ZONDAG
27 september
1. EEN DEMONSTRATIE VAN LIEFDE
A. Wat is het meest blijvende kenmerk van onze Schepper? 1 Johannes 4:16.
“’God is liefde’, staat geschreven op elke knop, die ontluikt, op elke bloem, op elk grassprietje… Alles in de natuur getuigt van de tedere, vaderlijke zorg van onze God en Zijn verlangen om Zijn kinderen gelukkig te maken. Zijn verboden en beperkingen zijn niet alleen maar bedoeld om Zijn gezag te openbaren, maar in alles wat Hij doet, heeft Hij het welzijn van Zijn kinderen voor ogen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 549.
B. Hoe toonde God het meest volledig Zijn liefde? Johannes 3:16; Romeinen 5:6-8.
“Hoe meer we het karakter van God bestuderen in het licht van het kruis, des te meer zien we hoe genade, tederheid en vergevingsgezindheid samen gaan met eerlijkheid en rechtvaardigheid, en des te duidelijker ontdekken we ontelbare bewijzen van die oneindige liefde en van een teder medeleven, dat zelfs het diepe gevoel van een moeder voor haar afgedwaalde kind overtreft.” –Schreden naar Christus, blz. 18.
MAANDAG
28 september
2. VERLOST VAN DE ZONDE
A. Welke grote opdracht volbracht Jezus door Zijn offer? Matthéüs 1:21.
“Jezus had aan de zijde van de Vader kunnen blijven. Hij had de heerlijkheid van de hemel en de eerbewijzen van de engelen kunnen behouden. Maar Hij verkoos de scepter terug te geven in de handen van Zijn Vader en de troon van het heelal te verlaten, om licht te brengen aan hen, die onwetend waren, en leven aan hen, die zouden verloren gaan.” –De Wens der Eeuwen, blz. 11-12.
“De opdracht van Christus kon alleen door lijden vervuld worden. Voor Hem lag een leven van smart, moeite en strijd, en een smadelijke dood. Hij moest de zonden van de gehele wereld dragen. Hij moest het verdragen gescheiden te zijn van de liefde van Zijn Vader.” –De Wens der Eeuwen, blz. 98.
B. Wat is Zijn wil voor elke persoon? 2 Petrus 3:9; 1 Timótheüs 2:4.
“Christus werd behandeld, zoals wij verdienen, opdat wij behandeld zouden kunnen worden, zoals Hij het verdient. Hij werd veroordeeld om onze zonden, waaraan Hij geen deel had, opdat wij zouden kunnen worden gerechtvaardigd door Zijn gerechtigheid, waaraan wij geen deel hadden. Hij onderging de dood, die ons toekwam, opdat wij het leven zouden mogen ontvangen, dat Hem toebehoorde.” –De Wens der Eeuwen, blz. 14.
C. Hoe ontvangen wij het profijt van de dood van Christus voor onze zonden? Handelingen 16:31; 1 Johannes 1:9.
“De voorwaarden, waarop men de genade van God kan ontvangen, zijn eenvoudig, maar rechtvaardig en redelijk. De Heer verlangt niet van ons, dat we ons pijnigen, als we vergeving van zonden willen ontvangen. We behoeven geen lange, vermoeiende pelgrimstochten te ondernemen, of pijnlijke boetedoeningen te verrichten, om onszelf bij God aan te bevelen om onze overtredingen te niet te doen. Wie zijn zonde ‘belijdt en nalaat’, ontvangt genade.” –Schreden naar Christus, blz. 45.
“Christus is de bron, waaruit elke impuls voort komt. Hij is de enige, die onze harten vijandig gezind kan maken jegens de zonde. Elk verlangen naar waarheid en reinheid, elk besef van onze eigen zondigheid, is er een bewijs van, dat Zijn Geest Zich met onze harten bezig houdt.” –Schreden naar Christus, blz. 31.
DINSDAG
29 september
3. VERLOST VAN HET INNERLIJKE KWAAD
A. Gered omvat niet alleen vergeving, maar wat nog meer? Titus 2:11-14; Galaten 2:20.
“Het is voor ons onmogelijk om in eigen kracht te ontsnappen uit het moeras van de zonde, waarin wij verzonken zijn. Onze harten zijn slecht en wij zullen ze nooit kunnen veranderen…
Opvoeding, cultuur, wilskracht en de pogingen van de mens hebben allemaal hun eigen plaats, maar in dit opzicht zijn ze machteloos. Ze mogen bijdragen tot een uiterlijk correct gedragspatroon, maar ze kunnen het hart niet veranderen; ze kunnen de bronnen van het leven niet zuiveren. Er moet een kracht zijn, die van binnenuit werkt, een nieuw leven dat van boven is, voordat een zondig mens in een heilig mens veranderd kan worden. Die kracht is Christus. Alleen Zijn genade kan de levenloze eigenschappen in het innerlijk van de mens tot leven wekken en hem naar God leiden en naar het heilige.” –Schreden naar Christus, blz. 20-21.
B. Wat doet de kracht van God in de bekeerde christen? Filippensen 2:13; Hebreeën 13:20-21.
“De wet is een uitdrukking van de gedachten van God; wanneer deze wet in Christus wordt aangenomen, wordt het ook onze gedachte. De wet verheft ons boven de macht van natuurlijke begeerten en neigingen, boven de verzoekingen, die tot zonde leiden.” –De Wens der Eeuwen, blz. 258.
“Wanneer wij deelhebben aan de goddelijke natuur, worden geërfde en aangeleerde neigingen tot het kwaad uit het karakter weggesneden en wij worden gemaakt tot een levende kracht ten goede. Door steeds van de goddelijke Leraar te leren en dagelijks deel te hebben aan Zijn natuur werken wij samen met God in het overwinnen van Satans verzoekingen.” –Bijbelkommentaar, blz. 615.
