ZONDAG
27 april
1. SAMUËL ROEPT OP VOOR EEN REFORMATIE
A. Welke oproep deed Samuël aan de Israëlieten, terwijl zij als volk nog steeds door gingen met wereldsgezindheid en afgoderij? 1 Samuël 7:3.
B. Wat was het resultaat van zijn oproep? 1 Samuël 7:4-6.
C. Wat deden de Filistijnen, toen zij hoorden, dat de Israëlieten zich verzamelden in Mizpa? 1 Samuël 7:7-9. Hoe hielp de Heer Zijn volk als antwoord op hun oprechte berouw? Verzen 10-13.
“Toen openbaarde de Almachtige, die op de Sinaï was neergedaald onder vuur en rook en donder, die de Rode Zee had gekliefd en voor de Israëlieten een weg had gebaand door de Jordaan, opnieuw Zijn macht. Een vreselijke storm brak los over de naderende strijdmacht, en de aarde werd bezaaid met de lijken van machtige krijgslieden.
Vol ontzag stonden de Israëlieten, bevend van hoop en vrees. Toen ze de slachting onder hun vijanden zagen, wisten zij, dat God hun berouw had aanvaard.” –Patriarchen en Profeten, blz. 543.
MAANDAG
28 april
2. DE SCHOLEN DER PROFETEN
A. Hoe werd de noodzaak van waar onderwijs onder de aandacht gebracht van de Israëlieten? Deuteronomium 6:6-7; Psalm 119:130.
“Het ware doel van de opvoeding is om het beeld van God in de ziel te herstellen. In den beginne schiep God de mens naar Zijn beeld… De zonde heeft het beeld van God in de mens mismaakt en haast uitgewist. Om dit beeld weer te herstellen werd het verlossingsplan gemaakt en de mens een proeftijd toegestaan. Het grote levensdoel is de mens terug te leiden naar de volmaaktheid, waarin hij was geschapen, en aan dit doel is al het andere ondergeschikt.” –Patriarchen en Profeten, blz. 546, 547.
B. Met welk doel heeft Samuël de scholen der profeten gevestigd? Maleáchi 2:7.
“De scholen der profeten werden gesticht door Samuël om dienst te doen als beveiliging tegen het heersende bederf, om de morele en geestelijke groei van de jongeren te bevorderen en de toekomstige voorspoed van het volk in de hand te werken door het voortbrengen van mensen, die geschikt waren om leiding te geven door hun vreze Gods en hun trouw aan God…
In de dagen van Samuël waren er twee zulke scholen, een te Rama, de woonplaats van de profeet, de andere in Kirjat-Jearim, waar de ark zich toen bevond. Later werden nog meer scholen gesticht.” –Patriarchen en Profeten, blz. 544-545.
C. Wat waren de belangrijkste onderwerpen van studie in deze scholen? Deuteronomium 6:21-25; Psalm 19:8-12; 71:22.
“De voornaamste onderwerpen van studie op deze scholen waren Gods wet met de geboden, die Mozes gekregen had, de gewijde geschiedenis, gewijde muziek en dichtkunst... In deze scholen van vroeger was het voornaamste doel van de studie kennis van Gods wil en de plicht van de mens ten opzichte van God... De grote waarheden, in de tempeldienst onderwezen, werden bestudeerd, en het geloof legde beslag op het grote middelpunt van deze dienst, het Lam Gods, dat de zonde der wereld weg zou nemen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 545.
DINSDAG
29 april
3. DE OPVOEDKUNDIGE WERKING VAN DE INVLOED VAN DE OUDERS
A. Hoe verklaart de Wet van God, dat kinderen worden beïnvloed door hun ouders ten goede of ten kwade? Exodus 20:5-6.
“Zij, die anderen de waarheid willen leren, moeten zelf haar beginselen beoefenen. Alleen door het karakter Gods te weerspiegelen in de oprechtheid, zielenadel en onzelfzuchtigheid van hun eigen leven kunnen zij dat anderen inprenten.
Ware opvoeding houdt niet in, dat men het onderwijs met kracht opdringt aan een onvoorbereide en onontvankelijke geest. De verstandige krachten moeten wakker gemaakt en de belangstelling opgewekt worden. Hierin voorzag Gods onderwijsmethode. Hij, die het verstand schiep en de wetten daarvan in stelde, voorzag in de ontwikkeling van het verstand in overeenstemming met de wetten… Door ontelbare methoden en riten en symbolen schonk God aan Israël lessen, die Zijn beginselen illustreerden en Zijn wonderbare werken in het geheugen griften. Werd daarnaar gevraagd, dan volgde er een onderricht, dat op verstand en hart indruk maakte.” –Karaktervorming, blz. 40.
B. Wie onderscheidt zich in zowel het Oude als het Nieuwe Testament als een moeder, die er niet in slaagde om een positieve invloed op haar dochters uit te oefenen? Lukas 17:32.
“De vrouw van Lot was een zelfzuchtige, ongodsdienstige vrouw.” -Patriarchen en Profeten, blz. 146.
“Hoewel haar lichaam op de vlakte was, klemde haar hart zich vast aan Sodom, en zij ging met de stad ten onder. Ze kwam in opstand tegen God, omdat Zijn oordelen ook haar bezittingen troffen alsmede haar kinderen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 135.
