Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld

 <<    >> 
Les 7 SABBAT, 15 februari 2014

GOD LEERT ISRAËL TE STOPPEN MET MORREN

“En gij zult gedenken aan al de weg, die u de HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft, opdat Hij u verootmoedige, om u te beproeven, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet” (Deuteronomium 8:2).

“Toen de kinderen Israels de geest van gemor en opstandigheid koesterden, waren zij geneigd zelfs de zegen, die God genadig aan hen had toebedeeld, te bekritiseren.” -The Signs of the Times, 28 oktober 1880.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 388-392. 

ZONDAG 9 februari

1. WEER KLAGEN

A. Hoe klaagde het volk Israël nog steeds tegen God en tegen Mozes aan het einde van hun pelgrimstocht door de woestijn? Numeri 21:5.

B. Hoe probeerde Mozes hen te overtuigen, dat hun klachten onrechtvaardig waren? Deuteronomium 8:3-4, 14-16.

“Elke dag gedurende hun reizen waren ze (de Israëlieten) door een wonder van goddelijke barmhartigheid gespaard. Tijdens Gods leiding hadden ze water gehad voor hun dorst, brood van de hemel om hun honger te stillen en vrede en zekerheid onder de schaduwrijke wolk bij dag en de vuurkolom bij nacht. Engelen hadden hen gediend bij het beklimmen van de rotsachtige hellingen of het begaan van de woeste paden in de woestijn. Ondanks de ontberingen, die ze hadden meegemaakt, was er geen onder hen, die struikelde. Hun voeten waren niet gezwollen tijdens hun lange reis en hun klederen waren niet verouderd.” -Patriarchen en Profeten, blz. 389.


MAANDAG 10 februari

2. DE KOPEREN SLANG

A. Welk antwoord gaf de Heer op de klachten van het volk? Numeri 21:6.

“Omdat ze (Israëlieten) door Gods macht beschermd waren geworden, hadden zij niet de talrijke gevaren beseft, waardoor zij gedurig omgeven waren. In hun ondankbaarheid en ongeloof hadden ze steeds de dood verwacht, en God liet nu toe, dat de dood toesloeg. De giftige slangen van de woestijn werden vurige slangen genoemd, omdat hun beet een vurige ontsteking en een snelle dood veroorzaakte. Toen Gods beschermende hand van Israël werd weggenomen, werden velen gebeten door deze giftige dieren.” -Patriarchen en Profeten, blz. 389.

B. Wat deed het volk, toen zij begrepen dat God, omdat zij hadden geklaagd zonder enige goede reden, hun iets gaf om over te klagen? Numeri 21:7. Hoe is dit een les voor ons?

“Nu ontstond er schrik en verwarring in het gehele legerkamp. In bijna iedere tent lagen stervenden of doden. Niemand was veilig… Allen waren druk in de weer om te zorgen voor de lijdenden, of trachtten onder angstige zorg degenen te beschermen, die nog niet gebeten waren. Nu morden ze niet. Vergeleken met het huidige lijden schenen hun vroegere moeilijkheden en beproevingen niet noemenswaard.

Nu vernederde het volk zich voor God. Ze kwamen tot Mozes met hun schuldbelijdenis en smeekbeden. ‘Wij hebben gezondigd’, zeiden ze, ‘want wij hebben tegen de Here en tegen u gesproken’ (Numeri 21:7). Nog maar kort geleden hadden ze hem als hun grootste vijand beschuldigd als de oorzaak van al hun moeilijkheden en beproevingen. Maar terwijl de woorden nog op hun lippen waren, wisten ze, dat de aanklacht onjuist was; en zodra er werkelijk moeilijkheden kwamen, vluchtten zij tot hem als de enige, die hun voorspraak bij God kon zijn.” -Patriarchen en Profeten, blz. 389, 390.

