Back to top

Sabbath Bible Lessons

Hearing the Voice of God

 <<    >> 
Les 1 Sabbat, 4 juli 2015

MAG IK UW AANDACHT HEBBEN?

“Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard, hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb?” (Jesaja 5:4).

“Het hart van God gaat uit naar Zijn kinderen met een liefde sterker dan de dood. Toen Hij Zijn Zoon gaf, goot Hij de hele hemel uit in die ene gave. Het leven van de Heiland, Zijn dood en Zijn bemiddelingswerk, het werk van de engelen, het pleiten van de Geest, de Vader, die boven en door dit alles heen Zijn invloed laat gelden, de onophoudelijke belangstelling van de kant van hemelse wezens, dat alles speelt een rol ten gunste van de redding van de mens.” –Schreden naar Christus, blz. 25.

Aanvullende studie:   The Signs of the Times, 15 april 1889. 

ZONDAG 28 juni

1. GESPREKKEN MET GOD

A. Wil God in verbinding staan met mensen? Handelingen 17:27; Jesaja 65:1.

“Wat moeten de engelen in de hemel er wel van denken, als arme, hulpeloze, menselijke wezens, die aan allerlei verzoekingen onderworpen zijn, zo weinig bidden en zo weinig geloof oefenen, terwijl Gods hart vol oneindige liefde naar hen uit gaat en bereid is hun meer te geven, dan ze zouden kunnen vragen of bedenken? De engelen stellen het op prijs om zich voor God te kunnen buigen en om in Zijn nabijheid te vertoeven. Zij beschouwen de gemeenschap met Hem als hun hoogste vreugde. Maar de mensenkinderen, die de hulp, die alleen God kan geven, zo zeer nodig hebben, schijnen er tevreden mee te zijn om voort te gaan zonder het licht van Zijn Geest en zonder Zijn aanwezigheid.” –Schreden naar Christus, blz. 112-113.

B. Met hoeveel van ons wil God persoonlijk spreken? Hebreeën 8:11; Psalm 4:4 (laatste deel).

“De Heiland ziet met oneindige tederheid op de zielen, die Hij heeft gekocht met Zijn eigen bloed. Zij zijn hetgene, waarop Zijn liefde aanspraak maakt. Hij ziet op hen neer met onuitsprekelijk verlangen.” –De Wens der Eeuwen, blz. 447.


MAANDAG 29 juni

2. GOD WIL SPREKEN MET TOEGEWIJDE MENSEN

A. Hoe sprak God met Mozes? Exodus 33:11 (eerste deel). Wat voor persoon was Mozes, toen God met hem van aangezicht tot aangezicht sprak? Numeri 12:3; Hebreeën 3:1-2.

“’Kom op tot Mij op de berg’, gebiedt God ons. Voordat Mozes Gods instrument kon zijn om Israël te bevrijden, werden hem veertig jaren van gemeenschap met Hem toegewezen in de eenzaamheid van de bergen. Vóór het brengen van Gods boodschap aan de Farao sprak hij met de engel in het brandende braambos…

Ook wij moeten vastgestelde tijden hebben voor meditatie en gebed en voor het ontvangen van geestelijke vernieuwing. Wij waarderen de kracht en uitwerking van het gebed niet, zoals het behoort. Gebed en geloof zullen doen, wat geen macht op aarde tot stand kan brengen.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 437, 438.

B. Wat voor persoon was Samuël, toen God voor het eerst met hem sprak? 1 Samuël 3:1 (eerste deel). Waarom herkende Samuël God niet, toen Hij hem voor het eerst riep? Verzen 4-5, 7.

“Hij (Samuël) was vriendelijk, edelmoedig, gehoorzaam en eerbiedig… Samuël was behulpzaam en liefdevol.” –Patriarchen en Profeten, blz. 525.

C. Wat voor iemand was Cornelius, toen God tot hem sprak in een visioen? Was hij toen een gemeentelid? Handelingen 10:1-2. Hoe beantwoordde Cornelius de boodschap van God? Verzen 7-8.

