Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld

 <<    >> 
Les 12 SABBAT, 22 maart 2014

ISRAËL VERSLAGEN – WAAROM?

“Israël heeft gezondigd; en zij hebben ook Mijn verbond overtreden” (Jozua 7:11).

“De geschiedenis van Achan leert ons de ernstige les, dat door de zonde van één man het misnoegen van God zal rusten op een volk of een natie, totdat de overtreding is uitgezocht en bestraft.” –Conflict and Courage, blz. 120.

Aanvullende studie:   Patriarchen en Profeten, blz. 442 – 448. 

ZONDAG 16 maart

1. “ISRAËL BEGING EEN OVERTREDING”

A. Wat gebeurde er snel na de val van Jericho? Jozua 7:2-5.

“De grote overwinning, die God voor hen had behaald, had de Israëlieten met zelfvertrouwen vervuld. Omdat Hij hun het land Kanaän had beloofd, voelden ze zich zeker en vergaten, dat ze alleen succes konden hebben, als God hen hielp. Zelfs Jozua maakte plannen voor de verovering van Ai zonder eerst God te raadplegen. De Israëlieten waren begonnen zich te beroemen op eigen kracht en beschouwden hun vijanden met minachting. Men verwachtte een gemakkelijke overwinning en achtte een leger van drieduizend man voldoende voor de verovering. Ze vielen aan zonder de zekerheid te hebben, dat God met hen was.” –Patriarchen en Profeten, blz. 442.

B. Waarom werden de Israëlieten verslagen? Jozua 7:1, 12.

“Het was geen tijd om te wenen en te klagen maar voor directe en besliste maatregelen. In het kamp was een verborgen zonde en deze moest aan het licht gebracht en weggedaan worden, eer Gods tegenwoordigheid en Gods zegen met zijn volk konden zijn...

Gods bevel was overtreden door iemand, die aangewezen was om zijn oordelen te volvoeren... Jozua kreeg aanwijzingen, hoe hij de overtreder kon ontdekken en bestraffen.” –Patriarchen en Profeten, blz. 443.


MAANDAG 17 maart

2. “HET VOLK WERD VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN”

A. Was het gebod van God werkelijk overtreden door het hele kamp van Israël of door slechts één man? Jozua 7:18.

“God was aangaande Jericho erg nauwgezet, anders zou het volk bekoord zijn door de dingen, die de inwoners hadden aanbeden en hun harten zouden afgeleid worden van God. Hij beschermde Zijn volk door de meest positieve geboden; maar niettegenstaande het ernstige bevel van God door de mond van Jozua waagde Achan het om te overtreden. Zijn hebzucht leidde hem ertoe om van de schatten, die God hem had verboden aan te raken omdat de vloek van God op hen rustte. En door de zonde van deze man was het Israël van God zo zwak als water voor hun vijanden.” –Testimonies 3, blz. 264.

“En heel het volk werd verantwoordelijk gesteld voor de schuld van de overtreder: ‘Zij hebben van het verbannene genomen, en ook gestolen, en het heimelijk bij hun huisraad gelegd’.” –Patriarchen en Profeten, blz. 443.

B. Waarom legt God de verantwoording op het hele volk, als slechts één persoon zondigde door bewust in strijd te handelen met het goddelijke verbod? Jozua 7:11.

“De zonde van Achan raakt het gehele volk. Ter wille van de zonde van één persoon rust vaak Gods ongenoegen op de gemeente, tot de overtreding is ontdekt en weggedaan. De invloed, waarvoor de gemeente het meest beducht moet zijn, is niet die van openbare tegenstanders, ongelovigen en lasteraars, maar van christenen wier leven in strijd is met hun belijdenis. Zij weerhouden Gods zegeningen en verzwakken Zijn volk.” –Patriarchen en Profeten, blz. 447.

