Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Leven van Jozef

 <<    >> 
Les 2 SABBAT, 10 januari 2015

GODS PLAN VOOR JOZEF

“Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven. Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen” (Filippensen 2:12-13).

“Gods weg, niet die van de mens, moet worden genomen als de gids van handelen. Hij heeft een plan, goed en verstandig opgesteld. Hij heeft dit plan aan ons geopenbaard in Zijn Woord en Hij verwacht, dat wij het als onze gids nemen in alle dingen, groot en klein. De mens moet geen plannen maken volgens zijn eindige oordeel. Hij moet speuren naar Gods plan en het vinden.” –Manuscript Releases 18, blz. 270-271.

Aanvullende studie:   The Signs of the Times, 18 december 1879. 

ZONDAG 4 januari

1. JOZEFS EERSTE REIS ALLEEN

A. Waarom was het belangrijk, dat Jozef alleen op weg ging om zijn broers te zoeken? Genesis 37:12-14.

“Hij (Jakob) zond Jozef om hen (zijn broers) op te zoeken en te informeren naar hun welzijn. Als Jakob had geweten, wat de ware gevoelens van zijn zonen jegens Jozef waren, zou hij hem niet alleen bij hen vertrouwd hebben; maar ze hielden hun gevoelens zorgvuldig verborgen. Met een opgeruimd hart nam Jozef afscheid van zijn vader, zonder dat de oude man of de jongeling ook maar droomden, wat er allemaal zou gebeuren, eer ze elkaar zouden weerzien.” –Patriarchen en Profeten, blz. 179.

B. Waarom was het noodzakelijk, dat Jozef de man ontmoette, die hem vertelde, waar zijn broers waren? Genesis 37:15-17, 28.

“Toen Jozef op de plaats aan kwam, waar zijn vader dacht, dat zijn broeders zouden zijn, vond hij hen niet. Toen hij van veld naar veld reisde om hen te vinden, vernam een vreemdeling zijn boodschap en vertelde hem, dat zij naar Dothan waren gegaan. Hij had al meer dan 80 kilometer gereisd en moest nog ruim 20 kilometer afleggen. Dit was een lange reis voor de jongeman; maar hij deed het met vreugde.” –The Signs of the Times, 18 december 1879.


MAANDAG 5 januari

2. DE SAMENZWERING VAN DE BROERS

A. Wat was het eerste, dat in de gedachten van de broers op kwam, toen zij Jozef zagen aankomen, en waarom? Genesis 37:18-20.

“Eindelijk zag hij (Jozef) zijn broers in de verte en haastte zich om hen te begroeten. Zij zagen hem ook komen, zijn prachtig gekleurde mantel, waardoor hij gemakkelijk te herkennen was; maar toen zij deze zagen, kwamen hun gevoelens van afgunst, jaloezie en haat boven. Zij hielden geen rekening met de lange reis, die hij te voet had afgelegd om hen te ontmoeten; zij dachten niet aan zijn vermoeidheid en honger, en dat hij als hun broer recht had op hun gastvrijheid, hun teder medeleven en broederlijke liefde. De aanblik van die mantel, die al uit de verte te zien was, vervulde hen met een satanische woede.” –The Signs of the Times, 18 december 1879.

B. Hoe probeerde de duivel Gods plan te dwarsbomen om Jozef te gebruiken om Zijn volk te redden? Genesis 15:12-14; 37:20; Éfeze 6:11-12. Wie zouden de broers echt gedood hebben op de lange duur, als hun plannen ten opzichte van Jozef geslaagd waren? Genesis 42:1-2.

C. Met welk uiteindelijke plan probeerde de duivel Gods plan om Jozef en zijn familie te redden te dwarsbomen? Genesis 3:15; 22:16-18; Galaten 3:16.

“De moord op Abel was het eerste voorbeeld van de vijandschap, die volgens God zou bestaan tussen de slang en tussen het zaad van de vrouw, tussen Satan en zijn onderdanen en Christus en diens volgelingen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 48.

