Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 18 januari 2014

JOZEF IN EGYPTE

“Doch God heeft mij voor uw aangezicht heen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing” (Genesis 45:7).

“Evenals Abraham worden velen op de proef gesteld. Zij horen de stem van God niet rechtstreeks uit de hemel, maar Hij roept hen door Zijn Woord en door de gebeurtenissen van Zijn voorzienigheid.” -De Daad bij het Woord, blz. 166.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 182-191. 

ZONDAG 12 januari

1. DE VOORZIENING VAN GOD

A. Hoe drukte Jozef zijn geloof uit, dat hij door Gods voorzienigheid naar Egypte was gevoerd? Welk plan zag hij als Gods vervulling in hem? Genesis 45:5, 7; 50:20.

“Door Jozef werd de aandacht van de koning en van de groten van Egypte gericht op de ware God.” –Patriarchen en Profeten, blz. 190.

B. Waar zouden de nakomelingen van Abraham de beste mogelijkheid hebben om een groot volk te worden in een korte tijd, omdat zij geroepen waren om het ‘licht der wereld’ te worden en zo een zegen te zijn ‘voor alle volken’? Psalm 105:17, 23-24.

“Egypte bood echter de voorwaarden, die noodzakelijk waren om de goddelijke belofte in vervulling te doen gaan. Een deel van het land, waar overvloedig water en vruchtbare grond waren, stond voor hen open en bood alle gelegenheid voor een snelle groei. En de tegenzin, die zij in Egypte zouden ondervinden vanwege hun beroep, want elke herder was een gruwel voor de Egyptenaren, zou hen in staat stellen een apart en afgescheiden volk te blijven en zou verhinderen, dat ze deel hadden aan de afgoderij van Egypte.” –Patriarchen en Profeten, blz. 200.


MAANDAG 13 januari

2. SUCCESVOL DIENEN VAN JOZEF

A. Wat toonde Jozef, toen hij als een slaaf in het huis van Potifar diende? Genesis 39:1-2.

“Bij zijn aankomst in Egypte werd Jozef verkocht aan Potifar, overste van de lijfwacht van de koning, bij wie hij gedurende tien jaar in dienst bleef. Hier stond hij bloot aan buitensporige verzoekingen. Hij leefde te midden van afgoderij. De aanbidding van afgoden werd omlijst door de pracht van het hof, steun verleend door de rijkdom en de beschaving van het hoogst beschaafde volk in die dagen… Hij schaamde zich niet voor de godsdienst van zijn vaderen en deed niets om het feit te verbergen, dat hij een aanbidder van Jehova was.” –Patriarchen en Profeten, blz. 183.

B. Tot wat moest Potifar geleid worden om de bron van Jozefs voorspoedig beheer van Potifars huishouding te beseffen? Genesis 39:3. Dus wat deed Potifar? Genesis 39:4-5.

“De opmerkelijke voorspoed op alles, waarvoor Jozef zorgde, was niet het gevolg van een direct wonder; zijn werkzaamheid, zorg en energie werden met Gods zegen bekroond. Jozef schreef zijn succes toe aan Gods gunst, en zelfs zijn afgodische meester aanvaardde dit als het geheim van zijn vergelijkelijke voorspoed. Zonder aanhoudende, doelgerichte inspanning zou dit succes echter nooit bereikt zijn.” –Patriarchen en Profeten, blz. 183-184.

C. Welke belofte behoort aan ieder getrouw en ijverig persoon? Psalm 1:1-3; 128:1-2; Spreuken 12:24; 22:29.

“Laat niemand spelen met zijn verantwoording. Als u niet kunt handelen met euro’s maar alleen met centen, bedenk dat de zegen van God rust op onvermoeide ijver. Hij veracht de kleine dingen niet. Een verstandig gebruik van het weinige zal een wonderbare toename geven. Eén talent verstandig gebruikt zal er twee geven aan God.” –Counsels on Stewardship, blz. 48.


DINSDAG 14 januari

3. JOZEFS RECHTSCHAPENHEID

A. Hoe werden Jozefs geloof en rechtschapenheid beproefd, toen hij in het huis van Potifar was en wat was het antwoord van Jozef op deze beproeving? Genesis 39:7-9.

“Het antwoord van Jozef openbaart de macht van godsdienstige beginselen. Hij wilde het vertrouwen van zijn aardse meester niet beschamen en wat de gevolgen ook mochten zijn, hij wilde trouw blijven aan zijn hemelse Meester. Onder het toeziend oog van God en van heilige engelen veroorloven velen zich vrijheden, waaraan ze zich niet graag schuldig zouden maken ten aanschouwen van hun medemensen. De eerste gedachte van Jozef was echter aan God.” –Patriarchen en Profeten, blz. 184.

B. Hoe handelde Potifar, ondanks Jozefs trouw aan zijn meester, door de indruk te geven, dat hij de valse beschuldigingen van zijn verdorven vrouw tegen Jozef geloofde? Genesis 39:20; Psalm 105:17-18.

“Jozef leed als gevolg van zijn oprechtheid; want zijn verleidster nam wraak door hem te beschuldigen van een lage misdaad en was oorzaak, dat hij in de gevangenis werd geworpen. Als Potifar de aanklacht van zijn vrouw tegen Jozef had geloofd, zou de jonge Hebreeër zijn leven verloren hebben, maar de eenvoud en de oprechtheid, die steeds zijn gedrag hadden gekenmerkt, waren een bewijs van zijn onschuld; maar om de naam van het huis van zijn meester te redden werd Jozef overgegeven aan oneer en gevangenschap.” –Patriarchen en Profeten, blz. 185.

