Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Leven van Jozef

 <<    >> 
Les 12 SABBAT, 21 maart 2015

DE FAMILIE REÜNIE

“En wij weten, dat hun, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk hun, die naar Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).

“Alle ervaringen en omstandigheden zijn Gods werktuigen, waardoor God Zijn goedheid tot ons brengt. Laten wij kijken naar het licht achter de wolk.” –My Life Today, blz. 185.

Aanvullende studie:   The Signs of the Times, 5 februari 1880. 

ZONDAG 15 maart

1. GODS LEIDING

A. Hoe openbaarde Jozef aan zijn broers, dat alles, wat voorheen gebeurd was, kwam door Gods voorzienigheid en niet door de wil van de mens? Genesis 45:5-13.

B. Wat zullen wij, als christenen, altijd zoeken en erkennen? Jakobus 4:13-15; Spreuken 16:9; Matthéüs 26:39.

“Evenals Abraham worden velen op de proef gesteld. Ze horen de stem van God niet rechtstreeks uit de hemel, maar Hij roept hen door Zijn Woord en door de gebeurtenissen van Zijn voorzienigheid. Het is mogelijk, dat van hen gevraagd wordt, dat ze een carrière, die rijkdom en eer inhoudt, prijsgeven, dat ze prettige en voordelige relaties verbreken en zich losmaken van verwanten, om naar het schijnt een pad te betreden van zelfverloochening, moeilijkheden en opoffering. God heeft een werk voor hen; maar een leven van gemak en de invloed van vrienden en verwanten zouden de ontwikkeling tegenhouden van die karaktertrekken, welke onontbeerlijk zijn voor de vervulling van dit werk. Hij roept hen weg uit de omgeving van menselijke invloeden en hulpmiddelen en maakt, dat ze behoefte voelen aan Zijn hulp, dat ze uitsluitend op Hem vertrouwen, zodat Hij Zich aan hen kan openbaren. Wie staat klaar om bij Gods oproep lang gekoesterde plannen en familiebetrekkingen op te geven? Wie zal nieuwe plichten op zich nemen en nieuwe gebieden betreden om Gods werk te doen met een gewillig en vastberaden hart, terwijl ze voor Christus’ werk hun verlies als winst beschouwen?” –Patriarchen en Profeten, blz. 96-99.


MAANDAG 16 maart

2. HET GOEDE NIEUWS

A. Hoe lieflijk zijn Gods wegen, als wij maar op deze wachten? Genesis 45:14-15. Wat moesten de broers van Jozef belijden?

“Zij (de broers van Jozef) beleden nederig hun fouten, die zij gemaakt hadden tegenover Jozef en smeekten om zijn vergeving, en waren heel blij, dat zij hem levend teruggevonden hadden; want zij hadden geleden aan wroeging en grote gewetensnood sinds hun wreedheid tegenover hem. En nu zij wisten, dat zij niet schuldig waren aan zijn bloed, waren hun onrustige gedachten opgelucht.

Jozef vergaf zijn broers graag en zond hen heen, overvloedig overladen met proviand, wagens en alles wat nodig was voor de verhuizing van hun vaders gezin en voor henzelf naar Egypte.” –The Spirit of Prophecy 1, blz. 151.

B. Welke gebeurtenis toont de grote liefde van Jozef voor zijn jongere broer? Genesis 45:16-23. Waarom gaf Jozef een waarschuwing, toen zijn broers vertrokken? Genesis 45:24.

“Hij (Jozef) was bang, dat zij (zijn broers) zouden gaan twisten en elkaar zouden beschuldigen over de schuld van hun wrede behandeling van hemzelf.” –The Spirit of Prophecy 1, blz. 151-152.

C. Hoe reageerde Jakob op het nieuws, dat Jozef nog in leven was en welke ernstige zonden moesten de broers bekennen na al die jaren? Genesis 45:25-28.

