Back to top

Sabbath Bible Lessons

Hearing the Voice of God

 <<    >> 
Les 5 SABBAT, 1 augustus 2015

GODS STEM IN DE GEMEENTE

“Wat is dan het voordeel van de Jood? Of wat is de nuttigheid van de besnijdenis? Vele in alle manier, want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd” (Romeinen 3:1-2).

“Toch had God Israël uitverkoren… om onder de mensen de kennis van Zijn wet te bewaren, zowel als van de symbolen en profetieën, die heen wezen op de Heiland… Ze moesten God aan de mensen openbaren.” –De Wens der Eeuwen, blz. 16.

Aanvullende studie:   Van Jeruzalem tot Rome, blz. 140-148. 

ZONDAG 26 juli

1. GOD SPREEKT DOOR ZIJN GEMEENTE

A. Wat was het eerste bevel, dat Jezus gaf aan Saulus van Tarsus na zijn bekering? Handelingen 9:6.

“Velen menen, dat zij voor hun licht en religieuze ervaring alleen tegenover Christus verantwoordelijk zijn, onafhankelijk van Zijn erkende volgelingen op aarde. Jezus … acht de middelen hoog, die Hij tot verlichting en redding van de mensen heeft bestemd. Hij verwijst zondaren naar de gemeente.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 90.

B. Hoe belangrijk is het de stem van God te horen spreken tot ons door Zijn gemeente en om samen te werken met Zijn volk? Matthéüs 18:18-20.

“De Heer heeft een georganiseerd lichaam, door wie Hij zal werken.” –Selected Messages 3, blz. 17.

“De Verlosser der wereld stemt niet in met de ervaring en oefening in godsdienstige zaken onafhankelijk van Zijn erkende volgers op aarde… De Verlosser plaatste Saulus in verbinding met Zijn gemeente en liet hen zeggen wat te doen…

Alles wordt gedaan in de naam en door het gezag van Christus; maar de gemeente is het verbindingskanaal.” –Sketches from the Life of Paul, blz. 31, 32.


MAANDAG 27 juli

2. GOD HOREN SPREKEN DOOR DE GEMEENTE

A. Waar ging Saulus (nu Paulus genoemd) drie jaar later naartoe, nadat Jezus hem persoonlijk had onderwezen? Galaten 1:1, 15-19.

“Ondanks het feit, dat Paulus persoonlijk door God was onderwezen, had hij toch geen overdreven opvattingen omtrent persoonlijke verantwoordelijkheden. Terwijl hij voor rechtstreekse leiding tot God opzag, was hij steeds bereid het gezag te erkennen van de kerkelijke gemeente, waarin de gelovigen te samen waren gebracht.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 148.

“God heeft nooit bedoeld, dat de geest en het oordeel van een mens een controlerende macht zal zijn. Hij heeft nooit bedoeld, dat één mens moet leiden, plannen maken en bedenken zonder de zorgvuldige en biddende overweging van het hele lichaam.” –Selected Messages 3, blz. 16-17.

“Zelfs de beste onder de mensen zal, wanneer hij aan zichzelf wordt overgelaten, een misslag begaan… Hoe groter de verantwoordelijkheden zijn, die op een mens zijn gelegd, en hoe groter de mogelijkheden zijn om te bevelen en te regelen, des te meer schade zal zo iemand aanrichten, indien hij niet nauwkeurig de weg des Heren volgt, en niet werkt overeenkomstig de besluiten, die door de algemene vergadering der gelovigen te samen zijn genomen.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 147.

B. Wat gebeurde er in de tijd van het Oude Testament, toen Gods uitverkoren leiders afgunstig werden bekritiseerd? Numeri 12:1-2, 9-10. Wat kunnen wij hiervan leren?

