Back to top

Sabbath Bible Lessons

Hearing the Voice of God

 <<    >> 
Les 8 SABBAT, 22 augustus 2015

ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

“Wee hun, die het kwade goed noemen, en het goede kwaad; die duisternis tot licht stellen, en het licht tot duisternis; die het bittere tot zoet stellen, en het zoete tot bitterheid! Wee hun, die in hun ogen wijs, en bij zichzelf verstandig zijn!” (Jesaja 5:20-21).

“Laat Gods volk tot Hem bidden om duidelijk geestelijk onderscheidingsvermogen, zodat zij de theorieën van mensen kunnen onderscheiden van het Woord van de levende God. Laten zij de Schriften bestuderen.” –Manuscript Releases 18, blz. 151.

Aanvullende studie:   De Wens der Eeuwen, blz. 585-590. 

ZONDAG 16 augustus

1. BESLUIT TE LUISTEREN

A. Hoe kunnen wij er zeker van zijn, dat wij de stem van God horen? Johannes 10:27; Matthéüs 7:16-20, 24-27; Galaten 5:22-23.

“De goede boom zal goede vruchten voortbrengen. Indien de vruchten smakeloos en waardeloos zijn, is de boom slecht. Zo getuigen de vruchten, die wij in ons leven voortbrengen, van de toestand van het hart en de uitnemendheid van karakter. Goede werken kunnen nooit de zaligheid kopen, maar zij zijn een blijk van het geloof, dat uit liefde handelt en de ziel reinigt. En hoewel de eeuwige vergelding niet om onze verdiensten geschonken wordt, zal die toch evenredig zijn aan het werk, dat gedaan is door de genade van Christus.

Op deze wijze bracht Christus de beginselen van Zijn Koninkrijk naar voren en toonde aan, dat zij de grote levensregel vormen. Om de les in te prenten voegt Hij er een toelichting bij. Het is niet genoeg, zegt Hij, dat u Mijn woorden hoort. Door gehoorzaamheid moet u ze tot de grondslag van uw karakter maken. Het eigen ik is slechts drijfzand. Indien u bouwt op de menselijke theorieën en verdichtsels, zal uw huis instorten.” –De Wens der Eeuwen, blz. 264.

B. Wat toonde, dat Jezus nauwkeurig naar Zijn Vader luisterde? Hoe moet deze beschrijving van Jezus ook op ons van toepassing zijn? Johannes 5:19-20, 36.


MAANDAG 17 augustus

2. NAAR DE GESCHIEDENIS KIJKEN

A. Wat zijn de afwisselende ervaringen geweest van Gods gemeente door de eeuwen heen met betrekking tot het luisteren naar de stem van de Heer? 2 Koningen 22:13; 23:3; Zacharia 7:11-13; Jeremia 29:17-19.

B. Welk persoonlijk getuigenis gaven Jeremia en David van hun luisteren naar de stem van God? Jeremia 15:16; Psalm 119:57-60.

C. Wat kunnen wij leren van de ervaring van Jezus’ discipelen in het luisteren naar Gods stem? Markus 7:5-8; Matthéüs 28:19-20.

“Maar het was bijzonder moeilijk voor hen (Jezus’ discipelen) om Zijn lessen gescheiden te houden van de overleveringen en inzettingen van de Schriftgeleerden en Farizeeën. Zij waren opgevoed, dat zij de leer van de rabbi’s moesten aannemen als de stem van God, en dit had nog steeds macht over hun geest en beïnvloedde hun gevoelens. Aardse gedachten, tijdelijke dingen, namen nog steeds in hun denken een grote plaats in. Zij begrepen het geestelijk karakter van het koninkrijk van Christus niet, hoewel Hij dit zo dikwijls aan hen had uitgelegd. Hun gedachten waren verward. Zij begrepen niet de waarde van de Schriften, die Christus naar voren bracht. Vele van Zijn lessen schenen aan hen verspild te zijn.” –De Wens der Eeuwen, blz. 587-588.

