Back to top

Sabbath Bible Lessons

Hearing the Voice of God

 <<    >> 
Les 13 SABBAT, 26 september 2015

“SPREEK, HEER”

“Hoort, Mijn volk! en Ik zal spreken; … Ik, God, ben uw God” (Psalm 50:7).

“Wees altijd bereid en zeg: ‘Spreek, Heere; want Uw knecht hoort’ (1 Samuël 3:9)” –The Review and Herald, 26 juli 1898.

Aanvullende studie:   Faith and Works, blz. 121-122. 

ZONDAG 20 september

1. MARIA, DE DIENSTMAAGD DES HEREN

A. Wat was de houding van Maria, toen God haar een boodschap zond? Lukas 1:38.

“(Let op) het lieflijke, kinderlijke geloof van Maria, de maagd uit Nazareth.” –De Wens der Eeuwen, blz. 70.

B. Wie profeteerde ook van Christus om Maria’s geloof te versterken? Lukas 1:41-43, 67-69; 2:25-32, 36-38. Wie probeerde haar geloof in Jezus te vernietigen?

“Maria onderhield zich dikwijls met Jezus over deze dingen en drong bij Hem erop aan, dat Hij Zich aan de gebruiken van de rabbi’s zou houden. Maar Hij kon niet overreed worden een verandering te brengen in Zijn gewoonten de werken van God te overdenken, en het pogen verlichting te brengen in het lijden van mensen en zelfs van stomme dieren. Wanneer de priesters en leraars Maria’s hulp inriepen om toezicht op Jezus uit te oefenen, was zij zeer verontrust; maar er kwam vrede in haar hart, wanneer Hij haar Schriftgedeelten voorhield, die Zijn gewoonten goed keurden.

Bij tijden aarzelde ze tussen Jezus en Zijn broers, die niet geloofden, dat Hij de Afgezant van God was, maar er was overvloedig bewijs, dat Zijn karakter goddelijk was. Ze zag, hoe Hij Zichzelf opofferde om anderen te helpen. Zijn aanwezigheid maakte de atmosfeer in huis zuiverder, en Zijn leven was als zuurdesem, dat werkte in hun gemeenschap.” –De Wens der Eeuwen, blz. 66.


MAANDAG 21 september

2. SAMUËL, EEN DIENSTKNECHT VAN GOD

A. Welke ervaring zal iedere dag ons voorbeeld zijn? 1 Samuël 3:7-10.

“Als u zich plaatst, waar u moet zijn om de stem van God te horen, zult u iedere dag voor Hem komen en zeggen: ‘Spreek, Heere; want Uw knecht hoort’. ‘Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?’ (1 Samuël 3:9; Handelingen 9:6).” –General Conference Daily Bulletin, 20 maart 1891.

“Het is nu nodig, dat wij ons hart voor God vernederen. Wij moeten nu niet wachten met een zorgeloze houding, maar met een aandachtige, eerbiedige houding.” –Manuscript Releases 19, blz. 28.

B. Hoe moeten wij elk talent, mogelijkheid en bron, die wij hebben, beschouwen? 1 Kronieken 29:12-14. Wat kan deze houding vernietigen en onze geestelijke leven ruïneren?

“Hoe groot, hoe klein uw talenten ook zijn, bedenk, dat wat u hebt, u alleen is toevertrouwd. Zo beproeft God u, u de gelegenheid gevend om uzelf trouw te bewijzen. Aan Hem bent u dank verschuldigd voor al uw mogelijkheden. Aan Hem behoren uw krachten van lichaam, geest en ziel, en voor Hem moeten deze krachten gebruikt worden. Uw tijd, uw invloed, uw mogelijkheden, uw capaciteiten, u moet over alles verantwoording afleggen aan Hem, die u alles gegeven heeft. Hij gebruikt zijn gaven het beste, die probeert door ernstige poging het grote plan van de Heer uit te voeren voor de verheffing van de mensheid.

Houd het werk, dat u begonnen bent, vol, totdat u overwinning op overwinning behaalt. Leer met een doel. Houd de hoogste maatstaf voor ogen, zodat u steeds meer goeds tot stand brengt en zo de heerlijkheid van God weerspiegelt.” –The Youth’s Instructor, 25 januari 1910.

