ZONDAG
22 maart
1. VERRADEN DOOR ZIJN BROERS
A. Hoe was het verraad van de zonen van Jakob vergelijkbaar met het verraden van Christus? Genesis 37:18; Johannes 1:11; Matthéüs 21:37-39.
“Het leven van Jozef is een beeld van het leven van Christus. Nijd was aanleiding, dat de broers van Jozef hem als slaaf verkochten; ze hoopten te verhinderen, dat hij groter zou worden dan zij waren. En toen hij naar Egypte werd gevoerd, vleiden ze zich met de gedachte, dat ze niet langer met zijn dromen zouden worden lastig gevallen; dat ze het onmogelijk hadden gemaakt, dat deze dromen ooit werkelijkheid zouden worden. Maar hun handelswijze werd zo door God omgebogen, dat juist gebeurde, wat zij trachtten te verhinderen. Zo waren ook de Joodse priesters en oversten afgunstig op Christus, uit vrees dat Hij de aandacht van het volk van hen zou aftrekken. Ze brachten Hem ter dood om te verhinderen, dat Hij koning zou worden, maar op deze wijze maakten ze juist, dat Hij Zijn doel bereikte.” –Patriarchen en Profeten, blz. 206-207.
B. Op welke manier was de verkoop van Jozef te vergelijken met het verkopen van Jezus door Judas? Genesis 37:28; Matthéüs 26:14-16.
“Jozef werd door zijn eigen broers voor een kleine geldsom aan zijn vijanden verkocht. Gods Zoon werd aan Zijn bitterste vijanden verkocht door een van Zijn eigen discipelen. Jezus was zachtmoedig en heilig. Hij leidde een leven van onvergelijkelijke zelfverloochening, goedheid en heiligheid. Hij was onschuldig aan het kwaad. Toch werden valse getuigen gehuurd om tegen Hem te getuigen. Men haatte Hem, omdat Hij zonde en verderf getrouw bestrafte.” –Bijbelkommentaar, blz. 27.
MAANDAG
23 maart
2. TEN ONRECHTE BESCHULDIGD
A. Wat gebeurde er met de kledingstukken van Jozef en Christus? Genesis 37:23, 31; Matthéüs 27:28, 35.
“De broers van Jozef ontdeden hem van zijn veelvervige mantel. De beulen van Jezus wierpen het lot over zijn naadloze rok.” –Bijbelkommentaar, blz. 27.
B. Wat brachten de daden van degenen, die vijandig waren tegenover Jozef en Christus, over hun eigen verlossing? Genesis 50:20-21; Handelingen 2:36-38.
“Jozef, verkocht door zijn broers naar Egypte, werd een redder van zijn vaders gezin. Toch verminderde dit feit niet de schuld van zijn broers. De kruisiging van Christus door Zijn vijanden maakte Hem de Verlosser van het mensdom, de Redder van het gevallen geslacht en Heerser over de hele wereld. Maar de misdaad van zijn vijanden was net zo gruwelijk, alsof Gods wonderbaarlijke hand niet de controle had over de gebeurtenissen voor Zijn eigen heerlijkheid en het welzijn van de mens.” –The Signs of the Times, 5 februari 1880.
C. Hoe typeert de houding van Jozef in zijn lijden het lijden van Christus? Genesis 39:19-20; Jesaja 53:6-8.
“Jozef wandelde met God. En toen hij gevangen was en leed vanwege zijn onschuld, droeg hij dit gedwee zonder mopperen. Zijn zelfbeheersing, zijn geduld in tegenspoed en zijn onwrikbare getrouwheid zijn opgeschreven als voordeel voor allen, die na hem zullen leven op de aarde.” –The Signs of the Times, 5 februari 1880.
“Vlak bij het kruis staan de door blinde godsdienstijver opgezweepte priesters en ouderlingen en roepen honend en spottend: ‘Gij, Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf’ (Matthéüs 27:40)…
Jezus beantwoordde dit met geen enkel woord. Terwijl de nagelen door Zijn handen werden geslagen en door de folterende doodsstrijd het zweet op Zijn gezicht stond, kwam van Zijn bleke, bevende lippen een gebed vol vergevensgezinde liefde voor Zijn moordenaars: ‘Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen’ (Lukas 23:34).” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 232-233.
