Back to top

Sabbath Bible Lessons

Ware Reformatie

 <<    >> 
Les 1 Sabbat, 2 januari 2016

WARE REFORMATIE

“Gelijk Hij (de Heere God) gesproken heeft door de mond van Zijn heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn” (Lukas 1:70).

“Wij moeten nu met het reformatiewerk beginnen door ons te keren tot de Heer met heel ons hart. Laat het werk beginnen, zodat het hart verzacht kan worden en Christus u kan kneden en vormen naar Zijn eigen goddelijk beeld.” –The Signs of the Times, 22 februari 1892.

Aanvullende studie:   The Signs of the Times, 12 oktober 1904. 

Zondag 27 december

1. DE BASIS VAN WARE REFORMATIE

A. Hoe kunnen wij onderscheid maken tussen echte en valse hervormingen? Jesaja 8:20; Filippensen 3:9.

“De veiligheid van de samenleving en de voortgang van reformatie hangen af van een duidelijke omschrijving en erkenning van de fundamentele waarheid. De beginsels van Gods wet moeten de mensen voorgehouden worden als eeuwig en onverbiddelijk als het karakter van God Zelf. De wet wordt gekenschetst als een regel van handelen… Het goede van de samenleving en de veiligheid van de mens eisen, dat de wet wordt gerespecteerd. De hele verlichte wet is gebaseerd op de wet van Jehova, gegeven op de berg Sinaï.” –The Health Reformer, 1 augustus 1878.

“Iedere ware hervorming heeft haar plaats in het evangeliewerk en dient tot verheffing van de ziel tot een edeler leven.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 138.

B. Op wie moeten wij ons vertrouwen stellen? Psalm 118:8; Spreuken 3:5.

“Welke positie wij ook in het leven bekleden, welke zaken wij ook doen, wij moeten nederig genoeg zijn om onze behoefte aan hulp te voelen; wij moeten onvoorwaardelijk steunen op de onderwijzingen van Gods Woord, Zijn voorzieningen in alle dingen erkennen en getrouw zijn in het uitstorten van onze ziel in gebed.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 349-350.


Maandag 28 december

2. ECHTE REFORMATIE BEGINT MET HET HART

A. Wat is de voorloper van reformatie? Joël 2:12-13; Psalm 51:12; 2 Korinthe 7:11.

“Er is zonde, enorme zonde, ten laste van velen die belijden christenen te zijn. De grote Pleiter zegt: Mijn aanspraken op het menselijk hart zijn genegeerd. God vraagt om berouw, om reformatie.” –The Review and Herald, 8 december 1896.

“Berouw houdt in, dat men spijt heeft van de zonde en dat men de zonde de rug toekeert.” –Schreden naar Christus, blz. 27.

“God aanvaardt een schuldbelijdenis niet als er geen sprake is van oprechte spijt en van een verandering. Bepaalde dingen in het leven moeten veranderd worden. Alles, waaraan God aanstoot neemt, moet worden weggedaan. Dat is het gevolg, als men echt berouw heeft over de zonde. Wat wij moeten doen, wordt ons heel duidelijk voorgehouden: ‘Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit Mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen; leert goed te doen; tracht naar recht, houdt de geweldenaar in toom, doet recht aan de wees, verdedigt de rechtszaak der weduwe’ (Jesaja 1:16-17).

‘… de goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het geroofde, wandelt naar de inzettingen, die doen leven, zodat hij geen onrecht meer bedrijft, hij zal zeker leven, hij zal niet sterven’ (Ezechiël 33:15).

Paulus zegt over het berouw, dat getoond moet worden: ‘Want ziet toch, wat juist deze ervaring van droefheid naar Gods wil u gebracht heeft: welk een ernst, meer nog, verontschuldiging, verontwaardiging, vrees, verlangen, ijver, bestraffing. Gij hebt in allen dele doen blijken, dat gij zuiver stond in deze zaak’ (2 Korinthe 7:11).” –Schreden naar Christus, blz. 47-48.

