ZONDAG
2 augustus
1. HET UITEINDELIJKE GEZAG
A. Hoeveel gezag heeft het Woord van God over menselijke leringen? Psalm 119:105; Jesaja 8:20.
“De Heilige Schriften zijn de volmaakte maatstaf der waarheid.” –Karaktervorming, blz. 17.
“Elke menselijke leer behoort aan Gods uitspraken ondergeschikt te zijn.” –De Grote Strijd, blz. 188.
“De Heer heeft één veilig pad voor Zijn volk en dat is de weg van gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Dat woord is ons gegeven als onze gids.” –The Bible Echo, 19 augustus 1895.
B. Hoe kunnen wij onze verstandelijke vermogens juist gebruiken in het begrijpen van Gods Woord? Jesaja 1:16-18; 1 Korinthe 1:18, 25; 2:14-16.
“Als we de Bijbel ter hand nemen, moet ons verstand erkennen, dat er een Bron van gezag is, die boven het eigen verstand uitgaat. Het hart en het intellect moeten buigen voor de grote IK BEN.” –Schreden naar Christus, blz. 133-134.
“Toch moeten wij ons wachten voor het verafgoden van de menselijke rede, die onderworpen is aan de zwakheden en onstandvastigheden van het mensdom.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 573.
“Raadpleeg het geheiligde verstand en een goed geweten met uw Bijbel open voor u. Uw hart moet bewogen worden, uw ziel aangeraakt, uw gezonde verstand en verstandelijke vermogens opgewekt door de Geest van God; en dan zullen heilige principes, geopenbaard in het woord van God, licht aan de ziel geven.” –The Review and Herald, 7 februari 1893.
MAANDAG
3 augustus
2. LUISTEREN NAAR GOD DOOR ZIJN WOORD
A. Wat zal het gevolg zijn, als wij persoonlijk luisteren naar God door Zijn Woord? Deuteronomium 4:6; Psalm 119:94, 97-100.
“Het kostbare boek van God bevat levensregels voor de mensen van iedere klasse en ieder beroep.” –Testimonies 4, blz. 416.
“Wij zullen alleen in ware geestelijke kennis kunnen toenemen, als wij ons bewust zijn van onze geringheid en onze totale afhankelijkheid van God; iedereen, die de Bijbel echter biddende en met een ontvankelijke geest benadert om de uitspraken daarin te bestuderen als het woord van God, zal goddelijke verlichting ontvangen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 573.
“Door zelf de Schriften te onderzoeken zult u bevestigd worden in het geloof. Het is van het grootste belang, dat u voortdurend de Schriften onderzoekt, de geest voorziet van de waarheden van God.” –The Bible Echo, 15 oktober 1892.
“Conservatieve tradities, ontvangen van opgeleide mannen en uit de geschriften van grote mannen in het verleden, zijn geen veilige gidsen voor ons in deze laatste tijd… Dagelijks, elk uur, moeten wij aangedreven worden door de principes van de Bijbelse waarheid, gerechtigheid, barmhartigheid en de liefde van God. Hij, die morele en intellectuele kracht wil hebben, moet dit putten uit de goddelijke bron. Bij elk beslissingspunt moet men zich afvragen: ‘Is dit de weg van de Heer?’” –The Review and Herald, 7 februari 1893.
B. Welke zekerheid hebben wij, dat God tot ons zal spreken, persoonlijk, door de Bijbel? Johannes 6:63; Jeremia 15:16; Psalm 34:9.
“Het woord van de levende God is niet alleen geschreven maar ook gesproken. De Bijbel is Gods stem, die tot ons spreekt, net zo zeker alsof wij het konden horen met onze oren. Als wij dit beseffen, met welk ontzag zouden wij dan Gods woord openen en met welke ernst zouden wij zijn voorschriften onderzoeken! Het lezen en overdenken van de Schrift zou kunnen worden beschouwd als een audiëntie bij de Oneindige.” –Testimonies 6, blz. 393.
“Als Satan zijn voorstellen drukt in onze geest, mogen wij, als wij een ‘Zo zegt de Heere’ koesteren, getrokken worden in het verborgen paviljoen van de Allerhoogste.” –Testimonies 6, blz. 393.