DINSDAG
24 maart
3. TOT EER VERHEVEN
A. Nadat Jozef uit de gevangenis bevrijd was, werd hij tweede heerser gemaakt; hij kreeg een nieuwe naam; en iedereen moest voor hem buigen. Hoe is dit te vergelijken met Christus, nadat Hij bevrijd was uit de gevangenis van de dood? Genesis 41:41-45; Hebreeën 10:12-13; 1:3-4; Filippensen 2:9-11.
“Toen de mens in opstand kwam, werd Christus zijn Borg en Vervanger. Hij ondernam de strijd met de machten der duisternis; en toen Hij door de dood hem, die de macht over de dood had, vernietigde, werd Hem de hoogste eer geschonken. Hij voer op in de hoge, Hij leidde gevangenen tot gevangenschap en was gezeten aan de rechterhand van God, de Jezus die de vloek van de zonde voor ons had gedragen. En Hem werd een naam gegeven, die boven elke naam staat, zodat elke knie zich zal buigen voor de naam van Jezus. Aan Hem heeft God Zijn kracht overgedragen; Hij heeft de sleutels van de dood en het graf.” –Bible Echo, 15 januari 1889.
B. Welke overeenkomsten kunnen gevonden worden in de levensopdracht van zowel Jozef als Christus? Hoe gebruikte God hen om leven te redden? Genesis 45:5-8; Johannes 3:16-17; 6:53, 63; 5:24.
“De geschiedenis van een gekruisigde en opgestane Verlosser is het grote centrale thema van het Woord van God. In de Psalmen, in de profetieën, in het evangelie en in de zendbrieven heeft God de duidelijke waarheden geopenbaard over de afspraak tussen de Vader en de Zoon om te voorzien in de verlossing van een verloren geslacht. Christus was gekruisigd om de wereld te redden. Voor Zijn vijanden, voor een geslacht in opstand tegen God, leed onze Verlosser de meest martelende kwellingen, die menselijk vlees kon verdragen. Hij heeft een ruime voorziening getroffen voor zondaren, zodat zij niet hoeven om te komen. In het licht van Zijn doodsstrijd aan het kruis mogen wij weten, dat wie echt berouw zal hebben en Hem zal aannemen als een persoonlijke Verlosser, eeuwig leven zal ontvangen.” –The Review and Herald, 24 september 1908.
“De evangelieboodschap moet aan heel de wereld worden gericht…
De wereld gaat ten onder door gebrek aan het evangelie. Er is een honger naar het Woord van God. Slechts weinigen prediken het woord zonder het te vermengen met menselijke overleveringen. Hoewel de mensen de Bijbel in handen hebben, ontvangen zij niet de zegeningen, die God hen daarin heeft gegeven. De Heer roept Zijn dienstknechten op Zijn boodschap naar de mensen te brengen. Het Woord van eeuwig leven moet gebracht worden aan mensen, die in hun zonden ten onder gaan.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 135, 136.
WOENSDAG
25 maart
4. HET BELOOFDE LAND
A. Op welke manier symboliseert het vervoeren van Jozefs lichaam naar Kanaän de hoop op het hemelse Kanaän? Genesis 50:25; Exodus 13:18-19; Hebreeën 11:22, 39-40.
“En gedurende de eeuwen van arbeid, die volgden, getuigde deze kist, een herinnering aan de laatste woorden van Jozef, dat het volk van Israël slechts vertoefde in Egypte en dat ze hun hoop moesten richten op het land der belofte, want de tijd van hun bevrijding zou zeker aanbreken.” –Patriarchen en Profeten, blz. 208.
