Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 9 SABBAT, 30 augustus 2014

VIER SUCCESVOLLE ZENDELINGEN

“Onder hen nu waren uit de kinderen van Juda: Daniël, Hanánja, Misaël en Azárja” (Daniël 1:6).

“Onder de kinderen van Israël, die gevankelijk werden weggevoerd naar Babel aan het begin van de zeventig jaar ballingschap, waren christelijke patriotten.” -A Call to Stand Apart, blz. 52.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 288-295, 301-305, 311-312, 
  329-336. 

ZONDAG 24 augustus

1. AAN HET HOF TE BABEL

A. Welke beslissing van de voorzienigheid bracht koning Nebukadnezar in contact met vier Hebreeuwse gevangenen en, later, met hun God? Daniël 1:3-5.

B. Wat waren de namen van de jonge mannen, uitgekozen voor dit doel? Daniel 1:6. Hoe en waarom werden hun namen veranderd, nadat zij goedgekeurd waren om deel te nemen aan een driejarige opleiding? Vers 7.

“De (Babylonische) koning dwong de Hebreeuwse jongeren niet hun geloof op te geven in ruil voor de afgodendienst, hoewel hij hoopte, dat ze geleidelijk hun geloof zouden prijsgeven. Door hun namen te geven, die duidden op afgoderij, door hen dagelijks in aanraking te brengen met afgodische gebruiken en onder invloed van verleidelijke vormen van heidense aanbidding hoopte hij hen te verleiden de godsdienst van hun volk prijs te geven en de eredienst der Babyloniërs aan te nemen.” –Profeten en Koningen, blz. 289.

“Als de vijand zijn geraffineerde twijfels en verleidingen opdringt in onze zielen, moeten wij de deur snel dicht doen en de invloed van zijn ideeën uitbannen.” –The Review and Herald, 7 augustus 1888.


MAANDAG 25 augustus

2. GETROUWHEID SAMEN MET GODS ZEGENINGEN

A. Hoe hielp God deze jonge Hebreeërs om een stralend licht te zijn onder de heidenen gedurende hun moeilijke omstandigheden? Daniël 1:17.

“In het land van hun ballingschap zouden deze mannen Gods plannen ten uitvoer brengen door de heidense volkeren de zegeningen te geven, die het gevolg zijn van het kennen van de Here. Ze zouden Zijn vertegenwoordigers zijn.” –Profeten en Koningen, blz. 288.

B. Wat was hun besluit met het oog op de verleidingen om hen heen? Jakobus 1:12.

“(Zie Daniël 1:8). Toen ze dit besluit namen, handelden de Hebreeuwse jongeren niet aanmatigend, maar met een vast vertrouwen op God. Ze wilden niet opvallen, maar toch kozen ze dit liever dan God te onteren. Als ze in dit geval een compromis zouden sluiten door toe te geven aan de druk van de omstandigheden, zou hun afwijken van hun beginselen het gevoel van goeddoen en de afschuw voor het kwaad verzwakken. De eerste verkeerde stap zou gevolgd worden door een volgende, tot hun verbinding met de hemel verbroken zou zijn en ze door de verleiding meegesleept zouden zijn.” –Profeten en Koningen, blz. 290.

C. Hoe zegende God hun getrouwe inspanningen? Daniël 1:19.

“Drie jaar lang leerden de Hebreeuwse jongeren de kennis en de taal der Chaldeeën. In die tijd hielden ze vast in hun trouw aan God en rekenden gedurig op Zijn macht. Aan hun gewoonte van zelfverloochening paarden ze oprechtheid van voornemen, ijver en volharding. Ze waren niet door trots of eerzucht aan het hof van de koning gekomen, in gezelschap van hen die God niet kenden en vreesden, ze waren ballingen in een vreemd land, daar gebracht door Oneindige Wijsheid. Van huiselijke invloeden en geheiligde banden gescheiden trachtten zij zich waardig te gedragen, tot eer van hun vertreden volk en tot heerlijkheid van Hem, in Wiens dienst ze stonden.” –Profeten en Koningen, blz. 291.


DINSDAG 26 augustus

3. GODDELIJKE KRACHT SAMEN MET MENSELIJKE INSPANNING

A. Hoe en waarom muntten de Hebreeuwse jongeren uit? Daniël 1:20.

“Aan het hof te Babel waren vertegenwoordigers uit alle landen, mannen met rijke gaven, mannen die rijk gezegend waren met natuurlijke talenten, eigenaars van de grootste beschaving, die de wereld te bieden had; toch hadden de jonge Hebreeën onder hen huns gelijken niet in lichaamskracht en schoonheid, in verstandelijke vermogens en letterkundige wetenschappen hadden ze geen evenbeeld. Hun rechte houding, de vaste, verende gang, hun helder gelaat, hun onverzwakte zintuigen, de onbesmette adem, dit alles getuigde van goede gewoonten, het waren bewijzen van de adel, waarmee de natuur hen eert, die haar wetten gehoorzamen.

Bij het verkrijgen van de wijsheid der Babyloniërs waren Daniël en zijn vrienden verder dan hun medestudenten, maar deze kennis was geen toeval. Ze kregen hun kennis door een getrouw gebruik van hun krachten onder de leiding van de Heilige Geest.” –Profeten en Koningen, blz. 292.

