ZONDAG
1 februari
1. WEES OP UW HOEDE, ANDERS VALT U
A. Voor wat moeten wij altijd oppassen, als de dingen rustig verlopen? 1 Korinthe 10:12; Matthéüs 26:41.
“We moeten persoonlijk vertrouwd raken met de dingen Gods. Wij hebben geen minuut te verliezen. Gebeurtenissen van levensbelang spelen zich rondom ons af. Wij staan op Satans betoverde grond. Slaapt niet, wachters op Gods muren, want de vijand ligt op de loer; hij zal zich, zodra u lauw of traag wordt, op u werpen en u tot zijn prooi maken.” –De Grote Strijd, blz. 556.
B. Wat probeerde de duivel te doen, terwijl God Jozef overvloedig zegende? Genesis 39:5-7; 1 Petrus 5:8.
“Onze grote tegenstander heeft agenten, die voortdurend jagen op een gelegenheid om zielen te vernietigen, zoals een leeuw op zijn prooi jaagt.” –Colporteur Ministry, blz. 52.
“De mens is van nature geneigd Satans suggesties te volgen, en hij kan zo’n vreselijke vijand niet met succes weerstaan, tenzij Christus, de machtige Overwinnaar, in hem woont, zijn verlangens leidt en hem kracht geeft. God alleen kan grenzen stellen aan de macht van Satan. Deze doorkruist de aarde in alle richtingen en trekt onophoudelijk heen en weer. Zijn waakzaamheid verslapt geen enkel moment, alleen maar uit vrees een kans voorbij te laten gaan om zielen te vernietigen.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 117.
MAANDAG
2 februari
2. DE VALSTRIKKEN VAN DE DUIVEL
A. Wat was het doel van de duivel in het opstellen van de val van overspel voor de ogen van Jozef? Genesis 39:7; Spreuken 5:1-5; 7:22-23, 27.
“Weinig verzoekingen zijn gevaarlijker en noodlottiger voor jongelui dan de verzoeking tot zinnelijkheid, en geen enkele zal bij het toegeven daaraan zo verwoestend werken op ziel en lichaam voor tijd en eeuwigheid. Het welzijn van hun hele toekomst is afhankelijk van de beslissing van een moment.” –Bijbelkommentaar, blz. 28.
“Beste jonge vrienden, eventjes wilde haver zaaien, levert een oogst op, die jullie hele leven vergiftigt. Één uur van onoplettendheid, één keer toegeven aan verzoeking, en je hele leven kan de verkeerde kant op gaan. Jullie zijn maar één keer jong. Maak daar nuttig gebruik van. Als je één keer over de grens gegaan bent, kun je nooit meer teruggaan om je fouten te herstellen.” –Het Bijbels Gezin, blz. 45.
B. Onder welke omstandigheden is iemand het meest geneigd in de zonden van onzedelijkheid te vallen? Genesis 39:11-12 (eerste deel); Spreuken 7:13-21.
“Allen, die willens en wetens afwijken van Gods geboden, plaatsen zich onder de leiding van Satan. Veel mensen denken te kunnen spelen met het kwaad. Ze denken, dat zij ermee kunnen breken, wanneer zij willen. Dan zien ze, dat ze totaal verstrikt zijn en door iemand geleid worden, die sterker is dan hun eigen wil. Zij kunnen niet ontsnappen aan deze mysterieuze macht. Geheime zonde of een overheersende hartstocht zullen hen gevangen houden, totdat ze net zo machteloos zijn als de bezetene van Kapernaüm.” –Het Geloof Waardoor Ik Leef, blz. 312.
“Men kan zijn zonde verbergen voor vader, moeder, vrouw en vrienden, en toch ligt alles open voor God en wordt genoteerd in Zijn gedenkboek.” –Testimonies on Sexual Behavior, Adultery and Divorce, blz. 89.
C. Waarom moeten wij vermijden alleen te zijn in gevaar brengende situaties met het andere geslacht? 1 Thessalonicensen 5:22.
“Allen, die Jezus liefhebben en de geboden houden, zullen proberen de schijn des kwaads te vermijden; niet omdat zij gedwongen worden dit te doen, maar omdat zij een zuiver voorbeeld zijn en afkeer voelen voor alles, wat in strijd is met de in hun hart geschreven wet.” –Testimonies on Sexual Behavior, Adultery and Divorce, blz. 81.