“De enige hoop voor de Joodse natie lag in hun aannemen van Christus, het verlaten van hun zonden en verzoend worden met God. Verenigd met Christus zouden zij inderdaad een groot volk worden. Hij zou voor hen werken, zoals Hij in het verleden voor hen gewerkt had. Als zij gehoorzaam waren, zou Hij hen naar het hemelse Kanaän leiden, zoals Hij hen geplant had in het aardse Kanaän.” –The Signs of the Times, 21 juli 1898.
B. Wat is onze hoop tijdens onze reis door deze wereld? 1 Thessalonicensen 4:13-18; Johannes 14:1-3.
“Wij zijn inderdaad vreemdelingen hier en pelgrims naar een beter land. Ons toekomstig tehuis is het hemelse Kanaän, waar wij zullen drinken uit de ‘zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit de troon van God, en van het Lam’ (Openbaring 22:1).” –The Review and Herald, 17 november 1885.
“Mij is bevolen om te zeggen, dat u niet weet, hoe snel de crisis zal komen. Het komt geleidelijk over ons, als een dief. De zon schijnt in de hemelen en gaat haar gebruikelijke gang, en de hemelen verklaren nog de heerlijkheid van God; de mensen vervolgen hun gewone manier van eten en drinken, planten en bouwen, trouwen en ten huwelijk gevende; handelaren zijn nog bezig met kopen en verkopen, publicaties verschijnen nog de één na de ander, mensen verdringen elkaar, proberen de hoogste plaats te bereiken, liefhebbers van plezier gaan nog naar theaters, paardenraces, gokhallen en de grootste opwinding hebben de overhand; maar de onderzoektijd is bijna afgesloten en elke zaak staat op het punt om voor eeuwig beslist te worden. Er zijn weinigen, die met hart en ziel geloven, dat wij een hemel te winnen hebben en een hel te verliezen; maar dezen tonen hun geloof door hun werken.” –Counsels to Parents, Teachers, and Students, blz. 413-414.
DONDERDAG
26 maart
5. HET KARAKTER VAN CHRISTUS
A. Wat is de enige weg, dat wij net zo trouw aan God kunnen worden als Jozef? Filippensen 2:5; 2 Korinthe 3:18; Hebreeën 12:2.
“Kostbaar zijn de voorrechten, die worden verleend aan hem, die in Christus blijft… De geest van Christus woont in Zijn getrouwe volgers; hun verlangens zijn in overeenstemming met Zijn wil; hun smeekbeden zijn ingegeven door Zijn Geest. Zij verkrijgen antwoord op hun gebeden; omdat zij vragen om die zegeningen, die Hij met genoegen wil schenken.” –Our High Calling, blz. 147.
B. Wat moeten wij verlangen boven iets anders in deze laatste dagen van heersende goddeloosheid? 1 Johannes 3:2-3; 1 Petrus 2:21-23; 5:10.
“Wanneer de mens in gemeenschap met God leeft, zal hij door die standvastigheid, die Jozef en Daniël kenmerkte te midden van het verderf van de heidense hoven, een vlekkeloos rein leven tot het zijne maken. Zijn karakterkleed zal smetteloos zijn. In zijn leven zal het licht van Christus ongehinderd schijnen. De Lichtende Morgenster zal standvastig boven hem schijnen in onveranderde heerlijkheid. Zo’n leven zal een kracht zijn in de samenleving. Het zal een slagboom zijn tegen het kwaad, een toevlucht voor verzochten, een gids voor hen, die te midden van moeilijkheden en ontmoedigingen het rechte pad zoeken.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 107.
“Wij leven maar eenmaal op deze wereld. Zullen wij er niet naar streven om op hen, met wie wij omgaan, het stempel van het karakter van Christus achter te laten?” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 187.
VRIJDAG
27 maart
TERUGBLIK
1. Wie zijn vaak de ergste vijanden van de getrouwen?
2. Wat moet onze houding zijn, als wij voor de zaak van de waarheid vervolgd worden?
3. Waarnaar hongert de wereld op het ogenblik en hoe kunnen wij helpen verlichting te brengen?
4. Waarom worden de getrouwen beschouwd als pelgrims en vreemdelingen in deze wereld?
5. Wat valt het meeste op, als wij nadenken over het leven van Jozef?