Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 19 juli 2014

REFORMATIE IN DE TIJD VAN ELIA

“Elia was een mens van gelijke bewegingen als wij, en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. En hij bad weer, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort” (Jakobus 5:17-18).

“God probeerde het volk (van Israël) te bevrijden van hun afvalligheid en leidde hen om hun verantwoording aan de Ene te begrijpen, aan wie zij hun leven en alle dingen te danken hadden.” -The Review and Herald, 21 augustus 1913.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 75-103. 

ZONDAG 13 juli

1. EEN OPROEP TOT BEROUW EN REFORMATIE

A. Welke opdracht vertrouwde God aan Elia toe, toen Israël beheerst werd door de priesters van Baäl en Astarte? Wat zei hij tegen koning Achab? 1 Koningen 17:1.

“Gods boodschap aan Achab gaf aan Izebel en haar priesters, alsmede aan de volgelingen van Baäl en Astarte, de gelegenheid de macht van hun goden te bewijzen, en indien mogelijk aan te tonen, dat de woorden van Elia onjuist waren.” –Profeten en Koningen, blz. 77.

B. Hoe probeerde de heidense priesters het volk misleid te houden, toen God tot de koning, de leiders en het volk probeerde te spreken door oordelen, oproepend tot berouw en reformatie?

“Toch werd het volk door zijn leiders aangemaand vertrouwen te hebben in de macht van Baäl en de profetie van Elia als zinloze woorden te vergeten. De priesters hielden vol, dat de regen viel door de macht van Baäl.” –Profeten en Koningen, blz. 77.


MAANDAG 14 juli

2. EER REUK VAN LEVEN OF VAN DOOD

A. Met welke vraag probeerde de koning Elia te berispen, toen zij elkaar ontmoeten? 1 Koningen 18:17. Wat moet Gods boodschapper verwachten van hen, die weigeren de waarheid aan te nemen?

“De profeten van God werden door het afvallige Israël gehaat, omdat hun verborgen zonden door hen aan het licht werden gebracht. Achab beschouwde Elia als zijn vijand, omdat de profeet getrouw was in het bestraffen van de heimelijke ongerechtigheden van de koning. Zo ontmoet ook heden de dienstknecht van Christus, die de zonden bestraft, spot en afwijzing.” –De Wens der Eeuwen, blz. 508.

“Wanneer de mensen zien, dat zij hun opvattingen niet aan de hand van de Bijbel kunnen bewijzen, besluiten velen tot elke prijs te volharden en bekladden met een boosaardige geest het karakter en de motieven van hen, die een niet populaire waarheid verdedigen. Deze gedragslijn is door de eeuwen heen gevolgd. Elia werd in Israël beschouwd als een onruststoker, Jeremia als een verrader, Paulus als een tempelschender. Altijd zijn zij, die de waarheid trouw wilden blijven, uitgemaakt voor opruiers, ketters en scheurmakers.” –De Grote Strijd, blz. 425.

B. Wat kunnen wij verwachten van de grote meerderheid, ook als de waarheid aan hen is getoond? Jesaja 59:14-15; 2 Timótheüs 3:10-12. Hoe heeft dit invloed op ons?

“Velen, die te ongelovig zijn om het vaste profetische woord te aanvaarden, zullen blindelings instemmen met de beschuldiging tegen hen, die algemeen aanvaarde zonden afkeuren. Deze houding zal steeds meer voorkomen…

Wat moet de boodschapper der waarheid dan doen? Moet hij tot de conclusie komen, dat de waarheid niet gebracht hoeft te worden, omdat ze er vaak toe leidt, dat de mensen zich aan de eisen van de waarheid onttrekken of er zich tegen verzetten? Neen. Hij heeft niet meer redenen dan de hervormers in het verleden om Gods Woord te onderdrukken, omdat het verzet uit lokt…

Het grote bezwaar tegen het aannemen en verkondigen van de waarheid is, dat het zoveel ongemak en tegenwerking veroorzaakt… Maar dit zal de ware volgelingen van Christus niet afschrikken. Zij wachten niet tot de waarheid eens populair wordt. Ze kennen hun verplichtingen, nemen vrijwillig hun kruis op.” –De Grote Strijd, blz. 425, 426.


DINSDAG 15 juli

3. HET GEVAAR VAN AANGENAME PREKEN

A. Wat antwoordde Elia, toen Achab de profeet beschuldigde een beroerder Israëls te zijn? 1 Koningen 18:18.

“Elia, die met een rustig geweten voor Achab stond, tracht niet zich te verontschuldigen of de koning te vleien. Hij zoekt ook niet de toorn van de koning af te wenden door te wijzen op het goede nieuws, dat de droogte bijna voorbij is. Verontwaardigd, en ijverig voor Gods eer, kaatst hij de beschuldiging van Achab terug.” –Profeten en Koningen, blz. 87.

B. Wat voor preken zijn nodig om op te roepen tot berouw en reformatie? Jesaja 58:1. Wat is er fout met aangename preken?

