Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 13 SABBAT, 27 september 2014

VERDERE REFORMATIE!

“Gedenk mijner, mijn God, in dezen; en delg mijn weldadigheden niet uit, die ik aan het huis mijns Gods en aan Zijn wachten gedaan heb” (Nehemia 13:14).

“De wereld is afgedwaald van God, en zijn wetteloze toestand moet schrik aanjagen in het hart, en allen, die trouw zijn aan de grote Koning leiden om te werken aan een reformatie.” –The Signs of the Times, 17 januari 1884.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 413-418. 

ZONDAG 21 september

1. DE EERSTE DADEN VAN NEHEMIA

A. Wat gebeurde er tijdens de afwezigheid van Nehemia, nadat de Joden zich gevestigd hadden in hun thuisland en plechtig beloofd hadden om God te gehoorzamen? Nehemia 8:18; 9:1-2; 10:28-31; 13:6.

B. Welke toestand vond hij bij zijn terugkomst in Jeruzalem? Nehemia 13:7.

“Afgodendienaars hadden niet slechts vaste voet gekregen in de stad, maar door hun aanwezigheid besmetten ze zelfs de voorhoven van de tempel. Door onderlinge huwelijken was er vriendschap ontstaan tussen Eljasib de hogepriester en Tobia de Ammoniet, een bittere vijand van Israël. Als resultaat van deze ongeheiligde verbintenis had Eljasib Tobia toestemming gegeven een kamer in te richten bij de tempel, waar voorheen de tienden en gaven van het volk werden bewaard.” –Profeten en Koningen, blz. 413.

C. Wat deed Eljasib, de hogepriester, in weerwil van het woord van God (Deuteronomium 23:3-6)? Welke eerste stap zette Nehemia in het reformatiewerk? Nehemia 13:7-9.


MAANDAG 22 september

2. WANNEER EEN BEROEP DOEN OP SAMENWERKING

A. Op welke wijze werden de mensen ontmoedigd, toen de offergaven verkeerd waren gebruikt? Nehemia 13:4-5. Wat moesten veel tempeldienaren toen doen? Nehemia 13:10.

“In strijd met dit woord had de hogepriester de offergaven, opgeborgen in dit vertrek van Gods huis, daaruit verwijderd om ruimte te maken voor deze vertegenwoordiger van een verboden volk. Groter verachting voor God en Zijn waarheid was niet mogelijk. Toen Nehemia terugkeerde uit Perzië, hoorde hij van deze heiligschennis en nam prompt maatregelen om de indringer te verdrijven...

Niet alleen was de tempel verontheiligd, maar ook de offeranden waren misbruikt. Ze hadden hun ijver en vurigheid verloren en waren traag in het brengen van hun tienden. De schatkamer van het huis des Heren was slecht voorzien; velen van de zangers en anderen, die aan de tempeldienst verbonden waren, hadden niet voldoende verzorging gekregen en hadden Gods werk in de steek gelaten om elders te werken.” –Profeten en Koningen, blz. 413.

B. Wat antwoordden de mensen op de beslissende leiding van Nehemia bij de inspanningen om te hervormen? Nehemia 13:11-13.

“Nehemia ging aan het werk om deze misstanden te verbeteren. Hij riep degenen, die de dienst van het huis des Heren hadden verlaten, terug en ‘stelde hen op hun post’. Dit schonk het volk nieuw vertrouwen en heel Juda ‘bracht de tienden van het koren, van de most en van de olie weer naar de voorraadkamers’. Betrouwbare mannen werden aangesteld als schatbewaarders over de voorraden; ‘het was hun taak, aan hun broeders uit te delen’ (Nehemia 13:11-13).

Het succes van Nehemia’s inspanningen laat zien, waartoe gebed, geloof en wijs, energiek handelen in staat is. Nehemia was geen priester; hij was geen profeet; hij maakte geen aanspraak op een eervolle titel. Hij was een hervormer, geroepen voor een belangrijke tijd. Het was zijn bedoeling zijn volk met God te herenigen. Door dit doel bezield gaf hij alle kracht om het te verwerkelijken.” –Profeten en Koningen, blz. 413-414, 416.


