ZONDAG
11 mei
1. DAVID AAN HET HOF VAN KONING SAUL
A. Welke les wilde God Samuël leren, toen een vervanger nodig was voor de verworpen koning Saul? 1 Samuël 16:7 (tweede helft).
B. Welke gebeurtenis van de voorzienigheid stelde David in staat ervaring op te doen in het koninklijke hofleven voor zijn kroning? 1 Samuël 16:17-21. Waarom gaf God hem deze ervaring?
“Door Gods voorzienigheid werd David, die een bekwaam harpspeler was, voor de koning gebracht… David nam toe in gunst bij God en bij de mensen. Hij was onderwezen in de weg des Heren, en nam zich nu voor meer dan ooit rekening te houden met Gods wil. Hij had nieuwe dingen om over na te denken. Hij was aan het hof van de koning geweest en had gezien welke taken met het koningschap verbonden waren. Hij had enkele van de verleidingen ontdekt, waaraan Saul bloot stond, en enkele van de verborgenheden in het karakter en het gedrag van de eerste koning van Israël opgemerkt… God onderwees David in de les van vertrouwen. Zoals Mozes voor zijn taak werd opgeleid, zo maakte de Here de zoon van Isaï geschikt om de leidsman van Zijn uitverkoren volk te worden.” –Patriarchen en Profeten, blz. 586-587.
MAANDAG
12 mei
2. SAULS MOORDZUCHTIG PLAN TEGEN DAVID
A. Hoe inspireerde God David de uitdaging van Goliath tegen Israël aan te nemen? 1 Samuël 17:23-24, 37, 45-49. Wat kunnen wij leren van deze ervaring in onze eigen inspanningen om de wereld nu te evangeliseren?
“Onze predikanten moeten geen discussie uitdagen en uitlokken... Zij (sommige predikanten) hebben niet, zoals de nederige David, vertrouwd op de God van Israël, en Hem tot hun sterkte gemaakt. Zij zijn zelfverzekerd en opschepperig doorgegaan, zoals Goliath, zichzelf grootmakend en niet verborgen achter Jezus…
Jonge predikanten moeten de praktische leringen van Christus bestuderen, en ook de theorie, en leren van Jezus, zodat zij Zijn genade, Zijn zachtmoedigheid, Zijn nederigheid en ootmoedigheid mogen hebben.” –Testimonies 3, blz. 219-220.
B. Wanneer en hoe begon Saul één van de zwakste punten in zijn karakter te openbaren? 1 Samuël 18:6-9.
“Niemand is veilig, die zijn leven laat leiden door de lof van mensen, zonder eerst Gods goedkeuring te zoeken. Saul streefde ernaar in het oog van de mensen de eerste te zijn. Toen hij dit zegelied hoorde, vatte de gedachte post in zijn geest, dat David de harten van het volk zou winnen en in zijn plaats zou regeren.” -Patriarchen en Profeten, blz. 593.
C. Welke gebeurtenissen tonen aan, dat Saul nu werd beheerst door een boze geest? 1 Samuël 19:11, 17; 20:27-31.
“Saul liet toe, dat de geest van afgunst bezit van hem nam, waardoor zijn ziel werd vergiftigd… De vorst van Israël kantte zich tegen de wil van de Almachtige. Saul had bij het besturen van het rijk Israël niet geleerd zijn eigen geest te beheersen. Hij liet toe, dat zijn oordeel vertroebeld werd door opwellingen, tot hij door een aanval van razernij bezeten was. Hij had woede-uitbarstingen, tijdens welke hij in staat was het leven te nemen van iedereen, die tegen hem in durfde gaan.” –Patriarchen en Profeten, blz. 593.
DINSDAG
13 mei
3. DAVID EEN VLUCHTELING
A. Wat waren enkele van de verschillende plaatsen, waar David toevlucht zocht, nadat hij besefte, dat zijn leven in gevaar was? 1 Samuël 21:1, 10; 22:1. Was zijn angst gerechtvaardigd? Verzen 16-18, 20-21. Zou hij Saul toch gevreesd hebben? 1 Johannes 4:18.
“Elk falen van Gods kinderen is te wijten aan een gebrek aan geloof. Als de ziel overschaduwd wordt, als we licht en leiding nodig hebben, moeten we opzien, achter het duister is het licht. David had geen enkel moment hoeven te twijfelen aan God.” –Patriarchen en Profeten, blz. 600.
B. Welke oneerlijke daden toonden Davids gebrek aan vertrouwen in Gods bescherming door te vluchten voor zijn schoonvader, koning Saul? 1 Samuël 21:2, 8, 13-15.
“David deelde de priester mee, dat de koning hem met een geheime opdracht had gezonden, waarmee de grootste haast was. Hier toonde hij gebrek aan geloof in God, en door deze zonde veroorzaakte hij de dood van de hogepriester. Als hij had verteld, hoe de zaken stonden had Ahimelech geweten wat te doen in dit geval om zijn leven te beschermen. God eist, dat waarheidsliefde Zijn volk zal kenmerken, zelfs in het grootste gevaar.” –Patriarchen en Profeten, blz. 598.
C. Hoe kan Davids ervaring worden herhaald in onze tijd, hoewel wij nooit onnodig onszelf in een vervolgingstoestand moeten brengen? Matthéüs 10:22-23. Op welke belofte kunnen wij dan aanspraak maken? 2 Korinthe 12:19.