C. Waarom was ‘alles wat Achan had’, met inbegrip van zijn kinderen, vernietigd met hem? Jozua 7:15, 20-21, 25.
“Het was, omdat zij ( het huishouden van Achan) niet geoefend en opgevoed werden overeenkomstig Gods aanwijzingen, die hun gegeven waren in de grote maatstaf van Gods wet. Achans ouders hadden hun zoon opgevoed op zo’n wijze, dat hij zich vrij voelde om het woord van de Heer ongehoorzaam te zijn. De beginselen van zijn leven leidden hem ertoe met zijn kinderen zo om te gaan, dat ook zij verdorven werden. De geest handelt en reageert op de geest, en de straf, die de verwantschap van Achan met hemzelf meerekende, openbaart het feit, dat zij allen betrokken waren bij de overtreding.” –Hoe Leid Ik Mijn Kind, blz. 275.
WOENSDAG
30 april
4. DE ISRAËLIETEN WILDEN EEN KONING
A. Welk excuus gebruikten de Israëlieten om hun plan te ondersteunen om een koning te hebben, die over het volk zou heersen? 1 Samuël 8:4-5.
“Samuël was niet op de hoogte van misbruik onder (Israël) het volk. Als hij geweten had, hoe zijn zonen zich misdroegen, zou hij hen zonder meer hebben afgezet; maar dit was niet wat men wenste. Samuël zag in, dat ontevredenheid en trots de voornaamste drijfveer van hun verzoek was, en dat hun vraag een vastbesloten doel inhield.” -Patriarchen en Profeten, blz. 553.
B. Wat zei de Heer tegen Samuël, toen hij bad tot de Heer over het verzoek van het volk? 1 Samuël 8:6-7.
C. Wat antwoordde het volk Samuël, toen zij de waarschuwing van de Heer niet wilden aannemen? Hoe beïnvloedde hun fout hun verbinding met God? 1 Samuël 8:19, 22.
“Door Zijn profeten had de Here voorzegd, dat Israël door een koning bestuurd zou worden; dit wil echter niet zeggen, dat deze bestuursvorm de beste voor hen was, of dat deze met Zijn wil in overeenstemming was. Hij liet toe, dat het volk zijn eigen keus volgde, omdat ze weigerden zich te storen aan Zijn raad. Hoséa zegt, dat God hun een koning gaf in Zijn toorn (Hoséa 13:11). Als mensen hun eigen weg kiezen zonder God om raad te vragen, of zelfs handelen in strijd met Zijn wil, die zij kennen, geeft Hij vaak gehoor aan hun wensen, opdat zij door de bittere ervaringen, die zij meemaken, hun dwaasheid zouden beseffen en berouw zouden hebben over hun zonde…
Als zij hun afhankelijkheid gevoelden van God, zouden ze steeds nabij Hem blijven. Ze zouden veredeld en verfijnd worden, geschikt voor de hoge roeping, waartoe Hij hen als Zijn uitverkoren volk had bestemd. Maar wanneer er iemand op de troon zou worden geplaatst, zou dit de gedachten van het volk afwenden van God. Ze zouden meer op menselijke kracht vertrouwen dan op Gods macht, en de fouten van hun koning zouden hen tot zonde verleiden, zodat het volk van God gescheiden zou zijn.” –Patriarchen en Profeten, blz. 554-555.
DONDERDAG
1 mei
5. HET VOLK EIST EEN MONARCHIE
A. Waarom geloofden de kinderen van Israël, dat voor hen een monarchie de beste regeringsvorm zou zijn? 1 Samuël 8:19-20. Wat was het echte probleem? Deuteronomium 1:30-32; 1 Samuël 10:17-19.
“Innerlijke verdeeldheid verzwakte hen (de Israëlieten); gedurig stonden ze bloot aan de invallen van heidense vijanden, en het volk kwam ertoe te geloven, dat ze, om hun plaats onder de volken te handhaven, verenigd moesten worden onder één krachtig centraal gezag. Toen zij de gehoorzaamheid aan Gods wet opgaven, wensten zij vrij te zijn van de heerschappij van hun goddelijke Heerser; daarom werd de vraag om een koning algemeen in Israël.” –Patriarchen en Profeten, blz. 552-553.
B. Hoe juichte het volk Saul toe, een Benjaminiet, als koning van Israël, nog voordat hij was ingehuldigd? 1 Samuël 10:20-24.
C. Waarom waren sommige mensen ontevreden met de keus van Saul, vooral omdat Benjamin één van de kleinste stammen was? 1 Samuël 10:27.
VRIJDAG
2 mei
TERUGBLIK
1. Hoe werd de noodzaak van waar onderwijs onder de aandacht gebracht van de Israëlieten?
2. Waarom bemoedigde God Samuël om scholen te vestigen?
3. Hoe verklaarde de Wet van God, dat kinderen worden beïnvloed door hun ouders ten goede of ten kwade?
4. Waarom waren de vrouw van Lot en anderen niet geschikt om een positieve invloed op hun kinderen uit te oefenen?
5. Wat doet God vaak, wanneer mensen ervoor kiezen om hun eigen weg te gaan in tegenstelling tot Zijn geopenbaarde wil?