Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld

 <<    >> 
Les 6 SABBAT, 8 februari 2014

ZICH VOORBEREIDEN OM LICHTDRAGERS TE ZIJN (II)

“Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israël in Mijn wegen gewandeld had! In korte tijd zou Ik hun vijanden ten onder gebracht hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun tegenpartijders” (Psalm 81:14-15).

“Zij, op wie de last van dit (reformatie)werk drukt, zullen niet zwijgen, als er verkeerd wordt gehandeld, en evenmin zullen zij de zonde met de mantel van misplaatste liefde bedekken.” -Profeten en Koningen, blz. 416.

Aanvullende studie:   Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 109-112. 

ZONDAG 2 februari

1. VAN EEN LAGERE NAAR EEN HOGERE STANDAARD

A. Hoe zouden zij geholpen zijn, als zij Zijn plan hadden verwelkomd om hen terug te leiden naar het oorspronkelijke dieet van Adam, omdat God het plan had Israël in Kanaän te vestigen als het licht der wereld? Psalm 78:23-25; 81:14-15.

“Om de gesteldheid te veranderen en de betere krachten van het verstand te activeren nam Hij (de Heer) het vlees van dode dieren van hen weg. Hij gaf hun het brood der engelen, het manna uit de hemel.” –Bijbelkommentaar, blz. 54.

B. Waarom werden de kinderen Israëls gestraft voor het vragen om vlees, omdat vlees eten tijdelijk was toegestaan na de zondvloed in Genesis 9:3; 18:7; 27:9? Numeri 11:33; Psalm 78:27-32; 106:14-15.

“Als iemand duidelijk ziet, wat hij moet doen, moet hij zich niet aanmatigen tot God te gaan met de bede hem te verontschuldigen in het nalaten van zijn plicht. In plaats daarvan moet hij nederig en ootmoedig vragen om goddelijke kracht en wijsheid om zijn taak te volbrengen.” -Patriarchen en Profeten, blz. 401.


MAANDAG 3 februari

2. BARMHARTIG ZIJN VOOR HARTEN

A. Hoe beoefende de Heere, in sommige opzichten, geduld en verdraagzaamheid in het leiden van Zijn volk, toen zij niet bereid waren om een hogere standaard te nemen? Psalm 81:12-13; Ezechiël 14:4-5.

B. Wat stond God uiteindelijk toe aan de Israëlieten om te eten, vanwege de ‘hardheid van hun harten’? Welke beperkingen verbond God met die toestemming om gezondheidsredenen? Leviticus 11:1-4, 9-10; 3:17; 22:8.

“Nadat zij zich in Kanaän gevestigd hadden, werd het de Israëlieten toegestaan vlees te gebruiken, maar onder strikte beperkingen, die bedoeld waren om de slechte gevolgen te verminderen.” -De Weg tot Gezondheid, blz. 260.

C. Welke wetten en oordelen stond God Mozes toe om hun te geven, als zij niet bereid waren om een hogere standaard te nemen? Ezechiël 20:23-25. Welke raad moeten gemeenteleiders en evangelisten altijd in gedachten houden? Johannes 14:17; 16:13.

“Wij moeten niet sneller gaan, dan wij hen mee kunnen nemen, die met hun geweten en verstand overtuigd zijn van de waarheden, die wij bepleiten. Wij moeten de mensen treffen, waar zij zijn. Sommigen van ons hebben er vele jaren over gedaan om onze huidige positie in de gezondheidsreformatie te bereiken. Het is geleidelijk werken om een reformatie in het dieet te verkrijgen. Wij moeten krachtige eetlust het hoofd bieden, want de wereld heeft zich overgegeven aan gulzigheid. Als wij de mensen moeten toestaan als zo dikwijls, als wij het nodig vinden om de huidige gevorderde toestand in de reformatie aan de orde te stellen, zouden wij erg geduldig met hen zijn en hen toestaan stap voor stap vooruit te gaan, zoals wij hebben gedaan, totdat hun voeten stevig gevestigd zijn op het platform van de gezondheidsreformatie. Maar wij moeten heel voorzichtig zijn niet te snel vooruit te gaan, anders zijn wij verplicht op onze schreden terug te keren. In reformaties kunnen wij beter een stap tekort nemen dan een stap te ver gaan. En als er toch iets fout gaat, laat het dan de mensen niet raken.” –Testimonies 3, blz. 20-21.


DINSDAG 4 februari

3. ALVORENS KANAÄN BINNEN TE GAAN

A. Welke andere belangrijke oorspronkelijke instellingen moesten, voor Israël Kanaän binnen ging, naast het oorspronkelijke dieet worden hersteld onder hen, zodat zij bekwaam zouden zijn om het licht der wereld te zijn?

1) Gods rust - de Sabbat. Genesis 2:2-3; Exodus 16:29-30; Hebreeën 4:1-3, 9-11. Waarom waren zij niet in staat Gods rust in te gaan in volledige betekenis (zowel letterlijk als geestelijk)? Hebreeën 3:18-19.

2) De instelling van het huwelijk. Waarom waren de inspanningen van Mozes niet succesvol, hoewel hij een herstel van het huwelijk wilde? Matthéüs 19:4, 7-8; Ezechiël 20:25. Welke latere inspanningen werden er gedaan op dit gebied? Maleáchi 2:14-16.

