Back to top

Sabbath Bible Lessons

Ware Reformatie

 <<    >> 
Les 13 Sabbat, 26 maart 2016

DE OPROEP VAN DE GEMEENTE

“Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt de weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg; steekt een banier omhoog tot de volken” (Jesaja 62:10).

“Laat men het op het geweten schrijven als met een ijzeren schrijfstift op een rots, dat wezenlijk succes, hetzij voor dit leven of voor het toekomende, alleen verkregen kan worden door een trouwe verknochtheid aan de eeuwige beginselen van het recht.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 167.

Aanvullende studie:   Evangelism, blz. 217-221. 

Zondag 20 maart

1. EEN BOODSCHAP VOOR ONS

A. Waarom is het belangrijk, dat wij de boodschap van de Waarachtige Getuige aan Laodicéa op onszelf toepassen? Openbaring 3:14-17; 1 Korinthe 8:2; 10:12.

“De boodschap aan de gemeente van Laodicéa dringt door tot hen, die het niet op zichzelf toepassen.” –Counsels to Writers en Editors, blz. 99.

B. Wat toont, dat de toestand van Laodicéa niet hopeloos is? Openbaring 3:18. Wat zullen wij nodig hebben om het geneesmiddel toe te passen? 1 Petrus 5:6; Psalm 147:11.

“Maar de raad van de waarachtige Getuige stelt niet degenen, die lauw zijn, voor als hopeloze gevallen. Er is nog gelegenheid om verbetering in hun toestand aan te brengen en de boodschap aan Laodicéa is vol bemoediging, want de afgedwaalde gemeente kan nog het goud van geloof en liefde kopen, kan nog het witte kleed van Christus’ gerechtigheid verkrijgen, zodat de schande van hun naaktheid niet zichtbaar is. Reinheid van hart, zuiverheid van drijfveer kan toch nog degenen kenmerken, die nu halfslachtig zijn en er naar streven God en de mammon te dienen. Zij kunnen de klederen van hun karakter nog wassen en wit maken in het bloed van het Lam.” –Bijbelkommentaar, blz. 653-654.


Maandag 21 maart

2. EEN ROEP OM WAKKER TE WORDEN

A. Wat moeten wij doen, zodat wij deel kunnen hebben aan het uitdragen van de laatste boodschap aan de wereld? 1 Korinthe 15:34; Romeinen 13:11.

“Wij leven in de slottonelen van de geschiedenis van deze aarde. De profetie is zo goed als vervuld. De uren der genade zijn bijna voorbij. Wij hebben geen tijd, zelfs geen moment te verliezen. Laten we op wacht niet slapende worden gevonden. Laat niemand in zijn hart of door zijn werken zeggen: ‘Mijn Here vertoeft te komen’. Laat de boodschap van Christus’ spoedige wederkomst in ernstige waarschuwingswoorden weerklinken. Laten we overal mannen en vrouwen overreden, dat ze zich bekeren om de komende gramschap te ontvluchten. Laten we er bij hen op aandringen, dat ze onmiddellijk met hun voorbereiding beginnen, want we weten zo weinig, wat vóór ons ligt. Laten predikanten en leden uitgaan in de rijpende velden om de lauwen en onverschilligen te zeggen, dat ze de Here moeten zoeken, zo lang Hij te vinden is. De arbeiders zullen hun oogst vinden, waar zij de vergeten waarheden van de Bijbel maar verkondigen. Zij zullen diegenen vinden, die de waarheid willen aannemen en hun leven willen wijden aan het winnen van zielen voor Christus.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 3, blz. 263-264.

B. Welk werk moet uitgedragen worden op dit moment? Nehemia 2:18; Psalm 94:16.

“De Heer wil, dat Zijn volk opstaat en het hun aangewezen werk doet. De verantwoordelijkheid om de wereld te waarschuwen rust niet alleen op de predikanten. De gemeenteleden moeten aan het werk om zielen te redden deelnemen. Door middel van zendingsbezoeken en door een verstandige verspreiding van onze literatuur kunnen velen bereikt worden, die nog nooit gewaarschuwd zijn. Laten gezelschappen zich organiseren om zielen te zoeken. Laten de gemeenteleden hun buren bezoeken en voor hen de Schriften openen. Sommigen kunnen werken in de buitengebieden en zo, door verstandige planning, kan de waarheid in alle gebieden worden gepredikt. Met volharding in dit werk zal de geschiktheid ervoor toenemen, en velen zullen vruchten zien van hun arbeid in de redding van zielen. Deze bekeerden zullen op hun beurt anderen onderwijzen. Zo zal het zaad op vele plaatsen worden gezaaid en de waarheid zal aan iedereen verkondigd worden.” –The Review and Herald, 25 januari 1912.

