Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld (II)

 <<    >> 
Les 1 SABBAT, 5 april 2014

ISRAËL IN KANAÄN

“Israël nu diende de Heere al de dagen van Jozua, en al de dagen van de oudsten, die lang na Jozua leefden, en die al het werk des Heeren wisten, dat Hij aan Israël gedaan had’ (Jozua 24:31).

“De Israëlieten waren slechts gedeeltelijk gehoorzaam aan het bevel van God (alle inwoners van Kanaän verdrijven), en vele generaties lang werden zij gekweld door een overblijfsel van het afgodische volk.” -The Signs of the Times, 13 januari 1881.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 495-500. 

ZONDAG 30 maart

1. HET VERBOND VERNIEUWD EN DAN VERGETEN

A. Hoe vermaande Jozua aan het einde van zijn tijd de mensen trouw aan de Heer te blijven? En wat antwoordden zij op zijn vermaning? Jozua 24:15-16, 20-26.

“God had Zijn volk in Kanaän geplaatst als een machtig bolwerk om het toenemende zedelijk bederf tegen te gaan, zodat dit niet de hele wereld zou overspoelen. Als Israël trouw zou zijn aan God, wilde God, dat het overwinnend zou blijven. Hij zou grotere volken dan de Kanaänieten in hun macht geven.” -Patriarchen en Profeten, blz. 496.

B. Maar wat deden zij na de dood van Jozua? Richteren 2:7-8, 11-12; 3:5-7.

“Het veronachtzamen van Gods beperkingen door hen, die het land Kanaän in bezit gekregen hadden, zaaide een kwaad, dat vele geslachten achtereen bittere vruchten zou dragen... Door hun zonden werden de Israëlieten van God gescheiden; God ontnam hen Zijn kracht en niet langer konden ze hun vijanden weerstaan.” -Patriarchen en Profeten, blz. 496-497.


MAANDAG 31 maart

2. “ER WAS ALTIJD EEN OVERBLIJFSEL”

A. Welke term gebruikt de Bijbel voor de hervormers van deze periode van de kerkgeschiedenis? Welk woord wordt gebruikt om het reformatorische werk van deze dienaren van God te beschrijven? Richteren 2:16, 18.

B. Beschrijf de diepte van de afval, die het volk van God ervoer? Psalm 78:58-62. Hoe werkte God vanwege Zijn gedachtenis van de verbondsbeloften aan Abraham om Zijn volk te verlossen van hun vijanden? Verzen 65-66.

C. Welke zekerheid hebben wij, dat de waarheid nooit zal worden overgelaten zonder trouwe vaandeldragers, het maakt niet uit, hoeveel zich mogen afkeren van God? Jesaja 1:9; Romeinen 11:1-5. Wat suggereert, dat God ook een trouw overblijfsel zal gebruiken om Zijn volk in de tijd van het einde te hervormen? Prediker 3:15.

“Toch heeft Hij (God) Zijn volk niet geheel en al verlaten. Altijd is er een overblijfsel trouw gebleven aan Jehova, en van tijd tot tijd verwekte God mannen, trouw en moedig, om de afgoderij weg te doen en de Israëlieten van hun vijanden te verlossen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 497.

“Het grote Hoofd, dat zich tussen deze kandelaars beweegt, zal nooit zonder een gemeente zijn… Als wij weigeren ons licht te laten schijnen voor de Meester … zullen anderen dat werk doen, dat wij zouden en konden gedaan hebben, maar weigerden het te doen.” -The Review and Herald, 7 juni 1897.

“Velen, die groot licht hebben gehad, hebben het niet op prijs gesteld en hebben het niet ontwikkeld… Zij zullen de beginselen van de waarheid ontkennen in de praktijk en smaad brengen over de zaak van God. Christus verklaart, dat Hij hen uit Zijn mond zal spuwen… De Heer zal Zijn boodschap geven aan degenen, die hebben gewandeld in overeenstemming met het licht, dat zij hebben gehad, en dit zullen erkennen als waarachtig en getrouw… Deze mannen zullen de plaats innemen van hen, die, met licht en kennis, niet hebben gewandeld op het pad van de Heer, maar in de verbeelding van hun eigen onheilige harten.” -Selected Messages 3, blz. 421-422.

“In de tijd, dat de gemeente in het grootste gevaar verkeert, zullen door het trouwe overblijfsel vurige gebeden voor haar worden opgezonden.” -Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 427.


DINSDAG 1 april

3. UIT WANHOOP SCHREEUWT ISRAËL TOT GOD

A. Noem een aantal van de bevrijders uit het gelovige overblijfsel, dat God in de tijd van de richters opwekte. Richteren 3:9, 15, 31; 4:4, 6. Wie werd geroepen na deze helden om het juk van de onderdrukkers te verbreken? Richteren 6:11-14.

“Gideon werd nu geroepen om zijn volk te bevrijden... Hij dacht somber na over de toestand in Israël en overwoog, hoe zijn volk verlost kon worden van dat slavenjuk.” -Patriarchen en Profeten, blz. 498.

B. Waarom vroeg Gideon een teken van de Ene, die tot hem sprak? Richteren 6:17-21.

“Gideon vroeg om een teken, dat Hij, die hem aansprak, de Verbondsengel was, die in het verleden Israël had bijgestaan. Gods engelen, die met Abraham spraken, hadden zijn gastvrijheid genoten; en Gideon vroeg nu aan de goddelijke Boodschapper zijn gast te willen zijn. Terwijl hij zich naar zijn tent haastte, maakte hij uit zijn schamele voorraad een geitenbokje en wat ongezuurde koeken klaar, die hij zijn gast voor zette. Maar de engel gebood hem: ‘Neem het vlees en de ongezuurde broden, en leg ze op deze rots en giet het vleesnat uit’. Gideon deed, wat hem gezegd werd en kreeg het gevraagde teken: met zijn staf raakte de Engel het vlees en de broden aan, en een vlam kwam uit de rots en verteerde het offer. Toen verdween de Engel uit zijn ogen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 498-499.