B. Hoe zijn wij soms geneigd om het voorbeeld van het oude Israël te herhalen, als wij kijken naar hun verharde harten?

“De geschiedenis van het woestijnleven van Israël is vermeld voor het welzijn van het Israël Gods in de laatste dagen. Het verslag van Gods handelwijze met de zwervers in de woestijn gedurende al hun zwerftochten, in hun blootstaan aan honger, dorst en vermoeidheid, in de treffende manifestaties van Zijn macht om hen te helpen, is doorvlochten met waarschuwing en vermaningen voor Zijn volk in alle tijden. De wisselende ervaring van de Hebreeën was een opleidingsschool voor het hun beloofde tehuis in Kanaän. Het is de bedoeling van God, dat Zijn volk in deze tijd met een nederig hart en een bereidwillige geest de beproevingen nagaat, die het oude Israël moest ondergaan, opdat ze weten, hoe ze zich moeten voorbereiden op het hemels Kanaän.

Velen zien naar Israël, en verbazen zich over hun ongeloof en klagen, terwijl ze het gevoel hebben, dat zij niet zo ondankbaar geweest zouden zijn; maar wanneer hun geloof wordt beproefd, zelfs door kleine beproevingen, openbaren ze geen groter geloof of geduld dan het oude Israël. Wanneer ze in het nauw geraken, klagen ze over het proces, waardoor God hen wil zuiveren.” -Patriarchen en Profeten, blz. 256.


WOENSDAG 5 februari

4. VOORBEREIDEN VOOR DE NIEUWE AARDE

A. Moeten Gods oorspronkelijke instellingen volledig hersteld zijn in de tijd van het einde, voordat wij het hemels Kanaän binnengaan? Matthéüs 17:11; Handelingen 3:20-21. Welke zijn dat?

1) Gods rust, de Sabbat. Jesaja 56:1, 6-8; 58:12-14.

2) De instelling van het huwelijk. 1 Korinthe 7:1-2, 10-11, 24, 29, 39.

3) Het vleesloze dieet, oorspronkelijk gegeven aan Adam en Eva. 1 Korinthe 10:5-6, 11; Jesaja 22:12-14.

“In de eindtijd zal elke goddelijke instelling hersteld worden. De bres, in de wet gemaakt in de tijd, dat de sabbat werd veranderd door de mens, zal hersteld worden. Gods laatste volk, dat in de wereld leeft als hervormers, moet laten zien, dat Gods wet de grondslag vormt van alle blijvende hervormingen en dat de sabbat van het vierde gebod blijft bestaan als een gedenkteken aan de schepping, een blijvende herinnering aan Gods macht. Op duidelijke wijze moeten zij de noodzaak aantonen van gehoorzaamheid aan al Gods geboden. Gedrongen door de liefde van Christus moeten zij met Hem samenwerken in het herbouwen van de verwoeste plaatsen. Zij moeten de herstellers van de bressen, de herbouwers van de straten zijn.” -Profeten en Koningen, blz. 418.

B. Als wij begrijpen, dat in Gods plan: ‘elke goddelijke instelling hersteld moet zijn’, hoe worden dan degenen, die de laatste evangelieboodschap aan de wereld brengen, beschreven? Jesaja 58:12; 61:4.

“Hier beschrijft de profeet (Jesaja) een volk, dat in een tijd van algemene afval van waarheid en recht de beginselen, die de grondslag vormen van Gods koninkrijk, tracht te herstellen. Ze zijn herstellers van de bres, die gemaakt is in Gods wet.” -Profeten en Koningen, blz. 417-418.

“In duidelijk contrast met deze menigte staat een klein gezelschap, dat niet zal afdwalen van hun trouw aan God. ‘Hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus’ (Openbaring 14:12). Dezen zijn zij, van wie Jesaja spreekt: ‘En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fundamenten van geslacht tot geslacht verwoest zult gij oprichten; en gij zult genoemd worden: Die de bressen dicht, die de paden weer aanlegt, om te bewonen’ (Jesaja 58:12).” -The Signs of the Times, 8 februari 1910.


DONDERDAG 6 februari

5. ’WIJ HEBBEN ZIJN STEM GEHOORD’

A. Wie was de engel, die naar beneden kwam op de berg Sinaï met de woorden van God om aan ons gegeven te worden? Handelingen 7:37-39; 3:22-23; 1 Korinthe 10:1-4.

B. Hoe weten wij, dat Christus niet in deze wereld kwam om een nieuwe godsdienst in te voeren, maar om te herstellen, wat verloren was gegaan door de werken van Satan? Lukas 19:10; 1 Johannes 3:8; Matthéüs 5:17.

“Het grote verlossingsplan zal heel de wereld terugbrengen in Gods gunst. Alles, wat door de zonde verloren ging, zal hersteld zijn.” -Patriarchen en Profeten, blz. 306.

C. Hoe moeten ons leven en verantwoordelijkheid zijn als medearbeiders van Christus? Vergelijk Johannes 16:13 met Amos 4:12.

“Wij bezitten een grotere en plechtiger waarheid dan ooit tevoren aan stervelingen werd toevertrouwd, en wij zijn verantwoordelijk voor de wijze, waarop wij met die waarheid omgaan. Een ieder van ons moet zijn zinnen gezet hebben op het redden van zielen. Wij moeten de krachtige invloed van de waarheid op ons hart en karakter laten zien, terwijl wij alles doen, wat wij kunnen, om anderen ertoe te brengen die waarheid ook lief te hebben.” -Getuigenissen voor de Gemeente 5, blz. 250.


VRIJDAG 7 februari

TERUGBLIK

1. Als wij een duidelijke taak voor ons zien, wat zal ons antwoord dan zijn?

2. Wat gebruikt God soms bij het leiden van Zijn volk, als zij niet bereid zijn een hoger standpunt in te nemen?

3. Noem de drie oorspronkelijke instellingen, die God wilde herstellen voor Zijn volk naar Kanaän te leiden?

4. Wat moet hersteld zijn, voordat wij het hemels Kanaän binnengaan?

5. Kwam Christus naar deze wereld om een nieuwe godsdienst te brengen of om te herstellen, wat verloren was gegaan?

 <<    >>