B. Welke hunkerende roep in de tijd van Pinksteren erkende een grote persoonlijke behoefte? Handelingen 2:37-38.

“Hoe komt het tussen de mens en God in orde? Hoe kan een zondaar weer ‘gerechtvaardigd’ worden? We kunnen alleen via Christus weer in harmonie met God en het heilige komen. Maar hoe komen we tot Christus? Er zijn veel mensen, die dezelfde vraag stellen als eens de menigte op de Pinksterdag, toen ze, overtuigd van hun zonden, uitriep: ‘Wat moeten we doen?’ Het eerste, dat Petrus antwoordde, was: ‘Bekeert u’ (Handelingen 2:37-38). En een andere keer, kort daarna, zei hij: ‘Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden’ (Handelingen 3:19).” –Schreden naar Christus, blz. 27.


Dinsdag 29 december

3. DE VRUCHTEN VAN WARE REFORMATIE

A. Hoe worden hervormers in deze laatste dagen beschreven? Jesaja 58:12-13.

“(Jesaja 58:8-9, 12-14) Hier worden de kenmerken gegeven van degenen, die hervormers zullen zijn, die zullen de banier van de derde engelboodschap dragen, zij die zich aangesloten hebben bij Gods geboden houdend volk en die God eren en serieus bezig zijn, voor de ogen van het hele universum, met het opbouwen van de oude verwoeste plaatsen. Wie is het die hen roept, de herstellers van de bressen, de herstellers van de paden om te bewonen? Het is God. Hun namen staan geschreven in de hemel als hervormers, herstellers, als verheffers van de fundamenten van vele generaties.” –The Review and Herald, 13 oktober 1891.

B. Welke specifieke bewijzen van reformatie zullen worden gezien in het leven? Matthéüs 3:8.

“Niets minder dan een gewijzigd leven, de vruchten van berouw, zal voldoen aan de eisen van God. Zonder zulke vruchten is onze geloofsbelijdenis zonder waarde.” –The Signs of the Times, 7 juli 1887.

“Berouw, dat geen hervorming teweeg brengt, is niet oprecht. De gerechtigheid van Christus is geen mantel om onbeleden en nog niet opgegeven zonden mee te bedekken; het is een levensbeginsel, dat het karakter verandert en het gedrag beheerst. Heiligheid betekent volledig voor God zijn; het is een volkomen overgave van hart en leven aan de inwoning van de hemelse beginselen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 481.

“Johannes scheidde zich af van vrienden en van de luxe van het leven. Zijn eenvoudige kleding, een kleed geweven van kameelhaar, was een permanente berisping voor de buitensporigheid en het uiterlijke vertoon van de Joodse priesters en van de mensen in het algemeen. Zijn dieet, puur plantaardig, johannesbrood en wilde honing, was een berisping voor de toegeeflijkheid aan de eetlust en de gulzigheid, die overal de overhand hadden… Degenen, die de weg moesten bereiden voor de tweede komst van Christus worden vertegenwoordigd door de trouwe Elia, zoals Johannes kwam in de geest van Elia om de weg te bereiden voor Christus’ eerste komst. Het grote onderwerp van de reformatie moet in beweging komen… Matigheid in alle dingen moet verbonden zijn met de boodschap, het volk van God afkeren van hun afgoderij, hun gulzigheid en hun buitensporigheid in kleding en andere dingen…

Wie de morele verplichtingen overtreedt op het gebied van eten en kleden bereidt de weg om de eisen van God met betrekking tot de eeuwige belangen te overtreden.” –Testimonies 3, blz. 62-63.


Woensdag 30 december

4. BANIER VAN DE REFORMATIE: WAARHEID EN VRIJHEID

A. Door welke middelen zal ik herkennen, wat er moet hervormen? Psalm 119:142; Johannes 17:17; 14:6.

“De Heer vraagt van allen, die Zijn naam belijden, een strikte naleving van de waarheid. Dit zal zijn als zout, dat zijn smaak niet verloren heeft, als een licht te midden van de morele duisternis en misleiding van de wereld.” –Testimonies 4, blz. 356.

“Het beginsel, dat wij op dit moment moeten hoog houden, is hetzelfde dat werd gehandhaafd door de aanhangers van het evangelie in de grote Hervorming…

De banier van de waarheid en godsdienstvrijheid, die deze hervormers hoog hielden, is in deze laatste strijd aan ons toevertrouwd. De verantwoording voor deze grote gave berust bij degenen, die God gezegend heeft met kennis van Zijn Woord. Wij moeten Gods Woord aannemen als het hoogste gezag. Wij moeten de waarheden zelf aannemen. En wij kunnen deze waarheden alleen waarderen, als wij deze onderzoeken door persoonlijke studie… De erkenning van de waarheid in woord en daad is onze geloofsbelijdenis. Alleen zo kunnen anderen weten, dat wij de Bijbel geloven.” –Testimonies 6, blz. 402-403.