C. Waar was de gevangenis? Vergelijk Genesis 39:1 en 41:9-10. Hoe gebruikten God en Potifar Jozef, terwijl hij in de gevangenis was? Genesis 40:1-2, 5, 8, 12-19, 23.

“De schenker van de koning had de diepste dank betuigd aan Jozef, zowel voor de bemoedigende verklaring van de droom als voor de blijken van vriendelijkheid. In antwoord daarop smeekte Jozef, terwijl hij op ontroerende wijze verwees naar zijn onrechtvaardige gevangenschap, dat de schenker zijn geval aan de koning zou voorleggen… Maar toen hij weer hersteld werd in de gunst van de koning, dacht hij (de schenker) niet langer aan zijn weldoener.” –Patriarchen en Profeten, blz. 186.


WOENSDAG 15 januari

4. JOZEF VOOR FARAO

A. Hoe werkte God, wonderbaarlijk, om Jozef uit de gevangenis te halen? Genesis 41:1-7. Hoe toonde de ware God Zich aan Farao? Genesis 41:9, 12, 14-16.

B. Hoe richtte Jozef de aandacht van Farao op de ware God aan het begin van de uitleg van de droom van de koning? Genesis 41:25. Vat de uitleg van de droom samen. Genesis 41:26-31.

C. Welke raad gaf Jozef aan Farao? Genesis 41:33-36.

“De uitleg was zo redelijk en aanvaardbaar en de gedragslijn, die werd aangeraden, was zo juist en doordacht, dat geen twijfel kon bestaan aan de juistheid ervan.” -Patriarchen en Profeten, blz. 188.

D. Welk bewijs hebben wij, dat Farao begon te geloven in de ware God? Genesis 41:38-41.

“De schenker, die gekweld werd door zelfverwijt, trachtte nu zijn eerdere ondankbaarheid goed te maken door de warmste uitingen van lof voor zijn weldoener; een verder onderzoek op bevel van de koning toonde de juistheid van zijn verslag aan. Aan heel het hof was Jozef de enige persoon, die de wijsheid bezat om te wijzen op het gevaar, dat het rijk bedreigde en die wees op de noodzakelijke voorbereiding, die getroffen moest worden. De koning was ervan overtuigd, dat Jozef de enige was, die in staat was de plannen, die hij zelf had voorgesteld, ten uitvoer te brengen. Het was duidelijk, dat een goddelijke macht met hem was, en dat er onder de hovelingen van de koning niemand zo zeer in staat was de belangen van het volk in deze crisis te behartigen. Het feit, dat hij niet alleen Hebreeër was, maar ook een slaaf, was van weinig betekenis, gezien zijn klaarblijkelijke wijsheid en zijn gezond oordeel. ‘Zouden wij iemand kunnen vinden als deze, een man, in wie de Geest Gods is?’ (Genesis 41:38), zei de koning tot zijn raadslieden.” –Patriarchen en Profeten, blz. 188.


DONDERDAG 16 januari

5. JOSEF, EEN WAARDEVOL VOORBEELD

A. Wat is een van de eerste lessen, die toekomstige zielenherders moet leren van het leven van Jozef? Lukas 16:10.

“Trouwe plichtsvervulling in elk opzicht, zowel in kleine als in grote dingen, hadden alle krachten geschikt gemaakt voor de meest verheven dienst. Wie leeft in overeenstemming met de wil van de Schepper is zeker van de meest waarachtige en edelste ontwikkeling van het karakter. ‘De vreze des Heren, dat is wijsheid, en van het kwade te wijken is inzicht’ (Job 28:28).

Er zijn slechts weinigen, die beseffen welke invloed kleine dingen in het leven hebben op de vorming van het karakter. Niets waarmee we te maken hebben, is in werkelijkheid onbetekenend. De verschillende omstandigheden, waarmee we dagelijks in aanraking komen, zijn bedoeld om onze trouw te toetsen en ons geschikt te maken voor meer vertrouwen. Door het vasthouden aan beginselen in de praktijk van het dagelijks leven went de geest zich aan de eisen van de plicht boven het toegeven aan genot en impulsen. Een geest, die zo geoefend is, aarzelt niet bij het kiezen tussen goed en kwaad; zoals iemand trouw is aan de plicht, omdat hij zich geoefend heeft aan gewoonten van trouw en waarheid. Door trouw te zijn in kleine dingen krijgt men kracht om trouw te zijn in grote zaken.” -Patriarchen en Profeten, blz. 190-191.


VRIJDAG 17 januari

TERUGBLIK

1. Wanneer besefte Jozef, dat zijn verhuizing naar Egypte goddelijk was gepland?

2. Welke zegeningen kan een christelijke arbeider brengen aan een gezelschap door zijn of haar trouwe werk?

3. Hoe richtte Jozef door goddelijke voorzienigheid de aandacht van Farao op de ware God?

4. Wat veronderstelt, dat Farao in God begon te geloven?

5. Wat is een van de eerste lessen voor de zielenherders om te leren van het voorbeeld van Jozef?

 <<    >>