Back to top

Sabbath Bible Lessons

Hearing the Voice of God

 <<    >> 
Les 12 SABBAT, 19 september 2015

JEZUS LUISTERT NAAR ZIJN VADER

“De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik weet met de moede een woord te rechter tijd te spreken; Hij wekt elke morgen, Hij wekt Mij het oor, dat Ik hoor, gelijk die geleerd worden. De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend, en Ik ben niet weerspannig, Ik wijk niet achterwaarts” (Jesaja 50:4-5).

“Hij (Jezus) vergaarde kennis op dezelfde wijze, als wij dat kunnen doen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 46-47.

Aanvullende studie:   De Wens der Eeuwen, blz. 45-51. 

ZONDAG 13 september

1. JEZUS’ MANIER VAN LEREN

A. Hoe leerde Jezus de waarheid? Hebreeën 2:10, 16-18; Matthéüs 7:7.

B. Wie was Zijn leraar? Johannes 5:20.

“Het kind Jezus ontving geen onderwijs aan de synagoge scholen. Zijn moeder was Zijn eerste menselijke onderwijzeres. Van haar lippen en uit de boekrollen van de profeten leerde Hij de hemelse dingen kennen. De woorden, die Hijzelf voor Israël tot Mozes had gesproken, werden Hem nu geleerd aan de schoot van Zijn moeder. Toen Hij van kind opgroeide tot jongeman, bezocht Hij niet de scholen van de rabbi’s. Hij had de opvoeding, die uit die bron verkregen kon worden, niet van node, want God was Zijn leermeester…

Aangezien Hij kennis vergaarde op dezelfde wijze, als wij dat kunnen doen, toont Zijn grote kennis van de Schriften, hoe ijverig Zijn jeugdjaren aan de studie van Gods Woord werden besteed. En voor Hem uitgespreid lag de grote bibliotheek van Gods geschapen werken. Hij, Die alles gemaakt had, bestudeerde de lessen, die Zijn eigen hand in de aarde, zee en lucht had geschreven… Hij bestudeerde het leven van planten en dieren, en het leven van de mens.” –De Wens der Eeuwen, blz. 46-47.


MAANDAG 14 september

2. WAAROM JEZUS NIET NAAR SCHOOL GING

A. Waarom weigerde Jezus om van de rabbi’s te leren? Romeinen 10:3; Johannes 7:16.

“In de tijd van Christus waren de opvoeders van de jeugd formalisten. Tijdens Zijn dienstwerk verklaarde Jezus aan de rabbi’s: ‘Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods’. En Hij klaagde hen aan met: ‘lerende leringen, die geboden van mensen zijn’ (Matthéüs 22:29; 15:9). Traditie werd bij stilgestaan, versterkt en vereerd ver boven de Schriften. De uitspraken van mensen en een eindeloze groep van ceremonies namen zo een groot deel van het leven van de student in beslag, dat het onderwijs, dat kennis van God verleende, werd verwaarloosd. De grote leraren vergrootten voortdurend de kleine dingen, met vermelding van elk detail om in acht te nemen bij de godsdienstige ceremonies, en zij maakten de viering ervan tot een zaak van de hoogste verplichting. Zij betaalden ‘tienden van de munt, de dille en de komijn’, terwijl zij ‘het zwaarste der wet nalieten, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof’ (Matthéüs 23:23). Zo werd er een massa onzin ingebracht, zodat de belangrijkste zaken van het dienen van God verborgen waren voor de ogen van de jeugd.

In het onderwijssysteem was er geen plaats voor die persoonlijke ervaring, waarin de ziel zelf leert de kracht van een: ‘Zo zegt de Heere’, en krijgt dat vertrouwen in het goddelijke woord, dat alleen vrede en kracht met God kan geven. Druk met de vele vormen vonden de leerlingen op deze scholen geen rustige uren, waarin zij met God verbonden waren en Zijn stem konden horen spreken tot hun hart. Dat wat de rabbi’s beschouwden als het beste onderwijs, was in werkelijkheid de grootste hinderpaal voor echt onderwijs. Het was tegen alle echte ontwikkeling. Onder hun opleiding werden de krachten van de jeugd onderdrukt en hun geesten waren belemmerd en vernauwd.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 438-439.