B. Wat beseften zij, en wat moet op dezelfde wijze bedacht worden door allen, die geroepen zijn om ware godsdienst te laten zien? 2 Timótheüs 2:15.

“Ze (Daniël en zijn vrienden) beseften, dat ze, om als vertegenwoordigers van de ware godsdienst te midden van de valse godsdiensten van het heidendom dienst te kunnen doen, een helder verstand en een volmaakt christelijk karakter moesten bezitten.” –Profeten en Koningen, blz. 292.

C. Welke methode van succesvol evangeliseren leerde Jezus, vooral omdat de wereld om ons heen uit kijkt naar iets heiligers in ons dan in zichzelf? Matthéüs 5:13-16.

“Terwijl God om Zijn welbehagen zowel ‘het willen als het werken’ (Filippensen 2:13) in Daniël en zijn vrienden werkte, streefden zij naar hun eigen zaligheid.” –Profeten en Koningen, blz. 292.


WOENSDAG 27 augustus

4. NEBUKADNEZAR GEEFT GOD DE EER

A. Welke gebeurtenis bood Daniël een mogelijkheid om van God te getuigen, spoedig nadat Daniël en zijn vrienden in dienst getreden waren bij de Babylonische koning? Daniël 2:1-2.

B. Hoe erkende Nebukadnezar de God des hemels in antwoord op de verklaring van de droom van de koning door Daniël? Vers 47. Welke uitspraak deed Nebukadnezar later in antwoord op de getrouwe getuigenis, die Daniëls vrienden gaven in het dal van Dura? Daniël 3:27-29.

“De drie Hebreeën toonden aan heel het volk te Babel hun geloof in Hem, die ze aanbaden. Ze vertrouwden op God. In het uur van hun beproeving dachten ze aan de belofte: ‘Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden’ (Jesaja 43:2). En op wonderbare wijze was hun geloof in het levende Woord beloond ten aanschouwen van allen. Het bericht van hun wonderlijke verlossing werd naar vele landen verbreid door de vertegenwoordigers van de verschillende volken, die door Nebukadnezar waren uitgenodigd voor de inwijding van het beeld.” –Profeten en Koningen, blz. 312.

C. Hoe waarschuwde God de vorst in Zijn bermhartigheid en geduld met Nebukadnezar? Daniël 4:5, 10-16, 19-22. Welke oproep deed Daniël aan hem na de uitlegging van de tweede droom van de koning? Vers 27. Welke nederige ervaring leidde tot de volledige bekering van Nebukadnezar? Verzen 30-34, 37.

“Onder de berisping van God was het trotse hart van Nebukadnezar vernederd.” –The Review and Herald, 8 september 1896.

“De eens zo trotse vorst was een nederig kind van God geworden; de heerszuchtige, onverdraagzame heerser een verstandig en medelevend koning… Onder de bestraffende hand van Hem, die Koning der koningen en Heer der heren is, had Nebukadnezar eindelijk de les geleerd, die alle vorsten moesten leren, dat ware grootheid bestaat in ware goedheid.” –Profeten en Koningen, blz. 318.


DONDERDAG 28 augustus

5. HET LICHT DES HEMELS SCHIJNT OP KONING DARIUS

A. Hoe werd het geloof van Daniël beproefd, toen hij onder Darius diende, die hij al beïnvloed had voor de waarheid? Verklaar de voor hem bereide valstrik. Daniël 6:1-2, 5-9.

B. Hoe antwoordde Daniël op het gebod? Daniël 6:10-13.

C. Hoe voelde koning Darius zich, toen hij besefte, dat hij misleid was door die mannen, die voorgaven bezorgd te zijn over de veiligheid van de troon? Daniël 6:14, 18-23. Hoe verhoogde de heidense koning de God van Daniël als de enige ware God? Verzen 25-26.

“Uit de geschiedenis van Daniëls bevrijding kunnen we leren, dat in tijden van beproeving en duisternis Gods kinderen zich evenzo moeten gedragen als in tijden, waar hun uitzicht helder is en hun omgeving alles is, wat ze wensen. Daniël in de leeuwenkuil was dezelfde, die voor de koning stond als eerste onder de rijksbestuurders en als profeet van de Allerhoogste. Iemand, wiens hart op God is gericht, zal in tijden van zijn zwaarste beproeving dezelfde zijn als in tijden van voorspoed, terwijl het licht en de gunst van God en mensen op hem rusten…

De hemel is heel nabij degenen, die lijden omwille van de gerechtigheid.” –Profeten en Koningen, blz. 334.


VRIJDAG 29 augustus

TERUGBLIK

1. Leg uit, hoe geraffineerde valstrikken nu voor ons en onze jeugd worden geplaatst, net zoals in het geval van de drie Hebreeërs te Babel.

2. Wat was het geheim van het succes van de jonge mannen?

3. Op wat hopen velen, als de onheilige scharen ons tegemoet treden?

4. Welke les, geleerd aan Nebukadnezar, moet door een ieder van ons begrepen worden, of wij wel of niet vooraanstaande mensen zijn?

5. Geef bewijs van de werking van de Heilige Geest in het hart van Darius.

 <<    >>