Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Leven van Jozef

 <<    >> 
Les 4 SABBAT, 24 januari 2015

DE REIS NAAR EGYPTE

“Hij zond een man voor hun aangezicht heen; Jozef werd verkocht tot slaaf” (Psalm 105: 17).

“Wat Abraham was in het land van zijn vreemdelingschap, wat Jozef was in Egypte, en wat Daniel was aan het hof te Babel, moet het Hebreeuwse volk zijn onder de volkeren. Ze moesten God aan de mensen openbaren.” –De Wens der Eeuwen, blz. 16.

Aanvullende studie:   The Spirit of Prophecy 1, blz. 126-131. 

ZONDAG 18 januari

1. GODS VOORZIENIGHEID AAN HET WERK

A. Noem ten minste zeven daden van de voorzienigheid, die God moest treffen, voordat Jozef naar Egypte kon worden gestuurd? Psalm 105:17; Genesis 37:13-28.

“De weg van Gods keuze kan donker lijken, maar toch is het de zekerste weg naar het licht. Te midden van schijnbare rampen en mislukkingen is Gods voorzienigheid Zijn doelen aan het uitwerken.” –The Signs of the Times, 26 juli 1883.

B. Waarom koos God Jozef van alle zonen van Jakob als de enige om naar Egypte te worden gestuurd voor een groot werk? Genesis 37:2; 39:6; Handelingen 7:9.

“Jozef luisterde naar de aanwijzingen van zijn vader en vreesde de Heer. Hij was gehoorzamer aan zijn vaders rechtvaardige leer dan één van zijn broers. Hij koesterde zijn aanwijzingen en met een rechtschapen hart hield hij ervan God te gehoorzamen. Hij was bedroefd vanwege het verkeerde gedrag van enigen van zijn broers, en zachtmoedig smeekte hij hen een rechtvaardige koers te varen, en hun boze daden te laten. Dit alleen verbitterde hen tegen hem. Zijn haat tegen de zonde was zo groot, dat hij niet kon verdragen te zien, dat zijn broeders zondigden tegen God. Hij legde de zaak voor aan zijn vader in de hoop, dat zijn gezag hen zou veranderen.” –The Spirit of Prophecy 1, blz. 126.


MAANDAG 19 januari

2. DE EENZAME REIS

A. Hoe zou Jozef zich gevoeld hebben op zijn reis naar Egypte als een slaaf over Gods leiding in zijn leven? Genesis 37:28; Psalm 88:4-6; 73:13-14.

“Terwijl de karavaan naar het zuiden trok naar de grenzen van Kanaän, kon de knaap in de verte de heuvels zien, waar de tenten van zijn vader stonden. Hij schreide bitter bij de gedachte aan zijn liefhebbende vader in diens eenzaamheid en beproeving… Met een bevend hart zag hij de toekomst tegemoet.” –Patriarchen en Profeten, blz. 182.

B. Wanneer zijn wij het meest geneigd om te twijfelen aan Gods leiding? Job 2:7-10; Exodus 16:2-3; 17:1-3.

“Velen, die ernstig hun leven aan de dienst van God wijden, zijn verbaasd en teleurgesteld, dat zij als nooit tevoren ondervinden, dat zij geconfronteerd worden met obstakels, beproevingen en verwarringen. Zij bidden om in karakter aan Christus gelijk te worden, om geschiktheid voor Gods werk, en zij worden in omstandigheden geplaatst, die alle kwade eigenschappen in hun natuur te voorschijn lijkt te roepen. Fouten komen aan het licht, waarvan zij zelfs het bestaan niet hadden vermoed. Zoals Israël vanouds vragen zij: ‘Als God ons leidt, waarom komen al deze dingen over ons?’” –De Weg tot Gezondheid, blz. 403.

C. Waarom stond God toe, dat er eenzame tijden over Jozef kwamen? 1 Petrus 4:12-13; Hebreeën 12:5-6; Romeinen 8:28.

“Wat een verandering van positie - van teer beminde zoon naar de verachte en hulpeloze slaaf! ...