“Zo velen zijn vol drukke plannen, altijd bezig; en er is geen tijd of plaats voor de dierbare Jezus om een getrouwe, liefdevolle metgezel te zijn. Zij richten niet elke gedachte en daad op Hem, zich afvragend: ‘Is dit de weg van de Heer?’ Als zij dit deden, zouden zij wandelen met God zoals Henoch deed.” –Testimonies 6, blz. 393.
DINSDAG
4 augustus
3. ONMISBARE VERBINDING
A. Waarom werden de Schriften geschreven? Johannes 20:31.
B. Als wij Gods stem in Zijn geschreven Woord verwerpen, kunnen wij dan verwachten, dat Hij ons Zijn wil door andere middelen zal tonen? Lukas 16:31; Spreuken 28:9. Waarom?
“De wet en de profeten zijn de door God aangewezen middelen voor de zaligheid van de mens… Als zij niet luisteren naar de stem van God in Zijn Woord, zal ook op het getuigenis van iemand, die uit de dood is opgewekt, geen acht worden geslagen.
Zij, die acht slaan op Mozes en de profeten, zullen niet meer licht eisen dan God heeft gegeven. Maar als de mensen het licht verwerpen, en de gelegenheden, die hun worden geboden, niet waarderen, zullen zij ook niet luisteren, als iemand uit de doden met een boodschap tot hen zou komen. Zij zouden zich zelfs door dit bewijs niet laten overtuigen, want zij, die de wet en de profeten verwerpen, verharden hun hart dusdanig, dat zij alle licht verwerpen." –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 157-158.
C. Waarom kunnen wij niet vertrouwen op iemand anders om naar God voor ons te luisteren? Ezechiël 14:12-14; 33:14-16.
“Wij moeten zelf de waarheid bestuderen; niemand moet vertrouwd worden om voor ons te denken, ongeacht wie hij ook mag zijn of in welke positie hij geplaatst kan zijn. Wij moeten niet naar een mens kijken als een volmaakte gids voor ons. Wij moeten samen overleggen en elkaar onderworpen zijn; maar tegelijkertijd moeten wij het talent, dat God ons heeft gegeven, gebruiken om te leren, wat waarheid is. Een ieder van ons moet naar God kijken voor goddelijke verlichting, zodat wij persoonlijk een karakter kunnen ontwikkelen, dat op de grote dag de test zal kunnen doorstaan…
Velen zwalken rond in duisternis en ongelovigheid, nemen stukjes uit de Bijbel, brengen bijgelovige gedachten naar voren, on-Schriftuurlijke theorieën en beschouwingen van ijdele filosofie; maar het is de plicht van iedereen een grondige kennis van de Schrift proberen te verkrijgen. Het belang en het voordeel van Bijbelstudie kan niet worden overschat. In het onderzoeken van de Schriften worden onze gedachten geleid tot het blijven stilstaan bij het oneindige offer van Christus, tot Zijn bemiddeling voor ons. Als wij Zijn liefde zien, als wij nadenken over Zijn vernedering en lijden, zal dezelfde geest van zelfverloochening en opoffering ten goede van anderen opgewekt worden in ons hart.” –The Bible Echo, 15 oktober 1892.
WOENSDAG
5 augustus
4. ERVARINGEN MET GOD UIT DE EERSTE HAND
A. Waarom werden de mensen van Beréa geprezen? Handelingen 17:10-12.
“Geen mens kan zijn ziel veilig toevertrouwen aan de predikant of aan mensen, die geleerd en talentvol zijn. Jezus klaagde de priesters en oversten aan, die gezien werden als geleerd in de Schriften, als onwetend zowel van de Schriften als van de kracht van God. Degenen, aan wie God talenten heeft toevertrouwd, zijn verantwoordelijk voor het gebruik van hun gaven, en moeten de Bijbel bestuderen als een boek, dat begrepen kan worden. Een enkele tekst heeft in het verleden bewezen en zal in de toekomst bewijzen, een reuk des levens ten leven te zijn voor vele zielen. Als mannen ijverig onderzoeken, zal de Bijbel nieuwe schatten van de waarheid naar voren brengen, die zullen als schitterende juwelen voor de geest zijn.” –The Signs of the Times, 20 augustus 1894.