“De zonen van Jakob keerden terug naar hun vader met de verheugende tijding: ‘Jozef leeft nog en hij is zelfs heerser over het gehele land Egypte’. Eerst was de oude man overweldigd; hij kon niet geloven, wat hij hoorde; maar toen hij de lange stoet wagens zag, en toen Benjamin weer bij hem was, was hij overtuigd en vol van vreugde riep hij uit: ‘Het is genoeg; mijn zoon Jozef leeft nog; ik wil gaan en hem zien, eer ik sterf’ (Genesis 45:26, 28). Nog een andere vernedering stond de broers te wachten. Ze beleden aan hun vader het bedrog en de wreedheid, die zoveel jaren zijn leven en het hunne had verbitterd. Jakob had niet gedacht, dat ze zo’n lage zonde konden begaan, maar toen hij zag, dat alles ten goede was gekeerd, vergaf hij zijn dwalende kinderen en zegende hen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 199-200.


DINSDAG 17 maart

3. JAKOB BEREIKT ZIJN ZOON WEER

A. Wat kunnen wij leren van de manier, waarop Jakob zeker wilde zijn van Gods zegen om het beloofde land Kanaän te verlaten? Genesis 46:1-7.

“Hij (Jakob) begon zijn reis met een blij hart en toen zij bij Ber-Séba kwamen, bracht hij een dankoffer en smeekte God hem te zegenen en hem bekend te maken, of Hij het eens was met hun vertrek naar Egypte. Jakob wilde een bewijs van God, dat Hij met hen mee zou gaan (zie Genesis 46:2-4).” –The Spirit of Prophecy 1, blz. 152.

“Wij moeten tot God komen met al onze lasten, wijsheid zoeken van boven om ons te leiden bij elke stap.” –The Signs of the Times, 15 augustus 1892.

B. Waarom wilde God, dat Zijn volk naar Egypte verhuisde? Genesis 46:3; 12:1-2; Psalm 105:17, 20-24.

“De belofte was aan Abraham gegeven, dat zijn nageslacht talrijk zou zijn als de sterren, maar tot dusver was het uitverkoren volk slechts langzaam gegroeid. En het land Kanaän bood op dat moment geen plaats voor de ontwikkeling van een volk, zoals dat voorzegd was. Het was in het bezit van machtige heidense volken, die pas in ‘het vierde geslacht’ verdreven zouden worden (Genesis 15:16). Als de afstammelingen van Israël hier tot een talrijk volk zouden moeten worden, moesten ze of de inwoners van het land verdrijven, of zich met hen vermengen…

Egypte bood echter de voorwaarden, die noodzakelijk waren om de goddelijke belofte in vervulling te doen gaan. Een deel van het land, waar overvloedig water en vruchtbare grond was, stond voor hen open en bood alle gelegenheid voor een snelle groei.” –Patriarchen en Profeten, blz. 200.

C. Hoe werd Jakobs laatste wens vervuld? Genesis 46:29-30.

“Jozef kwam in zijn wagen daarheen, begeleid door een koninklijke stoet. De pracht van zijn omgeving en de waardigheid van zijn positie waren vergeten; slechts één gedachte vervulde hem, één verlangen doortrilde zijn hart. Toen hij de reizigers naderbij zag komen, kon hij de liefde, die zo lange jaren onderdrukt was, niet langer inhouden. Hij sprong van zijn wagen en haastte zich naar voren om zijn vader te begroeten.” –Patriarchen en Profeten, blz. 200.