“Door Israël tot deze gedurfde belediging en lastering van Jehova te verleiden, (bij de Sinaï, toen Mozes hen zag buigen in aanbidding voor een gouden beeld), was het Satans bedoeling hen te verderven. Nu zij zich zo volkomen onwaardig betoonden, zo onbewust van alle zegeningen en voorrechten, die God hun geboden had, terwijl ze plechtig verzekerd hadden trouw te blijven, zou volgens Satan de Here Zich van hen losmaken en hen prijs geven aan vernietiging. Zo zou het zaad van Abraham uitgeroeid worden, dat zaad der belofte, dat een kennis van de ware God in het leven zou houden, waardoor eenmaal het ware Zaad zou komen, dat Satan zou overwinnen. De grote opstandeling had zich voorgenomen Israël te vernietigen en zo Gods plannen te dwarsbomen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 300-301.


DINSDAG 6 januari

3. DE STRIJD VOOR DE ZIEL

A. Wie bewoog Gods Geest om Jozef te redden van de dood en waarom koos God speciaal deze broer? Genesis 37:19-22; 29:31-32.

“Als Ruben niet tussenbeide gekomen was, zouden ze (de broers van Jozef) het hebben volvoerd. Maar hij schrok terug voor deelname aan de moord op zijn broer en stelde voor om Jozef levend in een put te werpen om hem daar te laten omkomen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 179.

“Hij (Ruben) pleitte voor Jozef, toonde met duidelijke argumenten, welke schuld altijd op hen zou rusten en dat de vloek van God over hen zou komen voor een dergelijk misdrijf.” –The Signs of the Times, 18 december 1879.

B. Wat was Gods plan voor Jozef op dit punt? Psalm 105:16-17. Wat was het plan van Ruben? Genesis 37:22 (laatste deel).

“In stilte echter was hij (Ruben) van plan om hem te redden en terug te zenden naar zijn vader.” –Patriarchen en Profeten, blz. 179.

C. Welke andere broer moest God toen bewerken voor het uitvoeren van Zijn plannen en waarom moest God ervoor zorgen, dat Ruben op dat moment niet in de buurt was? Genesis 37:25-30.

“Toen de anderen erin toestemden te doen, wat hij voorstelde, verliet Ruben het gezelschap, uit vrees dat hij zijn gevoelens zou blootgeven en men zijn ware bedoelingen zou ontdekken...

Juda stelde nu voor hun broer te verkopen aan deze (Ismaëlieten) heidense handelaars in plaats van hem te laten sterven. Als hij op deze wijze uit de weg geruimd was, zouden ze toch onschuldig zijn aan zijn bloed; ‘want’, zei hij, ‘hij is onze broeder, ons eigen vlees’ (Genesis 37:27). Met dit voorstel waren allen het eens en Jozef werd uit de put opgehaald...

Ruben keerde terug naar de put, maar Jozef was er niet meer. Ontzet en vol zelfverwijt scheurde hij zijn kleren. Hij zocht zijn broers op met de uitroep: ‘De knaap is er niet; en ik, waar moet ik heen?’ (vers 30). Toen hij hoorde, wat er met Jozef gebeurd was en dat hij hem onmogelijk zou kunnen terughalen, kwam Ruben ertoe in te stemmen met de anderen om hun schuld te verbergen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 179-180.


WOENSDAG 7 januari

4. ONZE BESCHERMER

A. Wie was nog bij hem, hoewel Jozef buiten de bescherming van zijn aardse vader was? Genesis 39:2; Psalm 103: 13.

“Jozefs broers vleiden zich, dat zij een zekere weg volgden om de vervulling van Jozefs vreemde dromen te voorkomen. Maar de Heer beheerste de gebeurtenissen en de wrede weg van Jozefs broers zorgde voor de vervulling van de dromen, die zij wilden verijdelen. Jozef was zeer aangedaan door de scheiding van zijn vader, en zijn grootste verdriet was, toen hij dacht aan het verdriet van zijn vader. Maar God liet Jozef niet alleen naar Egypte gaan. Engelen bereidden de weg voor zijn ontvangst.” –The Spirit of Prophecy 1, blz. 130-131.

B. Wat moeten wij altijd in gedachten houden met betrekking tot Gods leiding en rechtspraak over heel het menselijk leven? Job 2:3-6; Psalm 56:12.

