Back to top

Sabbath Bible Lessons

Ware Reformatie

 <<    >> 
Les 3 Sabbat, 16 januari 2016

WERKEN VOOR REFORMATIE

“En Mijn volk, waarover Mijn naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit de hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen” (2 Kronieken 7:14).

“Nooit was het rijk van Israël zonder trouwe getuigen van Gods macht om van zonde te redden. Zelfs in de donkerste uren zouden enkelen trouw blijven aan hun goddelijke Heerser, en te midden van afgoderij zouden ze vlekkeloos leven voor een heilig God.” –Profeten en Koningen, blz. 69.

Aanvullende studie:   The Review and Herald, 21 augustus 1913. 

Zondag 10 januari

1. EEN GETROUW OVERBLIJFSEL

A. Was er een trouw overblijfsel in de tijd van Elia, toen de oordelen van God over het afvallige Israël kwamen? 1 Koningen 18:13; 19:18.

B. Heeft God altijd een trouw overblijfsel? Romeinen 11:5; Openbaring 12:17.

C. Hoe belooft God voor Zijn volk te zorgen, als Zijn oordelen op de aarde komen? Psalm 27:5; Jesaja 33:15-16.

“De God, die voor Elia zorgde, zal geen van Zijn offervaardige kinderen in de steek laten. Hij, die de haren op hun hoofd telt, zal voor hen zorgen, en ze zullen ondanks de hongersnood genoeg te eten hebben. Terwijl de ongelovigen van honger omkomen en door epidemieën sterven, zullen engelen de rechtvaardigen beschermen en ook in hun behoeften voorzien. De belofte aan degenen, die ‘in gerechtigheid wandelen’ luidt: (Zie Jesaja 33:15-16; 41:17).” –De Grote Strijd, blz. 581.


Maandag 11 januari

2. DE WEG DES HEEREN BEREIDEN

A. Welk specifiek verzoek deed Elia om de algemene afvalligheid uit te dagen? 1 Koningen 18:19-20.

“Elia vraagt om een samenkomst bij de Karmel van heel Israël en ook van alle profeten van Baäl. De grote ernst op het uiterlijk van de profeet geeft hem het uiterlijk van iemand, die staat in de aanwezigheid van de Heere God van Israël. De toestand van Israël in hun afval vraagt om een vast optreden, strenge woorden en bevelvoerend gezag. God maakt de boodschap geschikt voor de tijd en gelegenheid… God zal een passende boodschap hebben om Zijn volk te ontmoeten in hun verschillende toestanden.” –Testimonies 3, blz. 279.

B. Wie nog meer stond vast voor God om het werk van de hervorming voort te zetten? Nehemia 5:9.

“De Heer zal mensen gebruiken in Zijn werk, die zo getrouw zijn als staal aan de beginsels, die niet beïnvloed zullen worden door de spitsvondigheden van hen, die hun geestelijk inzicht hebben verloren.

Nehemia werd door God gekozen, omdat hij bereid was samen te werken met de Heer als een hersteller… Wanneer hij verkeerde beginsels zag, die gedaan werden, was hij geen toeschouwer, die door zijn zwijgen toestemming gaf. Hij liet het volk niet denken, dat hij aan de verkeerde kant stond. Hij nam een duidelijk, onverzettelijk standpunt in voor het goede. Hij zou geen jota invloed verlenen aan de verdraaiing van de beginsels, die God heeft vastgesteld.” –The Review and Herald, 2 mei 1899.

“Toen Nehemia uit trok als een hervormer en bevrijder in Israël, werd hij gedreven door de liefde tot God en bezorgdheid voor het welzijn van Zijn volk. Zijn hart was in het werk, dat hij had ondernomen; zijn hoop, zijn energie, zijn enthousiasme en zijn vastberaden karakter waren aanstekelijk en inspireerden anderen met dezelfde moed en het verheven doel. Elke man werd een Nehemia in zijn eigen sfeer en hielp om de handen en het hart van zijn naaste sterker te maken; en spoedig werd zwakheid opgevolgd door kracht en moed.” –The Review and Herald, 18 maart 1884.

