ZONDAG
6 juli
1. WACHTERS OP DE MUREN VAN ZION
A. Wat is het verschil tussen een getrouwe en een ontrouwe wachter? Ezechiël 33:2-6.
“Vroeger werden vaak wachters geplaatst op de muren van steden, waar zij vanaf een gunstige positie belangrijke punten konden overzien om deze te bewaken en te waarschuwen, als een vijand naderde. Van hun getrouwheid hing de veiligheid af van allen erin. Met bepaalde tussenpozen moesten zij elkaar aanroepen om er zeker van te zijn, dat iedereen wakker was en dat niemand leed was aangedaan. De roep van goede moed of waarschuwing werd doorgegeven van de een naar de ander, een ieder herhaalde de roep, totdat hij rond de stad geklonken was.” –Gospel Workers, blz. 14.
B. Waarom moeten wij ieder persoonlijk als christen bezorgd zijn over de zielen van hen, die zonder God en zonder verlossing zijn? Ezechiël 33:7-9.
C. Probeert God te vernietigen of te verlossen? Ezechiël 33:11.
MAANDAG
7 juli
2. EEN ZEKER OF EEN ONZEKER GELUID
A. Wat gebeurt er, als de wachter de bazuin blaast maar geen duidelijk signaal geeft? 1 Korinthe 14:8.
“De wachter moet oppassen, dat zijn aarzeling en uitstel niet tot het verlies van zielen zal leiden en hem rekenschap gevraagd zal worden van hun bloed.” –Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 582.
B. Hoe beschreef Christus een grote klasse van ontrouwe wachters onder het symbool van een slechte dienstknecht? Matthéüs 24:48-51.
“De slechte slaaf zegt in zijn hart: ‘Mijn heer blijft uit’ (Lukas 12:45). Hij zegt niet, dat Christus niet zal komen. Hij spot niet met de gedachte aan de tweede komst. Maar in zijn hart en door zijn daden en woorden verklaart hij, dat de komst des Heren uitgesteld is. Hij verbant uit de gedachten van anderen de overtuiging, dat de Here spoedig komt. Zijn invloed brengt de mensen tot een aanmatigend, zorgeloos uitstel. Zij worden gestijfd in hun wereldzin en bedwelming. Aardse hartstochten, verdorven gedachten nemen bezit van de geest. De slechte dienstknecht eet en drinkt met de dronkaards, sluit zich aan bij de wereld in zijn jacht naar plezier. Hij slaat zijn medeslaven en beschuldigt en veroordeelt hen, die trouw zijn aan hun Meester. Hij doet mee met de wereld. Hij groeit met zijn soort op in overtreding.” –De Wens der Eeuwen, blz. 555.
C. Welke waarschuwing gaf de apostel Paulus ons aangaande deze wachters? 1 Thessalonicensen 5:3.
“De komst van Christus zal de valse leraars verrassen. Zij zeggen: ‘Het is (alles) vrede en rust’. Evenals de priesters en leraars vóór de val van Jeruzalem zien zij ernaar uit, dat de kerk aardse voorspoed en eer zal kennen. De tekenen der tijden verklaren zij als zodanig. Maar wat zegt het Woord der Inspiratie? ‘Een plotseling verderf overkomt hun’ (1 Thessalonicensen 5:3). Voor allen, die op de gehele aardbodem wonen, voor allen die van deze wereld hun tehuis maken, zal de dag des Heren komen als een strik.” –De Wens der Eeuwen, blz. 556.
DINSDAG
8 juli
3. KENMERKEN VAN NIET BEKWAME WACHTERS
A. Hoe kunnen wij een onbekwame wachter herkennen? Jesaja 56:10-12.
“Sommigen, die de positie van wachters bekleden om de mensen te waarschuwen voor gevaar, hebben hun waakzaamheid opgegeven en houden hun gemak. Zij zijn ontrouwe wachters. Zij doen niets, terwijl hun sluwe vijand het fort binnen komt en met succes werkt door hun laksheid om af te breken, wat God heeft bevolen op te bouwen. Zij zien, dat Satan de onervarenen en nietsvermoedenden bedriegt; maar ze nemen het allemaal rustig op, alsof zij geen speciaal belang hebben, alsof deze dingen hen niet aangaan. Zij vrezen geen bijzonder gevaar; zij zien geen reden om alarm te slaan. Voor hen lijkt alles goed te gaan, en zij zien geen noodzaak om de getrouwen de waarschuwende klanken van de bazuin te laten horen, die zij horen uit te dragen door de duidelijke getuigenissen, om de mensen hun overtredingen en het huis van Israël hun zonden te laten zien. Deze berispingen en waarschuwingen verstoren de rust van deze slaperige, gemakzuchtige wachters, en zij zijn niet blij. Zij zeggen in het hart, maar niet in woorden: ‘Dit is allemaal onnodig. Het is te ernstig, te hard. Deze mannen zijn onnodig gestoord en opgewonden, en lijken onwillig om ons enige rust of kalmte te geven’.” –Testimonies 2, blz. 440.
B. Welke waarschuwing moeten wij in gedachten houden met betrekking tot het werk van de geestelijk blinde wachters? Matthéüs 15:14. Hoe beschrijft de dienaar van de Heer één van zo'n wachter in de geschiedenis van het Adventisme?
“Sommigen zijn zo verblind geweest door hun eigen ongeloof, dat zij de geest van broeder B. niet konden onderscheiden... Hij heeft geweigerd om te wandelen in het licht van de waarheid, dat God Zijn volk heeft gegeven, en degenen, die in het licht wilden wandelen, heeft hij gehinderd.
