Back to top

Sabbath Bible Lessons

Lessen uit de brieven van Petrus (I)

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 20 april 2024

Gehoorzame kinderen van God

Tekst om te onthouden: “Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vurig lief uit een rein hart” (1 Petrus 1:22).

“Als wij op Christus beslag leggen door geloof, is ons werk nog maar net begonnen. Ieder mens heeft verdorven en zondige gewoonten, die overwonnen moeten worden door krachtige strijd. Van iedere ziel wordt verwacht, dat zij de strijd van het geloof strijdt.” –Selected Messages, bk. 2, blz. 20.

Aanvullende studie :   –Schreden naar Christus, blz. 51-58. 

ZONDAG 14 april

1. Onze gedachten zorgvuldig kiezen

A. Waar begint ware gehoorzaamheid volgens het Woord van God? 1 Petrus 1:13-14; Romeinen 12:2.

“Elke ware hervorming begint met het reinigen van de ziel. Het is door het wassen van de wedergeboorte en de vernieuwing van de geest door de kracht van de Heilige Geest, dat er een verandering in het leven wordt bewerkstelligd.

Door Christus te aanschouwen worden we veranderd. Als de geest voortdurend bezig is met tijdelijke zaken, worden deze dingen allesoverheersend en beïnvloeden het karakter, zodat Gods heerlijkheid uit het oog wordt verloren en vergeten. De mogelijkheden, die voor hen binnen handbereik liggen om vertrouwd te raken met hemelse dingen, worden over het hoofd gezien. Het geestelijk leven sterft.” –Sons and Daughters of God, blz. 105.

B. Waar loopt de natuurlijke loop van menselijke gedachten en motieven? Genesis 6:5; Jeremia 17:9.

C. Wat moeten we doen, als we beseffen, dat onze gedachten en motieven niet zuiver zijn? Handelingen 8:22.


MAANDAG 15 april

2. Nuchterheid van denken

A. Hoe kunnen we in praktische zin ‘de lendenen van onze geest omgorden’? Genesis 4:7.

“Zij, die niet ten prooi willen vallen aan de plannen van Satan, moeten de toegangen tot de ziel bewaren. Zij moeten niet datgene lezen, zien of horen, dat onzuivere gedachten zou opwekken. De geest mag niet vrij dwalen naar elk thema, dat de vijand der zielen suggereert. Het hart moet getrouw behoed worden, opdat geen kwaad van buiten het kwaad van binnen opwekt, en de ziel in het duister zal dwalen. ‘Omgordt de lendenen van uw verstand’, schreef Petrus, ‘weest nuchter’.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 379.

B. Waarom is het enorm belangrijk om de gedachten van ons hart te beheersen? Spreuken 23:7 (eerste deel); 24:9 (eerste deel).

“De gedachten moeten onderworpen worden aan de wil van God, en de gevoelens moeten onder controle worden gebracht van de rede en godsdienst. Onze verbeeldingskracht is ons niet gegeven om oproer te mogen maken en zijn eigen weg te mogen gaan, zonder enige poging tot terughoudendheid en discipline. Als de gedachten verkeerd zijn, zullen de gevoelens ook verkeerd zijn; en de gecombineerde gedachten en gevoelens vormen het morele karakter. Wanneer we besluiten, dat we als christenen niet verplicht zijn onze gedachten en gevoelens in bedwang te houden, worden we onder de invloed van kwade engelen gebracht en nodigen we hun aanwezigheid en hun controle uit. Als we toegeven aan onze indrukken en onze gedachten laten drijven in een kanaal van achterdocht, twijfel en geklaag, zullen we ongelukkig zijn en zal ons leven een mislukking blijken.” –The Review and Herald, 21 april 1885.

C. Waarom smeekt de apostel Petrus ons om nuchter te zijn en ‘tot het einde toe te hopen’ op genade? 1 Petrus 1:13 vergeleken met 5:8.

“Bewaak trouw uw gedachten. Zorg ervoor, dat elke benadering van uw hart goed versterkt is. U moet de barrières opwerpen tegen de nadering van Satan. Waakzaamheid op het ene moment, terwijl andere worden verwaarloosd, zal niet baten… Er zijn gevaren voor ons, die we het hoofd moeten bieden, en onze enige veiligheid is in God.” –This Day With God, blz. 174.


DINSDAG 16 april

3. Vlucht van eerdere begeerten en wees heilig

A. In welke verschillende aspecten van ons leven moeten we extreem nuchter zijn om heilig te worden? 1 Petrus 1:14-15; 4:2-3.

“Niemand moet zich geruststellen met de gedachte, dat een gekoesterde zonde later gemakkelijk kan worden losgelaten. Dit is niet het geval. Elke zonde, die gekoesterd wordt, verzwakt het karakter en versterkt de gewoonte; en lichamelijke, verstandelijke en geestelijke achteruitgang is het resultaat. Het is mogelijk, dat u berouw hebt over het kwaad, dat u hebt gedaan, en uw voet zet op het goede pad, maar het vormen van uw geest en uw vertrouwdheid met het kwade zullen het moeilijk voor u maken onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Satan zal u door verkeerde gewoonten, die u hebt gevormd, telkens weer aanvallen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 169.