“Als wij onze zondigheid zien, moeten we niet moedeloos worden en vrezen, dat we geen Verlosser hebben, of dat Hij niet barmhartig tegenover ons zal zijn. Juist dan nodigt Hij ons uit om tot Hem te komen in onze hulpeloosheid om gered worden.” -Patriarchen en Profeten, blz. 392.


DINSDAG 11 februari

3. ’KIJK EN LEEF’

A. Wat werd Mozes geboden te doen om het probleem met de slangen op te lossen en met welk gevolg? Numeri 21:8-9.

“Velen wilden niet geloven, dat alleen het zien op dat metalen beeld hen kon genezen; deze stierven in hun ongeloof. Er waren echter velen, die geloofden in het middel, dat God gegeven had. Vaders, moeders, broers en zusters deden alles, wat in hun macht lag om hun lijdende, stervende vrienden ertoe te brengen hun brekende ogen te richten op de slang. Als zij slechts een enkele blik op deze slang konden werpen, al lagen ze op sterven, zouden ze volkomen genezen.

Het volk begreep heel goed, dat de koperen slang niet de macht bezat zulk een verandering tot stand te brengen in degenen, die erop zagen. Alleen God kon genezing schenken. In Zijn wijsheid koos Hij deze manier om Zijn macht te openbaren. Door dit eenvoudige middel moest het volk beseffen, dat deze beproeving het gevolg was van hun eigen zonden. Zij kregen ook de verzekering, dat ze geen reden tot vrees hadden, wanneer ze God gehoorzaam waren, want Hij zou hen beschermen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 390.

B. Welke raad zouden onze predikanten nu aanbieden aan gewoonteklagers? Filippensen 2:14; Jesaja 45:22; 1 Petrus 5:6-7.

“In het oprichten van de koperen slang moest Israël een belangrijke les leren. Ze konden zichzelf niet redden van de gevolgen van het gif in hun wonden. Alleen God kon hen genezen. Toch moesten zij hun geloof tonen in de voorziening, die Hij getroffen had. Ze moesten zien om in leven te blijven. Hun geloof maakte, dat God hen kon aannemen, en door het zien op de slang toonden zij hun geloof. Ze wisten, dat de slang in zichzelf geen kracht bezat, maar dat het een beeld was van Christus; en de noodzaak om te geloven in Zijn verdienste werd hen op deze wijze duidelijk gemaakt…

Hoewel de zondaar zichzelf niet kan redden, moet hij toch iets doen om de zaligheid te verkrijgen. ‘Wie tot Mij komt’, zegt Christus, ‘zal Ik geenszins uitwerpen’ (Johannes 6:37). Maar wij moeten tot Hem komen, en als wij berouw hebben over onze zonden, moeten we geloven, dat Hij ons aanneemt en vergiffenis schenkt. Geloof is Gods gave, maar de kracht om het uit te oefenen ligt bij ons. Geloof is de hand, waardoor de ziel beslag legt op het goddelijk aanbod van genade en barmhartigheid.” -Patriarchen en Profeten, blz. 390-391.


WOENSDAG 12 februari

4. ’ER IS GEEN ANDERE NAAM’

A. Welke les, in verband met de koperen slang, werd zeer duidelijk in de onderwijzing van Jezus, toen Hij onder Zijn discipelen was? Johannes 3:14-17.

“Allen, die op aarde geleefd hebben, zijn gebeten door ‘de oude slang, die genaamd wordt de duivel en de satan’ (Openbaring 12:9). De dodelijke gevolgen van de zonde kunnen alleen worden weggenomen door de voorziening, die God getroffen heeft. Het leven van de Israëlieten werd gered, doordat zij zagen op de opgerichte slang. Dat zien eiste geloof. Ze leefden, omdat ze Gods Woord geloofden en vertrouwd hadden op de middelen, die beschikbaar waren gesteld voor hun herstel. Zo kan de zondaar zien op Christus en leven. Hij ontvangt vergiffenis door het geloof in het verzoenend offer. In tegenstelling met het dode en levenloze symbool heeft Christus de macht en de mogelijkheid in Zich om de berouwvolle zondaar te genezen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 391.