“Wij hebben waarschuwingen, die wij nu mogen geven, een werk dat wij nu mogen doen, maar spoedig zal het moeilijker zijn, dan wij ons kunnen voorstellen.” –Evangelism, blz. 218.


Dinsdag 22 maart

3. HET LEVEND WORDEN VAN VERDORDE BEENDEREN

A. Wat beloofde God te doen met de verdorde beenderen in het visioen, gegeven aan Ezechiël over de vallei met de verdorde beenderen? Ezechiël 37:5-6. Wat was de bron van kracht, die leven gaf aan de beenderen? De verzen 13-14.

“Welke kracht moeten wij van God hebben, zodat ijskoude harten, met alleen een wettische godsdienst, de betere dingen zullen zien, die voor hen bereid zijn: Christus en Zijn gerechtigheid! Een leven gevende boodschap was nodig om leven te geven aan de verdorde beenderen.” –Selected Messages 3, blz. 177.

“Maar deze gelijkenis van de dorre doodsbeenderen is niet alleen van toepassing op de wereld, maar ook op hen, die met groot licht zijn gezegend; want ook zij zijn als de geraamten van het dal. Zij hebben de gedaante van mensen, het geraamte van het lichaam, maar ze hebben geen geestelijk leven. Maar de gelijkenis laat de dorre beenderen niet alleen aan elkaar hechten in de gedaante van mensen, want het is niet voldoende, dat er een symmetrie van de ledematen en gelaatstrekken is. De levensadem moet de lichamen bezielen, zodat ze rechtop kunnen gaan staan en actief kunnen worden. Deze beenderen stellen het huis Israëls, de gemeente van God, voor, en de hoop van de gemeente is de levendmakende invloed van de Heilige Geest. De Here moet op de dorre beenderen blazen, zodat ze levend worden.” –Bijbelkommentaar, blz. 267.

B. Wat brengt het opwekkingswerk met zich mee? Openbaring 3:19-20; 2 Timótheüs 4:2.

“De engelen van God gaan van gemeente tot gemeente en doen hun plicht; en Jezus Christus klopt aan de deur van uw hart om toegang te krijgen. Maar aan de middelen, die God heeft bedacht om de gemeente op te wekken tot een besef van hun geestelijke armoede, is geen aandacht besteed. De stem van de Waarachtige Getuige is gehoord in de berisping, maar is niet gehoorzaamd. De mensen hebben gekozen om hun eigen weg te volgen in plaats van Gods weg, want het ik in hen was niet gekruisigd. Zo heeft het licht maar weinig invloed gehad op hart en geest. ‘Weest ijverig, en bekeert u’.” –The Review and Herald, 18 december 1888.

“Zij, die de boodschap hebben voor de wereld, moeten de Heer ernstig zoeken, zodat Zijn Heilige Geest overvloedig op hen kan worden uitgestort. U hebt geen tijd te verliezen. Bid om de kracht van God, zodat u met succes kunt werken voor hen, dichtbij en veraf.” –Selected Messages 1, blz. 92-93.


Woensdag 23 maart

4. CHRISTUS VERHOGEN

A. Wat is het enige, dat de aandacht van Gods weer tot leven gekomen boodschappers verzadigt? Psalm 17:15; Johannes 17:3; 1 Korinthe 2:1-2.