B. Wat is dan het verband tussen vrijheid, heiliging en Gods wet? Psalm 119:44-45; Jakobus 1:25; Johannes 8:31-32.

“Volledige overeenstemming met de wil van onze Vader, die in de hemel is, is alleen heiliging, en de wil van God wordt uitgedrukt in Zijn heilige wet. Het houden van alle geboden van God is heiliging. Uzelf bewijzen gehoorzame kinderen van Gods Woord te zijn is heiliging. Het Woord van God moet onze gids zijn, niet de meningen of ideeën van mensen.” –Selected Messages 3, blz. 204.

“Valse heiligmaking leidt direct weg van de Bijbel. Godsdienst wordt teruggebracht tot een fabel. Gevoelens en indrukken worden tot de toetssteen gemaakt. Terwijl zij belijden zonder zonde te zijn en pochen op gerechtigheid, leren de eisers van de heiliging, dat de mensen vrij zijn om de wet van God te overtreden en dat zij, die de voorschriften gehoorzamen, tot zonde vervallen zijn. Een presentatie van haar eisen wekt hun verzet en roept woede en verachting op. Zo wordt hun karakter getoond, want ‘het bedenken van het vlees is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich aan de wet Gods niet, want het kan ook niet’ (Romeinen 8:7).” –The Review and Herald, 5 oktober 1886.


Donderdag 31 december

5. PERSOONLIJKE REFORMATIE

A. Hoe kan ik reformeren? Romeinen 1:16; 2 Timótheüs 3:15.

“Zonder de goddelijke kracht kan er geen echte hervorming worden bereikt. Menselijke barrières tegen natuurlijke en ontwikkelde neigingen zijn slechts als de zandbank tegen de stortvloed. Alleen als het leven van Christus een leven gevende kracht wordt in ons leven, kunnen wij de verleidingen weerstaan, die ons aanvallen van binnen en van buiten.” –The Signs of the Times, 1 december 1914.

“Het christendom staat een hervorming van het hart voor. Hetgeen Christus in ons werkt, zal worden uitgewerkt onder leiding van een bekeerd verstand. De methode om aan de buitenkant te beginnen en van daaruit naar binnen toe te werken, is altijd mislukt en zal altijd mislukken. Gods plan met u is om daar te beginnen, waar alle moeilijkheden ontspringen, het hart, en van daaruit zullen de beginselen van gerechtigheid voortvloeien. En dan zal de hervorming zowel uiterlijk als van binnen plaatsvinden.” –Adviezen voor Dieet en Voeding, blz. 32-33.

B. Hoe kan ik een actieve hervormer zijn? Galaten 6:9-10; 1 Johannes 1:3.

“’Wie Mij eren, zal Ik eren’ (1 Samuël 2:30). Als in zo'n gezin de vader zijn dagelijkse plichten vervult, is dat met een geest, die verzacht is, onderworpen door de omgang met God. Hij is een christen, en dat belijdt hij niet alleen, maar hij leeft het ook uit op zijn werk en in al zijn zakelijke relaties. Hij doet zijn werk getrouw, wetende dat het oog van God op hem rust.

In de gemeente houdt zijn stem zich niet stil. Hij heeft woorden van dankbaarheid en bemoediging te spreken; want hij is een christen, die groeit en die elke dag een nieuwe ervaring met God heeft. Hij is behulpzaam en zet zich actief in voor de gemeente, en werkt voor de verheerlijking van God en tot redding van zijn medemensen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 347-348.


Vrijdag 1 januari

Terugblik

1. Wat volbrengt echte reformatie in het leven van de gelovige?

2. Hoe gaat berouw hand in hand met de reformatie?

3. Op welke gebieden moet iedereen hervormen?

4. Hoe kunnen wij een licht zijn te midden van morele duisternis?

5. Wanneer zullen wij een echte hervorming in ons leven hebben?

 <<    >>