Back to top

Sabbath Bible Lessons

Ware Reformatie

 <<    >> 
Les 12 Sabbat, 19 maart 2016

EEN WERK VAN HERSTEL

“En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weer oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen” (Jesaja 61:4).

“Christus kwam om waarheden, die verkeerd waren uitgelegd en maakten, dat dwalingen gediend werden, recht te zetten. Hij herriep ze, herhaalde ze, zette ze in de juiste stand in het kader van de waarheid, en beval, dat zij eeuwig zouden standhouden. Zo was het met de wet van God, met de Sabbat en met de instelling van het huwelijk.” –Manuscript Releases 17, blz. 21.

Aanvullende studie:   Het Bijbels Gezin, blz. 268-278.  

Zondag 13 maart

1. DE SABBAT, DE BRES IN GODS WET

A. Welke betekenis ligt er in het herstellen van de bres in Gods wet? Jesaja 58:12; 1 Koningen 18:30; Nehemia 2:17.

“In de eindtijd zal elke goddelijke instelling hersteld worden. De bres in de wet, gemaakt in de tijd dat de Sabbat werd veranderd door de mens, zal hersteld worden. Gods laatste volk, dat in de wereld leeft als hervormers, moet laten zien, dat Gods wet de grondslag vormt van alle blijvende hervormingen en dat de Sabbat van het vierde gebod blijft bestaan als een gedenkteken aan de schepping, een blijvende herinnering van Gods macht. Op duidelijke wijze moeten zij de noodzaak aantonen van gehoorzaamheid aan al Gods geboden.” –Profeten en Koningen, blz. 418.

“Het Sabbatsgebod is geplaatst in het midden van de Decaloog en was ingesteld in Eden op hetzelfde moment, dat God het huwelijk instelde. God gaf de Sabbat als een gedenkteken van Zijn scheppende kracht en werken… Hij maakte de naleving ervan verplicht voor de mens, opdat hij zou nadenken over de werken van God, stilstaan bij Zijn goedheid, Zijn genade en liefde, en door de natuur kijken naar Gods natuur. Als de mens altijd de Sabbat had waargenomen, zou er nooit een ongelovige, een ontrouwe of een atheïst geweest zijn in de wereld.” –The Signs of the Times, 13 februari 1896.


Maandag 14 maart

2. DE AFDELING VAN HUWELIJK EN HET GEZIN

A. Wat was het oorspronkelijke doel van God met betrekking tot het huwelijk? Genesis 2:24; Matthéüs 19:4-6.

“Toen de Farizeeën Hem … ondervroegen, of echtscheiding wettig is, wees Jezus op het huwelijk, zoals dat bij de schepping ingesteld was. Hij zei: ‘Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart, u toegelaten uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest’ (Matthéüs 19:8). Hij wees op de gezegende tijd in de hof van Eden, toen God zei, dat alles ‘zeer goed’ was. Het huwelijk en de Sabbat hebben daar hun oorsprong: twee instellingen tot eer van God en tot nut van de mens. Toen de Schepper de handen van het heilig paar in de echt verbond, sprak Hij: ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn’ (Genesis 2:24). Hij kondigde deze huwelijkswet af voor alle kinderen van Adam tot aan het einde der tijden. Deze wet, die de eeuwige Vader zelf goed genoemd heeft, brengt mensen de hoogste ontwikkeling en de rijkste zegeningen.” –Het Bijbels Gezin, blz. 279-280.

“Het huwelijk was er vanaf de schepping, ingesteld door God, een goddelijke verordening. De huwelijksinstelling werd gemaakt in Eden. De Sabbat van het vierde gebod werd ingesteld in Eden, toen de fundamenten van de wereld werden gelegd, toen de morgensterren samen zongen, en al de kinderen Gods juichten. Laat dit dan, Gods instelling van het huwelijk, voor u vast zijn zo vast als de Sabbat van het vierde gebod.” –Manuscript Releases 1, blz. 160-161.