C. Welke zekerheid kalmeerde Gideon, nadat hij zijn ogen had gericht op Christus als de Engel des Verbonds en bang werd voor zijn eigen leven? Richteren 6:22-23.

“Deze genadige woorden werden gesproken door dezelfde medelevende Verlosser, die tot de verzochte discipelen op de stormachtige zee zei: ‘Ik ben het, vreest niet’ (Markus 6:50). Hij, die aan de treurenden verscheen in de bovenzaal, en dezelfde woorden sprak als tegen Gideon: ‘Vrede zij u’.” -The Signs of the Times, 23 juni 1881.


WOENSDAG 2 april

4. HET EERSTE WERK - EEN REFORMATIE IN HET GEZIN

A. Waar begon Gideon het werk van reformatie in Israël? Richteren 6:25, 27-28.

“De vader van Gideon, Joas, die evenals zijn landslieden afvallig geworden was, had te Ofra, waar hij woonde, een groot altaar gebouwd voor Baäl, waar de bewoners van de stad aanbaden. Gideon kreeg opdracht dit altaar te verwoesten en een altaar te bouwen voor Jehova op de rotssteen, waarop het offer verteerd was, om daar de Heer een offer te brengen. God had geboden, dat de priesters moesten offeren, en dat dit alleen op het altaar te Silo mocht gebeuren; maar Hij, die de offerdienst had ingesteld en op wie de offeranden wezen, kon deze instelling wijzigen. De verlossing van Israël moest voorafgegaan worden door een plechtig protest tegen de Baäldienst. Gideon moest de afgodendienst bestrijden, eer hij tegen de vijanden van Israël uittrok.

Gods bevel werd trouw volvoerd. Daar Gideon wist, dat hij tegenstand zou ontmoeten, als hij openlijk handelde, deed hij zijn werk in stilte; met behulp van zijn knechten voltooide hij het werk in één nacht.” -Patriarchen en Profeten, blz. 499.

B. Wat was de reactie van de mannen van de stad de volgende ochtend, toen zij zagen, dat het altaar van Baäl was vernietigd? Richteren 6:30.

C. Hoe verdedigde Joas, als een vooraanstaand man in de stad, zijn zoon en wat zei hij tegen de menigte? Richteren 6:31-32.

“De toorn van de mensen van Ofra was groot, toen ze de volgende morgen zagen, wat er gebeurd was. Ze zouden Gideon gedood hebben, als niet Joas, die van het bezoek van de Engel had vernomen, zijn zoon had verdedigd… (Zie Richteren 6:31). Als Baäl zijn eigen altaar niet kon beschermen, hoe zou hij dan zijn vereerders kunnen beschermen?” -Patriarchen en Profeten, blz. 499.


DONDERDAG 3 april

5. DE NODIGE KWALITEITEN IN CHRISTUS’ SOLDATEN

A. Welke les moeten de soldaten van het kruis leren van Gideon? Romeinen 15:4; 1 Petrus 3:15.

“De Here is bereid om grote dingen voor ons te doen. We zullen de overwinning niet behalen door grote aantallen, maar door volledige overgave van het hart aan Jezus. We moeten in Zijn kracht voorwaarts gaan en vertrouwen op de machtige God van Israël... De Here is nog even bereidwillig om nu door mensen te werken en grote dingen tot stand te brengen door zwakke mensen. Het is noodzakelijk de waarheid verstandelijk te kennen, want hoe zouden we anders de sluwe tegenstanders ervan tegemoet kunnen treden? De Bijbel moet bestudeerd worden, niet alleen om de leerstellingen, die erin staan, maar ook om de praktische lessen. U moet zich nooit laten verrassen, u moet altijd de wapenrusting dragen. Wees op elke situatie voorbereid, en sta gereed voor elke oproep. Wees op uw hoede, let op elke gelegenheid om de waarheid naar voren te brengen, wees vertrouwd met de profetieën, wees vertrouwd met de lessen van Christus. Maar vertrouw niet op goed voorbereide argumenten. Argumenten alleen zijn niet voldoende. U moet God op de knieën zoeken. U moet uitgaan om de mensen te ontmoeten door de kracht en invloed van Zijn Geest.

Handel prompt. God wil, dat u mensen van het juiste ogenblik bent evenals de mannen, die het leger van Gideon vormden. Vaak zijn predikanten te precies, te berekenend. Terwijl ze zich gereed maken om een groot werk te doen, gaat de gelegenheid om een goed werk te doen onbenut voorbij. De predikant gedraagt zich, alsof de hele last op hem alleen als arm, sterfelijk mens rust, terwijl Jezus niet slechts hem maar ook zijn last draagt. Broeders, vertrouwt minder op uzelf en meer op Jezus.” –Bijbelkommentaar, blz. 87.


VRIJDAG 4 april

TERUGBLIK

1. Wat gebeurde er na de dood van Jozua, toen de Joden zich in Kanaän hadden gevestigd?

2. Welke zekerheid hebben wij, dat de waarheid nooit zal worden overgelaten zonder trouwe vaandeldragers?

3. Waar begon Gideon het werk van reformatie in Israël?

4. Hoe probeerde Joas de woede van het volk te kalmeren?

5. Welke les moeten wij leren van het goede werk van Gideon?

 <<    >>