DINSDAG 23 september

3. SABBAT VIEREN HERSTELD

A. Hoe werd het teken, waarmee de Israëlieten zich onderscheidden van de heidenen, veronachtzaamd tijdens de afwezigheid van Nehemia? Nehemia 13:15-16.

“Nog een gevolg van het feit, dat ze met afgodendienaars waren verbonden, was het veronachtzamen van de sabbat, het teken dat de Israëlieten van alle andere volkeren onderscheidde als aanbidders van de ware God. Nehemia ontdekte, dat heidense handelaars en kooplieden uit naburige landen naar Jeruzalem waren gekomen en vele Israëlieten ertoe hadden gebracht op Sabbat handel te drijven. Sommigen konden niet overgehaald worden hun beginselen prijs te geven, maar anderen zondigden en verbonden zich met de heidenen in het streven de gewetensbezwaren van hen, die trouw waren gebleven, tot zwijgen te brengen. Velen waagden het openlijk de sabbat te schenden.

Deze dingen hadden verhinderd kunnen worden, als de oversten hun gezag hadden uitgeoefend; maar het verlangen hun eigen belangen te bevorderen, had hen ertoe gebracht de ongelovigen te begunstigen.” –Profeten en Koningen, blz. 414.

B. Hoe en waarom berispte Nehemia de leiders voor hun plichtsverzuim? Nehemia 13:17-18.

“De handelaars en verkopers ‘die niet van plan waren hun plannen op te geven’, overnachtten enige malen buiten Jeruzalem, in de hoop gelegenheden te vinden om handel te drijven (Nehemia 13:20).” -Profeten en Koningen, blz. 414.

C. Hoe handelde Nehemia om deze stand van zaken te corrigeren? Nehemia 13:19-23.

“Ook gaf Nehemia de Levieten opdracht de poorten te bewaken, daar hij wist, dat zij meer eerbied zouden afdwingen dan het gewone volk. Ook was door hun nauwe verbondenheid met de dienst van God te verwachten, dat ze meer ijver zouden tonen in het nadruk leggen op het gehoorzamen aan Gods wet.” –Profeten en Koningen, blz. 415.

“Voor slechte dingen, die wij hadden kunnen verhinderen, zijn wij evenzeer verantwoordelijk als wanneer wij zelf schuldig zouden zijn aan de daden.” –De Wens der Eeuwen, blz. 385.


WOENSDAG 24 september

4. STAAN VOOR ONZE OVERTUIGINGEN

A. Hoe hielp God Nehemia om het geweten van de mensen wakker te maken tot de behoefte aan een besliste reformatie in hun huwelijk? Nehemia 13:23-27.

“Deze ongewettigde verbintenissen (van gemengde huwelijken en verbinding met afgodendienaars) waren oorzaak van grote verwarring in Israël; want sommigen van deze mensen bekleedden vooraanstaande posities en waren heersers, van wie het volk terecht raad en een juist voorbeeld mocht verwachten. Omdat Nehemia voorzag, dat de ondergang van het volk het gevolg zou zijn, als dit bleef voortgaan, sprak hij ernstig met de overtreders...

Toen hij hun Gods geboden en bedreigingen voorhield, alsmede de vreselijke oordelen, waardoor Israël in het verleden voor deze zonden was gestraft, werd hun geweten wakker, en er begon een hervormingswerk, dat Gods dreigende toorn afwendde en Zijn goedkeuring en zegen bracht.” –Profeten en Koningen, blz. 415.

B. Wat was één ding, dat Nehemia in zijn menselijke zwakheid deed, wat een werker in Gods wijngaard nooit moet doen? Nehemia 13:25.

