ZONDAG
4 mei
1. ISRAËLS EERSTE KONING INGEWIJD
A. Wat waren de laatste woorden van Samuëls toespraak, ondanks zijn duidelijke berisping voor de kinderen van Israël voor het kiezen van een monarchie? 1 Samuël 12:20, 25.
“Samuël liet het volk niet ontmoedigd achter, want dit zou alle streven naar een beter leven hebben verhinderd.” –Patriarchen en Profeten, blz. 563.
B. Waarom stelde God een koning over hen, hoewel Hij niet blij was, dat de kinderen van Israël een monarchie kozen (Hoséa 13:11)? 1 Samuël 12:13; Ezechiël 14:4. In welke zin waren zij blind door hun eigen zonden?
“Israël had zijn grootste voorspoed gekend in de tijd, toen ze Jehova erkend hadden als hun koning, toen de wetten en het bestuur, door Hem gegeven, werden beschouwd als beter dan van de andere volken… Maar doordat zij Gods wet hadden losgelaten, was Israel niet het volk geworden, dat God van hen had willen maken, en nu schreven ze alle kwade gevolgen van hun eigen zonden en dwaasheden toe aan het bestuur van God. Zo volkomen waren ze door de zonde verblind.” –Patriarchen en Profeten, blz. 554.
MAANDAG
5 mei
2. ISRAËL FAALT OP HET GEBIED VAN EVANGELISATIE
A. Welke beloofde zegen werd herhaaldelijk onder de aandacht gebracht van het uitverkoren volk sinds de dagen van Mozes? Deuteronomium 7:6, 11, 14, 18.
“Het doel, dat God door Zijn volk zoekt te bereiken in deze tijd, is hetzelfde, dat Hij in vervulling wilde doen gaan door Israël, toen Hij hen uit Egypte leidde. Door het aanschouwen van de goedheid, de barmhartigheid, de rechtvaardigheid en de liefde van God, geopenbaard in de gemeente, moet de wereld een voorstelling van Zijn karakter krijgen. En wanneer de wet van God aldus in het leven wordt geopenbaard, zal zelfs de wereld de superioriteit erkennen van hen, die God liefhebben en vrezen en dienen boven elk ander volk op aarde.
De Heere houdt Zijn oog gericht op een ieder van Zijn volk; Hij heeft Zijn plannen betreffende een ieder. Het is Zijn bedoeling, dat zij, die Zijn heilige geboden in praktijk brengen, een bijzonder volk zullen zijn.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 2, blz. 387.
B. Hoe waren de Israëlieten ongeschikt om de heidenen te evangeliseren in de tijd van de richters? 1 Kronieken 5:25.
“Vaders en moeders in Israël werden onverschillig tegenover hun verplichtingen tot God, onverschillig tegenover hun verplichtingen tot hun kinderen. Door ontrouw in het gezin en afgodische invloeden van buitenaf ontvingen velen van de opgroeiende jeugd der Hebreeën een opvoeding, die zeer verschilde van wat God voor hen had bedoeld. Zij leerden de wegen der heidenen.” –Karaktervorming, blz. 45.
C. Hoe waarschuwde Samuël zijn generatie voor Gods plan voor hen om een licht te zijn voor de heidenen, hoewel Israëls regeringsvorm veranderd was? 1 Samuël 12:15.
“De tucht en de scholing, die God voor Israël had voorgeschreven, zouden hen in al hun levenswegen doen verschillen van andere volken. Dit bijzondere voorrecht … werd door hen niet gewaardeerd.” –Karaktervorming, blz. 49.
DINSDAG
6 mei
3. ISRAËL STOPT EEN BIJZONDER VOLK TE ZIJN
A. Wat toont, dat de Israëlieten het voorrecht om een bijzonder volk te zijn verachtten? 1 Samuël 8:20.
“God had de Israëlieten van alle andere volken gescheiden om hen tot Zijn bijzonder eigendom te maken. Maar zij stelden deze eer niet op prijs en verlangden vurig het voorbeeld van de heidenen na te volgen. Dit verlangen om zich te voegen naar wereldse gebruiken en gewoonten bestaat nog onder hen, die belijden tot Gods volk te behoren. Als ze de Here loslaten, streven ze naar het gewin en de eer der wereld.” -Patriarchen en Profeten, blz. 555-556.
B. Hoe wordt Gods volk nu gewaarschuwd voor een herhaling van de fout van de Joden? 1 Petrus 2:9; 2 Korinthe 6:17-18.
“Christenen zijn er steeds op uit om de gebruiken na te volgen van hen, die de god van deze wereld aanbidden. Velen stellen, dat ze door zich te verenigen met mensen uit de wereld en door hun gebruiken over te nemen, meer invloed kunnen hebben over ongelovigen. Maar allen, die deze weg volgen, scheiden zich af van de Bron van hun kracht. Door hun vriendschap met de wereld worden zij vijanden van God. Ter wille van aardse onderscheidingen geven ze de onvoorstelbare eer prijs, waartoe God hen geroepen heeft, en verkondigen niet langer de deugden van Hem, die hen uit het duister geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petrus 2:9).” –Patriarchen en Profeten, blz. 556.