DINSDAG
3 februari
3. HET CENTRUM VAN ONZE GEDACHTEN
A. Toen Jozef werd geconfronteerd met de verleidende verzoeking van de vrouw van Potifar, waar waren zijn gedachten toen op gericht? Genesis 39:7-9; Kolossensen 3:1-3.
“Het antwoord van Jozef toonde de kracht van godsdienstige beginsels. Hij zou het vertrouwen van zijn meester op aarde niet beschamen en, ongeacht de gevolgen, hij wilde trouw zijn aan zijn Meester in de hemel. Onder het onderzoekende oog van God en de heilige engelen nemen velen vrijheden, waaraan zij zich niet schuldig zouden maken in het bijzijn van hun medemensen, maar de eerste gedachte van Jozef was aan God. ‘Hoe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen, en zondigen tegen God’ (Genesis 39:9) zei hij.” –Conflict and Courage, blz. 75. “Wanneer we aangevallen worden door de verzoeking, moeten we niet letten op de omstandigheden of op eigen zwakheid, maar op de kracht van het Woord. Alle kracht daarvan behoort u toe. De Psalmist zegt: ‘Ik berg Uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige’ (Psalm 119: 11)” –De Wens der Eeuwen, blz. 94.
B. Waarom deinsde Jozef terug voor haar toenadering? Genesis 39:9; Hebreeën 8:10; Psalm 119:10-11. Wat gebeurt er, als wij Gods beloften in ons hart geborgen hebben? 2 Petrus 1:4.
“De vrees voor God, verenigd met de liefde van dat wat edel, zuiver en verheffend is, zal u beschermen voor een oneerlijke daad... Wat een les voor de jeugd hebben wij in de geschiedenis van Jozef. Hier werd morele rechtschapenheid bewaard onder de sterkste verleidingen. Hoe fel en verleidelijk was de aanval op zijn deugd! Komende uit een dergelijke bron en in een dergelijke vorm was het het meest aannemelijke om een jeugdige geest te verderven. Jozef werd gered door zijn godsdienstige principes, die hem direct en standvastig leidden tot het weerstaan van Satans kunstgreep.” –Christ Triumphant, blz. 97. “Wij zullen op verschillende manieren verleid worden, maar als wij verleid worden, moeten wij bedenken, dat er een voorziening is getroffen, waardoor wij kunnen overwinnen... Degenen, die werkelijk in Christus geloven, zijn deelachtig aan de goddelijke natuur en hebben macht, die zij onder alle verzoekingen zich kunnen toe-eigenen. Zij zullen niet onder de verleiding vallen en overgelaten worden om verslagen te worden. In de tijd van beproeving zullen zij beslag leggen op de beloften en daardoor ontsnappen aan de verdorvenheden, die in de wereld is door begeerte.” –Christ Triumphant, blz. 197. “Laat de jeugd geleerd worden om nauwgezet het woord van God te bestuderen. Het aangenomen hebbende in de ziel zal het een machtige barricade tegen de verleiding bewijzen te zijn.” –Counsels to Parents, Teachers and Students, blz. 121.
WOENSDAG
4 februari
4. OP DE VLUCHT VOOR VERLEIDING
A. Wat is de enige manier om seksuele verleidingen het hoofd te bieden? Genesis 39:12; 1 Korinthe 6:18.
“Jozef richtte rustig zijn ogen tot God om hulp, liet zijn overkleed achter in handen van de verleidster, en terwijl zijn ogen straalden met het vaste voornemen in plaats van onheilige hartstocht, riep hij uit: ‘Hoe kan ik dit grote kwaad doen en zondigen tegen God?’ De overwinning is behaald. Hij vlucht voor de verleidster en is veilig.” –Bijbelkommentaar, blz. 28.
“Stop geen moment om te redeneren. Satan zou zich verheugen te zien, dat u ten val gebracht bent door verleiding. Stop met over het geval te redetwisten met uw zwakke geweten. Keer u af van de eerste stap van de overtreding.” –Counsels on Health, blz. 587.