“Zij, die geneigd zijn hun persoonlijk oordeel als doorslaggevend te beschouwen, zijn in ernstig gevaar. Het is Satans wel overlegd streven dezulken af te scheiden van diegenen, die kanalen van licht zijn, door wie de Here de opbouw en de uitbreiding van Zijn werk op aarde tot stand heeft gebracht. Degenen te veronachtzamen of te verachten, die God geroepen heeft om de verantwoordelijkheden van het leiderschap in verband met de uitbreiding der waarheid te dragen, betekent de middelen te verwerpen, die de Here tot steun, bemoediging en versterking van Zijn volk heeft beschikt. Iedere arbeider voor des Heren zaak, die aan deze middelen voorbij gaat en die meent, dat zijn inzicht hem door geen ander kanaal kan toekomen dan rechtstreeks van God, plaatst zichzelf in een positie, waarin hij aan het gevaar is blootgesteld door de vijand te worden misleid en onderworpen… Iedere arbeidskracht zal aan de Heilige Geest onderworpen zijn, en alle gelovigen zullen … verenigd zijn.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 123.


DINSDAG 28 juli

3. SAMENWERKEN MET DE GEMEENTELIJKE BESLUITEN

A. Welk respect moet worden gegeven aan de rechtmatige gemeentelijke besluiten? 1 Petrus 5:5; Hebreeën 13:17; Spreuken 11:14.

“De Heer heeft mij vaak te verstaan gegeven, dat niemands oordeel onderworpen mag worden aan het oordeel van enig mens. Nooit dient het verstand van één mens of het verstand van een paar mensen beschouwd te worden als voldoende in wijsheid en kracht om het werk te besturen en te zeggen, welke plannen uitgevoerd moeten worden. Maar wanneer tijdens een Generale Conferentie het oordeel van de broeders, verzameld uit alle delen van het arbeidsveld, wordt uitgesproken, mag aan persoonlijke onafhankelijkheid en privéopvattingen niet stijfkoppig worden vastgehouden, maar dient men deze te laten varen. Een arbeider mag het hardnekkig vasthouden aan zijn onafhankelijke positie, tegen het besluit van de Generale Conferentie in, nimmer als deugd beschouwen.

In tijden, waarin een kleine groep mannen, belast met de algemene leiding van het werk, in naam van de Generale Conferentie probeerde onverstandige plannen uit te voeren en zo Gods werk te beperken, heb ik gezegd, dat ik de stem van de Generale Conferentie, vertegenwoordigd door deze weinige mannen, niet langer als de stem van God kon beschouwen. Maar dit betekent niet, dat de besluiten van de Generale Conferentie, samengesteld uit een vergadering van volgens de regels aangestelde vertegenwoordigers uit alle delen van het veld, niet gerespecteerd moeten worden. God heeft verordineerd, dat de vertegenwoordigers van Zijn kerk uit alle delen van de wereld, wanneer zij in vergadering zijn tijdens een Generale Conferentie, gezag zullen hebben. De dwaling, waarin sommigen gevaar lopen verstrikt te raken, is het aan het verstand en het oordeel van één man of een kleine groep mannen toekennen van de volle mate van gezag en invloed, die God aan Zijn kerk geschonken heeft via het oordeel en de stem van de Generale Conferentie in vergadering bijeen, die plannen moeten maken voor het welzijn en de bevordering van Zijn werk…

Laten wij aan het hoogste georganiseerde gezag in de gemeente toekennen, wat wij geneigd zijn om aan één man of een klein aantal mannen te geven.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 252-253.

“God heeft de hoogste macht onder de hemel geschonken aan Zijn gemeente. Zij is de stem van God in Zijn verenigd volk in gemeentelijke hoedanigheden, die gerespecteerd moeten worden.” –Testimonies 3, blz. 451.

B. Welke houding wil de Heer, dat de gemeenteleiders hebben ten opzichte van hun geloofsgenoten? Filippensen 2:3-8.


WOENSDAG 29 juli

4. DE GEMEENTE VERVANGT NOOIT GOD

A. Kan ieder lid of gemeentebeambte de persoonlijke plicht van een ander lid bepalen of opleggen? Matthéüs 20:25-28.

“Laten allen, die menselijk gezag, de gebruiken van de kerk, of de overleveringen van de vaderen aanvaarden, acht slaan op de waarschuwing, die besloten ligt in de woorden van Christus: ‘Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn’ (Matthéüs 15: 9).” –De Wens der Eeuwen, blz. 344.

