ZONDAG
25 mei
1. ‘DE HEERE GEVE WIJSHEID’
A. Wat zei God tot Salomo in een droom, toen hij begon te regeren over Israël, en wat was het verzoek van Salomo? 1 Koningen 3:5-9.
B. Wat beloofde de Heer Salomo na zijn wijs verzoek? 1 Koningen 3:11-14; Spreuken 2:6.
C. Wat moet iedere arbeider in de wijngaard van de Heer beseffen? Jakobus 1:5-7.
“Degenen, die nu een vertrouwenspositie bekleden, moeten de les leren, die Salomo's gebed hun leert. Hoe hoger de positie is, die iemand bekleedt, des te zwaarder is de verantwoordelijkheid, die op hem rust, des te verstrekkender zal de invloed zijn, die van hem uit gaat en des te meer zal hij afhankelijk zijn van God. Altijd moet hij eraan denken, dat met de roeping om te werken ook de oproep komt om verstandig te wandelen in het oog van zijn medemensen. Hij moet tegenover God staan als een leerling.” -Profeten en Koningen, blz. 19.
MAANDAG
26 mei
2. ELKE LASTDRAGER HEEFT WIJSHEID NODIG
A. Hoe beschrijft de Bijbel een ware lastdrager? Matthéüs 24:45-47; Johannes 21:15-17; Handelingen 20:28.
“Als iemand, die onder lasten gebukt gaat, wijsheid zoekt, meer dan rijkdom, macht of aanzien, zal hij niet teleurgesteld worden. Zo iemand zal niet alleen van de grote Leermeester leren, wat hij moet doen, maar ook hoe hij dat moet doen op een wijze, die Gods goedkeuring kan wegdragen.
Zolang de man, die van God onderscheidingsvermogen en bekwaamheid heeft gekregen, toegewijd blijft aan God, zal hij niet streven naar een voorname plaats of jagen naar gezag. Natuurlijk zijn er mensen, die een bepaalde verantwoordelijkheid moeten dragen, maar in plaats van te streven naar de eerste plaats, zal een ware leider bidden om een verstandig hart, zodat hij onderscheid kan maken tussen goed en kwaad.
De weg van mensen, die als leiders zijn aangesteld, is niet gemakkelijk. Maar in elke moeilijkheid moeten zij een oproep zien om te bidden. Nooit moeten ze nalaten de Bron van ware wijsheid te zoeken. Gesterkt en verlicht door de Meester zullen zij in staat zijn stand te houden tegen ongeheiligde invloeden en onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Ze zullen goedkeuren, wat Gods goedkeuring heeft en ernstig strijden tegen het inbrengen van verkeerde beginselen in Zijn werk.” –Profeten en Koningen, blz. 19.
B. Wat staat er geschreven over de begintijd van de regering van Salomo? 1 Koningen 3:28; 4:29, 34.
“Gedurende vele jaren werd het leven van Salomo gekenmerkt door toewijding aan God, door oprechtheid en vastheid van beginsel, en door strikte gehoorzaamheid aan Gods geboden. Hij gaf aanwijzingen in elke belangrijke onderneming en handhaafde op verstandige wijze de zaken, die met het koningschap te maken hadden. Zijn rijkdom en wijsheid, de prachtige bouwwerken en openbare werken, die hij vervaardigde in de eerste jaren van zijn regering, de energie, vroomheid, rechtvaardigheid en grootheid, die hij openbaarde in woord en daad, wonnen de trouw van zijn onderdanen en de bewondering en hulde van de vorsten in vele landen.” –Profeten en Koningen, blz. 20.
“Niemand begreep beter dan Salomo, dat deze gaven (van macht, wijsheid en eer) werden verleend, omdat hij aan de wereld kennis van God kon doorgeven.” -The Review and Herald, 7 december 1905.
DINSDAG
27 mei
3. DE TEMPEL GEBOUWD MET HEMELSE WIJSHEID
A. Wat was het monumentale werk van koning Salomo? 1 Koningen 6:1, 7, 38.
“Het vorstelijke gebouw, dat Salomo en zijn medewerkers oprichtten voor God en diens eredienst, was van onvergelijkelijke schoonheid en pracht… De plek (de berg Moria), waar de tempel was gebouwd, was reeds lang beschouwd als een gewijde plaats. Hier had Abraham, de vader der gelovigen, zijn bereidheid getoond om, in gehoorzaamheid aan Gods bevel, zijn enige zoon te offeren. Hier had God met Abraham het verbond vernieuwd, dat de heerlijke belofte van de komende Messias omvatte, die aan het mensdom was beloofd door het offer van de Zoon van de Allerhoogste (Zie Genesis 22:9, 16-18). Hier had David brandoffers en zoenoffers gebracht om het wrekende zwaard van de verderfengel te weren, waarop God hem had geantwoord door vuur te zenden van de hemel. (Zie 1 Kronieken 21). En nu zouden de aanbidders van Jehova opnieuw hier samenkomen om hun God te ontmoeten en hun belofte van trouw aan Hem te vernieuwen.“ -Profeten en Koningen, blz. 22-23.
B. Wat werd in de tempel gebracht, zodra het prachtige gebouw voltooid was? 2 Kronieken 5:1-5.
C. Beschrijf de plechtige ceremonie, die het brengen van de ark van het verbond naar de tempel begeleidde. 2 Kronieken 5:12-13. Vat het inwijdingsgebed van Salomo samen. 1 Koningen 8:23-53.
