Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 5 SABBAT, 2 augustus 2014

GEROEPEN OM TE DIENEN

“Niemand, die zijn hand aan de ploeg slaat, en ziet naar wat achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods” (Lukas 9:62).

“Iedereen, die deelnemer wordt aan Zijn genade, geeft God een werk te doen voor anderen.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 116.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 136-142. 

ZONDAG 27 juli

1. ’HIJ, DIE U ROEPT, IS GETROUW’

A. Hoe kwam de goddelijke oproep tot de profeten van God? 1 Koningen 12:22; 1 Kronieken 17:3; Lukas 3:2. Verklaar het verschil tussen de ware profeten en de zelf aangestelden. Jeremia14:14-15; 23:21, 32.

B. Hoe kwam de profetische oproep tot Elisa? 1 Koningen 19:16. Welke eigenschappen had hij getoond voor deze oproep? Vers 19.

“De roeping van het profetisch ambt bereikte Elisa, toen hij met de knechten van zijn vader op het land aan het ploegen was. Hij deed het werk, dat voor de hand lag. Hij bezat de bekwaamheden van een leider onder de mensen en de nederigheid van iemand, die bereid is te dienen. Hoewel hij een rustige en zachtmoedige geest bezat, was hij toch energiek en doelbewust. Hij bezat oprechtheid, trouw en vrees voor God; en in de eenvoudige dagelijkse leefwijze kreeg hij vastbeslotenheid en karakteradel en nam steeds toe in genade en kennis. Terwijl hij thuis werkte met zijn vader, leerde hij samen te werken met God.

Door trouw te zijn in kleine dingen werd Elisa voorbereid op grotere verantwoordelijkheden… Hij leerde dienen en door dit te leren leerde hij tevens, hoe hij moest onderrichten en voorgaan. Deze les geldt voor iedereen. Niemand kan weten, welk doel God heeft met Zijn tucht; maar ieder kan ervan verzekerd zijn, dat trouw in kleine dingen het bewijs van geschiktheid voor grotere verantwoordelijkheid is.” –Profeten en Koningen, blz. 136-137.


MAANDAG 28 juli

2. DE ZEKERHEID VAN GODS ROEPING

A. Welke factoren moest Elisa overwegen, zoals iedere dienstknecht van God, toen de goddelijke oproep tot hem kwam? 1 Koningen 19:20-21; Lukas 14:28.

“Elisa moest de kosten overwegen, hij moest zelf beslissen, of hij de roeping wilde aannemen of verwerpen…

De oproep om alles te leggen op het altaar van het dienen komt tot iedereen. Ons wordt niet gevraagd te dienen, zoals het geval was met Elisa, ook behoeven wij niet alles te verkopen, wat we bezitten; maar God vraagt ons om het dienen van Hem voorop te plaatsen in ons leven, om geen dag te laten voorbijgaan zonder iets te doen, waardoor Zijn werk op aarde zal vooruitgaan…

God aanvaardt het offer van elk van hen. Toewijding van het leven en alles wat ermee samen hangt, is noodzakelijk. Zij, die zich op deze wijze toewijden, zullen de roep van de hemel horen en gehoor eraan geven.” –Profeten en Koningen, blz. 138.

B. Wat was het enige verzoek van Elisa aan het einde van zijn samenwerking met Elia? 2 Koningen 2:9.

“Elisa vroeg niet om wereldse eer of een vooraanstaande plaats onder de groten der aarde. Hij verlangde naar een grote mate van de Geest, die God zo ruimschoots had geschonken aan de man, die op het punt stond opgenomen te worden. Hij wist, dat alleen de Geest, die op Elia had gerust, hem in staat kon stellen in Israël de plaats in te nemen, waarvoor God hem had geroepen.” –Profeten en Koningen, blz. 141.