“Bestudeer de geschiedenis van Jozef en Daniël. De Heer voorkwam de samenzweringen niet van de mannen, die probeerden hen kwaad te doen; maar Hij zorgde ervoor, dat al deze middelen werkten ten goede voor Zijn dienaren, die te midden van beproeving en strijd hun geloof en trouw bewaarden.” –Gospel Workers, blz. 477.

C. Welke zekerheid kan een gelovige in Christus hebben over Gods zorg voor hem of haar? Johannes 10:27-29; 1 Petrus 5:6-7.

“Christus zegt tot de mens: Gij zijt van mij. Ik heb u gekocht. U bent nu nog maar een ruwe steen; maar als u zich zal plaatsen in Mijn handen, zal Ik u polijsten en de glans, die u zult uitstralen, zal eer brengen aan Mijn naam. Geen mens zal u uit Mijn hand rukken. Ik zal u tot Mijn bijzondere schat maken. Op Mijn kroningsdag zult u een juweel in Mijn kroon van vreugde zijn.” –In Heavenly Places, blz. 267.

“De huidige en eeuwige zekerheid van de mensen is hun Borg, Jezus Christus, de Rechtvaardige. Niemand zal in staat zijn om de gelovige ziel uit Zijn handen te rukken... Door het houden van de liefde van God in het hart wordt de liefde van de wereld buitengehouden en wij worden opgebouwd in het allerheiligst geloof.” -The Youth’s Instructor, 17 februari 1898.


DONDERDAG 8 januari

5. SAMENWERKEN MET GOD

A. Wat is de belofte aan hen, die hun vertrouwen stellen in God zoals Jozef deed? Psalm 37:4-5; Spreuken 3:5-6.

“Leg God elk plan voor met vasten en met de vernedering van de ziel voor de Heere Jezus, en vertrouw uw wegen toe aan de Heer. De zekere belofte is, dat Hij de paden zal leiden. Hij is oneindig in middelen. De Heilige van Israël, die het heir des hemels bij naam noemt, en de sterren des hemels op zijn plaats houdt, heeft u persoonlijk in bewaring...

Ik zou willen, dat iedereen zou beseffen, welke mogelijkheden en kansen er zijn voor allen, die Christus tot hun toereikendheid en hun vertrouwen maken. Het leven geborgen met Christus in God is altijd een toevluchtsoord; hij kan zeggen: ‘Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft’ (Filippensen 4:13).” –Country Living, blz. 28.

B. Wat moeten wij uitwerken op de christelijke reis en hoe? Filippensen 2:12-13.

“Niemand kan zelf zijn eigen verlossing uitwerken en God kan dit werk niet voor hem doen zonder zijn medewerking. Maar als de mens ernstig werkt, werkt God met hem, geeft hem de kracht om een zoon van God te worden.” –Testimonies 6, blz. 372. “God en de mens moeten samenwerken. Allen moeten uitwerken, wat God geeft te doen.” –To Be Like Jesus, blz. 120.

“Het betekent alles voor ons om onze eigen zaligheid met vreze en beven uit te werken. God werkt in ons het willen en het werken naar Zijn welbehagen. Als wij Hem laten werken, zal Hij werken. Onze hemelse beloning is afhankelijk van onze dagelijkse wandel en gesprekken. Wij kunnen hier christenen zijn. En om een christen te zijn is het niet nodig, dat wij leven in moedeloosheid, treurend, omdat wij niet onze eigen weg kunnen gaan. Als wij inderdaad christenen zijn, heeft Christus de hoop van de heerlijkheid in ons gevormd.” –The Upward Look, blz. 204.


VRIJDAG 9 januari

TERUGBLIK

1. Leg uit, waarom ogenschijnlijk kleine beslissingen het leven kunnen veranderen.

2. Bij wat voor strijd zijn christenen betrokken?

3. Hoe kan de Geest van God ons beïnvloeden om Gods wil te doen?

4. Waarom moeten wij niet bang zijn, voor wat een mens ons kan doen?

5. Is het God of de mensheid, die voor onze verlossing werkt?

 <<    >>