“Toen knielde Salomo neer op het podium en bad het wijdingsgebed ten aanhoren van heel het volk. Met de handen opgeheven naar de hemel, terwijl de vergadering zich boog met het gezicht naar de aarde, smeekte de koning (in gebed tot God).” –Profeten en Koningen, blz. 24.
“’Zodra Salomo zijn gebed geëindigd had, daalde vuur uit de hemel neer, en verteerde het brandoffer en de slachtoffers. De priesters konden de tempel niet binnengaan, want de heerlijkheid des Heren had het huis des Heren vervuld’ (2 Kronieken 7:1-2).” –Profeten en Koningen, blz. 26.
WOENSDAG
28 mei
4. WIJSHEID MISBRUIKT
A. Hoe betreurde Salomo het misbruik van zijn wijsheid in zijn latere jaren? Prediker 2:1-3, 7, 10, 15.
B. Wat was de weg, die Christus volgde in tegenstelling tot de verkeerde koers van Salomo? Matthéüs 8:20; Handelingen 10:38. Wat kunnen wij leren van het bestuderen van Christus’ methoden van werken?
“Zij, die door gehoor te geven aan Gods oproep, in dienst van de Meester zijn getreden, doen er goed aan Zijn werkwijze te bestuderen. Hij nam de gelegenheid waar, die Hij aantrof langs de weg.
Tussen de reizen, die Hij maakte, woonde Jezus in Kapernaüm, dat bekend werd als ‘Zijn eigen stad’ (Matthéüs 9:1). Gelegen aan de hoofdweg van Damascus naar Jeruzalem en Egypte en de Middellandse Zee was deze stad een geschikt middelpunt voor het werk van de Heiland. Mensen uit allerlei landen kwamen door de stad of brachten er de nacht door. Daar sprak Jezus met mensen uit verschillende landen en allerlei afkomst, en op deze wijze kwamen Zijn lessen in andere landen en gezinnen. Hierdoor werd belangstelling gewekt voor de profetieën, die naar de Messias wezen, de aandacht werd gericht op de Heiland en Zijn zending werd bekend in de wereld.” –Profeten en Koningen, blz. 45.
C. Wat zei Salomo, toen hij tot bezinning kwam? Prediker 2:16-18. Welke les moeten wij leren van het falen van Salomo?
“De strijd, die ons wacht, eist het beoefenen van een geest van zelfverloochening, van wantrouwen in eigen macht en afhankelijkheid van God alleen, van het verstandig waarnemen van elke kans om zielen te redden. Gods zegen zal rusten op Zijn kerk, als deze eensgezind voorwaarts trekt en aan een wereld, die in het duister ligt, de schoonheid openbaart van heiligheid, geopenbaard door een christelijke geest van zelfopoffering, in het verheffen van God in plaats van de mens, en in liefdevolle, onvermoeibare dienst aan hen, die zoveel behoefte hebben aan de zegeningen van het evangelie.” –Profeten en Koningen, blz. 46.
DONDERDAG
29 mei
5. SALOMO’S BEROUW
A. Hoe schudde de Heilige Geest ten slotte het slapende geweten van Salomo wakker? 1 Koningen 11:11-12. Welk effect had het oordeel van de Heer op hem? Prediker 2:11, 13.
“(Zie 1 Koningen 11:11-28). Alsof hij wakker werd uit een droom door dit godsgericht, dat uitgesproken werd over hem en zijn huis, begon Salomo met een wakker geschud geweten zijn dwaasheid in het ware licht te zien. In zijn geest gekastijd, verzwakt naar lichaam en geest, wendde hij zich vermoeid en dorstig af van de gebroken vaten der aarde, om opnieuw te drinken uit de levensbron… Lang had de vrees hem benauwd, dat hij zou ondergaan, omdat hij niet zijn dwaasheid de rug kon toekeren; nu echter zag hij in de boodschap, die hij kreeg, een lichtstraal.” –Profeten en Koningen, blz. 48.
B. Voor welk gevaar wilde Salomo in zijn latere geschriften vooral de jeugd heel graag waarschuwen? Prediker 11:9; 12:13-14.
“Zolang de strijd duurt, zullen mensen God loslaten. Satan zal de omstandigheden zó besturen, dat ze bijna onmerkbaar de ziel verzwakken, als we niet door Gods kracht worden beschermd. Bij elke stap moeten wij de vraag stellen: ‘Is dit de weg des Heren?’ Zo lang het leven duurt, zal het nodig zijn de genegenheden en hartstochten te bewaken. We kunnen ons geen ogenblik zeker voelen, als we niet volkomen op God vertrouwen en ons leven niet geborgen is in Christus. Waken en bidden zijn de bescherming van reinheid.” –Profeten en Koningen, blz. 53-54.
VRIJDAG
30 mei
TERUGBLIK
1. Welke les moet iedere arbeider in de wijngaard van de Heer leren van het verzoek van Salomo?
2. Hoe beschrijft de Bijbel een ware lastdrager?
3. Hoe betreurde Salomo het misbruik van zijn wijsheid in zijn latere jaren?
4. Wat zei Salomo, toen hij tot bezinning kwam?
5. Voor welk gevaar wilde Salomo in zijn latere geschriften vooral de jeugd heel graag waarschuwen?