Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld (II)

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 19 april 2014

SIMSON

“En de Geest des Heeren begon hem (Simson) bij wijlen te drijven” (Richteren 13:25).

“Gods belofte, dat door Simson Hij zou ‘beginnen Israël te verlossen uit de hand der Filistijnen’ werd vervuld (Richteren 13:5), maar hoe donker en verschrikkelijk was het verslag van het leven, dat een lofprijzing aan God en een heerlijkheid voor het volk had moeten zijn!” -Conflict and Courage, blz. 132.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 509-518. 

ZONDAG 13 april

1. ISRAËL OPNIEUW ONDER VERDRUKKING

A. Wat deden de Israëlieten tijdens de tijden van voorspoed en vrede na de overwinningen van Gideon en Jefta? Richteren 10:6-7; 13:1.

B. Hoe beantwoordde de Heer hun halfslachtige roep om bevrijding op één van die gelegenheden? Richteren 10:13-14. Zou God hetzelfde zeggen tegen Zijn volk nu?

C. Hoe waren de mensen van God in die tijd, en hoe is Zijn volk vandaag de dag om het werk van de reformatie te ondersteunen om verlossing van zonde en onderdrukking te verkrijgen? 2 Kronieken 7:14.

“Toen Zijn volk afstand deed van hun zonden, die Zijn tegenwoordigheid onmogelijk hadden gemaakt, hoorde Hij naar hun gebeden en begon voor hen te werken.” -Patriarchen en Profeten, blz. 507.

“Ons eerste werk is de zonde weg te doen; maar om dit te doen moeten wij zo dicht bij God komen, dat wij Zijn karakter en geboden kunnen begrijpen, en zo onze zondigheid en onze behoefte aan een Verlosser kunnen beoordelen.” -The Review and Herald, 4 maart 1884.


MAANDAG 14 april

2. DE GEVANGENNEMING VAN EEN GEKOZEN BEVRIJDER

A. Hoe beantwoordde God de gebeden van Israël om bevrijding van de Filistijnse onderdrukking? Richteren 13:24-25.

“Hoewel het scheen, dat er geen antwoord kwam (om Israël te bevrijden), hoewel jaar na jaar de hand van de verdrukker zwaar drukte op het land, was Gods voorzienigheid aan het werk om hulp te brengen. Reeds in de beginjaren van de Filistijnse verdrukking werd een kind geboren, dat door God gebruikt zou worden om de macht van deze vijanden te vernederen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 509.

B. Hoe stond Simson Satan toe hem op een dwaalspoor te brengen en hem tot een gevangene te maken van de machten der duisternis in plaats van zich aan zijn opdracht te wijden? Richteren 14:1-3.

“Als Simson even trouw aan Gods geboden was geweest als zijn ouders dat waren, zou zijn toekomst edeler en gelukkiger zijn geweest. Maar de omgang met afgodendienaars bedierf hem. Daar het stadje Sora niet ver van het land der Filistijnen lag, ging Simson vriendschappelijk met hen om. Zo ontstonden in zijn jeugd vriendschapsbanden, waarvan de invloed zijn hele leven verduisterde. Een meisje in de Filistijnse stad Timna won Simsons genegenheid en hij besloot met haar te trouwen…

Hij vroeg zich niet af, of hij God beter verheerlijken kon door zijn verbintenis met het voorwerp van zijn liefde, of dat hij zich daar plaatste, waar hij niet kon beantwoorden aan het doel, dat door zijn leven bereikt kon worden. Aan allen, die in de eerste plaats trachten God te eren, heeft Hij wijsheid beloofd; maar er is geen belofte voor hen, die erop uit zijn zichzelf te behagen.

Hoe velen gaan de weg, die Simson volgde! Hoe dikwijls vinden huwelijken plaats tussen gelovigen en ongelovigen, omdat alleen gehoor wordt gegeven aan genegenheid bij het kiezen van man of vrouw!” -Patriarchen en Profeten, blz. 511-512.

