ZONDAG
23 februari
1. HULP VRAGEN VAN DE KRACHT DER DUISTERNIS
A. Toen de Israëlieten zich opmaakten om de Jordaan over te steken voor de invasie van Kanaän, wie, naast de inwoners van Jericho, werden verontrust door hun aanwezigheid? Numeri 22:1-4.
“De Moabieten … besloten, evenals Farao dat had gedaan, om hun toevlucht te nemen tot toverij om Gods werk tegen te gaan. Ze zouden een vloek over Israël brengen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 398.
B. Wie probeerden de leiders van de Moabieten en de Midianieten om mee te laten doen in hun inspanningen om de verwachte aanval te neutraliseren en wat vroegen zij hem te doen? Numeri 22:5-7.
“Bileam, een inwoner van Mesopotamië, stond bekend om het bezit van bovennatuurlijke krachten, en zijn faam was doorgedrongen tot het land Moab… Boodschappers werden … gezonden om hem te verzoeken zijn waarzeggerijen en toverkrachten tegen Israël aan te wenden.” -Patriarchen en Profeten, blz. 398.
MAANDAG
24 februari
2. EEN AFVALLIGE PROFEET
A. Toen de boodschappers van Moab en Midian bij Bileam kwamen met de uitnodiging van koning Balak, welke indruk probeerde Bileam hen te geven? Numeri 22:8. Veronachtzaamde Bileam door zo te doen opzettelijk het verschil tussen goed en kwaad?
“Vroeger was Bileam een goed man en een profeet van God geweest; maar hij was afvallig geworden en had zich door gierigheid laten beheersen; toch gaf hij zich nog steeds uit als een dienstknecht van de Allerhoogste. Hij wist, wat God voor Israël had gedaan; en toen de boodschappers hun boodschap overbrachten, wist hij heel goed, dat hij het loon van Balak moest weigeren en de gezanten moest heen zenden. Maar hij waagde het te spelen met de verleiding en verzocht de boden om de nacht bij hem door te brengen, terwijl hij eraan toevoegde, dat hij geen beslissing kon nemen, alvorens hij de Here om raad had gevraagd.” -Patriarchen en Profeten, blz. 399.
B. Hoewel Bileam een afvallige profeet was, welke waarschuwing zond God hem toch via een engel en waarom verdraaide Bileam het, toen hij sprak met de boodschappers van Balak? Numeri 22:12-13.
“In de nacht kwam een engel Gods tot Bileam met de boodschap: ‘ Gij zult met hen niet medegaan, gij zult dat volk niet vervloeken, want het is gezegend’ (Numeri 22:12).
De volgende morgen liet Bileam de boodschappers met tegenzin trekken, maar hij zei hun niet, wat God hem had gezegd…
Bileam had ‘het loon der ongerechtigheid’ (2 Petrus 2:15) lief. De zonde van begeerte, die door God afgoderij wordt genoemd, had van hem een ogendienaar gemaakt, en door dit gebrek kreeg Satan volledige zeggenschap over hem. Dit was oorzaak van zijn ondergang.” -Patriarchen en Profeten, blz. 399.
C. Wat zijn enkele van de Schriftuurlijke principes, waardoor degenen, die beweren profeten te zijn en zij, die zeggen wonderen te doen, getest moeten worden? Jesaja 8:20; Matthéüs 7:20-23; Johannes 8:31-32.
D. Welk gevaar moeten Gods herders in staat zijn te ontdekken vooral in de tijd van het einde? Matthéüs 24:23-24. Wat is één van de verschillen tussen een ware herder en een huurling? Johannes 10:12-13.
DINSDAG
25 februari
3. BILEAM ZWAAR OP DE PROEF GESTELD
A. Omdat de informatie, die Balak kreeg, zeer verdraaid was, eerst door Bileam aan de boodschappers en vervolgens door de boodschappers aan Balak (Numeri 22:14), wat was de conclusie van Balak en wat deed hij? Numeri 22:15-17.
“Toen de gezanten van Balak de boodschap overbrachten van de weigering van de profeet om hen te vergezellen, maakten ze hem niet duidelijk, dat God dit had verboden. In de veronderstelling, dat Bileam een grotere beloning wenste, zond de koning meer in aantal en aanzienlijker vorsten dan de eerste maal met beloften van hogere onderscheidingen en met de boodschap, dat ze op elke voorwaarde van Bileam konden ingaan.” -Patriarchen en Profeten, blz. 400.
B. Toen de boodschappers de tweede keer bij de afvallige profeet kwamen, wat antwoordde Bileam toen? Numeri 22:18-19.
“Bileam werd een tweede maal op de proef gesteld. In antwoord op het verzoek van de boden had hij zich heel nauwgezet en vroom voorgedaan door hen te verzekeren, dat goud en zilver hem niet konden overhalen in te gaan tegen Gods wil. Maar hij wilde graag ingaan op het verzoek van de koning en hoewel Gods wil duidelijk was bekendgemaakt, verzocht hij de boden te blijven om God nader te raadplegen; alsof de Oneindige een mens was, die zich liet overhalen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 400.
