Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Komende Koninkrijk

 <<    >> 
Les 4 SABBAT, 24 oktober 2015

BELOFTEN VERVULD

“En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen; erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; indien wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden” (Romeinen 8:17).

“De Here heeft altijd trouwe vertegenwoordigers gehad op deze aarde, die zijn belangen tot de hunne hebben gemaakt. Deze getuigen voor God worden gerekend tot het geestelijk Israël, en in hen zullen alle verbondsbeloften, door God aan het oude Israël gedaan, in vervulling gaan.” –Profeten en Koningen, blz. 439.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 431-443. 

ZONDAG 18 oktober

1. GELIJKE KANSEN

A. Wat verwacht God in plaats van de onvoorwaardelijke beloften? Jeremia 18:7-10.

“Alleen door strikte gehoorzaamheid aan Gods woord is veiligheid te vinden. Al Zijn beloften worden gegeven op voorwaarde van trouw en gehoorzaamheid, en het te kort schieten aan deze voorwaarde maakt de vervulling van de rijke voorzieningen der Schrift onmogelijk.” –Patriarchen en Profeten, blz. 567.

B. Welke bekwaamheden zoekt de Heer in mensen, ongeacht hun status of voorrechten? Handelingen 10:34-35.

“In het koninkrijk Gods verkrijgen wij onze plaats niet door bevoordeling. Deze wordt niet verdiend en wordt ons ook niet toebedeeld door een willekeurige schenking. Ze is het resultaat van ons karakter. De kroon en de troon zijn de tekenen van een toestand, die wij verkregen hebben; zij zijn de tekenen van zelfoverwinning door onze Here Jezus Christus.” –De Wens der Eeuwen, blz. 475.


MAANDAG 19 oktober

2. HET WARE ISRAËL

A. Wat is beloofd over de toekomst van Israël? Jeremia 33:16; Romeinen 11:25-27.

“Zo toonde Paulus aan, dat God in ruime mate bij machte is de harten van Joden evenzeer als van heidenen te herscheppen en aan een ieder, die in Christus gelooft, de aan Israël beloofde zegeningen te verlenen.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 278.

B. Wat is de enige weg voor verlossing, of men Jood of heiden door geboorte is? Handelingen 4:10-12.

“Sommigen beweren, dat het mensdom geen behoefte heeft aan verlossing, maar aan ontwikkeling, dat het zichzelf kan beschaven, verheffen en hervormen… De geschiedenis van Kaïn laat zien, wat de uitkomst moet zijn. Het laat zien, wat de mens zonder Christus zal worden. De mens heeft uit zichzelf geen kracht zich te veranderen. Hij is niet geneigd tot God, maar tot het kwaad. Alleen Christus is onze hoop.” –Patriarchen en Profeten, blz. 47.

C. Wat kenmerkt het ware Israël? Romeinen 2:28-29. In het licht hiervan, op wie zijn dan de beloften echt van toepassing? Romeinen 9:6-8.

“De Farizeeën maakten er aanspraak op kinderen van Abraham te zijn, en ze pochten erop, dat zij de godsspraken bezaten; toch bewaarden deze voordelen hen niet voor zelfzucht, kwaadwilligheid, hebzucht en de gemeenste huichelarij. Ze meenden, dat zij de meest godsdienstige mensen op de wereld waren, maar hun zogenaamde rechtzinnigheid bracht hen ertoe de Here der heerlijkheid te kruisigen.

Hetzelfde gevaar bestaat nog steeds. Velen nemen het als vanzelfsprekend aan, dat zij christenen zijn, eenvoudig omdat ze bepaalde godsdienstige leerstellingen onderschrijven. Maar zij hebben de waarheid niet in praktijk gebracht in hun leven. Ze hebben die niet geloofd en liefgehad, en daarom hebben zij niet de kracht ontvangen en genade, die tot ons komen door heiliging van de waarheid. Velen belijden misschien geloof in de waarheid; maar indien zij daardoor niet oprecht worden, vriendelijk, geduldig, verdraagzaam, hemelsgezind, is dit een vloek voor de bezitters van dat geloof, en door hun invloed wordt het tot een vloek voor de wereld.” –De Wens der Eeuwen, blz. 259-260.


DINSDAG 20 oktober

3. ABRAHAMS ZAAD

A. Welke belofte was aan Abraham gedaan aangaande zijn relatie met de rest van de wereld? Genesis 22:18.

“Het was een grote eer waartoe Abraham geroepen werd, namelijk de vader te zijn van het volk, dat gedurende vele eeuwen de beschermer en bewaker van Gods waarheid aan de wereld zou zijn, van dat volk waardoor alle volken op aarde gezegend zouden worden door de komst van de beloofde Messias.” –Patriarchen en Profeten, blz. 113.

B. Wat werd bedoeld met de term ‘zaad’ in deze belofte? Galaten 3:16. Wat vraagt het een ontvanger te zijn van de zegeningen? Verzen 8-9.

“De Bijbel leert duidelijk, dat de beloften aan Abraham door Christus in vervulling zullen gaan. Allen, die van Christus zijn, zijn ‘zaad van Abraham en naar de belofte erfgenamen’, erfgenamen van ‘een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis’, als de aarde bevrijd is van de vloek der zonde. (Galaten 3:29; 1 Petrus 1:4).” –Patriarchen en Profeten, blz. 142.