“In Zijn omgang met Zijn volk in het verleden toont de Here de noodzakelijkheid om de gemeente te zuiveren van verkeerdheden. Eén zondaar kan duisternis verspreiden, die de gehele vergadering zal uitsluiten van Gods licht. Wanneer het volk zich bewust wordt, dat duisternis over hen komt en ze weten de oorzaak niet, zullen ze God in ootmoed en zelfvernedering ernstig zoeken, tot het kwaad, dat Zijn Geest grieft, ontdekt en weggedaan is.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 343.


DINSDAG 18 maart

3. “STA OP”

A. Hoe riep Jozua tot de Heere en waar was hij het meest bezorgd over? Jozua 7:6­9.

”Jozua en de oudsten van Israël waren in grote nood. Zij vielen voor de ark van God neer in de meest troosteloze nederigheid, omdat de toorn van de Heere op Zijn volk was. Zij baden en weenden voor God.” ­Testimonies 3, blz. 264.

”Als u geestelijk onderscheidingsvermogen heeft, kunt u door het gebed van Jozua zien, dat wat door Achan beschouwd werd als iets kleins de oorzaak was van grote angst en zorg voor de verantwoordelijke mannen van Israël.. Achan, de schuldige, voelde die last niet. Hij nam het allemaal heel rustig op.” ­Christ Triumphant, blz. 137.

B. Wat was het eerste werk, dat God Jozua op droeg om te doen? Jozua

7:10, 13.

“Het was geen tijd om te wenen en te klagen maar voor directe en besliste maatregelen. In het kamp was een verborgen zonde en deze moest aan het licht gebracht en weggedaan worden, eer Gods tegenwoordigheid en Gods zegen met zijn volk konden zijn.” –Patriarchen en Profeten, blz. 443.

“De Heer vermeldde niet, wie de schuldige was; maar Hij gaf aanwijzingen over, wat gedaan moest worden.” ­The Youth´s Instructor, 25 januari 1894.

C. Hoe reageren sommige mensen, als een soortgelijk werk gedaan moet worden in de gemeente? Jesaja 30:9­10.

”De geest van verbittering, waarmee enigen bezield waren, omdat de verkeerdheden onder Gods volk berispt zijn, heeft een blindheid en vreselijke misleiding over hen gebracht, waardoor ze niet in staat zijn het goede van het kwade te onderscheiden. Ze hebben zich gehouden aan hun eigen geestelijk inzicht. Ze zullen de verkeerdheden zien, maar ze doen niet als Jozua door zichzelf te verootmoedigen, omdat ze aanvoelen, dat zielen in gevaar zijn.” –Uit de Schatkamer der Getuigenissen 1, blz. 344.


WOENSDAG 19 maart

4. “DOE HET VERVLOEKTE DING WEG”

A. Waarom wees de Heer niet meteen naar de schuldige? Psalm 32:5. Wat is het verschil tussen aanvaardbare en niet aanvaardbare bekentenissen?

“De zondaar werd niet dadelijk aangewezen en de zaak werd enige tijd in het onzekere gelaten, zodat het volk zijn verantwoordelijkheid zou beseffen voor de zonden in hun midden, zichzelf zou onderzoeken en zich zou vernederen voor God.” –Patriarchen en Profeten, blz. 443.

“Achan... had gezien, hoe de legers van Israël verslagen en moedeloos terugkeerden van Ai; toch was hij niet naar voren gekomen om zijn schuld te belijden. Hij had gezien, hoe Jozua en de oudsten zich ter aarde hadden gebogen, terwijl hun droefheid niet onder woorden kon worden gebracht. Als hij toen zijn zonde beleden had, zou hij het bewijs hebben geleverd van oprecht berouw; maar hij bleef zwijgen. Hij had geluisterd naar de bekendmaking, dat er een grote misdaad begaan was, en zelfs gehoord waarom het ging. Maar zijn lippen bleven verzegeld... Er is een groot onderscheid tussen het toegeven van de feiten, als deze zijn aangetoond en het belijden van zonden, die alleen aan God en aan ons bekend zijn. Achan zou niet hebben bekend, als hij niet de hoop had gekoesterd, dat hij op deze wijze de gevolgen van zijn zonde kon keren. Maar zijn belijdenis diende slechts om te laten zien, dat zijn straf terecht was. Hij had geen waar berouw over de zonde, geen schuldgevoel, geen afschuw van het kwaad.” –Patriarchen en Profeten, blz. 447.