“De menselijke natuur worstelt altijd met uitdrukkingskracht. Hij, die volmaakt gemaakt is in Christus, moet eerst worden ontdaan van trots, van zelfvoldoening. Dan is er stilte in de ziel en kan Gods stem gehoord worden.” –The Signs of the Times, 9 april 1902.

B. Wat verwierp Jezus van hun onderwijs? Matthéüs 15:3, 9; Kolossensen 2:8.


DINSDAG 15 september

3. RESPECTVOL VERSCHILLEN

A. Hoe luisterde Jezus respectvol en sprak met de leiders van Zijn eigen gemeente, toen zij het evangelie vervingen door traditie en zo duizenden misleidden? Lukas 2:46-47.

“Wanneer Jezus was verschenen en getracht had hun (de rabbi’s) iets te leren, zouden zij zich niet verwaardigd hebben om te luisteren. Maar zij vleiden zich met de gedachte, dat zij Hem iets leerden, of in ieder geval Zijn kennis van de Schriften op de proef stelden. De jeugdige bescheidenheid en prettige manieren van Jezus ontmantelden hun vooroordelen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 55.

B. Wie beschouwde Jezus als Zijn familie op aarde? Matthéüs 12:50. Hoe antwoordde Hij, toen Zijn eigen familie menselijke tradities volgde?

“De broers en zusters van Jezus waren de talrijke tradities en ceremonies van de rabbi’s onderwezen, maar Christus Zelf kon niet worden aangezet om Zich te interesseren voor deze zaken. Terwijl Hij overal het herhaalde ‘Gij zult’ en ‘Gij zult niet’ hoorde, bewoog Hij zich onafhankelijk van deze beperkingen. De eisen van de samenleving en de eisen van God waren steeds in botsing; en terwijl Hij in Zijn jeugd geen directe aanval deed op de gewoonten of voorschriften van de geleerde leraren, werd Hij geen student in hun scholen.

Jezus zou geen enkele gewoonte volgen, die van Hem zou vereisen af te wijken van de wil van God, noch zou Hij Zich plaatsen onder leiding van hen, die de woorden van mensen verhieven boven het woord van God. Hij sloot Zijn geest voor alle opvattingen en formaliteiten, die God niet tot hun fundament hadden. Hij zou geen plaats geven aan deze dingen om Hem te beïnvloeden. Zo leerde Hij, dat het beter is kwaad te voorkomen dan te proberen het te verbeteren, nadat het vaste voet gekregen heeft in de geest. En Jezus wilde niet door Zijn voorbeeld anderen ertoe leiden zich te plaatsen, waar zij zouden worden verdorven. Noch wilde Hij Zich nodeloos plaatsen in een positie, waar Hij in strijd zou worden gebracht met de rabbi’s, dat misschien later zou kunnen leiden tot een verzwakking van Zijn invloed bij de mensen. Om dezelfde redenen kon Hij niet bewogen worden tot het waarnemen van de betekenisloze vormen of het herhalen van de grondregels, die Hij later in Zijn bediening zo beslist veroordeelde.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 439.


WOENSDAG 16 september

4. LEREN VAN DE MEESTER

A. Wie was verantwoordelijk voor Jezus’ onderwijs? Lukas 2:49; Johannes 8:28.

“Hoewel Jezus onderworpen was aan Zijn ouders, begon Hij op zeer jonge leeftijd voor zichzelf op te treden bij de vorming van Zijn karakter. Terwijl Zijn moeder Zijn eerste menselijke leraar was, ontving Hij voortdurend een opleiding van Zijn Vader in de hemel. In plaats van Zich te verdiepen in de geleerde overlevering van de rabbi’s van eeuw tot eeuw, bestudeerde Jezus, onder de Goddelijke Leraar, de woorden van God, zuiver en onbedorven, en bestudeerde ook het grote lesboek van de natuur… Hij bracht een zuiverder sfeer in het gezinsleven. Hoewel Hij Zich niet plaatste onder de leiding van de rabbi’s door een student te worden in hun scholen, werd Hij toch vaak in contact gebracht met hen en de vragen, die Hij stelde, waren alsof Hij een leraar was, verbaasden de wijze mannen; want hun praktijken waren niet in overeenstemming met de Schriften, en zij hadden niet de wijsheid, die van God komt. Zelfs voor degenen, die geërgerd waren, doordat Hij Zich niet hield aan de algemene gewoonten, leek Zijn opleiding van een hogere vorm dan die van hen.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 439-440.