Hij vindt het een eer om twijfels en ongeloof te zaaien met betrekking tot het gevestigde geloof van Gods geboden houdend volk. De waarheid, waarover hij zich eens verheugde, is nu duisternis voor hem en, tenzij hij zijn koers verandert, zal hij terugvallen in een mengsel van de standpunten van de verschillende kerkgenootschappen, maar zal het met geen van hen helemaal eens zijn; hij zal een aparte kerk van zichzelf zijn… Satan leidt hem zeker, zoals hij veel anderen heeft geleid, weg van het lichaam op een pad van bedrog en dwaling.” –Testimonies 3, blz. 441.
WOENSDAG
9 juli
4. EIGENSCHAPPEN VAN BEKWAME DIENSTKNECHTEN
A. Beschrijf de kenmerken van een trouwe dienaar van Christus. 1 Timótheüs 4:12-16; Titus 2:7-8.
“Het is het voorrecht van de wachters op de muren van Sion om zo dicht bij God te leven en ontvankelijk te zijn voor de indrukken van zijn Geest, zodat Hij kan werken door hen om zondaars van hun gevaar te vertellen en hen te wijzen op de veilige plaats. Uitgekozen door God, verzegeld met het gewijde bloed, moeten zij mannen en vrouwen redden van de naderende ondergang. Getrouw moeten zij hun medemensen waarschuwen voor de zekere gevolgen van overtreding, en getrouw moeten zij de belangen van de gemeente beschermen. Geen enkel moment mogen zij hun waakzaamheid laten verslappen. Aan hen is een werk opgedragen, die alle bekwaamheid van de mens vraagt. Als een bazuin moeten zij hun stem verheffen en nooit moeten zij een weifelende, onzekere klank laten horen. Niet voor loon moeten zij werken, maar omdat zij niet anders kunnen doen, omdat zij beseffen, dat er een wee over hen komt, als zij nalaten het evangelie te verkondigen.” –Gospel Workers, blz. 15.
B. Welk werk heeft Christus ons persoonlijk toevertrouwd? Matthéüs 24:45; 2 Timótheüs 4:2, 5.
“Onder de bewoners der aarde, verspreid in alle landen, zijn mensen, die de knie niet voor Baäl hebben gebogen. Evenals de sterren des hemels, die alleen in het duister zichtbaar zijn, zullen deze getrouwen helder schijnen, wanneer duisternis de aarde zal bedekken en donkerheid de volken. In het heidens Afrika, in de katholieke landen van Europa en Zuid Amerika, in China, in India, in de eilanden der zee en in de donkere delen der aarde heeft God een overblijfsel bewaard, dat dan in het duister zal lichten om aan een afvallige wereld de veranderende macht van gehoorzaamheid aan Zijn wet te tonen. Reeds nu zijn ze zichtbaar in ieder volk, onder elke tong en elke natie…Hoe duister de nacht, des te stralender zullen ze lichten…
Laat daarom niemand trachten om Israël nu te tellen, maar laat iedereen een vlesen hart bezitten, een hart vol ontferming, een hart dat evenals het hart van Christus uit gaat naar de redding van een verloren gaande wereld.” –Profeten en Koningen, blz. 119, 120.
DONDERDAG
10 juli
5. WELKE VREUGDE ZAL DAAR ZIJN!
A. Zullen de verlosten elkaar herkennen, als zij in de hemel komen? 1 Korinthe 13:12. Wat zullen zij horen uit de mond van degenen, die zij tot Christus geleid hebben?
“De verlosten zullen degenen ontmoeten en herkennen, van wie zij de aandacht richtten op de verheven Verlosser. Wat een gezegend gesprek hebben zij met deze zielen! ‘Ik was een zondaar’, zal men zeggen, ‘zonder God en zonder hoop in de wereld, en u kwam naar mij en richtte mijn aandacht op de dierbare Verlosser als mijn enige hoop...’ Anderen zullen zeggen: ‘Ik was een heiden in heidens land. U verliet uw vrienden en comfortabel huis en kwam om mij te leren hoe Jezus te vinden en in Hem te geloven, als de enige ware God. Ik deed mijn afgoden weg en diende God, en nu zie ik Hem van aangezicht tot aangezicht. Ik ben gered, voor eeuwig gered, om altijd Hem te aanschouwen die ik lief heb’.” –Testimonies 6, blz. 311.
B. Wat zal Christus verklaren aan hen? Matthéüs 25:34-40.
“Anderen zullen hun dankbaarheid betuigen aan degenen, die de hongerigen voedden en de naakten kleedden. ‘Toen wanhoop mijn ziel in ongeloof bond, zond de Heer u tot mij’, zeggen zij, ‘om woorden van hoop en troost te spreken. U bracht mij eten voor mijn lichamelijke behoeften en u opende voor mij het woord van God, u maakte mijn geestelijke nood in mij wakker. U behandelde mij als een broeder’.” -Testimonies 6, blz. 311.
VRIJDAG
11 juli
TERUGBLIK
1. Maak onderscheid tussen getrouwe en ontrouwe wachters.
2. Wat is Christus’ beschrijving van ontrouwe wachters?
3. Hoe zijn velen in gevaar van de valstrik van “broeder B.” in Testimonies 3, blz. 441?
4. Hoe kunnen wij duidelijker de kenmerken van geloof weerspiegelen?
5. Vertel de reusachtige belonende woorden van dankbaarheid, die in de Hemel zullen worden uitgesproken.