Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Komende Koninkrijk

 <<    >> 
Les 2 SABBAT, 10 oktober 2015

GODS KONINKRIJK UITGEDAAGD

“En ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; dat zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen” (Genesis 3:15).

“Door wat geopenbaard werd in deze grote strijd, wenst God de beginselen van Zijn bestuur te demonstreren, die door Satan en door hen, die hij misleid heeft, onjuist zijn voorgesteld.” –Patriarchen en Profeten, blz. 50.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 9-18. 

ZONDAG 4 oktober

1. DE EEUWIGE TROON

A. Wat kunnen wij leren over Gods leiding uit de beschrijvingen van de positie en macht van de Zoon van God? Psalm 45:7; Hebreeën 1:1-3.

“Niet door haar eigen aanwezige kracht brengt de aarde haar milde gaven voort of volbrengt jaar in jaar uit haar loop om de zon. Een ongeziene hand leidt de planeten op hun baan in het universum.” –Karaktervorming, blz. 99.

B. Wat weten wij over de wet, die de basis van dit koninkrijk vormt? Psalm 19:8; Matthéüs 22:37-40.

“In de wet van God wordt het wezen van God uitgedrukt. Het fundamentele beginsel van de liefde krijgt in de wet gestalte. Daarom is de wet de basis van Zijn regering, zowel in de hemel als op de aarde.” –Schreden naar Christus, blz. 71.

“Daar de wet der liefde de grondslag is van Gods heerschappij, hing het geluk van alle schepselen af van hun volmaakte naleving van haar rechtvaardige beginselen. God verlangt, dat al Zijn schepselen Hem uit liefde dienen, dat ze Hem eer brengen, omdat zij Zijn karakter met hun verstand waarderen.” –De Grote Strijd, blz. 455.


MAANDAG 5 oktober

2. EEN MEDEDINGEND KONINKRIJK

A. Hoe beschrijft de Bijbel de val van Lucifer door de figuur van de koning van Tyrus? Ezechiël 28:11-15.

“De zonde vindt haar oorsprong in hem, die naast Christus het meest door God was geëerd en onder de hemelbewoners de hoogste macht en heerlijkheid had. Vóór zijn val was Lucifer de belangrijkste cherub, heilig en onberispelijk.” –De Grote Strijd, blz. 455.

B. Hoe daagde Lucifer, nu Satan genoemd, Gods leiding uit? Jesaja 14:12-14.

“Hij verliet zijn plaats in de onmiddellijke nabijheid van de Vader en ging heen om een geest van ontevredenheid te zaaien onder de engelen. Hij werkte in het verborgen, en lange tijd verborg hij zijn ware bedoelingen onder het voorwendsel van eerbied voor God. Hij begon twijfel te zaaien aangaande de wetten, waardoor de hemelbewoners bestuurd werden, door te insinueren, dat wetten wellicht noodzakelijk waren voor bewoners van andere werelden, maar dat engelen, die hoger stonden, deze beperking niet nodig hadden, want hun eigen wijsheid was een voldoende beveiliging. Zij waren geen wezens, die God konden onteren; hun gedachten waren heilig.” –Patriarchen en Profeten, blz. 12-13.

C. Wat was het gevolg van deze uitdaging? Openbaring 12:7-9; Lukas 10:18.

D. Welke houding nam Satan aan, nadat hij op de aarde geworpen was? Job 1:7; Johannes 14:30.

“Satans heerschappij was de heerschappij, die hij aan Adam ontworsteld had, maar Adam was de plaatsvervanger van de Schepper. Hij bezat geen onafhankelijke heerschappij. De aarde behoort God toe, en Hij heeft alle dingen in handen van Zijn Zoon gegeven. Adam moest regeren in onderwerping aan Christus. Toen Adam door verraad zijn heerschappij in Satans handen bracht, bleef Christus nog steeds de rechtmatige koning… Satan kan zijn onrechtmatig verkregen macht slechts uitoefenen, wanneer God dit toelaat.” –De Wens der Eeuwen, blz.98.


DINSDAG 6 oktober

3. HET TWISTPUNT OP AARDE

A. Wat was de oorspronkelijke positie, waarin de mens geplaatst was? Psalm 8:5-7.

B. Hoe probeerde Satan Adam en Eva in de strijd te betrekken door de slang? Genesis 3:1, 4-5.

“Door van de vrucht te eten zouden zij volgens hem (de slang) tot een hogere trap van ontwikkeling klimmen en meer kennis verkrijgen. Zelf had hij van de verboden vrucht gegeten en bijgevolg kon hij nu spreken. En hij deed het voorkomen, alsof de Here deze kennis van hen weerhield uit angst, dat ze aan Hem gelijk zouden worden. Op grond van de wonderlijke eigenschappen van de vrucht, waardoor wijsheid en macht hun deel zouden worden, had Hij hun verboden ervan te eten of de vrucht zelfs maar aan te raken. De verzoeker vertelde, dat de goddelijke waarschuwing niet werkelijk vervuld zou worden: God had slechts de bedoeling hen af te schrikken. Hoe was het mogelijk, dat ze zouden sterven? Hadden ze niet van de boom des levens gegeten? God wilde hen alleen weerhouden zich verder te ontwikkelen en een groter geluk te leren kennen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 28.