C. Wat kunnen wij verliezen door het veronachtzamen van onze plichten, onze bekwaamheden en onze mogelijkheden? Matthéüs 25:28, 29 (laatste deel). Wat zal er aan de andere kant gebeuren, als wij ijverig zijn in het getrouw en eerlijk gebruiken van het “kapitaal”, dat wij al van God ontvangen hebben? Vers 29 (eerste deel).

“Jezus heeft de levensweg aangewezen. Hij heeft het licht der waarheid duidelijk gemaakt, Hij heeft de Heilige Geest gegeven en heeft ons rijkelijk geschonken alles, wat belangrijk is voor onze volmaaktheid.” –Fundamentals of Christian Education, blz. 218.


DINSDAG 29 juli

3. ELISA’S BEREIDHEID OM TE LEREN

A. Wat moeten wij leren van Elisa’s bereidheid om als bediende te werken? 2 Koningen 3:11 (laatste deel).

“In het begin werd geen grote taak geëist van Elisa; zijn opleiding bestond uit alledaagse dingen. Van hem wordt gezegd, dat hij water goot over de handen van zijn meester Elia. Hij was bereid alles te doen, wat de Here zei, en bij elke stap leerde hij lessen van nederigheid en dienstbaarheid. Als de persoonlijke bediende van de profeet bleef hij voortgaan trouw te zijn in kleine dingen, terwijl hij met een voornemen, dat dagelijks sterker werd, zich wijdde aan de zending, waartoe God hem had geroepen.” –Profeten en Koningen, blz. 139.

B. Wat moet een dienstknecht van God tonen, voordat hij geschikt is om meer verantwoording te dragen? Lukas 16:10-12.

“Niemand kan weten, welk doel God heeft met Zijn tucht; maar ieder kan ervan verzekerd zijn, dat trouw in kleine dingen het bewijs van geschiktheid voor grotere verantwoordelijkheid is. Elke daad in het leven is een openbaring van het karakter.” –Profeten en Koningen, blz. 136-137.

C. Hoe lijken het denken en handelen van velen op de eigenschappen van de luie dienstknecht, die slechts één talent ontvangen had? Matthéüs 25:14, 18, 24-28.

“Omdat velen geen aandeel hebben in een bepaald godsdienstig werk, menen ze, dat hun leven nutteloos is, dat zij niets doen voor het bevorderen van Gods koninkrijk. Hoe blij zouden ze iets groots ondernemen, als zij daartoe de kans kregen! Maar omdat ze alleen in kleine dingen kunnen dienen, menen ze zich te rechtvaardigen door niets te doen. Hierin dwalen zij. Iemand kan God werkelijk dienen in de gewone dagelijkse plichten, in het vellen van bomen, het bewerken van de grond of in het ploegen. De moeder, die haar kinderen opvoedt in de leer van Christus, werkt evengoed voor God als de predikant op de kansel.” –Profeten en Koningen, blz. 137.


WOENSDAG 30 juli

4. DIENEN HOUDT OOK IN JONGE MENSEN OPLEIDEN

A. Wat is één van de belangrijkste taken van een bekwaam en getrouw predikant? 2 Timótheüs 2:1-2.

“De dienst van het evangelie omvat veel meer dan alleen het prediken van het Woord. Het betekent de opleiding van jongemannen, zoals Elia Elisa heeft opgeleid, hen te roepen uit hun gewone plichten en hen verantwoordelijkheid te doen dragen in Gods werk, eerst kleine verantwoordelijkheden, met het toenemen van hun kracht en ervaring grotere verantwoordelijkheden…

Jonge onervaren werkers moeten opgeleid worden door deze ervaren dienaars van God in het werk. Zo zullen zij leren lasten te dragen.