“In de opdracht aan Zijn discipelen omschreef Christus niet alleen hun werk, maar Hij gaf hun ook de boodschap. Leert de volken, zei Hij: ‘onderhouden al, wat Ik u bevolen heb’ (Matthéüs 28:20). De discipelen moesten onderwijzen, wat Christus onderwezen had. Hier wordt niet alleen datgene bedoeld, wat Christus persoonlijk had gesproken, maar ook datgene wat door alle profeten en leraars van het Oude Testament was gezegd. De leer van mensen is buitengesloten. Er is geen plaats voor overlevering, voor de menselijke theorieën en gevolgtrekkingen, of voor de kerkelijke wetgeving. Wetten, die door het kerkelijk gezag zijn ingesteld, zijn niet in de opdracht betrokken. Geen daarvan mocht door Christus’ dienstknechten geleerd worden. ‘De wet en de profeten’, samen met het getuigenis van Zijn eigen woorden en daden, vormen de schat, die aan de discipelen werd toevertrouwd om aan de wereld te geven. De naam van Christus is hun wachtwoord, hun onderscheidingsteken, de band die hen bindt, het gezag waarop zij handelen en de bron van hun succes. Geen ding, dat niet door Hem wordt onderschreven, zal in Zijn Koninkrijk worden erkend.” –De Wens der Eeuwen, blz. 724-725.


DINSDAG 18 augustus

3. LUISTEREN NAAR DE STEM VAN HET GEWETEN

A. Hoe belangrijk is het om naar de stem van ons eigen geweten te luisteren, als wij denken aan de ervaring van de apostel Paulus? Handelingen 24:16; 1 Timótheüs 1:19; 1 Johannes 3:21.

B. Wat zal er uiteindelijk gebeuren, als wij nalaten de stem van het geweten te volgen? Matthéüs 6:22-23; Titus 1:15; 1 Timótheüs 4:2.

“Wanneer iemand eenmaal heeft nagelaten gehoor te geven aan de uitnodigingen, de berispingen en de waarschuwingen van de Geest van God, verhardt zijn geweten en de volgende keer, dat hij wordt gewaarschuwd, is het moeilijker om te gehoorzamen dan voorheen. Zo gaat het bij elke herhaling. Het geweten is de stem van God, die gehoord wordt te midden van het conflict van menselijke hartstochten; wanneer deze wordt weerstaan, wordt de Geest van God bedroefd.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 101.

“Zuiverheid van bedoeling, volkomen toewijding aan God, is de voorwaarde, waarop door de woorden van de Heiland gewezen wordt. Laat de bedoeling om de waarheid te vinden en te gehoorzamen, wat het ook moge kosten, oprecht en onwankelbaar zijn, en u zult goddelijke verlichting ontvangen. Ware vroomheid begint, wanneer ieder compromis met de zonde ten einde is…

Maar wanneer het oog verblind wordt door eigenliefde, dan is er slechts duisternis. ‘Indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn’ (Matthéüs 6:23). Het was deze verschrikkelijke duisternis, waardoor de Joden in koppige ongelovigheid gehuld bleven, en waardoor het voor hen onmogelijk werd het karakter en de zending van Hem, Die was gekomen om hen te redden van hun zonden, op hun juiste waarde te schatten.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 82.

C. Wat moeten wij doen met elke indruk of gedachte, die wij kunnen hebben over wat God ons zegt? Johannes 5:39; Hebreeën 4:12.

“Indrukken en gevoelens zijn niet de zekere bewijzen, dat iemand door de Here geleid wordt. Satan zal, als men het niet verwacht, gevoelens en indrukken geven. Dat zijn geen veilige gidsen. Allen moeten terdege bekend worden met de zekerheden van ons geloof, en het meest moet bestudeerd worden, hoe ze hun belijdenis kunnen verheerlijken en vruchten voort kunnen brengen ter ere Gods.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 164.

“Als u over één of ander onderwerp twijfelt, moet u eerst de Schriften raadplegen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 418.


WOENSDAG 19 augustus

4. EERLIJKHEID

A. Wat is Gods houding tegenover elke oneerlijkheid? Spreuken 19:5; Handelingen 5:3-5.

“Maar God haat huichelarij en leugens. Ananias en Saffira pleegden bedrog in hun overeenkomst met God. Zij logen tegen de Heilige Geest, en hun zonde werd met een snel en vreselijk oordeel gestraft.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 52.

