Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der wereld (III)

 <<    >> 
Les 6 SABBAT, 9 augustus 2014

EEN PROFEET VAN VREDE

“Dat toch twee delen van uw geest op mij zijn!” (2 Koningen 2:9).

“Als de Heere in Zijn voorzienigheid het goed acht van Zijn werk te verwijderen hen, aan wie Hij wijsheid heeft gegeven, helpt en versterkt Hij hun opvolgers, als zij naar Hem zullen opzien voor hulp en zullen wandelen in Zijn wegen.” -Conflict and Courage, blz. 223.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 147-165. 

ZONDAG 3 augustus

1. DE PROFETENDIENST VAN ELISA

A. Wat gebeurde er met Elia na zijn reformatiewerk in Juda en Israël? 2 Koningen 2:11-12.

B. Hoe had Elisa in het kort gezegd voordeel van de tijd samen met Elia? 2 Koningen 2:2. Wat was het basisverschil tussen het opgedragen werk aan hen? 1 Koningen 17:1; 2 Koningen 2:20-22.

“Als opvolger van Elia moest Elisa door zorgvuldig, geduldig onderricht trachten Israël op veilige wegen te leiden. Zijn samenwerking met Elia, de grootste profeet sedert de dagen van Mozes, bereidde hem voor op het werk, dat hij spoedig alleen moest opnemen.” –Profeten en Koningen, blz. 140.

“Elisa’s werk als een profeet verschilde in enkele opzichten veel van Elia’s werk. Elia moest boodschappen van veroordeling en straf brengen; hij moest onbevreesd vermanen en koning en volk oproepen zich af te wenden van hun boze wegen. Elisa had een vreedzamer boodschap; hij moest het werk, dat Elia was begonnen, opbouwen en versterken; hij moest het volk onderrichten in de weg des Heren. De geest der inspiratie schildert hem als iemand, die persoonlijk met de mensen in aanraking kwam, omgeven door de zonen der profeten; terwijl hij door zijn wonderen en dienst genezing en blijdschap bracht.” –Profeten en Koningen, blz. 147.


MAANDAG 4 augustus

2. OOK DE SYRIËRS WISTEN HET

A. Hoe probeerde de koning van Syrië, toen hij verraad vermoedde in zijn regering, te bedenken, waar het vandaan kwam? 2 Koningen 6:8-11. Wie was de feitelijke bron van informatie, die gegeven werd aan de koning van Israël? Vers 12.

B. Welke opdracht vaardigde de Syrische koning uit om de moeilijkheid, die hem kwelde, op te lossen? Toen de spion (of spionnen) de verblijfplaats van de profeet uit vonden, wat deed de koning toen? Verzen 13-14.

“In de aanhoudende oorlogen met de Arameeërs (Syriërs) had Joahaz, de opvolger van Jehu, enkele steden ten oosten van de Jordaan verloren. Een tijd lang had het geleken, dat de Arameeërs het gehele koninkrijk zouden overwinnen…

Bij een zekere gelegenheid zocht de koning van Aram (Syrië), tijdens een inval Elisa om te brengen, vanwege zijn bezigheid de koning van Israël op de hoogte te stellen van de plannen van de vijand. De Aramese koning had overlegd met zijn dienaren: ‘Op die en die plaats zal mijn legerkamp zijn’ (2 Koningen 6:8). Dit plan werd door de Here aan Elisa geopenbaard.” –Profeten en Koningen, blz. 160, 161.

C. Op welke belofte kunnen de dienstknechten van God beslag leggen, als zij zich in een zeer ernstige moeilijkheid bevinden of als hun leven bedreigd wordt? Psalm 34:8.

“Wanneer Gods volk in het nauw is en er schijnbaar geen ontkoming voor hen staat, moet alleen de Here hun toevlucht zijn.” –Profeten en Koningen, blz. 161.

“Onze hemelse Vader heeft duizenden wegen om in onze noden te voorzien, waar wij niets van afweten. Zij, die het ene beginsel, de dienst van God boven alles stellen, accepteren, zullen ontdekken, dat alle verschrikkingen verdwijnen en een effen pad voor hun voeten ligt…

In de donkerste dagen, als er geen uitzicht schijnt te zijn, oefen dan geloof in God.” –De Weg tot Gezondheid, blz. 412, 413.


DINSDAG 5 augustus

3. GESLAGEN MET BLINDHEID

A. Welke boodschap bracht Elisa’s geschrokken knecht aan zijn meester? 2 Koningen 6:15. Welk antwoord gaf Elisa zijn knecht om hem te kalmeren? Vers 16.

“Tussen de dienstknecht van God en het leger gewapende strijders was een beschermende ring van hemelse engelen. Ze waren neergedaald in macht, niet om te verderven of om hulde af te dwingen, maar om de zwakke en hulpeloze dienaren van God te omringen en hen te dienen.” –Profeten en Koningen, blz. 161.

B. Welke onbetwistbare waarheid leert Elisa’s antwoord? Romeinen 8:31.

“Vergeleken met de miljoenen aardbewoners zal Gods volk, als altijd, een kleine kudde zijn. Maar als de gelovigen vast staan in de waarheid, zoals deze in Zijn Woord is geopenbaard, zal God hun toevlucht zijn. Ze staan onder bescherming van de Almachtige. God heeft altijd de meerderheid.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 429.