“Cornelius was een Romeinse hoofdman. Hij was een welgesteld man van voorname afkomst, en hij bekleedde een vertrouwens- en erepositie. Door geboorte, opvoeding en ontwikkeling een heiden, hij had door contact met de Joden kennis van God gekregen en hij aanbad Hem met een oprecht hart, hij toonde de echtheid van zijn geloof door zijn medelijden met de armen. Wijd en zijd stond hij bekend vanwege zijn liefderijkheid, en zijn rechtvaardig leven bezorgde hem een goede naam zowel bij de Joden als bij de heidenen. Hij oefende een zegenrijke invloed uit op allen, met wie hij in aanraking kwam.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 101.


DINSDAG 30 juni

3. GOD SPREEKT TOT NIET TOEGEWIJDE MENSEN

A. Wie was Kaïn, toen God tot hem sprak? Genesis 4:3-5, 8.

“Ondanks het feit, dat Kaïn Gods gebod in de wind sloeg, liet God hem niet aan zijn eigen lot over; maar verwaardigde Hij Zich van gedachten te wisselen met de man, die zich zo onredelijk toonde. En de Here zei tot Kaïn: ‘Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken?’ Door een hemelse bode werd Gods waarschuwing gegeven: ‘Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur’ (Genesis 4:6-7). De keuze lag bij Kaïn. Als hij wilde vertrouwen op de verdiensten van de beloofde Verlosser en Gods eisen wilde gehoorzamen, zou hij Zijn goedkeuring wegdragen. Maar als hij toegaf aan ongeloof en overtreding, zou hij geen reden hebben om te klagen, dat God hem had verworpen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 47-48.

B. Wat voor vrouw was Hagar op het moment, dat God met haar praatte? Genesis 16:1-9.

C. Wat voor iemand was de naamloze vrouw, die de Schriftgeleerden en Farizeeën tot Christus brachten? Johannes 8:3-4. Hoe was zij na haar gesprek met Hem? Verzen 10-11.

“De vrouw had voor Jezus gestaan, ineenkrimpend van angst. Zijn woorden: ‘Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar’, hadden haar als een doodvonnis in de oren geklonken. Zij durfde haar ogen niet opslaan naar het gelaat van de Heiland, maar wachtte zwijgend haar lot af. Met verbazing zag ze, hoe haar aanklagers verdwenen, sprakeloos en verward; dan klonken haar die woorden van hoop in de oren: ‘Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer’ (vers 11). Haar hart was diep ontroerd, en ze wierp zich aan de voeten van Jezus, terwijl ze het uitsnikte van dankbare liefde en met bittere tranen haar zonden beleed.

Dit was voor haar het begin van een nieuw leven, een leven van reinheid en vrede, gewijd aan de dienst van God… Deze berouwvolle vrouw werd één van Zijn trouwste volgelingen. Met zelfopofferende liefde en toewijding vergold zij Hem Zijn vergevende genade.” –De Wens der Eeuwen, blz. 400.


WOENSDAG 1 juli

4. ALS GOD WEIGERT TE SPREKEN

A. Waarom wilde Jezus niet met Kajafas praten tijdens Zijn rechtszaak? Matthéüs 26:62-63; Jesaja 53:7.

“Kajafas was een trots en wreed mens, aanmatigend en onverdraagzaam.” –De Wens der Eeuwen, blz. 467.

“Kajafas had Jezus beschouwd als zijn mededinger. Het vurig verlangen van het volk om de Heiland te horen en hun blijkbare bereidheid om Zijn leer aan te nemen hadden de bittere na-ijver van de hogepriester opgewekt. Maar toen Kajafas nu de gevangene aanzag, werd hij getroffen door bewondering voor Zijn edele, waardige houding. Hij kwam tot de overtuiging, dat deze Man aan God verwant was. Het volgende ogenblik verbande hij toornig deze gedachte. Onmiddellijk hoorde men zijn stem met spottende, hooghartige klank eisen, dat Jezus één van Zijn wonderen voor hen zou verrichten. Maar zijn woorden kwamen tot de oren van de Heiland, alsof Hij ze niet hoorde.” –De Wens der Eeuwen, blz. 613.

