Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 4 SABBAT, 26 juli 2014

VERLEID TOT TWIJFEL

“Het is genoeg; neem nu, Heere, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen” (1Koningen 19:4).

“Een vluchteling, ver van de mensen, zijn geest terneergedrukt door teleurstelling, wenste hij (Elia) nooit meer mensen te zien.” –The Review and Herald, 16 oktober 1913.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 97-110. 

ZONDAG 20 juli

1. ELIA’S GELOOF ERNSTIG BEPROEFD

A. Welke boodschap zond Izébel, de goddeloze koningin, aan Elia, toen zij hoorde van de dood van de valse profeten? 1 Koningen 19:1-2.

“Izébel werd, verhard en onboetvaardig, woedend. Ze wilde in het gebeuren op de Karmel niet Gods macht zien, en uitdagend zei ze, dat Elia moest sterven.” –Profeten en Koningen, blz. 99.

B. Hoe toonde Elia menselijke zwakheid na het tonen van onverschrokken moed in de krachtmeting op de berg Karmel? 1 Koningen 19:3.

“Elia had niet moeten vluchten van zijn post. Hij had de bedreiging van Izébel moeten beantwoorden met een gebed om bescherming van God, die hem had geboden op te komen voor de eer van Zijn naam. Hij had de boodschapper moeten zeggen, dat de God, in wie hij vertrouwde, hem zou beschermen voor de haat van de koningin.” –Profeten en Koningen, blz. 100.

C. Welke waarschuwing moet iedere werker voor de zaak van God ernstig in acht nemen? 1 Korinthe 10:12.


MAANDAG 21 juli

2. ONTMOEDIGD

A. Wat vroeg Elia, volkomen ontmoedigd, in zijn gebed tot God? 1 Koningen 19:4. Wat moet iedere getuige voor de zaak van God verwachten om te doorstaan? 2 Korinthe 4:8-9.

“In het leven van iedereen komen van tijd tot tijd teleurstellingen en momenten van moedeloosheid, dagen als verdriet ons deel is, en het moeilijk is te geloven, dat God nog steeds zorgt voor Zijn kinderen op aarde; dagen waarin de ziel wordt benauwd, tot de dood te verkiezen lijkt boven het leven. In zulke ogenblikken laten velen God los en raken in de greep van twijfel en ongeloof.” –Profeten en Koningen, blz. 100-101.

“De dienstknechten des Heren moeten allerlei soorten van moedeloosheid verwachten. Ze zullen beproefd worden, niet alleen door de boosheid, verachting en wreedheid van de vijanden maar ook door de onverschilligheid, tegenstrijdigheid, laksheid en het verraad van vrienden en helpers… Zelfs mensen, die erop uit schijnen te zijn Gods werk voorspoedig te maken, zullen de handen van Zijn dienstknechten verzwakken door het luisteren naar, het vertellen en het gedeeltelijk geloven van laster, aanmatigingen en dreigementen van hun vijanden.” –De Daad bij het Woord, blz. 219.

B. Wat is het geneesmiddel voor ontmoediging? Lukas 21:36; 1 Thessalonicensen 5:8, 17. Hoe verdreef de apostel Paulus ontmoediging? 2 Korinthe 12:10.

“Voor hen, die moedeloos zijn geworden, is er een afdoend geneesmiddel, geloof, gebed en werk. Geloof en werken zullen zekerheid en voldoening geven, die van dag tot dag zullen toenemen. Bent u in de verleiding om toe te geven aan angstige gevoelens en volkomen moedeloosheid? Vrees niet, ook niet in de donkerste dagen, als er helemaal geen uitzicht schijnt te zijn. Heb geloof in God. Hij kent uw noden. Hij heeft alle macht. Zijn oneindige liefde en ontferming falen nooit. Wees niet bang, dat Hij Zijn belofte niet zal houden.” –Profeten en Koningen, blz. 102.

C. Hoe toonde God Zijn dienstknecht, dat zijn werk nog niet klaar was, in plaats van de gedachteloze vraag van hem in te willigen? 1 Koningen 19:5-8.


DINSDAG 22 juli

3. EEN DOORDRINGENDE VRAAG

A. Wat vroeg de Heer aan Elia, nadat hij zijn toevlucht genomen had in een spelonk? 1 Koningen 19:9. Welke berisping lag in de vraag besloten?

“’Ik (de Here God) heb u naar de beek Kerit gezonden en later naar de weduwe te Sarefat. Ik heb u geboden terug te keren naar Israël en te staan voor de afgodische priesters op de Karmel; Ik heb u omgord met kracht om de wagen van de koning voor te gaan naar de poort van Jizreël. Maar wie heeft u naar de woestijn gezonden?’” –Profeten en Koningen, blz. 104.

B. Welke klacht uitte Elia verbitterd? 1 Koningen 19:10. Welke les, denkt u, wilde God Zijn dienstknecht leren door deze ervaring?

“Hij (God) wilde Elia leren, dat het werk, dat onder veel vertoon plaats vindt, niet altijd het beste Zijn voornemen dient.

Terwijl Elia op de openbaring van de Here wachtte, woedde een storm, flitste de bliksem en was een verterend vuur zichtbaar; maar in dit alles was God niet. Toen kwam een zachte stem en de profeet bedekte zijn gelaat in de tegenwoordigheid van de Here. Zijn prikkelbaarheid werd gestild, zijn geest verzacht en onderworpen. Nu wist hij, dat een stil vertrouwen, een vast geloof in God voor hem altijd een hulp zou zijn in benauwdheid.” –Profeten en Koningen, blz. 105.