“Waar de wereld het meeste behoefte aan heeft, is aan mannen, mannen die zich niet laten omkopen; mannen die tot in het diepst van hun ziel trouw en eerlijk zijn; mannen die niet bang zijn de zonde bij de naam te noemen; mannen wier geweten zo vast gericht is op hun plicht als de kompasnaald op de magnetische noordpool; mannen die op de bres staan voor het recht, al zouden de hemelen vallen.” –Karaktervorming, blz. 57.


Dinsdag 12 januari

3. EEN OPROEP TOT BEROUW

A. Wat was het doel van de oordelen, die over Israël werden gestuurd? Jesaja 1:16-18; Lukas 11:32. Welke invloed hadden zij op Achab? 1 Koningen 18:17.

“Het doel van deze (plotselinge) ellende was om Israël hun zonde te laten beseffen, om hen terug te brengen tot God, opdat zij Jehova zouden eren als de enige ware en levende God. Na drie en een half jaar van droogte zei de Heere tot Elia: ‘Ga heen, vertoon u aan Achab; want Ik zal regen geven op de aardbodem’. ‘En het geschiedde, toen Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerder van Israël? Toen zeide hij: Ik heb Israël niet beroerd; maar gij en het huis van uw vader, daarmee, dat gij de geboden des Heeren verlaten hebt en de Baäls nagevolgd zijt’ (1 Koningen 18:1, 17-18).” –The Review and Herald, 26 mei 1891.

“God aanvaardt een schuldbelijdenis niet, als er geen sprake is van oprechte spijt en van een verandering. Bepaalde dingen in het leven moeten veranderd worden. Alles, waaraan God aanstoot neemt, moet worden weggedaan. Dat is het gevolg, als men echt berouw heeft over de zonde.” –Schreden naar Christus, blz. 47.

B. Wat is het verschil tussen echt berouw en een vals berouw? 2 Korinthe 7:9-11.

“Heel velen hebben er spijt van, dat ze de verkeerde dingen deden en verbeteren hun koers zelf, althans wat het uiterlijke betreft, omdat ze bang zijn, dat ze door hun verkeerde daden onheil over zichzelf zullen brengen. Maar dit is geen berouw in de Bijbelse betekenis van het woord. Zij hebben meer spijt over de nadelige gevolgen dan over de zonde. Op deze manier had ook Esau berouw, toen hij zag, dat hij zijn eerstgeboorterecht voorgoed kwijt was. Bileam, doodsbang vanwege de engel, die met getrokken zwaard zijn pad versperde, bekende zijn schuld uit angst, dat hij zijn leven zou verliezen. Maar er was geen sprake van echt berouw over de zonde, geen verandering in zijn motieven, geen afschuw van het kwade. Judas Iskariot riep, nadat hij zijn Heer had verraden: ‘Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden’ (Matthéüs 27:4).” –Schreden naar Christus, blz. 27-28.

“In deze oppertollenaar werd een verlangen gewekt naar een beter leven… Zacheüs had de oproep tot berouw gehoord… Hij kende de Schriften en was ervan overtuigd, dat hij verkeerd handelde… Hij gevoelde, dat hij een zondaar was in de ogen van God… Zacheüs begon terstond de overtuiging te volgen, die zich van hem had meester gemaakt en terug te betalen aan hen, die hij had tekort gedaan.” –De Wens der Eeuwen, blz. 479.


Woensdag 13 januari

4. EEN OPROEP TOT GEHOORZAAMHEID

A. Waarvan hangen ons geluk en verlossing af? Psalm 106:3; Job 36:11; Jeremia 7:23.

“Ons geluk en verlossing hangen af van het eten van het brood des levens; dat is het gehoorzamen van de woorden en het doen van de werken van Christus, het bevorderen van gerechtigheid en het tegenhouden van ongerechtigheid. Niets kan zulke zelfstandigheid, zulke moed, zulk een toename van talenten en bekwaamheden geven als een juiste beoordeling van de eisen van Gods wet… Liefde voor Jezus Christus leidt ons tot het gehoorzamen van Gods geboden, die een lamp voor onze voeten en een licht op ons pad zijn, de verlichtende, zuiverende, gelukzalige aanwezigheid zeker stellend van zowel de Vader als de Zoon. Hij, die gehoorzaam is, kan in nauw contact staan met God evenzo als Henoch deed.” –Sons and Daughters of God, blz. 194.