B. Hoe zal zowel de goddelijke instelling van het huwelijk als het gezinsverband hersteld worden in de laatste dagen? Maleáchi 4:5-6; Matthéüs 17:11; Handelingen 3:20-21.

“Er waren twee instellingen ontstaan in Eden, die niet verloren gingen bij de zondeval, de Sabbat en het huwelijk. Deze werden door de mens meegenomen buiten de poorten van het paradijs. Hij, die de Sabbat lief heeft en onderhoudt, en de reinheid van het huwelijk handhaaft, bewijst daardoor de vriend van de mens en de vriend van God te zijn. Hij, die door voorschrift of voorbeeld de verplichting van deze heilige instellingen afzwakt, is de vijand van God en mens, en gebruikt zijn invloed en zijn door God gegeven talenten om deze in een staat van verwarring en morele verdorvenheid te brengen.” –The Signs of the Times, 28 februari 1884.


Dinsdag 15 maart

3. MATIGHEID IN HET DIEET BEOEFENEN

A. Wat voor levensstijl moet hen voorbereiden om Jezus’ spoedige wederkomst te ondersteunen? 1 Korinthe 9:25; 10:31; Lukas 4:2-4.

“Johannes de Doper werkte in de geest en in de kracht van Elia om de Here de weg te bereiden en de ongelovigen tot het goede te bekeren. Hij was een voorbeeld voor hen, die in de laatste dagen leven, aan wie God heilige waarheden toevertrouwd heeft, die zij het volk zullen brengen om de weg voor de tweede komst des Heren te bereiden. En dezelfde grondregels der matigheid, die Johannes opvolgde, moeten door ieder beoefend worden, die daartoe geroepen zijn om in de laatste dagen de komst van de Zoon des mensen aan de wereld te verkondigen.” –Geluk en Gezondheid, blz. 38.

“Zoals onze stamouders het Paradijs verloren door toe te geven aan de begeerte, zo ligt onze enige hoop om Eden terug te winnen, door begeerte en driften standvastig weerstand te bieden. Matigheid in dieet en het beheersen van alle passies zullen het intellect beschermen en de verstandelijke en zedelijke kracht verlenen, waardoor de mensen in staat gesteld worden al hun voorliefde onder de controle te brengen van de hogere machten en goed en kwaad, het heilige en het gewone te kunnen onderscheiden.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 435-436.

B. Wat voor dieet was oorspronkelijk aan Adam gegeven? Genesis 1:29; 3:18.

“Teneinde te weten wat het beste voedsel is, moeten wij Gods oorspronkelijke plan voor het menselijke dieet bestuderen. Hij, die de mens schiep en die zijn behoeften begrijpt, wees Adam zijn voedsel. ‘Zie’, zei Hij, ‘Ik geef u al het zaaddragend gewas, … en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen’ (Genesis 1:29). Na het verlaten van Eden, toen de mens in zijn onderhoud moest voorzien door de aarde te bewerken onder de vloek der zonde, kreeg hij ook toestemming om ‘het gewas des velds te eten’ (Genesis 3:18).

Granen, fruit, noten en groenten vormen het dieet, voor ons gekozen door onze Schepper. Dit voedsel, zo eenvoudig en natuurlijk mogelijk bereid, is het meest gezond en voedzaam. Het verleent kracht en uithoudingsvermogen, en een levendig intellect, dat niet verkregen kan worden door een meer samengesteld en stimulerende dieet.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 248.

C. Welke houding aangaande voeding is nadelig voor het geestelijke leven? Jesaja 22:13-14.


Woensdag 16 maart

4. EEN VERANDERING VAN HART

A. Wat moet eerst plaatsvinden, voordat God een werk van herstel kan beginnen met een ieder van ons? Spreuken 28:13; Psalm 32:5; 1 Johannes 1:9.

