ZONDAG
12 juli
1. EEN WERELDOMVATTENDE STEM
A. Waar in de wereld zou de stem van God in de natuur niet te horen zijn? Psalm 19:1-4.
“De natuur spreekt tot zijn (onze) zintuigen en verklaart, dat er een levende God is, de Schepper, de Heerser boven alles… De schoonheid, die de aarde bekleedt, is een bewijs van Gods liefde. We kunnen deze zien in de eeuwige heuvelen, in de majestueuze bomen, in de ontluikende knoppen en de bekoorlijke bloemen. Alles spreekt ons van God.” –Patriarchen en Profeten, blz. 22-23.
B. Welke boodschap geeft de natuur aan mensen over de hele wereld? Romeinen 1:20.
“Zij, die een ware kennis van God hebben, zullen niet zo dol zijn op de wetten van de materie of de werkingen van de natuur om er aan voorbij te gaan, of weigeren de voortdurende werking van God in de natuur te erkennen. De natuur is niet God, noch was deze ooit God. De stem van de natuur getuigt van God, maar de natuur is niet God. Als Zijn geschapen werk draagt het gewoon een getuigenis van Gods kracht.” –Selected Messages 1, blz. 293.
MAANDAG
13 juli
2. LESSEN VAN DE VOGELS
A. Wat leert God ons door het gedrag van de adelaar? Jesaja 40:31.
“De adelaar van de Alpen wordt soms door de storm neergeslagen in de nauwe engten van de bergen. Stormwolken sluiten deze machtige vogel der bossen in en hun grauwe massa’s scheiden hem van de zonnige hoogten, waar hij zijn nest heeft gebouwd. Zijn ontsnappingspogingen schijnen tevergeefs. Hij schiet uit naar links en naar rechts en slaat de lucht met zijn sterke wieken, terwijl zijn geschreeuw tussen de bergen weergalmt. Eindelijk, met een triomfkreet, schiet hij naar boven, doorboort de wolkenmassa en is weer in het helle zonlicht, met de duisternis en de storm ver beneden zich. Zo ook kunnen wij ons bevinden te midden van moeilijkheden, ontmoediging en duisternis. Bedrog, rampen, ongerechtigheid sluiten ons in. Er zijn wolken, waar wij niet onderuit kunnen komen. Tevergeefs vechten wij tegen de omstandigheden. Er is één, maar ook slechts één weg ter ontkoming. Mist en nevel omhullen de aarde; boven de wolken schijnt Gods licht. Naar het zonlicht Zijner tegenwoordigheid kunnen wij oprijzen op de vleugels van het geloof.” –Karaktervorming, blz. 117.
B. Welke andere les kunnen wij leren door naar de vogels te kijken? Matthéüs 6:25-26.
“De wereld der natuur heeft, op zichzelf, geen macht slechts waarin God voorziet.” –Selected Messages 1, blz. 293.
“En de vogels leren ons de prettige les van vertrouwen. Onze hemelse Vader zorgt voor hen; maar zij moeten het voedsel zoeken, zij moeten hun nesten bouwen en hun jongen groot brengen. Elk ogenblik lopen ze gevaar door vijanden gedood te worden. En toch, hoe opgewekt doen ze hun taak! Hoe blij gestemd laten ze hun liederen schallen!” –Karaktervorming, blz. 116.
“Laten wij dan niet klagen en treuren, omdat wij in dit leven niet vrij zijn van teleurstellingen en smarten. Als wij in de voorzienigheid van God worden geroepen om beproevingen te ondergaan, laten wij het kruis dan aanvaarden en de bittere beker drinken, terwijl wij in gedachten houden, dat het een Vaderhand is, die deze aan onze lippen houdt. Laten wij Hem zowel tijdens duisternis als gedurende de dag vertrouwen.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 257.
DINSDAG
14 juli
3. GELOOF DAT WERKT
A. Welke andere lessen van vertrouwen wil God ons leren van de natuur? Matthéüs 6:27-30. Moeten wij meer belangstelling, tijd en inspanning wijden om God te dienen of om in onze dagelijkse stoffelijke noden te voorzien? Verzen 30-33.
“Hij, die u het leven gegeven heeft, kent uw behoefte aan voedsel om dat leven in stand te houden. Hij, die het lichaam geschapen heeft, vergeet niet uw behoefte aan kleding. Zal niet Hij, die de grotere gave reeds geschonken heeft, ook datgene schenken wat nodig is om deze gave volledig te maken?” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 85.
“Gods wet is de wet der liefde. Hij heeft u omgeven met schoonheid om u te leren, dat u niet op de aarde geplaatst bent om alleen voor uzelf te delven, te graven en te bouwen, te arbeiden en te spinnen, maar om het leven licht en vrolijk en schoon te maken met de liefde van Christus, om evenals de bloemen het leven van anderen blij te maken door het dienstwerk der liefde.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 87.
B. Welke lessen kunnen wij leren van sommige van Gods andere schepsels? Spreuken 6:6-11; 30:25-28 (vergelijk 2 Thessalonicensen 3:10).
“De mieren leren lessen van geduldige vlijt, van volharding in het overwinnen van moeilijkheden, van zorgen voor de toekomst.” –Karaktervorming, blz. 116.
