Back to top

Sabbath Bible Lessons

Ware Reformatie

 <<    >> 
Les 5 Sabbat, 30 januari 2016

DE BOODSCHAP VAN JOHANNES

“Johannes was dopende in de woestijn, en predikende de doop der bekering tot vergeving der zonden” (Markus 1:4).

“Het werk en het dienen van Johannes wezen terug naar de wet en de profeten, terwijl hij, op hetzelfde moment, de mensen wees op Christus als de Verlosser van de wereld. Hij riep hen op: ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt’ (Johannes 1:29).” –The Southern Watchman, 21 maart 1905.

Aanvullende studie:   The Spirit of Prophecy 2, blz. 47-57. 

Zondag 24 januari

1. CHRISTUS, HET MIDDELPUNT

A. Op wie wees Johannes zijn toehoorders? Matthéüs 3:11; Handelingen 19:4; Johannes 1:29.

B. Wat was de bron van kennis van Johannes? Lukas 3:2. Hoe moet onze manier van studeren gelijk zijn aan die van Johannes? Hebreeën 12:2; 2 Korinthe 3:18.

“Johannes de Doper werd in de woestijn door God onderwezen. Hij bestudeerde de openbaringen van God in de natuur. Onder de leiding van de goddelijke Geest bestudeerde hij de boekrollen van de profeten. Dag en nacht was Christus zijn studie, zijn overdenking, totdat geest, hart en ziel vervuld waren met het heerlijke inzicht.” –Gospel Workers, blz. 54.

“Het zou goed voor ons zijn om iedere dag een rustig uur te besteden aan het overdenken van het leven van Christus. We moeten het punt voor punt nagaan en onze verbeelding over ieder toneel laten gaan, vooral over de laatste dagen van Zijn leven. Wanneer we nadenken over Zijn offer voor ons, zal ons vertrouwen in Hem vaster worden, onze liefde zal levendiger worden en we zullen meer vervuld worden van Zijn Geest. Als we ten slotte verlost willen worden, moeten we de les leren van berouw en vernedering aan de voet van het kruis.” –De Wens der Eeuwen, blz. 58.


Maandag 25 januari

2. EEN OPROEP TOT BEROUW

A. Wat was de omvang van de boodschap van Johannes? Lukas 1:17; Matthéüs 3:1-2, 8.

“De prediking van Johannes de Doper veroorzaakte grote opwinding. Aan het begin van zijn dienstwerk was de godsdienstige belangstelling erg klein. Bijgeloof, traditie en fabels hadden de geesten van de mensen verward en de juiste weg werd niet begrepen. IJverig bij het veiligstellen van wereldse schatten en eer had men God vergeten. Johannes ging door de gezalfde des Heeren te verkondigen en de mensen op te roepen tot berouw.” –The Youth's Instructor, 17 mei 1900.

“Johannes verkondigde de komst van de Messias en riep het volk tot bekering. Als een zinnebeeld van reiniging van zonden doopte hij hen in het water van de Jordaan. Zo verklaarde hij door een veelzeggende aanschouwelijke les, dat zij, die beweerden Gods uitverkoren volk te zijn, bezoedeld waren door de zonde, en dat zonder een reiniging van hart en leven, zij geen deel zouden kunnen hebben aan het koninkrijk van de Messias.” –De Wens der Eeuwen, blz. 76.

B. Wat is nu de toestand van de mensen? 2 Timótheüs 3:1-4. Welke boodschap moeten wij aan hen geven? Handelingen 17:30; 26:19-20.

“Overal moeten wij de mensen overtuigen van berouw en om te vluchten van de toekomende toorn. Zij hebben zielen om te redden of te verliezen. Laat er geen onverschilligheid zijn in deze zaak. De Heer roept werkers, die vervuld zijn met een ernstig, beslist doel. Vertel de mensen te pas en te onpas bereid te zijn. Ga voorwaarts met de woorden des levens op uw lippen om mannen en vrouwen te vertellen, dat het einde van alle dingen nabij is.

