Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld (II)

 <<    >> 
Les 13 Sabbat, 28 juni 2014

LESSEN UIT EEN NATIONAAL VERZUIM

“Indien gij gewillig zijt en hoort, zo zult gij het goede van dit land eten; maar indien gij weigert, en wederspannig zijt, zo zult gij door het zwaard gegeten worden” (Jesaja 1:19-20).

“Door de afvalligheid en opstandigheid nodigden degenen, die lichtdragers van God onder de volkeren zouden moeten zijn, de oordelen van God uit.” –The Review and Herald, 4 maart 1915.

Aanvullende studie:   Profeten en Koningen, blz. 189-198. 

ZONDAG 22 juni

1. EEN KRACHTIG GETUIGENIS AAN DE WERELD

A. Welk lied zongen de kinderen van Israël gedurende hun heilige feesten in Kanaän? Deuteronomium 31:30; 32:1-3. Welke invloed zou dit lied hebben gehad op de naburige volken? Psalm 67:3.

“Toen het volk Israël door de woestijn reisde, prees het God in heilige liederen... En als zij in Kanaän voor hun heilige feesten bijeenkwamen, werden Gods wondere daden vermeld en dankbare lof werd Zijn naam toegebracht. God wenste, dat heel het leven van Zijn volk een leven van lof zou zijn.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 182.

B. Wat zijn de meest doeltreffende middelen om de wereld te laten zien, dat wij grote zegeningen ontvangen hebben van God door het evangelie van Jezus Christus? Psalm 145:5-6.

“Wij moeten veel meer dan nu het geval is spreken over de kostbare momenten uit onze ervaring.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 182.


MAANDAG 23 juni

2. HERHAALDE VERMANINGEN

A. In welke termen liet de Heer Zijn volk de gevolgen zien van hun ontrouw? Deuteronomium 8:18-20.

“(Zie Deuteronomium 28). Om deze waarheden nog meer nadruk te geven zette de grote leidsman ze op rijm. Dit lied was niet alleen historisch, maar ook profetisch. Terwijl het sprak over de wonderlijke leiding van God met Zijn volk in het verleden, voorzag het tevens de grote gebeurtenissen in de toekomst, de laatste overwinning van de getrouwen, als Christus in macht en heerlijkheid zal wederkomen. Het volk moest dit lied uit het hoofd leren en het onderwijzen aan hun kinderen en kleinkinderen. Het moest gezongen worden door de vergadering, als ze voor de eredienst bijeen waren en door hen worden herhaald gedurende hun dagelijks werk. Het was de taak van de ouders om de woorden te onderwijzen aan hun jonge kinderen, zodat deze het nooit zouden vergeten.” –Patriarchen en Profeten, blz. 423.

B. Welke vermaning richtte Mozes tot het volk van Israël aan het einde van hun pelgrimstocht door de woestijn? Deuteronomium 28:1-2, 9-11, 58-59, 64.

“Mozes vestigde hun aandacht op ‘de dag, waarop gij voor het aangezicht van de Here, uw God, bij Horeb stondt’. En hij stelde aan hen de vraag: ‘Immers welk groot volk is er, waaraan de goden zo nabij zijn als de Here, onze God, telkens als wij tot Hem roepen? En welk groot volk is er, dat inzettingen en verordeningen heeft zo rechtvaardig, als heel deze wet, die ik u heden voorleg?’ (Deuteronomium 4:10, 7-8). Vandaag zou deze vraag, die aan Israël gesteld is, herhaald kunnen worden. De wetten, die God aan het oude Israël gegeven heeft, zijn verstandiger, beter en menselijker dan de wetten van de beschaafdste volken op aarde. De wetten der volken vertonen de gebreken en zwakheden van het onbekeerde hart; Gods wet echter draagt Zijn merkteken…

Toch leefde in de grote landsman (Mozes) nog de vrees, dat het volk van God zou afdwalen. In een grootse en indrukwekkende toespraak hield hij hun de zegen voor, die zou volgen op hun gehoorzaamheid, en de vloek, die hen zou treffen, als ze ongehoorzaam zouden zijn.” –Patriarchen en Profeten, blz. 420, 421.


DINSDAG 24 juni

3. EEN GROTE TELEURSTELLING

A. Hoe ging Israël als natie om met het heilige toevertrouwde, dat zij van God ontvangen hadden? Jeremia 2:21; Hoséa 10:1.

“Maar het volk van Israël verloor zijn verheven voorrechten als Gods vertegenwoordigers uit het oog. Zij vergaten God en slaagden er niet in hun heilige opdracht te volbrengen. De zegeningen, die zij ontvingen, brachten geen zegen aan de wereld. Alle voorrechten eigenden zij zich toe tot verheerlijking van zichzelf.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 12.

B. Hoe werd de profetische vermaning van God, gegeven door Mozes, vervuld in de tijd van de koningen van Juda? 2 Kronieken 36:14-17, 20; Jeremia 39:8-9.

“De kinderen van Israël werden als ballingen weggevoerd naar Babel, omdat ze zich hadden losgemaakt van God en niet langer de beginselen handhaafden, die gegeven waren om hen vrij te houden van de methoden en gebruiken van de volken, die God onteerden. De Here kon hun geen voorspoed schenken, Hij kon Zijn verbond, met hen aangegaan, niet houden, omdat ze ontrouw waren aan de beginselen, die Hij hun had gegeven om die nauwgezet te handhaven. Door hun geestesgesteldheid en hun daden stelden zij Zijn karakter op onjuiste wijze voor en Hij liet toe, dat ze in ballingschap werden weggevoerd. Omdat ze zich van Hem hadden gescheiden, vernederde Hij hen. Hij gaf hen over aan hun eigen weg en de onschuldigen moesten met de schuldigen lijden.” –Bijbelkommentaar, blz. 147-148.