“De aangename predikaties, die zo vaak gebracht worden, maken geen blijvende indruk; de bazuin heeft geen helder geluid. De mensen worden niet diep getroffen door de duidelijke, scherpe waarheden van Gods Woord…

De voorgangers, die mensen trachten te behagen, en die preken: Vrede, vrede, terwijl God niet van vrede heeft gesproken, zouden er goed aan doen hun harten te verootmoedigen voor God, en om vergeving te vragen voor hun onoprechtheid en hun gebrek aan zedelijke moed. Niet uit liefde voor de naaste verzachten ze de boodschap, die hun is toevertrouwd, maar uit liefde voor gemak en zelfzucht…

God roept mannen als Elia, Nathan, Johannes de Doper, mannen die getrouw Zijn boodschap zullen brengen zonder aan de gevolgen te denken, mannen die voor de waarheid durven uitkomen, als zou het alles vragen, wat ze bezitten.” –Profeten en Koningen, blz. 87, 88.

C. Wanneer zullen de beschuldigingen van Achab herhaald worden tegen de dienaren van God? Openbaring 13:15-17.

“Wanneer de boosheid van de mensen door valse beschuldigingen zal zijn opgewekt, zullen ze Gods gezanten op bijna dezelfde manier behandelen, als het afvallige Israël Elia aangepakt heeft.” –De Grote Strijd, blz. 545.


WOENSDAG 16 juli

4. EEN STRIJD TUSSEN TWEE MACHTEN

A. Wat verlangde Elia, nadat hij Achab berispt had? 1 Koningen 18:19-20.

“(Zie Koningen 18:19). Het bevel werd gegeven door iemand, die in de tegenwoordigheid van Jehova scheen te staan; en Achab gehoorzaamde terstond, alsof de profeet de koning was en de koning de onderdaan. Snelle boden werden door heel het koninkrijk gezonden met de opdracht samen te komen met Elia en de profeten van Baäl en Asjera.” –Profeten en Koningen, blz. 90.

B. Welke vraag legde Elia het volk voor? 1 Koningen 18:21 (eerste deel).

“Elia staat tegenover Achab en de valse profeten, omringd door de verzamelde Israëlieten; hij is de enige, die gekomen is om de eer van Jehova te rechtvaardigen. Hij, die door heel het rijk is beschuldigd als de oorzaak van hun jammer, staat nu voor hen, schijnbaar onbeschermd in de tegenwoordigheid van de koning van Israël, de profeten van Baäl, de soldaten en de duizenden van Israël. Maar Elia is niet alleen. Boven en om hem heen bevinden zich de hemelse scharen engelen, die uitnemend zijn in kracht.” –Profeten en Koningen, blz. 91.

C. Welk antwoord kreeg Elia van de verzamelde menigte? 1 Koningen 18:21 (tweede deel).

“De Here heeft een afkeer van onverschilligheid en ontrouw in tijden van crisis in Zijn werk. Het gehele universum slaat met onuitsprekelijke belangstelling de slottonelen gade van de grote strijd tussen goed en kwaad. Gods volk nadert de grenzen van de eeuwigheid; wat kan van meer belang zijn voor hen dan trouw te zijn aan de God des hemels? In de loop der eeuwen heeft God morele helden gehad; en Hij heeft ze nu nog, mensen die als Jozef, Elia en Daniël zich niet schamen te erkennen, dat ze behoren tot Zijn bijzonder volk.” –Profeten en Koningen, blz. 91-92.


DONDERDAG 17 juli

5. DE TIJDELIJKE BESCHERMING VAN ISRAËL

A. Wat zei het volk, toen Elia voorstelde, toen een twist dreigde,

dat ‘de God, Die door vuur antwoorden zal, Die zal God zijn’? 1 Koningen 18:22-24.

B. Wat deed Elia, nadat het volk gezien had, dat de heidense priesters bedriegers waren? 1 Koningen 18:30-34. En wat gebeurde er, toen hij bad tot de Heer om Zichzelf bekend te maken? Verzen 36-38.

C. Wat deed en zei het volk van de ware en enige God aan het eind van de krachtmeting, toen zij vuur van de hemel zagen komen, dat het offer en het water verteerde? 1 Koningen 18:39. Welke opdracht gaf Elia aangaande de valse leraren? Vers 40.

“Zij (de priesters van Baäl) willen nog profeten blijven van Baäl. Zo laten ze zien, dat ze rijp zijn voor de ondergang. Opdat het berouwvolle Israël beschermd zal worden voor de verleidingen van hen, die hun geleerd hebben Baäl te aanbidden, krijgt Elia opdracht van God om deze valse leraars te doden.” –Profeten en Koningen, blz. 95.


VRIJDAG 18 juli

TERUGBLIK

1. Beschrijf de gang van zaken van de grote strijd, zoals van Achab tegen Elia.

2. Verklaar onze plicht, als wij de ongelovige menigte ontmoeten.

3. Waarom zijn aangename boodschappen juist nu gevaarlijk?

4. Wanneer in de nabije toekomst zal de beschuldiging van Achab herhaald worden tegen de dienaren van God?

5. Hoe worden wij gewaarschuwd voor valse geestelijke leraren?

 <<    >>