C. Wat moet ons constante gebed zijn? Psalm 139:23-24.
“Niemand is hiertoe echter uit eigen kracht in staat. Wij kunnen Christus slechts vragen dit werk te doen. Dan zal de taal van het hart zijn: …Heer, neem mijn hart, want ik kan het U niet geven. Het is van U. Bewaar het rein, want ik kan het niet voor U bewaren. Kneed mij, vorm mij, richt mij op in een zuivere en geheiligde atmosfeer, waar de rijke stroom van Uw liefde door mijn leven kan stromen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 93-94.
WOENSDAG
30 september
4. GEESTELIJKE STRIJD
A. Welke innerlijke strijd moet dagelijks worden gestreden? Spreuken 16:32; Éfeze 6:11.
“De strijd tegen ons eigen ik is de zwaarste strijd, die te strijden valt.” –Schreden naar Christus, blz. 51.
“Het kruis staat als een belofte, die niemand hoeft te verliezen, die overvloedige hulp heeft voor elke ziel.” –Selected Messages 1, blz. 96.
B. Wat zal de laatste stap zijn in de verlossing van de rechtvaardigen? Hebreeën 9:28; 1 Korinthe 15:51-54.
“Hoewel zij, die in Jezus slapen, misvormd kunnen zijn, ziek of verminkt in dit sterfelijke leven, maar in hun verrezen en verheerlijkt lichaam zal hun persoonlijke identiteit volmaakt bewaard zijn, en wij zullen herkennen in het gezicht, stralend met het schijnende licht van het gezicht van Jezus, de gelaatstrekken van hen, die wij liefhebben.” –The Spirit of Prophecy 3, blz. 219.
“De levende verlosten zullen ‘in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk’ (1 Korinthe 15:52) worden veranderd. Bij het horen van Gods stem werden ze verheerlijkt. Ze worden dan onsterfelijk en met de verrezen heiligen worden ze op de wolken weggevoerd, de Here tegemoet in de lucht.” –De Grote Strijd, blz. 595.
C. Wanneer zal de strijd eindelijk voorbij zijn? 2 Timótheüs 4:7-8.
“Het dichtst bij de troon (van Christus in het Nieuwe Jeruzalem) staan zij, die eens trouwe slaven van Satan waren. Ze zijn echter als brandhout uit het vuur gerukt en hebben hun Verlosser oprecht en toegewijd gevolgd. Dan komen zij, die ondanks het bedrog en het ongeloof van de wereld een volmaakt christelijk karakter hebben ontwikkeld, en zij, die Gods wet hebben onderhouden toen de christelijke wereld dacht, dat ze was afgeschaft, en ten slotte de miljoenen van alle eeuwen, die om hun geloof als martelaren zijn gestorven. Nog verder staat ‘een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk, en stammen en natiën en talen … voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen’ (Openbaring 7:9). Hun strijd is ten einde, ze hebben de overwinning behaald. Ze hebben in de renbaan gelopen en hebben de prijs ontvangen. De palmtakken in hun handen zijn het symbool van hun overwinning; de witte gewaden zijn het zinnebeeld van de volmaakte gerechtigheid van Christus, waar ze nu in delen.” –De Grote Strijd, blz. 613.
DONDERDAG
1 oktober
5. DE HAND DIE KLOPT
A. Welke uitnodiging geeft Jezus nu aan iedere ziel? Johannes 7:37-38; Openbaring 22:17.
“Dezelfde goddelijke Geest, die inwerkt op alle dingen in de natuur, spreekt tot de harten van de mensen en brengt een onuitsprekelijk verlangen teweeg naar iets, dat men niet ziet. De dingen in deze wereld kunnen dit verlangen niet stillen. De Geest van God tracht hen zo ver te brengen om naar die dingen te zoeken, die alleen vrede en rust kunnen geven: de genade van Christus, de vreugde, die het gevolg is van heiligheid. Met zichtbare en onzichtbare middelen is onze Zaligmaker voortdurend bezig om de geest van de mensen van de zondige genoegens, die geen voldoening geven, af te leiden naar de oneindige zegeningen, die ze in Hem kunnen ontvangen. Tot al diegenen, die tevergeefs hun dorst proberen te lessen uit de gebroken vaten van deze wereld, is deze goddelijke boodschap gericht: (Zie Openbaring 22:17).
Als u in uw hart verlangt naar iets beters dan datgene, wat deze wereld u kan geven, besef dan, dat dit verlangen de stem van God is, die tot uw hart spreekt.” –Schreden naar Christus, blz. 32-33.
B. Wat moeten wij bedenken over de hand, die klopt op de deur van ons hart? Openbaring 3:20; Zacharia 13:6.
“We moeten ons verzamelen rond het kruis. Christus, en Die gekruisigd, behoort het onderwerp te zijn van onze overdenking, van onze gesprekken, van onze gevoelens en van onze grootste vreugde. We moeten elke zegen, die we van God ontvangen, in gedachten houden, en als we beseffen, hoe groot Zijn liefde is, moeten we bereid zijn om alles over te laten in de hand, die voor ons aan het kruis gespijkerd werd.” –Schreden naar Christus, blz. 125.
VRIJDAG
2 oktober
TERUGBLIK
1. Hoe heeft God Zijn liefde voor u getoond?
2. Wat is de betekenis van Christus’ dood voor ieder mens?
3. Hoe reikt de verlossing verder dan alleen vergeving van vroegere zonden?
4. Wat zal de laatste stap zijn om het werk van de verlossing te voltooien?
5. Wat maakt nu tot de beste dag om te antwoorden op Jezus’ kloppen op de deur van uw hart?