Laten wij onze ziel in de liefde van God houden. De waarschuwingsboodschap moet worden gegeven. De waarheid moet niet op onze lippen verslappen. Wij moeten mensen oproepen zich onmiddellijk voor te bereiden, want wij weten weinig, van wat voor ons ligt. Mijn geloof is sterker dan ooit, dat wij leven in de laatste, resterende tijd. Laat elke leraar een open deur tonen voor iedereen, die naar Jezus zal komen, berouw hebbend over zijn zonden.” –Evangelism, blz. 217.

“Echt berouw komt voort uit een besef van de aanstootgevende aard van de zonde… Er bestaat een groot verschil tussen het erkennen van feiten, nadat ze zijn aangetoond, en het belijden van zonden, die alleen aan onszelf en God bekend zijn.” –Bijbelkommentaar, blz. 76.


Dinsdag 26 januari

3. DE WARE KINDEREN VAN ABRAHAM

A. Welke aanspraak maakten de Joodse leiders? Wat antwoordde Johannes op deze bewering? Matthéüs 3:7-10.

“Johannes berispte de zelfzuchtige hoogmoed en hebzucht van de Farizeeën en Sadduceeën. Hij waarschuwde hen voor hun ongeloof en veroordeelde hun schijnheiligheid. Hij vertelde hun, dat zij niet hadden voldaan aan de voorwaarden van het verbond van hun kant, waardoor zij recht zouden hebben op de beloften, die God gedaan had aan een getrouw en gehoorzaam volk. Hun trots pochte kinderen van Abraham te zijn, maar dat waren zij niet echt. Hun blijk van trots, hun verwaandheid, jaloezie, egoïsme en wreedheid bestempelden hun karakters als een generatie van adders, in plaats van kinderen der gehoorzaamheid en goed als Abraham. Hun boze werken hadden hen ongeschikt gemaakt om de beloften, die God gedaan had aan de kinderen van Abraham, op te eisen. Johannes verzekerde hen, dat God kinderen van Abraham zou verwekken uit deze stenen, aan wie Hij Zijn belofte kon vervullen, in plaats van afhankelijk te zijn van de natuurlijke kinderen van Abraham, die het door God gegeven licht hadden verwaarloosd en verhard waren geworden door zelfzuchtige eerzucht en zondig ongeloof. Hij zei aan hen, dat als zij werkelijk de kinderen van Abraham waren, zij de werken van hun vader Abraham zouden doen. Zij zouden Abrahams geloof, liefde en gehoorzaamheid hebben. Maar zij droegen deze vruchten niet. Zij hadden geen aanspraak op Abraham als hun vader of op de beloften, die God aan het zaad van Abraham gedaan had.” –The Spirit of Prophecy 2, blz. 51.

B. Hoe behandelde Jezus later dezelfde eis van de Joden? Johannes 8:39-40.

C. Hoe kunnen wij nu beschouwd worden als het zaad van Abraham? Galaten 3:26-29.

“Terwijl zij beleden Gods geboden houdend volk te zijn, ontkenden hun werken hun geloof, en zonder oprecht berouw over hun zonden zouden zij geen deelhebben aan het koninkrijk van Christus. Gerechtigheid, liefdadigheid, barmhartigheid en de liefde van God zouden de levens kenmerken van Zijn geboden houdend volk. Tenzij deze vruchten werden gezien in hun dagelijks leven, was al hun belijden van niet meer waarde dan kaf, dat gewijd zou worden aan het vuur der vernietiging.” –The Spirit of Prophecy 2, blz. 51-52.


Woensdag 27 januari

4. WARE GROOTHEID

A. Wat is de kracht en het fundament van ware grootheid? Psalm 27:1; Exodus 15:2; Galaten 2:20.

“De kracht van volkeren en van personen wordt niet gevonden in de mogelijkheden en bekwaamheden, die hen lijken onoverwinnelijk te maken; het wordt niet gevonden in hun trotse grootheid. Dat alleen, wat hen groot en sterk kan maken, is de kracht en het doel van God. Zijzelf, door hun houding ten opzichte van Zijn doel, beslissen over hun eigen lot.” –Christ Triumphant, blz. 180.