“Diepe, vurige vroomheid in het gezin, in de gemeente en in de leefomgeving zal zielen brengen tot het aanschouwen van wonderbare dingen van uit de wet, en de heerlijke waarheid zien van Christus, onze gerechtigheid…

Zij, die de waarheid voor deze tijd hebben geopend voor hen, dragen een ernstige verantwoordelijkheid. Zij moeten berouw ten opzicht van God verkondigen en geloof in onze Heere Jezus Christus. Zij moeten stilstaan bij het kruis van Christus en de aandacht van elke ziel vestigen op het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt. Christus in Zijn zelfverloochening, Christus in Zijn vernedering, Christus in Zijn reinheid, Zijn heiligheid, Christus in Zijn mateloze liefde, dit is het thema, dat naar voren gebracht moet worden in ieder gesprek. Mij is getoond, dat er een grote opwekking moet zijn onder het volk van God. Velen zijn onbekeerd, van wie de namen staan in de gemeenteboeken. Laten deze woorden herhaald worden door mannen, die gewijd zijn aan het werk: (Zie Johannes 3:16).” –The Review and Herald, 13 augustus 1889.

“Één belang zal de overhand krijgen, één onderwerp zal alle andere opslokken: Christus, onze gerechtigheid.” –The Paulson Collection, blz. 342.

B. Hoe zal de nieuw leven ingeblazen dienaar van de Heer reageren, ondanks verzet tegen de waarschuwingsboodschap? Joël 2:17; Romeinen 12:12; Éfeze 6:18.

“God heeft altijd voor uitkomst gezorgd, als Zijn volk in grote moeilijkheden verkeerde, wanneer de laatste hoop vervlogen leek, bleek dat de ondergang kon worden afgewend. De plannen van slechte mensen, de vijanden van de gemeente, zijn ondergeschikt aan Zijn kracht en overheersende voorzienigheid. Hij kan het hart van staatslieden aanraken; de woede van het gepeupel en de afvalligen, de haters van God, Zijn waarheid en Zijn volk, kan gekeerd worden, zoals de waterstromen gekeerd worden, als Hij dat wil. Gebed brengt de arm van de Almachtige in beweging. Hij, die de sterren aan de hemel beveelt, wiens woorden de golven van de zee beheersen, diezelfde almachtige Schepper zal voor Zijn volk zorgen, als zij Hem in geloof aanroepen. Hij zal de machten van de duisternis tegenhouden, tot de wereld is gewaarschuwd en allen, die er gehoor aan geven, klaar zijn voor het conflict.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 370-371.


Donderdag 24 maart

5. ZOEKEN NAAR DIE GEZEGENDE HOOP

A. Welk groot voorrecht hebben wij ter voorbereiding op Christus’ spoedige wederkomst? Lukas 8:16; Jesaja 60:1.

“Iedereen heeft het voorrecht een levend kanaal te zijn, waardoor God aan de wereld de schatten van Zijn genade, de onnaspeurlijke rijkdom van Christus, kan meedelen. Christus verlangt niets zozeer als mensen, die aan de wereld Zijn karakter en Zijn Geest bekend willen maken. Aan niets heeft de wereld zozeer behoefte als de openbaring van de liefde van de Heiland door de mens. De hele hemel wacht op kanalen, waardoor de heilige olie kan stromen om een zegen en blijdschap te zijn voor menselijke harten.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 259.

B. Hoe moeten wij nu leven met het oog op de spoedige komst van Christus? 2 Petrus 3:11-12; Titus 2:11-13.

“Christus heeft elke mogelijke voorziening getroffen, opdat Zijn gemeente een veranderd lichaam zal zijn, verlicht door het Licht der wereld, in het bezit van de heerlijkheid van Immanuël. Het is Zijn bedoeling, dat iedere christen omgeven zal zijn met een geestelijke atmosfeer van vrede en licht. Hij wil, dat wij Zijn blijdschap in ons leven openbaren.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 259.

“De Heer komt. Heft op uw hoofden en verblijdt u… Dit is het goede, het blijde nieuws, dat elke ziel opwindt, dat herhaald moet worden in onze gezinnen en verteld aan degenen, die wij op straat ontmoeten. Welk vreugdevoller nieuws kan worden doorgegeven!” –Evangelism, blz. 218.


Vrijdag 25 maart

Terugblik

1. Hoe is de boodschap van Laodicéa vol bemoediging voor ons?

2. Wat zijn enkele praktische manieren, die leden kunnen uitreiken aan de zielen om hen heen?

3. Hoe kan het visioen van de verdorde beenderen van toepassing zijn op hen, die veel licht hebben?

4. Op welke wijze zal God de machten der duisternis overheersen, als Zijn volk in geloof bidt?

5. Op welke manier zal Gods volk de vreugdevolle boodschap voor deze tijd verspreiden?

 <<    >>