C. Wat deed Simson, nadat hij bemerkt had, dat zijn eigen bruid hem had verraden? Wat gebeurde er, nadat hij de bruiloft verliet? Wat gebeurde er, toen Simsons woede was bekoeld? Richteren 14:15-20; 15:1-2.


DINSDAG 15 april

3. SIMSONS LICHT WORDT DUISTERNIS

A. Hoe nam Simson nauwgezet wraak op de Filistijnen, nadat hij hoorde, dat zijn vrouw gegeven was aan een andere man? Richteren 15:4-5.

B. Hoe wreekte Simson de moordzuchtige wraakneming van de Filistijnen op zijn vrouw en haar vader? Richteren 15:6-8.

”Hij (Simson) nam wraak door alle velden en wijngaarden van de Filistijnen te verwoesten, waarvoor zij haar ter dood brachten hoewel het feit, dat zij haar man bedrogen had, aan deze Filistijnen was te wijten. Simson had reeds bewijzen geleverd van zijn buitengewone kracht door het doden van een jonge leeuw met zijn blote handen en door het doden van dertig mannen uit Askelon. Nu viel hij, woedend over de verraderlijke moord op zijn vrouw, de Filistijnen aan en sloeg hen ‘met een grote slag’ (Richteren 15:8).” -Patriarchen en Profeten, blz. 512-514.

C. Beschrijf het proces, waardoor Simson een karakter ontwikkelde, ongeschikt voor zijn taak van reformatiewerk. Hoe wordt zijn geschiedenis vaak herhaald door een aantal van hen, die geroepen zijn om het licht der wereld te zijn? Vergelijk Matthéüs 6:23 met Galaten 5:9; 1 Johannes 2:11.

“Indien wij niet verkiezen onszelf volkomen aan God te geven, dan zijn wij in duisternis. Wanneer wij enig voorbehoud maken, dan laten wij een deur open, waardoor Satan kan binnenkomen om ons op een dwaalspoor te brengen door zijn verzoekingen. Hij weet, dat indien hij ons uitzicht kan verduisteren, zodat het oog des geloofs God niet kan zien, er geen hinderpaal meer zal zijn voor de zonde. Het overheersen van een zondig verlangen toont de begoocheling van de ziel aan. Telkens wanneer wordt toegegeven aan dat verlangen, wordt de afkeer van de ziel tegenover God versterkt. Door het pad te volgen, dat Satan gekozen heeft, zijn wij omringd door de schaduwen van het kwaad, en iedere schrede leidt naar een diepere duisternis en doet de verblindheid van het hart toenemen… Door voortdurend het kwaad te koesteren en opzettelijk geen acht te slaan op de smeekbeden van goddelijke liefde, verliest de zondaar zijn liefde voor het goede, het verlangen naar God, zelfs het vermogen om het licht des hemels te ontvangen. De uitnodiging der genade klinkt nog vol liefde, het licht schijnt nog even helder als toen het voor het eerst over de ziel daagde, maar de stem klinkt voor dove oren, het licht schijnt op de blinde.” -Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 82-83.


WOENSDAG 16 april

4. ‘DE FILISTIJNEN GREPEN HEM’

A. Welke daad toonde de geestelijke achteruitgang van Israël, ondanks Gods plan om Israël te bevrijden door Simson? Richteren 15:10-13. Aan wie, in veel gevallen en in de eerste plaats, moet het geweten worden, wanneer er zo een toestand bestaat onder Gods volk? Jesaja 3:12; Matthéüs 15:14.

“Er zijn mensen in verantwoordelijke posities, die het ene leren en het andere doen. Terwijl zij klaar staan om hun broeders en zusters te veroordelen, is hun eigen karakter gebrekkiger in de ogen van God dan dat van hen, die zij willen bekritiseren en veroordelen. Deze mensen zijn blinde leiders van de blinden, en zij, die door hen worden geleid, zullen worden vernietigd, tenzij er oprecht berouw en oprechte belijdenis voor God is.” -Special Testimony to the Battle Creek Church, blz. 13.