C. Wat gebeurde er met de mensheid door Satans verleidingen? Romeinen 6:16; 5:12.

D. Hoe werd de heerschappij van de mensheid verloren op de aarde? Genesis 3:24; 9:2.

“Heel de natuur zou, gebukt onder de vloek der zonde, getuigen van de aard en de gevolgen van opstand tegen God. Toen God de mens schiep, stelde Hij hem tot heerser over de aarde en over alle levende wezens. Zolang Adam trouw bleef aan de Schepper, was heel de natuur aan hem onderworpen. Maar toen hij in opstand kwam tegen Gods wet, kwamen de lagere schepselen tegen hem in opstand. Zo zou de Here in Zijn grote barmhartigheid de mens de heiligheid van Zijn wet duidelijk maken en hem, door eigen ervaring, het gevaar tonen om er in de kleinste dingen van af te dwalen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 34.


WOENSDAG 7 oktober

4. HOOP OP EEN KOMENDE KONING

A. Beschrijf de belofte, verbonden met de vloek over de slang. Genesis 3:15.

“Dit vonnis, uitgesproken ten aanhoren van onze stamouders, was voor hen een belofte. Terwijl er werd gesproken over strijd tussen de mens en Satan, werd tevens verklaard, dat de macht van de grote vijand eenmaal verbroken zou worden. Adam en Eva stonden als misdadigers voor de rechtvaardige Rechter en wachtten op het vonnis als gevolg van hun overtreding; maar alvorens ze de woorden hoorden, die spraken van een leven van zwoegen en van smart, dat hun deel zou zijn, of de woorden dat ze tot stof zouden wederkeren, hoorden ze woorden, die hun hoop schonken. Hoewel ze als gevolg van de macht van de vijand moesten lijden, konden ze uitzien naar een toekomstige overwinning.” –Patriarchen en Profeten, blz. 39-40.

B. Hoe moest deze belofte worden vervuld? Johannes 12:31-32; 1 Timótheüs 3:16.

“Het plan voor onze verlossing was niet een latere overweging, niet een plan dat opgesteld werd na de val van Adam. Het was een openbaring van ‘het geheimenis, eeuwenlang verzwegen’ (Romeinen 16:25). Het was een openbaring van de beginselen, die van eeuwigheid af de grondslag van Gods troon zijn geweest. Van den beginne aan wisten Christus en God van de val van Satan en van de val van de mens door de misleidende macht van de afvallige. God bestemde het niet zo, dat er zonde moest komen, maar Hij voorzag het bestaan van de zonde, en Hij trof voorzieningen om die verschrikkelijke omstandigheid tegemoet te treden. Zo groot was Zijn liefde voor de wereld, dat Hij Zich verbond om Zijn eniggeboren Zoon te geven, ‘'opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe’ (Johannes 3:16).” –De Wens der Eeuwen, blz. 11.

C. In welke koninklijke taal beschreven de profeten het karakter van de komende Messias? Genesis 49:10; Jesaja 9:6-7.

“Deze hoop op verlossing (van mensen en hun verbeurde heerschappij) door de komst van Gods Zoon als Verlosser en Koning is nooit uit het hart van de mens verdwenen. Van het begin af zijn er mensen geweest, wier geloof over de tijd, waarin ze leefden, reikte naar de werkelijkheden van de toekomst.” –Profeten en Koningen, blz. 420.


DONDERDAG 8 oktober

5. TWEE KLASSEN ONTWIKKELEN ZICH

A. Vergelijk de volgende verzen en beschrijf de twee klassen van mensen, die zich ontwikkelden in het menselijke geslacht. Romeinen 8:14; 1 Johannes 3:1; Romeinen 1:21-22; Éfeze 2:1-3.

“Toen er meer mensen kwamen, werd het verschil tussen beide klassen (van gelovigen) duidelijker. Één klasse was trouw aan God, terwijl de andere minachting en ongehoorzaamheid openbaarde.” –Patriarchen en Profeten, blz. 52.

B. Hoe toont het leven van Kaïn en Abel de toestand van de mensheid? Hebreeën 11:4; 1 Johannes 3:12.

“Kaïn en Abel stellen twee klassen voor, die in deze wereld tot aan het einde toe bestaan. Één groep aanvaardt het aangewezen offer voor de zonde; de anderen vertrouwen op hun eigen verdiensten; hun offer maakt geen aanspraak op goddelijke tussenkomst en kan daarom de mens nooit met God verzoenen. Alleen door de verdiensten van Jezus kunnen onze overtredingen vergeven worden… Er is geen andere voorziening getroffen om van de macht der zonde bevrijd te worden.” –Patriarchen en Profeten, blz. 46-47.

C. Welke keuze wordt nu voorgelegd aan elk kind van Adam? Romeinen 6:16.


VRIJDAG 9 oktober

TERUGBLIK

1. Hoe weten wij, dat de wet van God van eeuwigheid heeft bestaan?

2. Hoe daagde Lucifer het fundament van Gods regering uit?

3. Hoe wordt de mensheid nu nog steeds bedrogen door de leugens van de slang?

4. Wat was de hoop, die het geloof van de gelovigen in de oudheid bezielde?

5. Stel de moderne gelijkwaardigheden van Kaïn en Abel vast.

 <<    >>