“Als wij tegen de Here gezondigd hebben, zullen wij nooit vrede en herstel van Zijn gunst hebben met betrekking tot de dingen, waarin wij nalatig zijn geweest. Alleen als wij ieder middel in onze macht gebruikt hebben om het kwaad te herstellen, kan God ons goedkeuren en zegenen. Het pad van belijden is nederigheid, maar het is de enige weg, waardoor wij kracht kunnen ontvangen om te overwinnen. Alle gevallen steken kunnen nooit opgehaald worden, zodat ons werk zo volmaakt is en God welgevallig, zoals het zou moeten zijn; maar voor zover het mogelijk is, moet iedere poging gedaan worden om het te voltooien.” –The Review and Herald, 22 mei 1888.

B. Wat heeft God beloofd te doen met de harten van degenen, die Hem willen dienen? Ezechiël 36:26.

C. Hoe alles opnemend is de waarheid voor de bekeerde christen? Romeinen 10:10; Markus 12:30. Wat zal het voortdurende gebed zijn? Psalm 139:23-24.

“De waarheid moet de waarheid worden voor de ontvanger, voor alle inspanningen en doeleinden. Deze moet in het hart gegrift worden… Het hart is het bolwerk van het wezen, en tenzij dit geheel aan de kant van de Heer staat, zal de vijand steeds overwinningen behalen op ons door zijn nauwelijks merkbare verleidingen.” –In Heavenly Places, blz. 140.

“God ziet het hart aan: ‘Alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben’ (Hebreeën 4:13). Zal Hij Zich met iets anders tevreden stellen dan de waarheid in het innerlijke van de mens? Elke waarachtig bekeerde ziel zal de onmiskenbare tekenen dragen, dat het vleselijke hart tot onderwerping is gebracht.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 55.


Donderdag 17 maart

5. EEN ALTIJD DURENDE BOODSCHAP

A. Hoe bekijken de rechtvaardigen de boodschap der waarheid in tegenstelling tot de goddelozen? Spreuken 4:19, 18; 2 Petrus 3:18.

“De toegewijde ziel zal niet tevreden zijn om in onwetendheid te blijven, maar zal willen wandelen in het licht en zoeken naar meer licht. Zoals een mijnwerker zoekt naar goud en zilver, zo zal de volgeling van Christus zoeken naar waarheid als naar verborgen schatten en zal gaan van licht tot meer licht, steeds toenemen in kennis. Hij zal voortdurend groeien in genade en in de kennis van de waarheid. Het ik moet worden overwonnen. Elk karaktergebrek moet worden onderscheiden in Gods grote spiegel.” –Selected Messages 1, blz. 317.

B. Hoe lang zal de waarheid duren? Psalm 100:5; 117:2; Spreuken 12:19. Hoe lang zal het reformatiewerk doorgaan?

“De Reformatie eindigde niet, zoals velen veronderstellen, met Luther. Deze moet voortgezet worden tot het einde van deze wereldgeschiedenis. Luther moest een groot werk doen door aan anderen het licht te weerspiegelen, dat God op hem had laten schijnen; toch ontving hij niet al het licht, dat gegeven moest worden aan de wereld. Vanaf die tijd is voortdurend een nieuw licht gaan schijnen op de Schriften en nieuwe waarheden zijn voortdurend ontvouwd.” –The Story of Redemption, blz. 353.


Vrijdag 18 maart

Terugblik

1. Wanneer werd de Sabbat aan de mensheid gegeven en wat was het doel?

2. Wat gebeurt er in de samenleving, als mensen Gods Sabbat en Zijn doel voor het huwelijk negeren?

3. Hoe beïnvloedt matigheid of het gebrek aan matigheid onze keuzes?

4. Wat moeten wij beseffen over de toestand van ons hart, als wij voortdurend falen, als wij verleid worden?

5. Wat zal onze houding zijn ten opzichte van licht of kennis, als wij werkelijk geheiligd zijn?

 <<    >>