WOENSDAG 18 maart

4. ZOEK GEEN WRAAK

A. Waarom liet Jakob Jozef zweren om zijn lichaam terug te brengen naar het land Kanaän? Genesis 47:27-31; 17:8.

B. Wat vreesden de broers van Jozef, toen Jakob stierf en waarom? Genesis 50:14-18.

“Na de begrafenis van Jakob vulde opnieuw vrees de harten van de broers van Jozef. Ondanks zijn vriendelijkheid, die hij hun betoond had, maakte het bewustzijn van hun schuld, dat ze wantrouwend en achterdochtig waren. Het kon zijn, dat hij gewacht had met zijn wraak uit eerbied voor hun vader en dat hij nu zou komen met de lang uitgestelde straf op hun misdaad. Ze durfden niet persoonlijk voor hem te verschijnen, maar zonden een boodschap: ‘Uw vader heeft vóór zijn sterven geboden: zo moet gij tot Jozef zeggen: och, vergeef toch de overtreding uwer broeders en hun zonde’… Deze boodschap bewoog Jozef tot tranen toe, en hierdoor bemoedigd kwamen zijn broers en vielen voor hem neer met de woorden: ‘Zie, wij zijn u tot slaven’. De liefde van Jozef voor zijn broers was diep en onzelfzuchtig en het deed hem pijn, dat ze meenden, dat hij een geest van wraakzucht jegens hen koesterde. ‘Vreest niet’, zei hij, ‘want ben ik in Gods plaats?’ (Genesis 50:16-19).” –Patriarchen en Profeten, blz. 206.

C. Verklaar waarom Jozef niet haatdragend of wraakzuchtig was. Genesis 50:19-21; Romeinen 12:17-21.

“Toen Jozefs broers hun zonden voor hem erkenden, vergaf hij hen rijkelijk, en toonde door zijn daden van welwillendheid en liefde, dat hij geen haatdragende gevoelens koesterde voor hun vroegere wrede gedrag ten opzichte van hem.” –The Signs of the Times, 5 februari 1880.

“Eén van de meest voorkomende zonden, waaraan met de meest verderfelijke gevolgen wordt toegegeven, is het koesteren van een niet vergevingsgezinde geest. Hoe velen koesteren gevoelens van vijandigheid of wraak, terwijl zij zich vervolgens voor God buigen en vragen om vergeving te ontvangen, zoals zij vergeving schenken. Zij zullen zeker de draagwijdte van dit gebed niet beseffen, anders zouden zij het niet in hun mond durven nemen… Als christenen zich in al hun dagelijkse contacten aan de principes van dit gebed zouden houden, wat een gezegende verandering zou dit in de kerk en in de wereld teweegbrengen! Dit zou de meest overtuigende getuigenis zijn, die voor de realiteit van de Bijbelse godsdienst kon worden afgelegd.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 141.


DONDERDAG 19 maart

5. HET BELOOFDE LAND

A. Welke profetische belofte gaf Jozef aan zijn geliefden vlak voordat hij stierf, en wie was geroepen om deze belofte te vervullen? Genesis 50:22-26; Exodus 3:1-10.

“(Zie Exodus 3:2-10). De tijd was ten volle gekomen, toen God wilde, dat Mozes de herdersstaf zou omwisselen voor de staf van God, die hij krachtig zou maken in het vervullen van tekenen en wonderen om Zijn volk te bevrijden van onderdrukking en hen te bewaren, als hun vijanden hen vervolgden.” –Spiritual Gifts 3, blz. 188.

B. Waarom was deze belofte zo belangrijk voor Jozef en zijn nakomelingen? Genesis 17:7-8; Hebreeën 11:13-16.

“Aan Abraham gaf God een visioen van deze onverderfelijke erfenis, en die was tevreden met deze hoop. ‘Door het geloof heeft hij vertoefd in het land der belofte, als in een vreemd land, waar hij in tenten woonde met Izaäk en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte; want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is’ (Hebreeën 11:9-10).

Van het nageslacht van Abraham staat geschreven: ‘In geloof zijn deze allen gestorven, zonder de belofte verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde’ (vers 13). Wij moeten hier vertoeven als pelgrims en vreemdelingen, willen we een beter, dat is een hemels, land gewinnen. Zij, die kinderen zijn van Abraham, zullen uitzien naar de stad, waarnaar hij uitzag, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is.” –Patriarchen en Profeten, blz. 142.


VRIJDAG 20 maart

TERUGBLIK

1. Hoe kan het geloven in Gods voorzienigheid onze levenshouding veranderen?

2. Waarom is het veel beter om onze zonden zo gauw mogelijk te belijden dan later?

3. Geef de redenen, waarom God Zijn volk naar Egypte leidde.

4. Welke zonde vernietigt vaak de liefde en vrede tussen broers en zusters?

5. Waarop was het geloof van de patriarchen gevestigd?

 <<    >>