“Tussen gerechtigheid en zonde, liefde en haat, waarheid en leugen, bestaat een strijd, die niet onderdrukt kan worden. Wanneer iemand de liefde van Christus en de schoonheid der heiligheid naar voren brengt, trekt hij de onderdanen van Satans koninkrijk van hem af, en de vorst van het kwaad wordt geprikkeld om dit tegen te gaan. Vervolging en smaad wachten allen, die zijn aangedaan met de Geest van Christus. De aard van de vervolging wisselt met de tijden, de geest die hieraan ten grondslag ligt, is dezelfde, die de uitverkorenen des Heren heeft gedood sinds de dagen van Abel.” -Gedachten van de Berg der Zaligsprekingen, blz. 32.
WOENSDAG
14 mei
4. DE GROOTMOEDIGHEID VAN DAVID
A. Op welke wijze bood de plaatselijke bevolking van Zif aan om David en zijn mannen te verraden? Wat verstoorde hun plan? 1 Samuël 23:19-20, 25-28.
B. Hoe toonde David zijn grootmoedigheid, toen Saul, na het verdrijven van de Filistijnen terug keerde naar David om hem te achtervolgen? 1 Samuël 24:1, 3-4, 8, 10, 15. Wat was het antwoord van Saul? Verzen 16-20.
“(Zie 1 Samuël 24:9-11). Toen Saul de woorden van David vernam, voelde hij zich vernederd en moest wel de waarheid ervan toegeven. Hij was diep getroffen, toen hij besefte, hoe volkomen hij in de macht was geweest van de man, wiens leven hij gezocht had. David stond in het bewustzijn van zijn onschuld voor hem…
De vijandschap, die tegen Gods kinderen gekoesterd wordt door hen, die zich hebben overgegeven aan de macht van Satan, kan bij tijden veranderen in een gevoel van verzoening en vrede, maar blijkt niet altijd blijvend te zijn. Het kan gebeuren, dat boze mensen berouw krijgen van de verkeerde dingen, die zij Gods dienstknechten hebben aangedaan, en overtuigd worden, dat ze verkeerd gehandeld hebben. Gods Geest strijdt met hen, en zij vernederen zich voor God en voor hen, die ze door hun invloed hebben geprobeerd te verdelgen, en hun houding jegens hen wijzigt zich. Maar zodra ze de deur weer openen voor influisteringen van de boze, herleeft de vroegere twijfel; de oude vijandschap wakkert weer aan, en ze doen hetzelfde werk, waarover ze berouw hebben gehad en dat zij enige tijd hebben nagelaten.” –Patriarchen en Profeten, blz. 605.
C. Welke lessen moeten de soldaten van het kruis leren van de grootmoedigheid van David bij het nu verkondigen van het evangelie? Romeinen 12:17-21.
“God werkt zijn plannen uit al zijn ze voor menselijke ogen niet na te gaan. Mensen kunnen Gods wegen niet begrijpen. En op het eerste gezicht zien ze de beproevingen en de tegenslagen, die God over hen laat komen, als bewijzen, dat alles tegen hen is en dat ze hierdoor ten onder zullen gaan.“ –Patriarchen en Profeten, blz. 612.
DONDERDAG
15 mei
5. EEN TIJDLOZE LES
A. Welke voortdurende fout vertoonde David, nadat hij het leven van Saul voor de tweede keer spaarde? 1 Samuël 27:1.
“Door Davids ongeloof werd God oneer aangedaan. De Filistijnen hadden David meer gevreesd dan Saul en zijn leger; en door zich onder de hoede van de Filistijnen te plaatsen, openbaarde David aan hen de zwakheid van zijn volk… Hierdoor gaf hij (zijn broeders) aanleiding tot een verkeerde voorstelling van zijn motieven, waardoor velen een vooroordeel tegen hem koesterden. Hij deed juist datgene, wat Satan wilde. Want door een schuilplaats te zoeken bij de Filistijnen was David oorzaak, dat Gods vijanden zich verheugden. David gaf zijn geloof niet op en hield niet op Gods zaak te behartigen, maar hij gaf zijn vertrouwen prijs voor zijn persoonlijke veiligheid, en wierp daardoor een smet op het eerlijke en oprechte karakter, dat God vraagt van Zijn dienstknechten.” –Patriarchen en Profeten, blz. 612-613.
B. Hoe geduldig moeten wij strijden, met vele uren op onze knieën, als wij werken voor het herstel van degenen, die de vijanden van de waarheid zijn geworden? Hebreeën 12:3, 12-14.
“Laten wij er acht op slaan, opdat wij niet omgaan met de dwalende op een manier, die anderen zou zeggen, dat wij geen behoefte hebben aan verlossing. Laten wij niet openlijk beschuldigen, veroordelen en vernietigen, alsof wij foutloos zijn. Het is het werk van Christus te verbeteren, te genezen, te herstellen.” -In Heavenly Places, blz. 291.
VRIJDAG
16 mei
TERUGBLIK
1. Waarom was David door de voorzienigheid aan het hof van Saul geplaatst?
2. Wat was één van de zwakste punten in het karakter van Saul en wanneer begon dit zich te openbaren?
3. Welke waarschuwing van Jezus moet in onze gedachten komen, als wij denken aan de vervolging, die David onderging?
4. Waarom geloofde David Sauls bekentenis bij Engedi niet?
5. Welke lessen moeten de soldaten van het kruis leren van de grootmoedigheid van David?