Maar in de voorzienigheid van God zou zelfs dit voorval voor hem een zegen zijn. Hij had in enkele uren geleerd, wat hij anders in jaren niet geleerd zou hebben. Zijn vader had hem, ondanks zijn sterke en tedere liefde voor hem, onrecht aangedaan door zijn voortrekken en partijdigheid. Deze onverstandige voorkeur had zijn broers vertoornd en hen gebracht tot de wrede daad, die hem van huis had gescheiden. De gevolgen waren ook merkbaar in zijn eigen karakter. Gebreken waren aangemoedigd, die nu hersteld moesten worden. Hij was zelfvoldaan en veeleisend geworden. Gewoon aan de tedere zorg van zijn vader had hij het gevoel, dat hij de moeilijkheden, die voor hem lagen in het bittere, harde leven van een vreemdeling en een slaaf, niet aan kon.” –Patriarchen en Profeten, blz. 182.


DINSDAG 20 januari

3. VAN KIND TOT VOLWASSENE

A. Op welke belofte kunnen alle godvrezende ouders beslag leggen bij het opvoeden van hun kinderen? Spreuken 22:6.

“Toen richtten zijn (Jozefs, verkocht als slaaf) gedachten zich op de God van zijn vader. In zijn jeugd had hij geleerd God lief te hebben en te vrezen. Dikwijls had hij in de tent van zijn vader Jakob geluisterd naar het verhaal van het visioen, dat hij zag, toen hij als balling en vluchteling zijn ouderlijk huis was ontvlucht. Hij had van de beloften des Heren aan Jakob gehoord, en ook hoe ze in vervulling waren gegaan, hoe in het tijdstip van nood Gods engelen gekomen waren om hem te onderrichten, te vertroosten en te beschermen. Hij had gehoord van Gods liefde door te zorgen voor een Verlosser voor de mens. Nu kwamen al deze kostelijke lessen hem levendig voor de geest.” –Patriarchen en Profeten, blz. 182-183.

B. Tot wie alleen kon Jozef een oproep doen in zijn eenzame ballingschap? Hoe zou deze beslissing zijn leven veranderen? Psalm 27:10; 34:19-20; Romeinen 10:13.

“Zijn (Jozefs) ziel was doordrongen van het verheven voornemen om zich waar te tonen jegens God, om onder alle omstandigheden te handelen zoals paste voor een onderdaan van de Koning des hemels. Hij zou zijn Heer dienen met onverdeeld hart; hij zou beproevingen van zijn lot moedig het hoofd bieden en elke taak getrouw vervullen. De ervaring van een enkele dag was het keerpunt in het leven van Jozef geworden. De vreselijke gebeurtenis had hem veranderd van een lievelingskind in een man, bedachtzaam, moedig, en zelfverzekerd.” –Patriarchen en Profeten, blz. 183.

C. Als wij in de verleiding komen ons verlaten te voelen en dat alles verloren is, wat moeten wij dan bedenken? Psalm 37:25; 33:18, 22; 73:25-26; Hebreeën 12:1-3.

“Met elk onheil heeft God een doel om het uit te werken voor ons welzijn. Elke klap, die een ideaal vernietigt, elke voorzienigheid, die onze greep op aarde verzwakt en onze genegenheden meer richten op God, is een zegen. Het snoeien kan soms pijnlijk zijn, maar daarna ‘geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid’ (Hebreeën 12:11)... De zware beproeving, die ons geloof het zwaarst belast en doet lijken, alsof God ons had verlaten, moet ons duidelijker tot Hem leiden... Laat geen christen voelen, dat hij verlaten is, wanneer de ure der verzoeking op hem komt.” –The Review and Herald, 10 april 1894.


WOENSDAG 21 januari

4. GELOOF DAT OVERWINT

A. Welke overwinning behaalde Jozef, ondanks zijn jeugd, op de omstandigheden, die hij het hoofd moest bieden? Genesis 39:1-2; Psalm 40:1-5.

“God in Zijn grote barmhartigheid zal aan heel Zijn gelovig volk bekwaamheid en kracht geven voor Zijn werk en dienst, zoals Hij kracht gaf aan Jozef, Samuël, Daniël, Timótheüs en vele anderen, die gebruik maakten van Zijn beloften. Zij geloofden Hem en vertrouwden op Hem en dit was hun gerechtigheid. Mannen en vrouwen moeten zich laten bewegen door geloof. Zij moeten hun weg gaan door de wolk van bezwaren, die Satan opwerpt om hun vooruitgang te belemmeren. Als God ziet, dat zij Hem zullen vertrouwen als hun helper en hun bekwaamheid, kunnen zij veilig door de grote duisternis gaan van mensen, die zich niet wijden.” –The Upward Look, blz. 206.

