Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Komende Koninkrijk

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 17 oktober 2015

ERFGENAMEN VAN HET KONINKRIJK

“Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen van het Koninkrijk, hetwelk Hij belooft aan hen, die Hem liefhebben?” (Jakobus 2:5).

“Allen, die van Christus zijn, zijn ‘zaad van Abraham, en naar de belofte‘, erfgenamen van ‘een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis’, als de aarde bevrijd is van de vloek der zonde.” –Patriarchen en Profeten, blz. 142.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 419-430. 

ZONDAG 11 oktober

1. VOORWAARTS KIJKEN

A. Hoe kan het evangelie worden samengevat? Romeinen 1:16-17.

B. Wie moeten het horen en welke keuze moeten zij maken? Matthéüs 24:14; Markus 16:15-16.

“Wanneer de leden van Gods gemeenten het hun toegemeten werk doen, in vervulling van de evangelieopdracht, in de noodlijdende velden thuis en in den vreemde, zal de gehele wereld spoedig gewaarschuwd zijn en zal de Here Jezus met grote kracht en heerlijkheid naar deze aarde weerkeren.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 83.

C. Voor welke klasse van mensen is verlossing beschikbaar? Handelingen 10:34-35; Romeinen 8:14; Éfeze 3:6.

“De zegeningen van de verlossing zijn voor iedere ziel. Niets dan zijn eigen keus kan enig mens verhinderen deelgenoot te worden van de belofte in Christus door het evangelie.” –De Wens der Eeuwen, blz. 349.


MAANDAG 12 oktober

2. GODS BELOFTEN AAN ZIJN OUDE VOLK

A. Welke beloften waren aan Abraham en zijn nakomelingen gegeven? Genesis 12:1-3; 13:14-17.

“Het was Gods bedoeling om door het Joodse volk rijke zegeningen mee te delen aan alle naties. Door Israël moest de weg worden voorbereid om Zijn licht in de hele wereld te verspreiden…Om dit tot stand te brengen riep God Abraham uit zijn afgodische omgeving en gebood hem in het land Kanaän te gaan wonen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 173.

B. Waarom wachtte God tot verscheidene generaties na Abraham, voordat zij daadwerkelijk het land Palestina konden bezitten? Genesis 15:13-16.

“De volken op aarde hadden door het volgen van verdorven praktijken de kennis van God verloren. Toch roeide God hen in barmhartigheid niet uit. Het was Zijn bedoeling hun de gelegenheid te geven om Hem door middel van Zijn gemeente te leren kennen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 173.

“Hoewel de Amorieten afgodendienaars waren, die hun leven verbeurd hadden door hun goddeloosheid, spaarde God hen nog vierhonderd jaar om hun een onmiskenbaar bewijs te geven, dat Hij de enig ware God is, de Schepper van hemel en aarde. Al Zijn wonderen, die Hij gedaan had, toen Hij Israël uit Egypte leidde, waren hun bekend. Ze hadden voldoende bewijzen gekregen; ze hadden de waarheid kunnen weten, als ze bereid waren geweest zich af te wenden van hun afgoderij en losbandigheid.” –Patriarchen en Profeten, blz. 394.

C. Wat gebeurde er ten slotte met de Amorieten? Richteren 11:21-24.

“Toen ze de grens van het land der Amorieten bereikten, hadden de Israëlieten toestemming gevraagd om door het land te trekken, met de belofte zich te houden aan de regels, die hun omgang met andere volken hadden gekenmerkt. Toen de koning der Amorieten dit beleefde verzoek weigerde en uitdagend zijn legers in slagorde stelde, was de maat hunner ongerechtigheid vol en zou God Zijn macht tonen in hun ondergang.” –Patriarchen en Profeten, blz. 395.


DINSDAG 13 oktober

3. EEN VERBOND VERBROKEN

A. Hoe liet Israël na om in het Beloofde Land te leven volgens het plan van God? Richteren 2:10-13.

“Zolang het geslacht leefde, dat onderricht van Jozua had ontvangen, had de afgoderij weinig vorderingen gemaakt; maar de ouders hadden de weg tot afval voor hun kinderen gebaand. Het veronachtzamen van Gods beperkingen door hen, die het land Kanaän in bezit gekregen hadden, zaaide een kwaad, dat vele geslachten achtereen bittere vruchten zou dragen. De eenvoudige leefwijze der Hebreeën was reden van lichamelijk welzijn; maar omgang met de heidenen had hen ertoe gebracht toe te geven aan eetlust en hartstocht, zodat geleidelijk hun lichaamskrachten afnamen en hun verstandelijke en geestelijke vermogens verzwakten. Door hun zonden werden de Israëlieten van God gescheiden; God ontnam aan hen Zijn kracht, en niet langer konden ze hun vijanden weerstaan. Zo werden ze onderworpen door die volken, die ze met Gods hulp hadden kunnen overwinnen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 496-497.

B. Wat gebeurde er als gevolg van de invloed van de eerste koning van de noordelijke helft van de verdeelde natie? 1 Koningen 14:15-16.

“Als Israël acht had geslagen op de boodschappen van de profeten, zou de vernedering, die volgde, hun bespaard zijn gebleven. Omdat ze hadden volhard in zich af te wenden van Zijn wet, moest God hen wel in ballingschap voeren…

Altijd is het overtreden van Gods wet gevolgd door dezelfde resultaten. Toen in de dagen van Noach elk beginsel van goeddoen werd geschonden en de ongerechtigheid zo groot en algemeen verbreid werd, dat God het niet langer kon dulden… In de dagen van Abraham daagden de inwoners van Sodom openlijk God en Zijn wet uit; en er volgde een zelfde goddeloosheid, een zelfde verderf, een zelfde onbeteugelde hartstocht, die de wereld voor de zondvloed had gekenmerkt. De inwoners van Sodom overschreden de grenzen van Gods verdraagzaamheid, en het vuur van Gods wraak werd voor hen ontstoken.