“Tenzij de geest wordt gebruikt, zal het ophouden zich uit te breiden; tenzij de smaak wordt ontwikkeld om de Bijbel lief te hebben, zal het ophouden om te verlangen naar de waarheden van Gods Woord. De student kan slechts de diepte zien, van wat hij heeft onderzocht, en hij kan niet op prijs stellen datgene, wat buiten zijn eigen beperkte grenzen ligt. Maar zijn grote onwetendheid zal hem verwaand, spraakziek en opschepperig maken. Wat kan ik u zeggen, jonge mannen en jonge vrouwen, om u op te wekken om uw inspanningen om hindernissen te overwinnen te versterken? Mentale inspanning zal makkelijker en meer bevredigend worden, als u uzelf aanzet tot de taak om de diepe dingen van God te begrijpen. Een ieder van u moet besluiten, dat u geen tweede klasse student wil zijn, dat u anderen niet zult toestaan voor u te denken.” –The Review and Herald, 20 mei 1890.
B. Wat moest Timótheüs doen, terwijl hij op Paulus’ terugkeer wachtte? 1 Timótheüs 4:13, 15-16.
C. Wat zegt Jezus van hen, die Zijn woorden horen en deze gehoorzamen? Matthéüs 7:24-25.
“Degenen, die de woorden van Christus horen en gehoorzamen, bouwen op de rots, en wanneer de storm komt, zal hun huis niet omvergeworpen worden. Zij zullen door geloof in Christus Jezus eeuwig leven verkrijgen.” –This Day with God, blz. 215.
DONDERDAG
6 augustus
5. DIEPER ZOEKEN
A. Hoe grondig moeten wij de Bijbel bestuderen? Kolossensen 3:23; 1 Thessalonicensen 5:21.
“Er schuilt echter maar weinig nut in een overhaast lezen van de Bijbel. Men kan de hele Bijbel doorlezen en toch de schoonheid en diepe, verborgen betekenis hebben gemist. Het is beter, dat een gedeelte bestudeerd wordt, totdat de betekenis ervan helemaal duidelijk is, en de samenhang met het verlossingsplan wordt gezien, dan dat een groot aantal hoofdstukken wordt gelezen zonder vooropgezet doel en zonder, dat men er echt iets uit leert. Zorg, dat u uw Bijbel steeds bij u hebt. Lees erin. Zet de teksten vast in uw geheugen. Zelfs als u op straat loopt, kunt u soms een tekst lezen en deze in uw geest vastzetten.” –Schreden naar Christus, blz. 108-109.
“U moet God niets minder aanbieden dan het beste van u. U zult steeds beter werken, als u in praktijk brengt, wat u leert. U moet elk onderwerp van uw onderzoek proberen te doorgronden, vergelijk niet alleen de ideeën en gedachten van mensen over de kwestie, maar vergelijk ook Schrift met Schrift, zodat u kunt weten, dat u elk punt van het geloof kent. De belasting van uw geest zal alleen maar uw mentale krachten voor grotere inspanning versterken.” –The Review and Herald, 20 mei 1890.
“Het begrijpen van de Bijbelse waarheid hangt niet zozeer af van het verstand, waarover men beschikt, als wel van de oprechtheid en het vurige verlangen naar gerechtigheid.” –De Grote Strijd, blz. 554.
VRIJDAG
7 augustus
TERUGBLIK
1. Wat zijn de voorwaarden voor het ontvangen van verlichting van God, als wij de Bijbel bestuderen?
2. Welke vraag moeten wij ons stellen bij het nemen van iedere beslissing?
3. Welk effect zal het onderzoeken van de Schriften op ons hebben?
4. Wat worden wij, als wij onze Bijbel niet kennen?
5. Hoe kunnen wij de diepe, verborgen waarheden van de Bijbel ontdekken, in plaats van het lezen van veel Bijbelhoofdstukken zonder iets te leren?