B. Welke houding wordt getoond door diegenen, die nalaten God te gehoorzamen? Handelingen 7:51-53; 2 Timótheüs 3:8. Hoe zullen zij Gods volk beschouwen in de laatste dagen? Matthéüs 24:9.

“De mensen, die Gods gramschap zelf hebben uitgelokt, zullen al hun moeilijkheden toeschrijven aan Gods kinderen, die door hun gehoorzaamheid aan Gods geboden een voortdurende veroordeling zijn voor de overtreders. De mensen zullen zeggen, dat God beledigd is, omdat ze de zondag niet willen heiligen en dat deze zonde de rampen heeft veroorzaakt, die pas zullen ophouden, wanneer de zondagsviering aan iedereen zal zijn opgelegd. Ze zullen beweren, dat zij, die menen, dat het vierde gebod moet worden onderhouden, en daardoor afbreuk doen aan de zondagsheiliging, rustverstoorders zijn en het herstel van Gods gunst aan de mensen en hun materiële welvaart in de weg staan. Zo zal de beschuldiging, die al in het verleden tegen één van Gods boodschappers is ingebracht, worden herhaald op dezelfde gronden: ‘Zodra Achab Elia zag, zei Achab tot hem: Zijt gij daar, gij, die Israël in het ongeluk stort? Doch hij zeide: Ik heb Israël niet in het ongeluk gestort, maar gij en uws vaders huis, doordat gij de geboden des Heren hebt verzaakt, en de Baäls zijt nagelopen’ (1 Koningen 18:17-18). Wanneer de boosheid van de mensen door valse beschuldigingen zal zijn gewekt, zullen ze Gods gezanten op bijna dezelfde manier behandelen, als het afvallige Israël Elia aangepakt heeft.” –De Grote Strijd, blz. 545.

“Alle verzoekingen van Satan kwam Christus tegemoet met het Woord van God. Door Gods beloften ontving Hij kracht om Gods geboden te gehoorzamen en de verzoeker kon geen voordeel behalen.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 147.


Donderdag 14 januari

5. WERK VAN HERSTEL

A. Wat zijn de ‘oude paden’, die hersteld moeten worden? Jeremia 6:16; Jesaja 58:12-14.

“Jeremia vestigde hun aandacht (van het volk) herhaaldelijk op de raadgevingen in het boek Deuteronomium. Meer dan andere profeten legde hij de nadruk op de leer van de Mozaïsche wet en toonde aan, hoe deze de rijkste geestelijke zegeningen zou kunnen brengen aan het volk en aan ieder mens. ‘Vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel, pleitte hij’ (Jeremia 6:16).” –Profeten en Koningen, blz. 248.

B. Wat is inbegrepen in het herstelwerk en wie is geroepen dit werk te doen? Jesaja 62:6; 58:1.

“Het is een alarmerend feit, dat onverschilligheid, loomheid en lusteloosheid mannen hebben gekenmerkt op verantwoordelijke plaatsen, en dat er een gestadige toename is van trots en een alarmerende veronachtzaming van de waarschuwingen van de Geest van God. De grenspalen, die Gods woord plaatst rond Zijn volk, zijn afgebroken. Mensen, die bekend zijn met de manier, waarop God Zijn volk heeft geleid in het verleden, hebben zich verbonden met de wereld in plaats van te vragen naar de oude paden en het verdedigen van onze positie als een bijzonder volk. Het meest alarmerende kenmerk in de zaak is, dat de waarschuwende stemmen niet gehoord zijn in vermaning, smeekbeden en waarschuwingen. De ogen van Gods volk lijken verblind te zijn, terwijl de gemeente snel afdrijft in de richting van werelds zijn.” –Testimonies 4, blz. 513.


Vrijdag 15 januari

Terugblik

1. Hoe leefde Gods trouwe overblijfsel, ook al waren zij soms omringd door afgoderij? Hoe is dit van toepassing op ons vandaag?

2. Wat deed Nehemia om anderen te inspireren om met hem te werken?

3. Welke veranderingen zijn nodig in ons leven, als wij echt berouwvol zijn?

4. Waar komt waar geluk vandaan en waarom?

5. Wat hebben enigen gedaan in plaats te zoeken naar de ‘oude paden’, en hoe heeft dit de gemeente beïnvloed?

 <<    >>