B. Hoe maakte Satan Simson een slaaf van de vijanden van Israël na Israël twintig jaar geleid te hebben (Richteren 15:20)? Richteren 16:1, 4-6, 16-20.

“Wat een verandering voor hem, die richter en voorvechter van Israël was geweest, nu zwak, blind, gevangen, verlaagd tot de geringste dienst! Geleidelijk had hij de voorwaarden, verbonden aan zijn heilige roeping, overtreden. God had lang geduld met hem gehad; maar toen hij zich zodanig aan de zonde overgaf, dat hij zijn geheim verried, verliet God hem.” -Patriarchen en Profeten, blz. 516.

C. Wat stond God de Filistijnen toe om te doen (in letterlijke zin), omdat Simson niet wist, hoe hij zijn ogen in bedwang moest houden (in geestelijke zin, Matthéüs 5:28-29)? Richteren 16:21.

“In lijden en vernedering, een mikpunt van spot voor de Filistijnen, leerde Simson zijn zwakheid beter kennen dan ooit tevoren; en zijn beproevingen brachten hem tot inkeer. Naarmate zijn haar groeide, keerde zijn kracht geleidelijk terug, maar zijn vijanden, die hem als een geboeide en hulpeloze gevangene beschouwden, koesterden geen achterdocht.” -Patriarchen en Profeten, blz. 516.


DONDERDAG 17 april

5. ONDER DE GELOOFSHELDEN

A. Waarom denkt u, dat Simsons naam genoemd wordt bij de geloofshelden? Hebreeën 11:32; Richteren 16:28-30.

B. Op welke waarschuwing moet elke christen acht slaan, vooral zij, die rechtstreeks betrokken zijn bij de dienst van de Heer? 1 Korinthe 10:12.

“God had voorzieningen getroffen voor Simson, zodat hij in staat was het werk te doen, waarvoor God hem had bestemd. Bij het begin van zijn leven had hij alle mogelijke voorrechten voor lichaamskracht, verstandelijke kracht en zedelijke reinheid. Maar door de invloed van slechte metgezellen liet hij zijn greep op God, de enige beveiliging van de mens, los en werd door het kwaad meegesleurd. Zij, die op het pad der plicht met verzoeking in aanraking komen, kunnen verzekerd zijn, dat God hen wil beschermen; maar als iemand zich opzettelijk bloot stelt aan verzoeking, zal hij vroeg of laat vallen.

Satan doet zijn uiterste best om juist hen, die door God bedoeld zijn als werktuigen voor een bijzonder werk, te doen afdwalen. Hij valt ons aan op onze zwakke punten, en probeert door de gebreken in het karakter zeggenschap over de gehele mens te krijgen; en hij weet, dat hij zal slagen, als men vast houdt aan deze gebreken. Niemand behoeft echter de nederlaag te leiden. De mens wordt niet aan zichzelf overgelaten in zijn strijd tegen de macht van het kwaad. Hulp is nabij en staat ter beschikking van iedere ziel, die er werkelijk naar verlangt.” -Patriarchen en Profeten, blz. 517-518.


VRIJDAG 18 april

TERUGBLIK

1. Wie wekte God op uit het gezin van Manóah, toen de weinige getrouwe gelovigen in Israël smeekten om verlossing?

2. Wat was de eerste vermelde misstap van Simson?

3. Hoe snel besefte Simson, dat een huwelijk tussen een gelovige en een ongelovige, dat groot lijden brengt, een grote fout is?

4. Beschrijf stap voor stap, hoe Simson toe liet, dat zijn licht duisternis werd.

5. Onder welke erbarmelijke omstandigheden vond Simson toch berouw?

 <<    >>