“Ware eerbied voor God is gevolg van een gevoel van Zijn oneindige grootheid en een besef van Zijn tegenwoordigheid. Ieder hart zou door dit besef van de Ongeziene diep onder de indruk moeten zijn.” –Profeten en Koningen, blz. 28.

“Wat u in de wereld zegt, zal worden beoordeeld met speciale gevolgen als het overeenkomt, met wat u zegt in de gemeente. Uw houding, uw woorden, uw geest, maken voortdurend een indruk op hen, met wie u omgaat.” –Christ Triumphant, blz. 198.

B. Wat is krachtiger dan woorden in het overbrengen van kennis van God aan anderen? Matthéüs 5:14-16; 2 Thessalonicensen 3:9 (laatste deel).

“Niemand van ons kan leven zonder invloed op de omgeving uit te oefenen. Geen gezinslid kan zichzelf zó afsluiten, dat andere leden van het gezin zijn invloed en de geest, die hij ademt, niet zullen opmerken. Zelfs onze gezichtsuitdrukking heeft een goede of slechte invloed. De geest, die iemand ademt, zijn woorden, zijn daden, zijn houding tegenover anderen, ze zijn onmiskenbaar. Als iemand egoïstisch leeft, verspreidt hij een verstikkende sfeer om zich heen. Maar als hij met de liefde van Christus vervuld is, is hij hoffelijkheid, vriendelijk en heeft hij teder respect voor de gevoelens van anderen. Door daadwerkelijke liefde draagt hij tedere, dankbare en gelukkige gevoelens op zijn omgeving over. Het is duidelijk, dat hij voor Jezus leeft en dagelijks leert aan Zijn voeten; dat hij Zijn licht en Zijn vrede ontvangt.” –Het Bijbels Gezin, blz. 26.

“Laat ieder liever letten op de goede kanten dan op de gebreken. Vaak is het onze eigen houding, de sfeer die we uitstralen, die beslist, hoe de ander zich zal laten zien.” –Het Bijbels Gezin, blz. 83.


Donderdag 28 januari

5. DE REACTIE VAN HET VOLK

A. Wat trok zo’n groot aantal mensen naar de woestijn? Markus 1:4; Lukas 3:15.

“Vast als een rots stond de profeet van God getrouw zonde en misdaad in al hun vormen te berispen, in koningen en edelen, maar ook in de niet geëerde en onbekende. Johannes de Doper week niet af van zijn plicht. Trouw aan zijn God, in edele waardigheid van een moreel karakter stond hij vast als een rots, trouw aan het beginsel.” –The Spirit of Prophecy 2, blz. 72.

“Velen aanvaardden de prediking van Johannes en volgden hem van plaats naar plaats. Velen koesterden in hun hart de hoop, dat hij de Messias was. Maar toen Johannes zag, dat de mensen zich tot hem wendden, probeerde hij hun gedachten te richten op Degene, Die komen zou.” –The Review and Herald, 28 november 1907.

B. Welke duidelijke veranderingen vonden plaats in het leven van de mensen? Matthéüs 3:8; Handelingen 18:24-25; 2 Korinthe 5:17.

“De verlossing … is een levende verbinding met Jezus Christus om vernieuwd te worden in het hart, het doen van de werken van Christus in geloof en werken van liefde, in geduld, zachtmoedigheid en hoop. Iedere ziel, verenigd met Christus, zal een levendige zendeling zijn voor iedereen om hem heen.” –Evangelism, blz. 19.


Vrijdag 29 januari

Terugblik

1. Hoe moet onze dagelijkse studie zijn als die van Johannes de Doper?

2. Hoe is de boodschap, die wij nu moeten brengen, gelijk aan die van Johannes?

3. Hoe kunnen wij nu worden beschouwd als kinderen van Abraham?

4. Wat zijn enige manieren, waarop wij een positieve invloed kunnen uitoefenen op anderen?

5. Hoe werden mensen veranderd door Johannes’ boodschap?

 <<    >>