“De Heer leest de harten van allen en begrijpt hun motieven en bedoelingen.” –Testimonies 4, blz. 534.

B. Wilde God tot koning Saul spreken aan het einde van zijn leven? 1 Samuël 28:5-6. Waarom behandelde God hem op deze manier? 1 Samuël 15:22-23.

“De Here zendt nooit iemand weg, die in oprechtheid en ootmoed tot Hem komt. Waarom gaf Hij Saul dan geen antwoord op diens gebed? De koning had door zijn handelwijze de zegeningen van de middelen om God te raadplegen verbeurd. Hij had de raad van de profeet Samuël verworpen; hij had David, de uitverkorene Gods, in bannelingschap gedreven; hij had de priesters des Heren gedood. Kon hij een antwoord verwachten, terwijl hij alle middelen van contact met de hemel had afgesneden? Hij had de Geest der genade smaadheid aangedaan, en zou hij nu een antwoord van God kunnen verwachten door dromen of openbaringen? Saul wendde zich niet ootmoedig en berouwvol tot de Here. Hij zocht geen vergeving voor zijn zonde, of verzoening met God, maar verlossing uit de macht van zijn vijanden. Door zijn hardnekkigheid en opstand had hij zich van God losgemaakt. Alleen door berouw en bekering kon hij terugkeren, maar de trotse vorst besloot in zijn angst en wanhoop ergens anders heen te gaan voor hulp.” –Patriarchen en Profeten, blz. 616.


DONDERDAG 2 juli

5. GOD WIL ONZE AANDACHT

A. Hoe heeft God in het verleden geprobeerd de aandacht van diverse mensen te trekken?

• Mozes: Exodus 3:2-3.

• Elia: 1 Koningen 19:9-13.

• Bileam: Numeri 22:27-28.

B. Onder welke voorwaarden zal God nu tot ons spreken? Psalm 46:11.

“Allen, die in opleiding bij God zijn, hebben behoefte aan de stille uren voor gemeenschap met hun eigen hart, met de natuur en met God. In hen moet een leven worden geopenbaard, dat niet in harmonie is met de wereld, haar gewoonten en praktijken; en zij hebben een persoonlijke ervaring nodig in het verkrijgen van kennis van de wil van God. Wij moeten, ieder voor zich, Hem tot ons hart horen spreken. Wanneer iedere andere stem tot zwijgen is gebracht en wij in kalmte op Hem wachten, maakt de stilte van de ziel de stem van God duidelijk hoorbaar. Hij gebiedt: ‘Wees stil, en weet, dat Ik God ben’ (Psalm 46:11). Dit is een effectieve voorbereiding op al het werk van God. Te midden van de haastende menigte en de druk van de intense activiteiten in het leven zal hij, die aldus is opgefrist, omringd worden door een sfeer van licht en vrede. Hij zal nieuwe talenten ontvangen zowel lichamelijke als geestelijke. Zijn leven zal een welriekende geur uitademen en zal een goddelijke kracht openbaren, die de harten der mensen zal bereiken.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 40-41.

“Hij, die volkomen is gemaakt in Christus, moet eerst ontdaan worden van trots, van zelfvoldoening. Dan is er stilte in de ziel en kan Gods stem gehoord worden.” –The Signs of the Times, 9 april 1902.


VRIJDAG 3 juli

TERUGBLIK

1. Hoe weten wij, dat God met ieder van ons persoonlijk wil spreken?

2. Hoe weten wij, dat God praat met mensen, die toegewijd zijn aan Hem?

3. Hoe weten wij, of God spreekt met hen, die niet met Hem wandelen?

4. Met wie weigert God te spreken en waarom?

5. Hoe probeert God nu onze aandacht te trekken?

 <<    >>