B. Wat moeten wij leren? Kolossensen 3:1-2; Matthéüs 11:29. Hoe moeten wij worden opgeleid?

“Ieder kind kan kennis verkrijgen, zoals Jezus dat deed. Wanneer we trachten bekend te worden met onze hemelse Vader door Zijn Woord, zullen engelen tot ons naderen, zal onze geest versterkt worden en zullen onze karakters veredeld en verfijnd worden. We zullen meer gelijk worden aan onze Heiland. Wanneer we de pracht en grootheid van de natuur beschouwen, gaan onze gevoelens uit naar God. Terwijl de geest zich verwondert, wordt de ziel versterkt, doordat ze in contact komt met de Oneindige door Zijn werken. Gemeenschap met God door het gebed ontwikkelt de geestelijke en zedelijke vermogens, en de geesteskrachten worden versterkt, wanneer we gedachten koesteren, die het geestelijke betreffen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 47.

“Het is het werk van de ware opvoeding … de jeugd op te leiden, dat zij hun denkvermogen gebruiken, en niet slechts de gedachten van andere mensen weergeven. In plaats van hun studie te beperken tot datgene, wat mensen gezegd of geschreven hebben, moeten de scholieren geleid worden tot de bronnen der waarheid, tot de uitgestrekte gebieden, die open liggen voor onderzoek in de natuur en de openbaring.” –Karaktervorming, blz. 17.


DONDERDAG 17 september

5. WIJ KUNNEN OOK SUCCES HEBBEN

A. Hoe bereidde Jezus Zich voor op Zijn levenswerk? Jesaja 50:4-5.

“Verbinding met God, een volledige overgave van de ziel aan Hem, in het vervullen van Zijn Woord ongeacht vals onderwijs of de gewoonten en tradities van Zijn tijd, kenmerkte het leven van Jezus.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 440.

B. Hoe moeten wij studeren om succes te hebben? Jesaja 55:6-7.

“Om steeds druk bezig te zijn, proberen door een of andere uiterlijke prestatie om hun superieure vroomheid te laten zien, was in het denken van de rabbi’s de kern van godsdienst; terwijl op hetzelfde moment, door hun constante ongehoorzaamheid aan Gods woord, zij de weg van de Heer verdraaiden. Maar het onderwijs, dat God nog heeft, zal mensen leiden tot het zoeken naar God… Het oneindige is niet, en zal nooit zijn, gebonden door menselijke organisaties of menselijke plannen. Iedere ziel moet een persoonlijke ervaring hebben in het verkrijgen van kennis van de wil en de wegen van God. In allen, die onder de opleiding van God staan, moet een leven geopenbaard worden, dat niet in harmonie is met de wereld, met haar gewoonten, haar praktijk of haar ervaringen. Door studie van de Schriften, door ernstig gebed, kunnen zij Zijn boodschap aan hen horen: ‘Laat af en weet, dat Ik God ben’ (Psalm 46:11). Als iedere andere stem is verstomd, als ieder aards belang tot zwijgen is gebracht, maakt de stilte van de ziel de stem van God beter waarneembaar. Hier wordt rust in Hem gevonden.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 440-441.


VRIJDAG 18 september

TERUGBLIK

1. Hoe leerde Jezus?

2. Wat was er mis met het onderwijssysteem van Zijn tijd?

3. Hoe toonde Jezus Zijn ongenoegen over veel van de toen heersende gewoonten?

4. Hoe kunnen wij onze geestelijke vermogens verbeteren?

5. Hoe kunnen wij succesvol zijn, zoals Jezus was?

 <<    >>