B. Wat zegt de Bijbel over hen, die omstandigheden over hun geloof laten heersen? Numeri 13:32-33; Hebreeën 3:17-19; Jakobus 1:8.

“De levende Christus vraagt zelfverloochening en een sterk geloof. Omstandigheden moeten het leven niet beheersen. Het kind van God, het heir des hemels, kan niet her en der drijven.” –The Review and Herald, 9 november 1897.

C. Welke beloften zijn gegeven, als wij onze beproevingen overwinnen, en hoe kunnen wij overwinnen? Numeri 14:24; 1 Johannes 5:4; Openbaring 3:21.

“Nu is het tijd om te laten zien, wie de ware Kalebs zijn, die niet zullen ontkennen, dat de muren hoog zijn, de reuzen machtig, maar die geloven, dat dit feit de overwinning heerlijker zal maken. Er zijn grote moeilijkheden en beproevingen voor ons. Het zal veel moed en volhardende inspanning vragen om voorwaarts te gaan. Maar alles hangt nu af van ons geloof in de Kapitein, die ons tot nu toe veilig heeft geleid. Zullen wij nu ongeloof binnenlaten? Zullen wij zwak toegeven aan wantrouwen en angst? Zullen wij een compromis sluiten met de wereld en ons afwenden van het hemelse Kanaän?” –The Review and Herald, 29 november 1881.

“Terwijl de lafaards en de mopperaars in de wildernis omkwamen, had de getrouwe Kaleb een tehuis in het beloofde Kanaän. ‘Wie Mij eren, zal Ik eren’, zegt de Heer.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 247.


DONDERDAG 22 januari

5. ALLES IN GODS PLAN

A. Waarom was het belangrijk bij de komst van Jozef in Egypte, dat hij Potifar ontmoette? Genesis 39:1-2. Hoe gebruikte God deze ontmoeting om Zijn plan voor Jozef te bevorderen? Genesis 37:36; 39:20; 41: 9-14.

“Jozef beschouwde het feit, dat hij naar Egypte werd verkocht, als de grootste ramp die hem kon treffen; maar hij besefte, dat hij God meer moest vertrouwen, dan hij ooit gedaan had in het verleden, toen hij beschermd werd door de liefde van zijn vader. Jozef nam God met zich mee naar Egypte, en dit kwam tot uiting in zijn opgeruimd gedrag te midden van zijn verdriet. Zoals de ark van God rust en voorspoed bracht in Israël, bracht de Godvrezende jongeman, die God lief had, zegen in Egypte.” –Bijbelkommentaar, blz. 27-28.

B. Waarom komen Gods plannen niet altijd overeen met onze persoonlijke verlangens? Spreuken 16:9; Jesaja 55:8-9; Romeinen 8:26.

“Op elk oprecht gebed zal een antwoord komen. Het zal niet komen, zoals u dat wenst, of op het moment dat u ernaar uit kijkt; maar het zal komen op de wijze en op het moment, dat het het best voldoet aan uw behoefte. De gebeden, die u aanbiedt in eenzaamheid, in vermoeidheid, in beproeving, beantwoordt God, niet altijd in overeenstemming met uw verwachtingen, maar altijd voor uw welzijn.” –Gospel Workers, blz. 258.

“Wij willen een onmiddellijk antwoord op onze gebeden en zijn geneigd om ontmoedigd te raken, als ons gebed niet onmiddellijk beantwoord wordt. Nu heeft mijn ervaring mij geleerd, dat dit een grote fout is. De vertraging is voor ons bestwil. Wij hebben een kans om te zien, of ons geloof echt en oprecht is of veranderlijk als de golven der zee.” –Counsels on Health, blz. 380-381.


VRIJDAG 23 januari

TERUGBLIK

1. Leg uit, hoe Gods voorzienigheid werkt.

2. Hoe kunnen beproevingen oorzaak zijn om aan ons geloof te twijfelen?

3. Waarom is onze verlossing belangrijker voor God dan onze tijdelijke toestand?

4. Wat moeten wij doen, als wij in moeilijke omstandigheden komen?

5. Hoe moeten wij verwachten, dat God onze gebeden beantwoordt?

 <<    >>