“Het ik heeft veel meer te maken met ons geestelijke leven dan wij denken. Wanneer het ik is gekruisigd, wanneer de koppige wil is onderworpen, dan zal de taal van het hart zijn: ‘Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede, o God, van Wie ik ben en Die ik dien’. ‘Spreek, Heere; want Uw knecht hoort’. Niets zal zijn als vaste sterren, koud en onbeweeglijk. Deze egoïstische, wereldse waardigheid zal niet langer worden gehandhaafd. Er zal een mooie vermenging zijn van zuiverheid, verhevenheid en de edelmoedigheid, die wijsheid van boven is en de zachtmoedigheid en nederigheid van Jezus Christus. Een onschuldig lam werd gekozen als een voorstelling van Christus.” –Manuscript Releases 12, blz. 191.


DINSDAG 22 september

3. WEES ZOALS SAMUËL

A. Wat is de bron van succes voor iedere christen? 1 Korinthe 15:10.

“Het succes van elk werk hangt af van de zegen van God. Als de Heer met u werkt, zult u in staat zijn te doen, wat Hij u heeft aangewezen om te doen. Met God kan men duizend verjagen en twee jagen tien duizend op de vlucht. Maar net zo lang als u deze geest van Farizeïsme vast houdt, zal Gods geest niet, kan het niet, met u werken, omdat u zich niet volslagen afhankelijk voelt van Hem. Wanneer u leerlingen wordt in de school van Christus, zult u de eenvoud en zachtmoedigheid van kleine kinderen hebben, en zult u bereid zijn raad te vragen aan uw broeders en zusters, en zult ernstig bidden om hulp van God. Uw oren zullen dan geopend zijn en u zult in staat zijn te zeggen vanuit het hart: ‘Spreek Heere, want Uw knecht hoort’.” –The Ellen G. White 1888 Materials, blz. 410.

B. Wat is de bron van mislukking voor elke christen? Spreuken 12:15; Jesaja 5:20.

“God wil Zijn Geest op u leggen; maar Hij kan dit niet doen, terwijl u vervuld bent van uzelf. Als het ik sterft, zult u de levendmakende invloed van de geest van God voelen. Gods volk wordt bevolen te zoeken naar eenheid… Dit is geen tijd voor vervreemding en onenigheid, voor het toegeven aan een egoïstische, eigenzinnige geest. Zult u uzelf onder handen nemen, of bent u bereid om uw eigenzinnig, koppig karakter te beschouwen als een bewijs van trouwe rechtschapenheid? God verhoede, dat u verblind zal zijn, zoals de Farizeeën waren, en goed voor kwaad plaatst en kwaad voor goed. U zult nooit enig groter bewijs hebben dan u hebt gehad, als tot waar de geest van God werkt. De Heer heeft nooit het plan gehad om iedere gelegenheid te verwijderen, waardoor mensen kunnen twijfelen. Hij zal voldoende bewijs geven om de oprechte geest tot een juiste beslissing te brengen; maar als u vastbesloten bent uw eigen weg te gaan, als u net als Saul niet bereid bent uw koers te veranderen, vanwege een trots en eigenzinnig hart, omdat u uw eigen toestand van geestelijke armoede niet kent, dan zult u het licht niet herkennen. U zult zeggen met Saul: ‘Ik heb het woord des Heeren bevestigd’ (1 Samuël 15:13).” –The Ellen G. White 1888 Materials, blz. 410-411.


WOENSDAG 23 september

4. EEN VERMANING

A. Wat zat er gebeuren met hen, die vertrouwen op menselijke redeneringen in plaats van de raad van God op te volgen? Spreuken 1:24-26.