“Mierenkolonies openbaren een vaardigheid en volharding. Ze kunnen slechts een enkele graankorrel tegelijk vervoeren, maar door ijver en volharding brengen ze wonderen tot stand. Salomo houdt aan de wereld de vlijt van de mieren voor als een verwijt aan hen, die hun tijd aan zondig nietsdoen verspillen door gewoonten, die lichaam en ziel verderven. De mier treft voorbereidingen voor later. Dit is een les, waaraan velen, die met verstand begiftigd zijn, aan voorbijgaan. Ze schieten volledig tekort in het zich gereed maken voor het toekomstige, onsterfelijke leven, dat God in Zijn voorzienigheid bereid heeft voor het gevallen mensdom.” –Bijbelkommentaar, blz. 202.
“Jezus zegt niet, dat het noodzakelijk is, dat wij ons inspannen, maar Hij leert, dat wij Hem de eerste en de laatste en de beste in alles moeten maken. Wij moeten ons niet bezighouden met een zaak, geen dingen najagen, geen genoegens zoeken, die de uitwerking van Zijn gerechtigheid in ons karakter en leven zouden kunnen verhinderen. Wat wij ook doen, moet van harte gedaan worden als voor de Heer.” –Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 88.
WOENSDAG
15 juli
4. ZIJN ALS EEN BOOM
A. Waarom is onze studie van de natuur zo belangrijk? Wat kunnen wij leren over God? Psalm 111:4, 6-8; Jesaja 40:26.
”Hoeveel tijd wordt besteed door intelligente mensen aan de paardenrennen, cricket wedstrijden en balspelen! Maar zal het toegeven aan deze sporten de mensen een verlangen geven om waarheid en gerechtigheid te kennen? Zal het God in hun gedachten houden? Zal het hen leiden tot onderzoeken, hoe het is met mijn ziel? …
God roept Zijn schepselen op om hun aandacht af te keren van de verwarring en verbijstering om hen heen en om Zijn handwerk te bewonderen. Als wij Zijn werken bestuderen, zullen engelen uit de hemel bij ons zijn om onze geest te verlichten en ons te beschermen tegen Satans misleidingen. Als u kijkt naar de prachtige dingen, die Gods hand heeft gemaakt, laat uw trotse, onverstandige hart dan zijn afhankelijkheid en minderwaardigheid voelen.” –Counsels to Parents, Teachers and Students, blz. 456-457.
B. Met wat wordt de christen vergeleken? Psalm 1:1-3; 92:13-14.
“De palmboom stelt heel terecht het leven van een christen voor. Hij staat rechtop in de brandende woestijn en gaat niet dood; want hij onttrekt zijn voedsel aan bronnen van leven beneden het oppervlak.” –Bijbelkommentaar, blz. 190.
C. Wat zijn enige andere praktische lessen, die wij kunnen leren van de natuur?
“Op deze manier (van de natuur) kunnen wij tal van lessen leren. Zelfvertrouwen van de boom die, staande op een vlakte of berghelling in alle eenzaamheid, diep geworteld staat in de aarde, en in zijn ruwe kracht de storm weerstaat. De kracht, die lang geleden erop ingewerkt heeft, ziet men in de verweerde, krom gegroeide boomstam, die als jonge boom door een storm is gebogen en door geen aardse macht in zijn rechte lijn kan worden hersteld. Het geheim van een heilig leven is te zien in de waterlelie, die aan de rand van een modderpoel, te midden van onkruid en afval, met haar wortels is geplant in de zuivere grond op de bodem en, zich daaruit voedend, haar geurende bloemen ontvouwt in een smetteloze reinheid.” –Karaktervorming, blz. 117-118.
DONDERDAG
16 juli
5. HOE DE BOODSCHAPPEN VAN DE NATUUR TE BEGRIJPEN
A. Wiens begeleiding is van belang, zodat wij de natuur kunnen begrijpen? Johannes 16:13; 14:26.
“Leer hen (de kinderen) de bewijzen op te merken, die overal in de natuur te vinden zijn van Gods zorg voor ons en hoe alle dingen zijn aangepast aan onze behoefte en ons geluk.
Alleen hij, die in de natuur het handwerk van zijn Vader opmerkt, die in de rijkdom en de schoonheid der aarde het handschrift des Vaders leest, hij alleen leert uit de voortbrengselen der natuur hun diepste lessen en ontvangt, wat ze te bieden hebben. Alleen hij kan ten volle waarderen de betekenis van berg en dal, van rivier en zee, die deze beziet als een uitdrukking van de gedachten Gods, een openbaring van de Schepper.” –Karaktervorming, blz. 118.
B. Welke gebeurtenis leert ons de boodschappen van de natuur nog het duidelijkst? Johannes 1:4.
“Alleen in het licht, dat schijnt van Golgotha, kunnen de lessen der natuur goed begrepen worden. Door het verhaal van Bethlehem en het kruis kan men aantonen, hoe het goede het kwade moet overwinnen en hoe elke zegen, die we ontvangen, een gave der verlossing is.
In doornen, distelen en in onkruid vertoont zich het kwaad, dat bezoedelt en bevlekt. In de zingende vogel en de ontluikende knop, in regen en zonneschijn, in het zomerbriesje en de zachte dauw, in tienduizend dingen der natuur, van de eik in het woud tot aan het viooltje, dat bloeit aan zijn wortel, is de liefde te zien, die herstelt. De hele natuur spreekt nog tot ons van Gods goedheid.” –Karaktervorming, blz. 101.
VRIJDAG
17 juli
TERUGBLIK
1. Wat probeert God u nu te vertellen door de natuur?
2. Hoe kunnen de vogels ons lessen van vertrouwen in God leren?
3. Wat kunnen wij leren van de mier, één van de kleinste schepsels?
4. Wat zijn enige aanschouwelijke lessen, die bomen ons geven?
5. Hoe verklaart God de boodschappen van de natuur nu aan ons?