieboodschap? Jesaja 61:10-11; Matthéüs 24:14; Openbaring 14:6.
“De tijd is gekomen, dat de boodschap van de spoedige wederkomst van Christus door de hele wereld weerklinken moet.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 29.
C. Hoe moet deze boodschap gebracht worden? Handelingen 4:29-31.
“Wij moeten nu de waarheid met heilige stoutmoedigheid brengen.” –Selected Messages 2, blz. 52.
“De bazuin moet een duidelijke klank geven, want wij staan in de grote dag van de voorbereiding van de Heer.” –Evangelism, blz. 218.
“De waarheid zal van deze uitverkoren mensen van God afstralen, (die Zijn trouwe gezanten zijn). Zij zal van hun lippen te horen zijn, weerspiegeld worden in hun gezicht en zichtbaar zijn in hun leven. Zij zullen worden gekenmerkt door reinheid en onkreukbaarheid. De genade van Christus heeft een zuiverende en veredelende invloed op hun karakter.” –Christus Weerspiegelen, blz. 346.
Vrijdag
19 februari
Terugblik
1. Hoe kunnen ouders een reformatiewerk beginnen in hun huisgezinnen?
2. Waar nog meer zult u doeltreffender kunnen werken, als u getrouw uw huiselijke plichten vervult?
3. Hoe meet God ons?
4. Hoe kunnen wij lichten in deze wereld zijn?
5. Wat brengt het bekend maken van de waarheid aan de wereld met zich mee?