B. Waarom betrok God de hele gemeente in een ijverig zoeken? 1 Korinthe 12:25-26.

“God houdt Zijn gemeente, als een lichaam, verantwoordelijk voor de zonden, die in personen onder hen bestaan. Als de leiders van de gemeente nalaten ijverig te zoeken naar de zonden, die Gods misnoegen brengen op het lichaam, worden zij verantwoordelijk voor deze zonden.” –Testimonies 3, blz. 269.

C. Welke wijsheid moet het pastorale werk begeleiden, als de dwalenden geholpen moeten worden? Jakobus 1:5; 3:17-18; Judas 22-23.


DONDERDAG 20 maart

5. “IK HEB INDERDAAD GEZONDIGD…”

A. Wat zei Achan, toen het lot op hem viel? Jozua 7:20-21.

“Om zijn schuld buiten twijfel vast te stellen, zodat men nooit kon zeggen dat hij onschuldig veroordeeld was, bezwoer Jozua Achan plechtig om de waarheid te zeggen. De ongelukkige man legde een volledige bekentenis af van zijn misdaad.” –Patriarchen en Profeten, blz. 443.

“Bekentenissen van zonde, die op de juiste tijd gedaan worden om de mensen van God te ontlasten, zullen door Hem aangenomen worden. Maar er zijn onder ons, die bekentenissen te laat zullen doen, zoals Achan deed, om zichzelf te redden.” –Testimonies 3, blz. 272.

B. Welke straf, toegepast op Achan, diende als een waarschuwing voor de rest van het volk? Jozua 7:24-25. Hoe is dit een waarschuwing voor ons?

“De dodelijke zonde, die aanleiding was tot de ondergang van Achan, had zijn wortels in de hebzucht, de zonde die men onder alle zonden als algemeen en als het minst belangrijk beschouwt. Terwijl andere zonden ontdekt en bestraft worden, hoort men zelden een woord van afkeuring als het tiende gebod wordt overtreden. De grootte van deze zonde en de gevolgen ervan leren we in de geschiedenis van Achan.

Begeerte is een kwaad, dat zich geleidelijk ontwikkelt. Achan had de hebzucht gekoesterd, tot deze een gewoonte werd, waardoor hij met onverbrekelijke banden werd gebonden. Hij had met afschuw vervuld moeten zijn bij de gedachte, welk onheil zijn daad over Israël zou brengen; maar zijn zintuigen waren afgestompt door de zonde en toen de verleiding kwam, kon hij er geen weerstand aan bieden.

Worden niet soortgelijke zonden ook nu bedreven ondanks alle waarschuwingen? Het verbod om aan hebzucht toe te geven is nog evenzeer van kracht voor ons, als het was voor Achan, toen deze de buit van Jericho begeerde. God heeft het afgoderij genoemd.” –Patriarchen en Profeten, blz. 446.


VRIJDAG 21 maart

TERUGBLIK

1. Waarom werden de Israëlieten verslagen bij de eerste ontmoeting met het volk van Ai?

2. Wat was het eerste werk, dat God Jozua te doen gaf?

3. Waarom betrok God de hele gemeente bij het werk van een ijverig zoeken naar de schuldige?

4. Wat voor wijsheid is nodig om tegen afgeweken gemeenteleden op te treden?

5. Waarom was de bekentenis van Achan niet aanvaardbaar?

 <<    >>