“Met de strenge bestraffing, die aan deze meinedigen werd voltrokken, wil God ook ons leren, hoe groot Zijn haat tegen en Zijn afkeer van alle huichelarij en bedrog zijn.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 54.

“In veel van het zogenaamde God dienen is er na-ijver en zelfverheerlijking. God haat uiterlijk vertoon. Wanneer mannen en vrouwen de doop met de Heilige Geest ontvangen, zullen zij hun zonden belijden, en vergeving, die rechtvaardiging betekent, zal hun gegeven worden. Maar de wijsheid van de menselijke agenten, die niet berouwvol zijn, zich niet vernederen, moet er niet afhankelijk van zijn, want zij zijn verblind met betrekking tot de betekenis van rechtvaardiging en heiliging door de waarheid. Wanneer mensen ontdaan zijn van eigengerechtigheid, zullen zij hun geestelijke armoede zien. Dan zullen zij die staat van broederlijke liefde benaderen, die zal laten zien, dat zij welwillend staan tegenover Christus.” –This Day with God, blz. 326.

B. Wat kan er gebeuren, als wij niet eerlijk zijn tegenover onszelf in het bestuderen van de Schriften? Ezechiël 14:3-4. Wat kunnen wij hieraan doen? Vers 6.

“Aanvaard de Bijbel zonder vooroordeel en in een nederige, leergierige geest, en met het verstand open voor de indrukken van de Geest van God, laat deze overtuigende kracht het leven en geweten vormen.” –The Bible Echo, 2 september 1895.

“U moet niet zoeken met het doel teksten in de Schrift te vinden, die u kunnen helpen om uw theorieën te bewijzen; want het woord van God verklaart, dat dit verdraaien van de Schriften is tot uw eigen vernietiging. U moet uzelf vrijmaken van elk vooroordeel en in de geest van gebed tot het onderzoeken van het woord van God komen.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 308.


DONDERDAG 20 augustus

5. ZACHTMOEDIGHEID EN NEDERIGHEID

A. Welke belangrijke karaktereigenschap moet ieder van ons van Jezus leren? Matthéüs 11:29; Psalm 22:27; 25:9.

“Zachtmoedigheid en nederigheid zullen allen kenmerken, die gehoorzaam zijn aan de wet van God.” –The Signs of the Times, 22 juli 1897.

“Als onze wil niet in overeenstemming is met de goddelijke eisen, moeten wij onze neigingen verloochenen, onze lievelingsverlangens opgeven en in Christus’ voetstappen wandelen.” –The Review and Herald, 23 oktober 1900.

“Iedereen moet een individuele ervaring hebben en alles in het werk stellen om zielen te redden. God verlangt van iedereen om al zijn krachten in te zetten voor het werk, en door voortdurende inspanning zichzelf ertoe te brengen dat werk op een acceptabele wijze te doen… Alle werkers moeten tactisch te werk gaan en hun capaciteiten onder de leidinggevende invloed brengen van de Geest van God. Zij moeten het tot een gewoonte maken Zijn Woord te bestuderen en naar Gods stem te luisteren, die hen aanspreekt vanuit Zijn levende woord, om te vermanen, te onderwijzen of te bemoedigen, en Zijn Geest zal hen kracht geven, zodat zij als Gods werkers zullen toenemen in geloofservaring. Zo zullen zij stap voor stap tot grotere hoogte opklimmen, en hun vreugde zal volmaakt zijn.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 470.

“Als u bereid bent om zachtmoedigheid en nederigheid van hart te leren in de school van Christus, zal Hij u beslist rust en vrede geven. Het is een vreselijke strijd om uw eigen wil en weg op te geven. Maar als u deze weg hebt geleerd, zult u rust en vrede vinden. Trots, zelfzucht en eerzucht moeten overwonnen worden; uw wil moet opgaan in de wil van Christus.” –Bijbelkommentaar, blz. 325.


VRIJDAG 21 augustus

TERUGBLIK

1. Welk bewijs toont, dat wij God hebben gehoord?

2. Wat verhinderde Gods volk in het verleden Hem te horen?

3. Hoe kunnen wij een goed geweten behouden?

4. Hoe weten wij, of wij eerlijk zijn met God?

5. Wat moeten wij doen, als wij vinden, dat onze wil niet in overeenstemming is met Gods eisen?

 <<    >>