Zij, die op zich nemen deze jonge werkers op te leiden, doen een edel werk. De Here zelf werkt met hen samen. En de jongemannen, tot wie het Woord van wijding wordt gesproken, die het voorrecht hebben samen te werken met oprechte, godvruchtige werkers, moeten hun kansen waarnemen. God heeft hen geëerd door hen te kiezen voor Zijn dienst en hen daar te plaatsen, waar ze beter bekwaam gemaakt kunnen worden; en ze moeten nederig, getrouw, gehoorzaam en offervaardig zijn. Als ze zich onderwerpen aan Gods tucht, Zijn aanwijzingen uitvoeren en Zijn dienaars kiezen als hun raadgevers, zullen ze zich ontwikkelen tot rechtvaardige, doelbewuste mannen met hoogstaande beginselen, aan wie God verantwoordelijkheden kan toevertrouwen...

Elia en Elisa hebben enkele jaren na de roeping van Elisa samengewerkt. De jongere man werd dag aan dag meer voorbereid op zijn werk.” -Profeten en Koningen, blz. 139-140.

B. Op welke punten legde de apostel Paulus de nadruk bij het opleiden van Timótheüs? 2 Timótheüs 1:5; 3:14-17.

“De vroomheid en invloed van zijn (Timótheüs’) leven thuis was niet oppervlakkig, maar zuiver, gevoelig en niet verdorven door verkeerde gevoelens. De zedelijke invloed van thuis was daadwerkelijk en geen opwelling, impulsief of veranderlijk. Gods Woord was een maatstaf, waardoor Timótheüs werd geleid… Zijn lesgevers thuis werkten samen met God in het opvoeden van deze jongeman voor het dragen van de lasten, die hij al jong zou moeten torsen.” –Bijbelkommentaar, blz. 574.


DONDERDAG 31 juli

5. LEREN EN ONDERWIJZEN; LERING EN ONDERWIJS

A. Hoe werd Elisa’s geloof beproefd, terwijl hij met Elia reisde? 2 Koningen 2:5-6.

“De scholen der profeten, door Samuël opgericht, waren in de tijd van Israëls afval verlopen. Elia richtte deze scholen weer op en trof voorzieningen voor jonge mannen, zodat zij een opleiding konden krijgen, die hen ertoe zou brengen de wet te verheerlijken en deze groot te maken. Drie van deze scholen, één te Gilgal, één in Bethel en één in Jericho, worden in de Bijbel genoemd. Kort voor Elia werd opgenomen naar de hemel, bezochten hij en Elisa deze opleidingscentra. De lessen, die de profeet van God hen bij vroegere bezoeken had gegeven, herhaalde hij nu… Hij doordrong hen ook van het belang, dat eenvoud elke trek van hun opleiding moest kenmerken. Alleen op deze wijze konden ze door de hemel worden gevormd en uitgaan om te werken in de weg des Heren…

Toen Elisa de profeet vergezelde op zijn dienstreis van school tot school, werden zijn geloof en vastbeslotenheid opnieuw op de proef gesteld… En nu bleef de trouwe dienaar van de man Gods dicht bij hem.” –Profeten en Koningen, blz. 140, 141.

B. Welke les kunnen wij allen leren van de succesvolle samenwerking van deze twee getrouwe en ijverige werkers van God? 1 Korinthe 3:8-9.

“De engelen van God zullen veel meer genoegen hebben en zullen aangetrokken worden tot ons, als de dienstknechten in het veld samen kunnen komen en samen neerknielen, en bidden met tranen en berouwvolle harten; als zij kunnen spreken over het werk, het maakt niet uit van wie het werk zal zijn.” –Sermons and Talks 2, blz. 15.


VRIJDAG 1 augustus

TERUGBLIK

1. Wat vroeg Elisa aan Elia vlak voor zijn hemelvaart?

2. Verklaar het gevaar van het veronachtzamen van mogelijkheden.

3. Hoeveel kunnen wij bereiken door goed gebruik te maken, van hetgeen wij al hebben?

4. Wat moeten wij tonen, voordat wij meer verantwoording krijgen?

5. Wat kunnen wij leren van de samenwerking van Elia en Elisa?

 <<    >>