De tijd, die vooraf ging aan de wegvoering van de tien stammen van Israël, was een soortgelijke tijd van ongehoorzaamheid en goddeloosheid. Gods wet werd beschouwd als van geen waarde, en hierdoor werden de sluizen van ongerechtigheid voor Israël geopend.” –Profeten en Koningen, blz. 185.


WOENSDAG 14 oktober

4. DE KONING VAN JUDA

A. Hoe lang zou de stam van Juda haar koninklijk aanzien behouden? Genesis 49:10; Ezechiël 21:25-27.

“De leeuw, de koning van het woud, is een passend symbool voor deze stam, waaruit voortkwamen David, en de Zoon van David, Silo, de ware ‘Leeuw uit de stam van Juda’, aan wie alle machten zich eenmaal zullen onderwerpen en wie alle volken eer zullen bewijzen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 204.

B. Wie was ‘Silo’ (Degene ‘wiens recht het is’) en wanneer kwam Hij? Zacharia 9:9; Matthéüs 21:1-9.

“Eeuw na eeuw ging voorbij; ten slotte zwegen de stemmen van de profeten. De hand van de verdrukker lag zwaar op Israël. Naarmate de Joden afweken van God, verzwakte het geloof, en de hoop verlichtte nauwelijks meer de toekomst. Velen begrepen de woorden der profeten niet meer; en degenen, die een krachtig geloof hadden moeten hebben, riepen uit: ‘De tijd verstrijkt, maar geen enkel gezicht komt uit!’ (Ezechiël 12:22). In Gods raad was echter het tijdstip voor de komst van Christus bepaald.” –Profeten en Koningen, blz. 428-429.

“Terwijl slechts weinigen de aard van Christus’ zending begrepen, was de verwachting wijd en zijd verbreid, dat er een machtig vorst zou komen, die zijn koninkrijk in Israël zou oprichten, en die zou komen als een bevrijder der volken” –De Wens der Eeuwen, blz. 22.

C. Wat is de aard van Zijn koninkrijk? Johannes 18:36-37. Wat zal plaatsvinden, wanneer het koninkrijk volledig verkondigd wordt? Matthéüs 24:14.

“Hij, Die ons voorbeeld was, hield Zich afzijdig van aardse regeringen. Niet omdat Hij voor de smarten der mensen onverschillig was, maar omdat de middelen ter verbetering niet enkel in menselijke en uiterlijk maatregelen lagen. Om een doeltreffende uitwerking te verkrijgen moest de genezing de mensen persoonlijk bereiken en het hart vernieuwen.

Niet door beslissingen van gerechtshoven of raadsvergaderingen of vergaderingen van wetgevende macht, niet door de bescherming van de groten der aarde wordt het koninkrijk van Christus opgericht, maar door het inplanten van het karakter van Christus in de mens door het werk van de Heilige Geest.” –De Wens der Eeuwen, blz. 441.


DONDERDAG 15 oktober

5. EEN HUIS VERWOEST

A. Toen Christus door Zijn eigen volk werd verworpen, wat zei Hij toen? Matthéüs 23:37-38. Wanneer was de verwoesting compleet (zowel letterlijk als geestelijk)? Matthéüs 24:1-2.

“Tot op dat ogenblik had Hij (Jezus) de tempel het huis Zijns Vaders genoemd; maar nu, wanneer de Zoon van God Zich buiten die muren zou begeven, zou de tegenwoordigheid van God voor altijd worden onttrokken aan de tempel, die ter Zijner ere was gebouwd. Vanaf dat ogenblik zouden de plechtigheden daarin zonder betekenis, de tempeldienst een schijnvertoning zijn.” –De Wens der Eeuwen, blz. 541.

“Hij (Jezus) zag Jeruzalem omringd door legers, Hij zag, hoe de belegerde inwoners de hongerdood werden ingedreven… Hij zag, dat de hardnekkigheid van de Joden, die gebleken was uit hun afwijzing om door Hem behouden te worden, hen ook ertoe zou brengen om te weigeren zich te onderwerpen aan de binnenstromende legers… Hij zag, hoe de ongelukkige inwoners werden gemarteld op de pijnbank en door kruisiging, de prachtige paleizen verwoest, de tempel in een ruïne werd veranderd, en dat er van de kolossale tempelmuren geen steen op de andere zou worden gelaten, terwijl de stad werd omgeploegd als een akker.” –De Wens der Eeuwen, blz. 501.

B. Wat brachten de Joodse leiders over zich door Christus te verwerpen? Matthéüs 27:24-25. Wie kozen zij als hun leider en wat deed deze leider uiteindelijk? Johannes 19:14-15; Lukas 21:20, 24.


VRIJDAG 16 oktober

TERUGBLIK

1. Verklaar Gods doel bij het uitstellen van de verovering van Kanaän.

2. Wat kan Gods volk nu leren van Israëls falen om het land te onderwerpen?

3. Waarom was het koninkrijk, dat Jezus predikte, zo verschillend van wat Zijn volk verwachtte?

4. Hoe verliezen de diensten in Gods huis nu hun betekenis?

5. Hoe kan ik meer doen om met hen, die het evangelie moeten horen, te delen?

 <<    >>