C. Hoe had Elia verwacht, dat de Heer Zijn macht zou openbaren? 1 Koningen 19:11-12. Wat begreep Elia ten slotte, toen hij de wijze van de Heer met bekeerde zielen aanschouwde? Zacharia 4:6.

“Het is niet altijd een geleerde presentatie van Gods waarheid, die de ziel overtuigt en bekeert. Het menselijke hart wordt niet bereikt door welsprekendheid of door logica, maar door de weldadige invloed van de Heilige Geest, die stil maar zeker werkt aan de verandering en de ontwikkeling van het karakter. De zachte stem van God heeft macht het hart te veranderen.” –Profeten en Koningen, blz. 105.


WOENSDAG 23 juli

4. HET BEGIN VAN EEN BESLISTE REFORMATIE

A. Welke vraag herhaalde de Heer aan Elia en welke klacht herhaalde Elia aan de Heer? 1 Koningen 19:13-14. Hoe verzekerde God Elia, dat niet berouwvolle opstandelingen in Israël gestraft zouden worden?1 Koningen 19:15-17.

“De Here antwoordde Elia, dat de kwaaddoeners in Israël hun straf niet zouden ontlopen. Mensen zouden speciaal worden gekozen om Gods plan in het straffen van het afgodisch koninkrijk te vervullen. Er moest een gestreng werk plaatsvinden, zodat iedereen de kans had te kiezen voor de ware God. Elia moest naar Israël terugkeren en de last delen met anderen om een hervorming tot stand te brengen.” –Profeten en Koningen, blz. 105.

B. Wie onder andere was gekozen om Elia te helpen de reformatie, die begonnen was, te bevorderen? 1 Koningen 19:19-21.

C. Welke vergelijking kan getrokken worden tussen de heersende geloofsafval in Israël in de tijd van Elia en de geloofsafval, die nu in de wereld zich verspreidt? 2 Petrus 3:3-5.

“Gods wet, de goddelijke maatstaf van gerechtigheid, wordt van gener waarde verklaard. De vijand van alle waarheid werkt door bedrieglijke macht om mannen en vrouwen ertoe te brengen menselijke instellingen te plaatsen boven God, en hen te doen vergeten, wat bedoeld was voor het geluk en de zaligheid van de mens.

Toch is deze afval, hoe algemeen verbreid ze ook moge zijn, niet volkomen. Niet allen op aarde zijn wetteloos en zondig; niet allen hebben voor de vijand gekozen. God heeft nog duizenden, die de knie voor Baäl niet hebben gebogen, die meer willen weten van Christus en Zijn wet, die vurig hopen, dat Jezus zal komen om een eind te maken aan de heerschappij van zonde en dood. En er zijn velen, die onbewust Baäl hebben aanbeden, maar aan wier hart Gods Geest nog steeds werkt.

Zij hebben de persoonlijke hulp nodig van hen, die God en Zijn Woord hebben leren kennen. In een tijd als deze moet ieder kind van God werkzaam zijn in het helpen van anderen.” –Profeten en Koningen, blz. 106.


DONDERDAG 24 juli

5. ONZE EVANGELISCHE VERANTWOORDING NU

A. Wat openbaarde de Heer aan Elia, toen hij klaagde, dat hij alleen was overgebleven? 1 Koningen 19:18.

“Welk een wonderlijk werk zou Elia gedaan hebben, als hij Israël had geteld in de tijd, dat Gods oordelen op het afgedwaalde volk vielen! Hij had slechts één getrouwe kunnen tellen, die de kant van de Here had gekozen.” -Profeten en Koningen, blz. 120.

B. Wat is onze taak met het oog op het feit, dat ‘God velen duizenden heeft, die zich niet gebogen hebben voor Baäl’ en ‘waar de Geest van God zich nog voor inspant’? Matthéüs 28:19-20.

“Onder de bewoners der aarde, verspreid in alle landen, zijn mensen, die de knie niet voor Baäl hebben gebogen. Evenals de sterren des hemels, die alleen in het duister zichtbaar zijn, zullen deze getrouwen helder schijnen, wanneer duisternis de aarde zal bedekken en donkerheid de volken…

God heeft een overblijfsel bewaard, dat dan in het duister zal lichten om aan een afvallige wereld de veranderende macht van gehoorzaamheid aan Zijn wet te tonen… Hoe duister de nacht, des te stralender zullen ze lichten…

Laat daarom niemand trachten om Israël nu te tellen, maar laat iedereen een vlesen hart bezitten, een hart vol ontferming, een hart, dat evenals het hart van Christus uit gaat naar de redding van een verloren gaande wereld.” –Profeten en Koningen, blz. 119, 120.


VRIJDAG 25 juli

TERUGBLIK

1. Hoe toonde Elia geestelijke lafheid na het laten zien van grote morele kracht?

2. Over welke waarschuwing moet iedere gelovige nadenken, omdat een ieder van ons geroepen is om voor Christus te getuigen?

3. Wat is het geneesmiddel voor ontmoediging?

4. Wat verklaarde God, toen Elia klaagde alleen te zijn?

5. Wat is onze taak voor allen, die zich nooit gebogen hebben voor Baäl?

 <<    >>