C. Op welke voorwaarde werd Bileam toegestaan om met hen mee te gaan na de mislukte tweede test? Numeri 22:20. Riepen zij hem?
“Bileam mocht de boden vergezellen, als zij hem de volgende morgen zouden komen roepen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 401.
WOENSDAG
26 februari
4. BILEAM MAAKT GOD BOOS
A. Hoe toonde de Heer Zijn toorn tegen Bileam voor het negeren van Zijn aanwijzingen? Numeri 22:21-27.
“Ze (Moabs boodschappers) waren zonder hem (Bileam) verder te raadplegen vertrokken. Elke verontschuldiging om te luisteren naar het verzoek van Balak was nu weggenomen. Maar Bileam was vastbesloten de beloning te verdienen; en nadat hij het rijdier, waarop hij gewoonlijk reed, had gezadeld, ging hij op weg. Hij was bang, dat Gods toestemming zou worden ingetrokken, en hij haastte zich voorwaarts, opdat de gewenste beloning hem toch maar niet zou ontgaan.” -Patriarchen en Profeten, blz. 401.
“Nu nog zijn er duizenden, die een soortgelijke weg bewandelen. Ze zouden geen moeite hebben met het verstaan van hun plicht, als die in overeenstemming zou zijn met hun wensen. Het wordt hun duidelijk voor ogen gehouden in de Bijbel of op verstaanbare wijze door de omstandigheden en het verstand aangegeven. Maar omdat deze gegevens botsen met hun wensen en verlangens, schuiven zij ze dikwijls terzijde en hebben dan nog de vermetelheid om God te vragen, wat ze moeten doen. Met schijnbare oprechtheid bidden zij lang en ernstig om licht. Maar God laat niet met Zich spotten. Dikwijls laat Hij toe, dat zulke mensen hun eigen weg gaan en daarvan de gevolgen moeten dragen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 400.
B. Wat gebeurde er, toen de ogen van Bileam werden geopend? Numeri 22:31. Wat zei de engel des Heeren tot Bileam en wat was Bileams reactie? Numeri 22:32-34. Welke beperking betreurde de profeet? Numeri 22:35-38.
C. Toen de afvallige profeet werd verhinderd om een vloek uit te spreken over Israël, tot wat werd hij gedwongen om uit te spreken? Numeri 23:20-24.
D. Hoe gebruikte God zelfs een afvallige profeet om het evangelie te prediken aan de koning en de vorsten van Moab? Numeri 24:4-9, 14-17. Hebben zondaars een geldig excuus voor God, als het evangelie aan hen wordt verkondigd door de verkeerde persoon? Filippensen 1:15-18.
DONDERDAG
27 februari
5. GELOOF EN VERMOEDEN
A. Waarom is een predikant veel meer verantwoordelijk voor zijn woorden en daden dan een gewoon lid? Maleáchi 2:7-9; 1 Timótheüs 4:16; 1 Korinthe 11:1.
“Toch was hun schuld naarmate het licht, dat ze (de Moabieten) bezaten, niet zo groot in Gods oog als de schuld van Bileam. Daar hij echter beleed Gods profeet te zijn, moest alles, wat hij zou spreken, op Gods bevel zijn.” -Patriarchen en Profeten, blz. 401.
“Als er een crisis komt in het leven van een ziel en u probeert raad of vermaning te geven, zullen uw woorden alleen een invloed hebben van het goede, dat uw eigen voorbeeld en geest voor u hebben verkregen… U kunt geen invloed uitoefenen, die anderen zal veranderen, tenzij uw eigen hart zich vernederd en gezuiverd heeft en gevoelig gemaakt is door de genade van Christus.” -Evangelism, blz. 458-459.
B. Onder welke omstandigheden en waarom laat de Heer vaak zijn dienstknechten hun eigen weg gaan en daar de gevolgen van dragen? Psalm 81:12-13; Ezechiël 14:4; Galaten 6:7.
“Als de mens zich verheft boven de invloed van de Geest, haalt hij een oogst van ongerechtigheid binnen. Over zo iemand heeft de Geest steeds minder invloed om hem ervan te weerhouden zaad van ongehoorzaamheid te zaaien.” –Bijbelkommentaar, blz. 532.
VRIJDAG
28 februari
TERUGBLIK
1. Hoe probeert een belijdend dienaar van God vaak zijn ware karakter te verbergen, als hij zich keert tot de machten der duisternis?
2. Hoe daagde God Bileam uit te tonen, wat er in zijn hart was?
3. Hoe kunnen wij in gevaar zijn om de waarheid van God te verdraaien?
4. Hoe gebruikte God de nu afvallige Bileam om licht te werpen op de vorsten van Moab?
5. Waarom laat God ons vaak onze eigen weg gaan en de gevolgen dragen?