“Als wij nadenken over de plechtige, waarschuwende woorden, gericht aan Israël, worden wij in de verbeelding gebracht voor de grote witte troon, waar in de tegenwoordigheid van het verzamelde universum ieder mens geoordeeld zal worden naar de daden, gedaan in het lichaam…

Niemand, die dan medelijden heeft met de dwaasheid van hen, die God veracht en verlaten hebben. Niemand om hun leed te verlichten. Zij hebben hun trouwe en liefdevolle Vriend verlaten om het pad van gemak en wereldse plezier te volgen. Zij waren van plan op een gegeven moment terug te keren naar God. Maar de wereld, met zijn dwaasheden en misleidingen, heeft de aandacht opgezogen. Lichtzinnig vermaak, trots op kleding en toegeven aan eetlust verharden het hart en hebben het geweten gevoelloos gemaakt, zodat de stem van de waarheid niet gehoord is. Plicht is een veracht woord. Dingen van oneindige waarde zijn licht geacht, totdat het hart alle verlangen verliest om een offer te brengen voor Hem, die zoveel voor de mens heeft gegeven. Maar in de oogsttijd moeten zij het gezaaide gewas verzamelen…

‘Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden, omdat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des Heeren niet hebben verkoren. Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad. Zo zullen zij eten van de vrucht van hun weg, en zich verzadigen met hun raadslagen’ (Spreuken 1:28-31).” –The Signs of the Times, 18 augustus 1881.

B. Wat is de belofte aan hen, die luisteren naar God? Spreuken 1:33.

“Kunnen wij ooit een zekerder gids vinden dan de Here Jezus? Ware godsdienst wordt belichaamd in het Woord van God en bestaat in het staan onder de leiding van de Heilige in gedachte, woord en daad. Hij, Die de Weg, de Waarheid en het Leven is, neemt de nederige, oprechte, hartgrondige zoeker en zegt: Volg Mij. Hij leidt hem op de smalle weg naar heiligheid en hemel. Christus heeft dit pad voor ons geopend tegen een hoge prijs voor Zichzelf. Wij zijn niet overgelaten om op onze weg te struikelen in de duisternis. Jezus is aan onze rechterhand, verkondigend: ‘Ik ben de Weg’. En allen, die besluiten de Heer volledig te volgen, zullen worden geleid op de koninklijke weg, ja meer, op het pad, dat klaargemaakt is voor de vrijgekochten van de Heer om daarop te wandelen.” –The Review and Herald, 29 maart 1906.


DONDERDAG 24 september

5. EEN OPROEP

A. Wat kunnen wij leren van het gebed van David? Psalm 119:33-38.

“De zondaar, die weigert zich aan God te geven, staat onder de heerschappij van een andere macht, luistert naar een andere stem, wiens voorstellen van een geheel ander karakter zijn. Hartstocht bestuurt hem, zijn oordeel is verblind, gezond verstand is onttroond en onstuimige verlangens slingeren hem heen en weer. De waarheid zal maar weinig invloed op hem hebben, want er is in de menselijke natuur, als zij gescheiden is van de Bron der waarheid, een voortdurend verzet tegen Gods wil en wegen. Het lichamelijke, geestelijke en morele wezen staat helemaal onder de leiding van onbezonnen invallen. De genegenheden zijn verdorven en elk vermogen, toevertrouwd aan de mens voor verstandige verbetering, is ontmoedigd. De mens is dood door overtreding en zonden. Neiging verandert, hartstocht houdt de leiding en zijn eetlust staat onder een bewegende kracht, waarvan hij zich niet bewust is. Hij spreekt van onafhankelijkheid, vrijheid van handelen, terwijl hij zich in de meeste rampzalige slavernij bevindt.” –The Review and Herald, 17 februari 1891.

B. Leg uit, hoe wij kunnen voorkomen, dat wij overwonnen worden door de vijand. Jakobus 4:7-10; Filippensen 4:13.

“Degenen, die beweren christenen te zijn, voelen voortdurend de behoefte aan een macht buiten henzelf. Zij moeten waken in gebed en zich plaatsen onder de bescherming van God, anders zullen zij worden overwonnen door de vijand. De christen moet naar God kijken, zoals een dienaar naar zijn meester, een dienstmaagd naar haar meesteres, zeggende: ‘Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?’ (Handelingen 9:6).” –The Review and Herald, 17 februari 1891.


VRIJDAG 25 september

TERUGBLIK

1. Wat kunnen wij leren van Maria?

2. Wat kunnen wij leren van Samuëls ervaring als kind?

3. Hoe laten wij zien, dat wij leerlingen zijn in de school van Christus?

4. Hoe kunnen wij wandelen op het koninklijke pad?

5. Hoe kunnen wij naar God luisteren en Zijn kracht in ons leven hebben?

 <<    >>