C. Bestudeer het gesprek in Johannes 8:31-45, en beschrijf dan het karakter, dat nodig is om deel te nemen aan de hier genoemde geestelijke verbinding.

“De Farizeeën hadden verklaard, dat zij de kinderen van Abraham waren. Jezus zei hun, dat deze aanspraak alleen bevestigd kon worden door de werken van Abraham te doen. De ware kinderen van Abraham zouden, evenals Hij deed, een leven leiden van gehoorzaamheid aan God. Zij zouden niet trachten Iemand te doden, Die de waarheid, welke Hem van God gegeven was, verkondigde. Door tegen Christus samen te zweren deden de rabbi’s niet de werken van Abraham. Een louter natuurlijke afstamming van Abraham was waardeloos. Zonder geestelijke verwantschap met hem, die geopenbaard zou worden door het bezit van dezelfde geest en door het doen van dezelfde werken, waren ze niet zijn kinderen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 405-406.


WOENSDAG 21 oktober

4. HET LAND ERVEN

A. Hoe waren de aartsvaders zelf opgenomen in de belofte om het land te erven? Exodus 6:8. Wat moet er gebeuren om deze belofte te vervullen? Lukas 20:34-38.

“De erfenis, die God beloofd heeft aan Zijn volk, is niet van deze wereld. Abraham bezat geen grondgebied, zelfs geen voet (Handelingen 7:5). Hij bezat vele goederen en gebruikte deze tot eer van God en tot voordeel van zijn medemens; maar hij beschouwde deze wereld niet als zijn tehuis. De Here had hem geroepen om zijn afgodische vaderland de rug toe te keren met de belofte, dat het land Kanaän hem tot een eeuwig bezit gegeven zou worden; toch ontving noch hij, noch zijn zoon en kleinzoon dit land. Toen Abraham uitzag naar een begraafplaats voor zijn dode, moest hij deze kopen van de Kanaänieten. Zijn enige bezit in het land der belofte was deze grafspelonk te Machpela.

Maar Gods woord had niet gefaald; al ging het ook niet in vervulling, toen het Joodse volk het land Kanaän veroverde. ‘Aan Abraham en aan zijn zaad werden de beloften gedaan’ (Galaten 3:16). Abraham zelf zou deelhebben aan de erfenis. Het kan lijken, dat de vervulling van Gods beloften lang wordt uitgesteld, want bij de Here is één dag als duizend jaar, en duizend jaar als één dag’ (2 Petrus 3:8); het kan lijken, dat de vervulling uit blijft; maar op de bepaalde tijd zal het zeker komen, het zal niet uitgesteld worden (Habakuk 2:3). De gave aan Abraham en zijn zaad omvatte niet alleen het land Kanaän, maar de gehele aarde.” –Patriarchen en Profeten, blz.141-142.

B. Wat toont, dat de patriarchen dit begrepen? Hebreeën 11:13-16.

C. Wie worden beschouwd om ware nakomelingen van Abraham te zijn en daardoor de erfgenamen van de belofte? Galaten 3:27-29; Matthéüs 8:11-12.

“Christus zag geen voordelen in aardse afstamming. Hij onderwees, dat de geestelijke band alle natuurlijke banden te boven gaat… Alleen zij, die laten zien, dat zij in geestelijk opzicht in harmonie zijn met Abraham door naar Gods stem te luisteren, worden tot zijn ware nakomelingen gerekend.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 160.


DONDERDAG 22 oktober

5. EEN HEERLIJKE ERFENIS

A. In welke staat zal de aarde zijn, als de belofte vervuld wordt? Jesaja 65:17-19.

“In de Bijbel wordt de erfenis van de verlosten ‘een vaderland’ genoemd (Hebreeën 11:14-16). Daar leidt de hemelse Herder Zijn kudde naar de rivier met ‘het water des levens’. De ‘boom des levens’ geeft elke maand zijn vrucht en de bladeren van de boom zijn ‘tot genezing der volkeren’. De rivieren stromen altijd en hun water is helder als kristal. Op hun oevers staan bomen, die zorgen voor schaduw op het pad van de verlosten. De uitgestrekte vlakten gaan over in prachtige heuvels en de bergen van God verheffen hun hoge toppen. Op deze weidse vlakten en op de oevers van deze stromen van levend water zullen Gods kinderen, die zo lang als pelgrims hebben rondgezworven, eeuwig wonen.” –De Grote Strijd, blz. 621.

B. Hoe beschrijft de Schrift de geestelijke eenheid van het geërfde koninkrijk? Jeremia 23:3-6; Ezechiël 37:24-27.

“Overal in de schepping is er eendracht en blijdschap… De kleinste atomen en de grootste werelden, alle levende wezens en alle levenloze voorwerpen verkondigen in hun oneindige schoonheid en volmaakte vreugde: God is liefde.” –De Grote Strijd, blz. 624.

C. Wat zal God doen met Zijn woonplaats, als de aarde nieuw is gemaakt? Openbaring 21:1-3.


VRIJDAG 23 oktober

TERUGBLIK

1. Als God een belofte doet, hoe kan dan de vervulling afhangen van voorwaarden?

2. Wat is nodig naast een belijdenis van geloof in Christus?

3. Wat maakt iemand een echt kind van Abraham?

4. Wanneer zal de belofte van het land erven worden vervuld?

5. Wat zal de houding van de verlosten zijn op de Nieuwe Aarde?

 <<    >>