C. Voor welk gevaar zullen Gods trouwe dienaren voortdurend hun gemeente waarschuwen? Jakobus 4:4; 1 Johannes 2:15-16.
“Jezus komt; en zal Hij een volk vinden gelijk aan de wereld? En zal Hij hen erkennen als Zijn volk, dat Hij voor Zichzelf gereinigd heeft? O neen. Niemand anders dan de zuivere en heilige zal Hij erkennen als de Zijnen. Degenen, die zich gereinigd en wit gemaakt hebben door lijden, en zich afgescheiden hebben, zich onbesmet van de wereld bewaard hebben, zal Hij als de Zijnen erkennen.” –Testimonies 1, blz. 133.
WOENSDAG
7 mei
4. SAUL WORDT BEPROEFD
A. Wat gebeurde er, toen de Israëlieten probeerden te zorgen voor vrede met de binnenvallende Ammonieten? 1 Samuël 11:1-4, 8, 11. Welke zonde beging Saul in plaats van te vertrouwen op de Heer, toen hij op de proef gesteld werd? 1 Samuël 13:5-13. Hoe hielp God echter toch de Israëlieten? 1 Samuël 14:31.
“De tijd, dat Saul op de proef gesteld zou worden, was aangebroken. Nu moest hij tonen, of hij al dan niet op God zou vertrouwen en rustig zou wachten, zoals God had bevolen, zodat zou blijken, dat hij de man was, waarop God kon bouwen als leidsman van Zijn volk; of dat hij te kort zou schieten en zich onwaardig zou tonen voor de heilige verantwoording, die op hem was gelegd.” -Patriarchen en Profeten, blz. 565-566.
B. Hoe toonde Saul voor de tweede keer aanmatiging en ook zelfverheffing? 1 Samuël 14:24-29, 43-45.
“Hij wilde zijn onderdanen ervan doordringen, dat zijn Koninklijke waardigheid erkend moest worden, zelfs al zou dit het leven van zijn zoon kosten… Nu zijn eigen gebod was veronachtzaamd, hoewel dit werkelijk onredelijk was en onwetend was overtreden, veroordeelde de koning en vader zijn zoon ter dood.
Het volk weigerde in te stemmen met de voltrekking van het vonnis.” –Patriarchen en Profeten, blz. 570.
C. Welke lessen moeten wij leren, en vooral de predikanten en arbeiders, van de fouten van koning Saul? Matthéüs 7:2.
“Zij, die direct klaar staan om zich te verontschuldigen of te rechtvaardigen, staan meestal onverzoenlijk ten opzichte van de gebreken van anderen. Evenals Saul halen velen zich Gods misnoegen op de hals, maar ze verwerpen raadgevingen en verachten vermaningen. Zelfs als ze overtuigd worden, dat de Here niet met hen is, weigeren ze in te zien, dat zij zelf de oorzaak van hun moeilijkheden zijn. Ze koesteren een trotse, hooghartige geest, terwijl ze toegeven aan een wreed oordeel over anderen, die beter zijn dan zij.” –Patriarchen en Profeten, blz. 570-571.
DONDERDAG
8 mei
5. SAULS UITEINDELIJKE VERWERPING
A. Hoe toonde Saul, toen hij weer beproefd werd, dat koninklijk gezag en eer belangrijker voor hem waren dan gehoorzaamheid aan het gebod van God? 1 Samuël 15:1-3, 7-9, 20-21.
B. Waarom moest God ten slotte koning Saul verwerpen? 1 Samuël 15:22-24.
“Het is uiterst gevaarlijk de bestraffingen en waarschuwingen van Gods Woord of van Zijn Geest in de wind te slaan. Evenals Saul geven velen toe aan de verleiding tot ze de ware aard der zonde niet meer kunnen onderscheiden. Ze stellen zich gerust met de gedachte, dat ze het goede bedoelen en daarom geen kwaad hebben gedaan, toen zij afweken van Gods geboden. Zo doen ze de Geest der genade smaadheid aan, totdat ze zijn stem niet langer horen en aan hun eigen dwalingen worden overgelaten.” –Patriarchen en Profeten, blz. 580.
“Maar toen Saul zijn eigen weg koos, kon de Heer hem niet langer leiden, en moest Hij hem opzijschuiven.” –Patriarchen en Profeten, blz. 581.
C. Waar probeerde Saul hulp te vinden, nadat de Geest van God zich teruggetrokken had van de koning? 1 Samuël 16:14; 28:6-7; Jesaja 8:19.
“Gedurende zijn opstand was Saul gevleid en bedrogen door Satan.” –Patriarchen en Profeten, blz. 618.
VRIJDAG
9 mei
TERUGBLIK
1. Welke waarschuwing gaf Samuël Israël bij de kroning van Saul?
2. Hoe lieten de Israëlieten na de dood van Samuël zien, dat zij niet geschikt waren om de heidenen te evangeliseren?
3. Hoe verachtten de Israëlieten het voorrecht om een bijzonder volk te zijn?
4. Hoe worden wij gewaarschuwd voor een soortgelijk gevaar?
5. Welke lessen moeten wij allemaal leren van de fouten van koning Saul?