C. Hoe openbaarde God zijn teleurstelling over Israël? Jesaja 5:1-2, 25.

“Het Joodse volk stoorde zich niet aan de waarschuwing. Het vergat God en verloor het grote voorrecht als Gods vertegenwoordigers uit het oog. De zegeningen, die de Joden hadden ontvangen, brachten geen zegen aan de wereld. Al hun voordelen werden tot eigen verheerlijking gebruikt. Zij beroofden God van de dienst, die Hij van hen eiste, en zij beroofden hun medemensen van godsdienstige leiding en een geheiligd voorbeeld.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 177.


WOENSDAG 25 juni

4. ISRAËL VERSTROOID ONDER DE VOLKEN

A. Wat staat er geschreven over het gedrag en het lot van de laatste koning van Juda? 2 Kronieken 36:11-13; Jeremia 39:4-7.

“Wat een droevige en ontzagwekkende waarschuwing is dit voor hen, die zich onder bestraffingen verharden, en zich niet boetvaardig willen verootmoedigen, zodat God hen kan bewaren!” –Bijbelkommentaar, blz. 148.

B. Wat moest voltooid worden door de verstrooiing van het uitverkoren volk van God onder de volken, hoewel zij zich al als onbetrouwbaar bewezen hadden?

“De Here verstrooide hen, opdat de kennis van Zijn waarheid aan de wereld kon worden gebracht. Als ze trouw, waarachtig en onderworpen zouden zijn, zou God hen weer in hun eigen land terugbrengen...

Maar onder de kinderen Israëls bevonden zich christelijke patriotten, die trouw waren aan hun beginselen, en met welgevallen zag de Here neer op deze getrouwen. Dit waren mannen, die zich niet door zelfzucht wilden laten verderven, die het werk van God niet wilden schaden door het volgen van verkeerde methoden en praktijken, mannen die God ten koste van alles wilden eren. Ze moesten met de schuldigen lijden, maar in Gods voorzienigheid was hun ballingschap in Babel het middel om hen naar voren te brengen, en hun voorbeeld van vlekkeloze oprechtheid straalt met luister van de hemel.” –Bijbelkommentaar, blz. 148.

C. Wat was het gevolg van de vervolging, die over de gelovigen in Jeruzalem kwam? Handelingen 8:1, 4-5.

“In plaats van de nieuwe bekeerlingen op te leiden om het evangelie te brengen aan diegenen, die het nog niet hadden gehoord, liepen ze gevaar een weg in te slaan, die allen ertoe brengen tevreden te zijn met wat was bereikt. Om degenen, die Hem vertegenwoordigden wijd en zijd te verspreiden, waar zij voor anderen konden werken, liet God toe, dat vervolging over hen kwam. Vanuit Jeruzalem verdreven trokken de gelovigen ‘het land door, het evangelie verkondigende’ (Handelingen 8:40).” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 76.


DONDERDAG 26 juni

5. DE BUITENGEWONE GEVAREN VAN VALSE ZEKERHEID

A. Hoe schokte Johannes de Doper de valse zekerheid van het Joodse volk? Matthéüs 3:9.

“Het Joodse volk koesterde de gedachte, dat zij de gunstelingen van God waren en dat zij altijd Gods gemeente zouden blijven. Zij waren Abrahams kinderen, zeiden zij, en zij waren zo vast overtuigd van de basis van hun voorspoed, dat zij hemel en aarde uitdaagden om hun deze rechten te ontnemen. Maar door een leven van ontrouw maakten zij zich gereed voor de veroordeling van de hemel en voor hun scheiding van God.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 179.

“De Joden hadden een verkeerde uitleg gegeven aan Gods belofte van eeuwige gunst voor Israël. (zie Jeremia 31:35-37). De Joden beschouwden het feit, dat ze op een natuurlijke wijze van Abraham afstamden als een recht om aanspraak te maken op deze belofte. Maar zij zagen de voorwaarden, die God hun gesteld had, over het hoofd...

De gunst des Heren is verzekerd aan een volk in wier harten Zijn wet geschreven is. Zij zijn één met Hem. Maar de Joden hadden zich van God afgescheiden... Omdat God hun in het verleden zo grote gunst bewezen had, zochten zij verontschuldigingen voor hun zonden. Zij vleiden zich met de gedachte, dat zij beter waren dan andere mensen en dat ze recht hadden op Zijn zegeningen. Deze dingen zijn geschreven ‘ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is’ (1 Korinthe 10:11). Hoe dikwijls leggen wij Gods zegeningen verkeerd uit en vleien we ons met de gedachte, dat wij begunstigd zijn, omdat er zoveel goeds in onszelf is! God kan niet voor ons doen, wat Hij graag zou willen doen. Zijn gaven worden gebruikt om onze zelfgenoegzaamheid te doen toenemen en onze harten te verharden in ongeloof en zonde.” –De Wens der Eeuwen, blz. 77-78.


VRIJDAG 27 juni

TERUGBLIK

1. Wat zijn de meest doeltreffende middelen om de wereld te laten zien, dat wij grote zegeningen van God hebben ontvangen door het evangelie van Jezus Christus?

2. Welke vermaning richtte Mozes tot het volk van Israël aan het eind van hun pelgrimstocht door de woestijn?

3. Hoe openbaarde God zijn teleurstelling over Israël?

4. Hoe leert de Bijbel, dat valse zekerheid erg gevaarlijk is?

5. Met welk doel verstrooide de Heer het volk van Israël onder de volken?

 <<    >>