C. Wat moeten wij zorgvuldig bedenken over de manier, waarop Elisa het Syrische leger behandelde? 2 Koningen 6:17-20.

“Een enkele onrechtvaardige daad van de wil, of van bitterheid, afgunst, jaloezie, of kwade vermoedens zal de Geest van God uitblussen en uit uw hart het ware geluk bannen...

Zelfs het haten van een boze werker zal u in een positie plaatsen, waar uw oordeel beïnvloed zal worden en u zult geen dader van het werk van Christus zijn door goed met kwaad te vergelden. Terwijl u de zonde veracht, moet u de zielen liefhebben van hen, voor wie Christus de prijs van Zijn eigen bloed betaald heeft.

Het verlangen naar wraak, of een ander gevoel dan dat van tedere, medelijdende liefde zoals Jezus uitoefent jegens ons, de gevallen zondige mensheid, beschadigt de ziel en wordt in de hemel tegen ons opgeschreven.” -Manuscript Releases 21, blz. 164-165.


WOENSDAG 6 augustus

4. WIJZE MENSEN PROBEREN VREDE TE MAKEN; DWAZEN MAKEN OORLOG

A. Wat moeten wij leren van de raad, die Elisa gaf aan de koning van Israël? 2 Koningen 6:21-23. Wat is de beste manier om een vijand te ontwapenen? Romeinen 12:20.

“Wij hebben niet een neiging om vriendelijkheid te ontwikkelen; wij willen, dat alles op een gemakkelijke manier tot ons komt. Maar de vraag van het grootste belang voor ieder van ons moet niet zijn, hoe wij onze eigen plannen kunnen uitvoeren tegen de plannen van anderen, maar hoe wij de kracht kunnen hebben om elke dag te leven voor Christus. Christus kwam naar de aarde en gaf Zijn leven, zodat wij eeuwige verlossing zouden hebben. Hij wil een ieder van ons omringen met de sfeer van de hemel, zodat wij een voorbeeld kunnen geven aan de wereld, zodat de godsdienst van Christus geëerd zal worden.” -Loma Linda Messages, blz. 602.

B. Wat gebeurde er met de Israëlieten, nadat zij zich verder van de Heer afkeerden? Hoe vielen de oordelen, voorzegd in Deuteronomium 5:9, op hen in de tijd van de koningen van Syrië? 2 Koningen 6:24-25.

C. Wat gebeurde er, toen de hongersnood in Samaria de koning en het volk dreef tot wanhopige maatregelen? 2 Koningen 7:1-9, 16, 20.

“Omdat Hij het dwalende Israël lief had, stond God toe, dat de Arameeërs hen tuchtigden. Uit medelijden met hen, wier morele kracht zwak was, wekte hij Jehu op om de goddeloze Izébel en het gehele huis van Achab om te brengen. Opnieuw werden door een genadige voorziening de priesters van Baäl en Asjera terzijde gezet en werden hun heidense altaren afgebroken. In Zijn wijsheid had God voorzien, dat wanneer verleidingen waren weggenomen, sommigen het heidendom zouden loslaten en zich tot Hem zouden wenden; daarom stond Hij toe, dat de ene ramp na de andere hen trof. Zijn oordelen waren gemengd met genade; en toen Zijn doel was bereikt, keerde Hij het getij ten gunste van hen, die geleerd hadden Hem te zoeken.” –Profeten en Koningen, blz. 160.


DONDERDAG 7 augustus

5. EEN BELANGRIJKE LES VOOR ONS

A. Welke les probeerde Elisa, tijdens zijn laatste dagen, de koning van Israël te leren? 2 Koningen 13:14-17.

B. Hoe verwachtte de profeet, dat de jonge koning zou laten zien, dat hij de les begrepen had? Verzen 18-19.

“De les geldt voor allen, die een vertrouwenspositie bekleden. Als God de weg baant voor het vervullen van een bepaalde taak en de verzekering geeft van succes, moet het verkoren werktuig alles doen, wat mogelijk is om het beloofde resultaat te bereiken. Naarmate het enthousiasme en de volharding, waarmee het werk wordt verricht, zal het succes zijn. God kan voor Zijn volk alleen wonderen doen, als ze hun aandeel met onvermoeide ijver verrichten. Hij vraagt mensen, die toegewijd zijn aan Zijn werk, mensen met zedelijke moed, met een brandende liefde voor zielen en met een onwankelbare ijver. Zulke werkers zullen geen enkele taak te inspannend vinden, geen enkel vooruitzicht hopeloos; ze zullen doorwerken zonder zich te laten afschrikken, tot een schijnbare nederlaag is veranderd in een heerlijke overwinning. Zelfs geen gevangenismuren, met daarachter het lot van de martelaar, zal hen afbrengen van hun doel om met God te werken aan het bouwen van Zijn koninkrijk.” –Profeten en Koningen, blz. 165.


VRIJDAG 8 augustus

TERUGBLIK

1. Roept God mij op om meer een Elia type getuige te zijn of een Elisa type?

2. Leg uit, hoe God nu bereid is om ons goddelijk inzicht te geven, net zoals Hij deed in de dagen van Elisa.

3. Welke raad gaf Elisa de koning in tegenstelling met het eigen vijandige plan van hem en waarom?

4. Noem enkele voorbeelden, waardoor wij nu, in onze omstandigheden, Elisa's benadering van het Syrische leger kunnen weerspiegelen.

5. Verklaar de formule voor geestelijk succes, zoals het werd onderwezen aan Joas.

 <<    >>