“Hervormers zijn geen vernielers. Nooit zullen ze proberen hen te vernietigen, die niet harmoniëren met hun plannen en zich niet bij hen aansluiten. Hervormers moeten steeds vooruit- en nooit achteruitgaan. Zij moeten vastbesloten, resoluut, onversaagd zijn, maar die vastberadenheid moet niet ontaarden in een overheersende geest.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2, blz. 444-445.

C. Wat was de hoofdreden, waarom Eljasib, de hogepriester, zijn zoon en zijn kleinzoon ongeschikt werden voor het priesterschap? Nehemia 13:28-29. Wat gebeurt er met hen, die wel een mening maar geen overtuiging hebben? Matthéüs 15:14.

“Sommigen bekleedden een heilig ambt en pleitten voor hun heidense vrouwen met de woorden, dat ze er niet van konden scheiden. Er werd echter geen onderscheid gemaakt; rang of positie werd niet in ogenschouw genomen. Als iemand van de priesters of oversten weigerde zich los te maken van de afgodendienaars, werd hij terstond ontslagen uit de dienst des Heren. Een kleinzoon van de hogepriester, die getrouwd was met een dochter van Sanballat, werd niet alleen uit zijn ambt ontzet, maar zelfs uit Israël verbannen.” –Profeten en Koningen, blz. 415.


DONDERDAG 25 september

5. LESSEN VOOR ONS VANDAAG

A. Welke lessen moeten wij leren van het werk van Ezra en Nehemia? Jesaja 57:12-14; Romeinen 15:4.

“In het hervormingwerk, dat in onze tijd moet plaatsvinden, is er behoefte aan mannen, die evenals Ezra en Nehemia, de zonde niet zullen vergoelijken of verontschuldigen of ervoor terugschrikken Gods eer te rechtvaardigen. Zij, op wie de last van dit werk drukt, zullen niet zwijgen, als er verkeerd wordt gehandeld, en evenmin zullen zij de zonde met de mantel van misplaatste liefde bedekken. Ze zullen bedenken, dat God de persoon niet aanziet, en dat gestrengheid jegens enkelen barmhartigheid voor velen kan betekenen. Ze zullen ook er aan denken, dat in hem, die het kwaad berispt, altijd de geest van Christus merkbaar moet zijn. In hun arbeid verootmoedigden Ezra en Nehemia zich voor God, beleden hun zonden en de zonden van hun volk en smeekten om vergiffenis, alsof zij zelf schuldig waren. Volhardend werkten, baden en leden ze.” –Profeten en Koningen, blz. 416.

“Dit werk van herstel en hervorming... vormt een beeld van een werk van geestelijk herstel, dat moet plaatsvinden in de laatste dagen van deze wereldgeschiedenis…

In de eindtijd zal elke goddelijke instelling hersteld worden. De bres, in de wet gemaakt in de tijd dat de sabbat werd veranderd door de mens, zal hersteld worden. Gods laatste volk, dat in de wereld leeft als hervormers, moet laten zien, dat Gods wet de grondslag vormt van alle blijvende hervormingen en dat de sabbat van het vierde gebod blijft bestaan als een gedenkteken aan de schepping, een blijvende herinnering aan Gods macht. Op duidelijke wijze moeten zij de noodzaak aantonen van gehoorzaamheid aan al Gods geboden. Gedrongen door de liefde van Christus moeten ze met Hem samenwerken in het herbouwen van de verwoeste plaatsen. Zij moeten de herstellers van de bressen, de herbouwers van de straten zijn.” –Profeten en Koningen, blz. 417, 418.


VRIJDAG 6 september

TERUGBLIK

1. Hoe bevorderde Nehemia zijn reformatie inspanningen?

2. Hoe werd het Sabbat vieren hersteld?

3. God heeft een tegenwoordige waarheid voor iedere generatie. Wat is nu Zijn wil met betrekking tot de heiligheid en het behoud van het huwelijk?

4. Verklaar de relevantie van de ervaringen van Ezra en Nehemia in onze tijd.

5. Welke vraag moeten wij ons stellen als Christus’ getuigen?

 <<    >>