B. Door wie alleen kunnen de zegeningen van het genadeverbond de onze worden? Johannes 6:37; Handelingen 4:12.

“Alleen Christus’ gerechtigheid geeft ons aanspraak op de zegeningen van het genadeverbond. Velen hebben lang begeerd deze zegeningen te verkrijgen, maar ze hebben ze niet ontvangen, omdat ze hebben gemeend iets te moeten doen om ze te verdienen. Ze hebben de blik niet van zichzelf afgewend en geloofden niet, dat Jezus volkomen kan zalig maken. We moeten niet menen, dat onze eigen verdiensten ons zullen redden; Christus is onze enige hoop van behoud…

Als we God volkomen vertrouwen, als we vertrouwen op de verdiensten van Jezus als de Heiland, die zonden vergeeft, zullen we alle hulp ontvangen, die we maar wensen. Laat niemand zien op zichzelf, alsof hij de macht zou hebben zichzelf te redden. Jezus stierf voor ons, omdat we hiertoe niet in staat zijn. In Hem ligt onze hoop, onze rechtvaardigmaking, onze gerechtigheid. Als we onze zondigheid zien, moeten we niet moedeloos worden en vrezen, dat we geen Verlosser hebben, of dat Hij niet barmhartig tegenover ons zal zijn. Juist dan nodigt Hij ons uit tot Hem te komen in onze hulpeloosheid om gered te worden.” -Patriarchen en Profeten, blz. 391-392.


DONDERDAG 13 februari

5. DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH

A. Waarom en hoe waren veel Israëlieten besluiteloos om de hulp, die God gezonden had, aan te nemen, toen zij werden aangevallen door de slangen? Hebreeën 3:9, 17-19.

“Vele Israëlieten ... bleven klagen over hun wonden, hun pijn, hun onafwendbare dood, tot hun kracht verdwenen was en hun ogen braken, terwijl zij ogenblikkelijk genezing hadden kunnen vinden.” -Patriarchen en Profeten, blz. 392.

B. Hoe worden wij gewaarschuwd niet het voorbeeld van de Israëlieten te volgen? Hebreeën 3:7-8, 12-14.

“Velen willen Christus niet aannemen, eer zij het geheim van het verlossingsplan ten volle verstaan. Ze weigeren in geloof op te zien, hoewel ze beseffen, dat duizenden hebben gezien op het kruis van Christus en daarbij baat gevonden hebben. Velen zijn verstrikt in de doolhof van filosofie, op zoek naar redenen en bewijzen, die ze nooit zullen vinden, terwijl ze het bewijs verwerpen, dat God ons heeft willen schenken. Ze weigeren te wandelen in het licht van de Zon der Gerechtigheid, alvorens de reden van haar schijnsel zal zijn verklaard. Allen, die volharden op deze weg, zullen nooit tot kennis der waarheid komen. God zal nimmer elke gelegenheid tot twijfelen wegnemen. Hij geeft ruimschoots bewijzen, waarop men het geloof kan gronden, en als deze niet worden aanvaard, blijft het verstand in het duister. Als degenen, die door de slangen gebeten waren, getwijfeld hadden, eer ze wilden opzien, zouden zij zijn gestorven. We moeten eerst zien, en het zien in geloof zal ons leven geven.” -Patriarchen en Profeten, blz. 392.


VRIJDAG 14 februari

TERUGBLIK

1. Toen de Israëlieten nog steeds klaagden, toen zij de grens van Kanaän naderden, welke les gaf de Heer hen toen?

2. Welke raad moet gegeven worden aan gewoontemopperaars?

3. Hoe kunnen berouwvolle zondaars worden genezen?

4. Wat gebeurde met hen, die aarzelden Gods hulp aan te nemen voor hun slangenbeten?

5. Hoe volgen velen van ons nu het voorbeeld van de Israëlieten?

 <<    >>