“Laat uw geloof en vertrouwen op God zijn. Wees niet afhankelijk van een zondig mens om u uw taak te laten aanwijzen…

Ieder gemeentelid moet begrijpen, dat het God is, tot Wie men moet opzien om te begrijpen, wat zijn persoonlijke plicht is. Het is goed, dat broeders samen overleggen; maar wanneer mensen willen zeggen, wat hun broeders en zusters moeten doen, laat hen dan antwoorden, dat zij de Heer tot hun Raadsman gekozen hebben. Zij, die Hem nederig willen zoeken, zullen ondervinden, dat Zijn genade hun genoeg is. Maar wanneer een mens toestaat, dat een ander gaat staan tussen hem en de taak, die God hem heeft aangewezen, en hij zijn vertrouwen aan een mens schenkt en hem tot leidsman neemt, dan stapt hij van het ware fundament af en gaat op een vals en gevaarlijk fundament staan. Zo iemand zal, in plaats van te groeien en zich te ontwikkelen, zijn geestelijk leven verliezen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 269-270.

B. Welke raad, gegeven aan gemeenteleiders, moet ook ieder lid leiden, die in verleiding komt het gedrag van een ander mens te beheersen? Matthéüs 23:8, 10-12.

“In plaats van zich tot taak te stellen om te bevelen en te commanderen (allen die verantwoordelijke posities bekleden) dienen zij te beseffen, dat zij zelf leerlingen moeten zijn. Wanneer een werker met verantwoordelijkheid deze les niet leert, is het voor hemzelf en het werk van God beter, wanneer hij zo snel mogelijk van zijn verantwoordelijkheid ontheven wordt. Een positie verleent nooit heiligheid en uitnemendheid van karakter. Hij, die God eert en Zijn geboden bewaart, wordt zelf geëerd.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 272.

“Mannen, die de Heer roept om belangrijke posten binnen Zijn werk te bekleden, moeten nederige afhankelijkheid van Hem ontwikkelen. Zij mogen niet trachten te veel gezag te verkrijgen; want God heeft hen niet geroepen tot het uitoefenen van heerschappij, maar om samen met hun medearbeiders plannen te maken en te overleggen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 9, blz. 261.


DONDERDAG 30 juli

5. HET OPLOSSEN VAN ONENIGHEID

A. Welke procedure werd gebruikt bij het oplossen van een onenigheid in de eerste gemeente? Handelingen 15:1-4. Wat kunnen wij hiervan leren?

“Zekere Joden beweerden met grote zekerheid, dat niemand gered kon worden zonder besneden te zijn en het houden van de gehele ceremoniële wet.

Dit was een belangrijke vraag en één, die de gemeente in zeer grote mate beïnvloedde… De zaak leidde tot veel discussie en gebrek aan harmonie in de gemeente, totdat uiteindelijk de gemeente van Antiochië begreep, dat tweedracht onder hen zou ontstaan door een verdere discussie over de vraag, en besloot Paulus en Barnabas te sturen, samen met enkele verantwoordelijke mannen van Antiochië, naar Jeruzalem om de zaak voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. Daar zouden zij afgevaardigden van de verschillende gemeenten ontmoeten en degenen, die waren gekomen om de naderende jaarlijkse feesten bij te wonen. Ondertussen moest alle verdeeldheid stoppen, totdat een definitieve beslissing genomen zou zijn door de verantwoordelijke mannen van de gemeente. Dit besluit werd toen algemeen aangenomen door de verschillende gemeenten in het hele land.” –Sketches from the Life of Paul, blz. 63.

B. Vat de verklaring van Petrus over dit vraagstuk samen. Handelingen 11:2-17. Waarop baseerde de apostel Jakobus zijn betoog? Handelingen 15:13-17. Wie besliste dit geschil? Vers 28.


VRIJDAG 31 juli

TERUGBLIK

1. Hoe weten wij, dat God werkt en spreekt door een georganiseerd lichaam?

2. Waarom is één mens niet belast met de verantwoordelijkheid van de leiding over en de planning voor Gods gemeente?

3. Hoe moeten wij omgaan met besluiten, die door gemeentelijke vertegenwoordigers tijdens een zitting genomen zijn?

4. Wat wil God, dat wij doen met betrekking tot onze persoonlijke plicht, in plaats van naar iemand in de gemeente om raad te gaan? Waarom?

5. Hoe moeten wij omgaan met onenigheid in de gemeente?

 <<    >>