B. Wat kunnen wij van Jozef leren in tijden, dat de duivel probeert de zuiverheid en onschuld van kinderen en jongeren te vernietigen door het bevorderen van losbandigheid? 2 Timótheüs 2:22; 1 Timótheüs 4:12.
“Om hun kinderen te beschermen tegen besmettende invloeden moeten ouders hun de beginselen van reinheid leren. De kinderen, die thuis gewoonten hebben gevormd van gehoorzaamheid en zelfbeheersing, zullen op school weinig moeite hebben en zullen vele verzoekingen, die de jeugd overvallen, ontvluchten. Ouders moeten hun kinderen trainen trouw te zijn aan God onder alle omstandigheden en op alle plaatsen. Zij dienen hen te omringen met invloeden, die hun karakter versterken.” –Hoe Leid Ik Mijn Kind, blz. 129.
C. Welke praktische maatregelen kunnen wij nemen om te voorkomen, dat wij vallen op de weg van verleiding? Romeinen 13:14; Psalm 101:3.
“Mensen, die niet ten prooi willen vallen aan de listen van de satan, moeten de toegangspoorten tot hun ziel goed bewaken. Ze moeten vermijden iets te lezen, te zien of te horen, wat onreine gedachten influistert. We mogen gedachten niet willekeurig laten dwalen over allerlei onderwerpen, die de satan ons ingeeft. Bewaak je hart trouw als een schildwacht. Anders wekt het van buiten ook het kwaad van binnen op. En dan wandelt onze ziel in duisternis.” –Het Bijbels Gezin, blz. 334.
DONDERDAG
5 februari
5. DE HEMEL KIJKT
A. Wie keek naar Jozef, toen hij de grootste verleiding van zijn leven het hoofd moest bieden? Genesis 39:2; Spreuken 5:20-21; 1 Korinthe 4:9.
“Felle beproevingen moesten nog strenger het geloof en de rechtschapenheid van Jozef testen. De moraal van de Egyptenaren was zeer laag. Zijn meesters vrouw was een losbandige vrouw, en nu wordt een verleiding om van het rechte pad af te wijken, om de wet van God te overtreden, getoond aan de jeugdige banneling. Zijn toekomstig welzijn hangt af van de beslissing van het moment. Zal Satan zegevieren? Zullen beginsels nu het hart van Jozef bezetten? Zal hij nu de vreze Gods voor hem hebben? Zal hij trouw en oprecht aan de goddelijke wet zijn? Engelen keken naar deze dienaar van God met intense belangstelling.” –The Signs of the Times, 8 januari 1880.
B. Welke werkelijkheid moeten wij steeds in onze gedachten houden, hoewel menselijke ogen niet kunnen zien, wat wij doen, en wij onze eigen zonden voor menselijke ogen kunnen verbergen? Hebreeën 4:13; Prediker 12:14.
“Als we steeds eraan zouden denken, dat God alles hoort en ziet, wat we doen en een nauwgezet verslag bijhoudt van onze woorden en daden, waarvoor we eenmaal verantwoording moeten afleggen, zouden we bang zijn om te zondigen. Laten de jongeren steeds eraan denken, dat overal waar ze zijn en bij alles wat ze doen, ze zich bevinden in Gods tegenwoordigheid. Niets van wat wij doen, ontgaat Zijn blik. We kunnen onze wegen niet verbergen voor de Allerhoogste. Menselijke wetten worden, hoewel ze soms streng zijn, ongemerkt overtreden, waardoor men onbeschaamd wordt. Maar met Gods wet is het anders gesteld. De dikste duisternis is geen dekmantel voor iemand, die schuldig is. Hij mag dan menen, dat hij alleen is, maar bij elke daad is een onzichtbare getuige aanwezig. De drijfveer van zijn hart ligt open voor goddelijk onderzoek.” –Patriarchen en Profeten, blz. 184-185.
VRIJDAG
6 februari
TERUGBLIK
1. Waarom moet de christen altijd waakzaam zijn?
2. Hoe kan één zonde de richting van ons leven veranderen?
3. Hoe kunnen wij ons het beste voorbereiden om verleidingen het hoofd te bieden?
4. Welke stappen kunnen wij nemen om te voorkomen, dat wij vallen in losbandige zonden?
5. Als wij alleen zijn, weg van menselijke wezens, en verleid worden tot zonde, wat moeten wij dan altijd bedenken?