B. Hoewel we er voortdurend aan worden herinnerd heilig te zijn (1 Petrus 1:15-16), wat op de een of andere manier klinkt, alsof het door onze eigen inspanningen zou kunnen worden bereikt, op welke manier worden we in werkelijkheid in staat gesteld heilig te worden? Leviticus 20:7-8; Filippensen 2:13; Titus 3:5.

“Hoewel we geen verdienste in onszelf hebben, worden we in de grote goedheid en liefde van God beloond, alsof de verdienste onze eigen verdienste was. Als we al het goede hebben gedaan, dat we maar kunnen doen, zijn we nog steeds onrendabele dienaren… Wat wij hebben bereikt is uitsluitend tot stand gebracht door de genade van Christus, en er is ons geen beloning van God verschuldigd op grond van onze verdiensten.” –The Review and Herald, 27 juni 1893.

C. Waarom herinnert de apostel ons, na de oproep om nuchter te zijn, aan het komende oordeel? 1 Petrus 1:17; Kolossensen 3:5-6.

“God onderzoekt de daden van ieder mens. Ze worden opgetekend, als ze goed zijn, maar ook als ze slecht zijn. Naast elke naam wordt elk verkeerd woord, elke zelfzuchtige daad, elk plichtsverzuim, elke verborgen zonde en alle huichelarij met buitengewone nauwkeurigheid in de boeken des hemels opgeschreven. De engel, die de boeken bijhoudt, noteert alle waarschuwingen en berispingen van de hemel, die niet ter harte zijn genomen en ook de verspilde tijd, de kansen, die men heeft laten voorbijgaan, de positieve en negatieve invloed die men heeft uitgeoefend en alle vèrstrekkende gevolgen daarvan.” –De Grote Strijd, blz. 445.


WOENSDAG 17 april

4. Verlost door Christus

A. Wat brengt Petrus naar voren als een goede reden, waarom het doen van inspanningen om vroegere lusten te overwinnen niet alleen de moeite waard is, maar ook onze plicht? 1 Petrus 1:4, 18-19; 1 Korinthe 6:18-20.

“Alle mensen zijn met deze oneindige prijs gekocht. God heeft door alle hemelse schatten aan deze wereld te geven, door ons in Christus heel de hemel te schenken, de wil, de genegenheid, het verstand en het hart van ieder mens gekocht. Alle mensen, gelovig of ongelovig, zijn Gods eigendom. Allen zijn geroepen om Hem te dienen, en allen zullen voor de wijze, waarop zij aan deze verplichting gehoor hebben gegeven, op de grote oordeelsdag verslag moeten afleggen.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 197-198.

B. Wanneer was het verlossingsplan opgesteld? 2 Timótheüs 1:8-9.

“God had kennis van de gebeurtenissen in de toekomst, zelfs vóór de schepping van de wereld. Hij maakte Zijn plannen niet passend bij de omstandigheden, maar Hij liet de zaken zich ontwikkelen en uitwerken. Hij werkte er niet aan om een bepaalde toestand tot stand te brengen, maar Hij wist, dat zo’n toestand zou bestaan. Het plan, dat moet worden uitgevoerd bij ontrouw van een van de hoge wezens in de hemel, dit is het geheim, het mysterie, dat eeuwenlang verborgen is gebleven. En er was een offer bereid in het eeuwige plan om precies het werk te doen, dat God voor de gevallen mensheid heeft gedaan.” –The Signs of the Times, 25 maart 1897.

C. Waar komt het geloof in God feitelijk vandaan? Romeinen 10:17; 1 Petrus 1:21.

“Niemand kan geloof scheppen. De Geest, die in de menselijke geest werkt en deze verlicht, schept geloof in God. In de Schrift wordt gezegd, dat geloof een gave van God is, machtig tot zaligheid, dat het hart verlicht van degenen, die naar waarheid zoeken als naar verborgen schatten. Gods Geest benadrukt de waarheid in het hart. Het evangelie wordt de kracht Gods tot zaligheid genoemd, omdat alleen God waarheid kan maken tot een kracht, die de ziel heiligt.” –Bijbelkommentaar, blz. 610.


DONDERDAG 18 april

5. De kroon van gehoorzaamheid

A. Welk doel stelt de apostel, nadat hij de gelovigen heeft opgeroepen om oorlog te voeren tegen onze vroegere lusten, als de ultieme vorm van gehoorzaamheid? 1 Petrus 1:22.

“Petrus gaat door: ‘Hebt dan elkander van harte en bestendig lief’. Gods Woord, de waarheid, is het kanaal, waardoor de Heere Zijn Geest en macht openbaart. Gehoorzaamheid aan het Woord brengt de juiste vruchten voort: ‘ongeveinsde broederliefde’. Deze liefde is van de hemel en voert tot onzelfzuchtige handelingen en hoge drijfveren.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 379.

‘‘’Aangezien gij uw ziel hebt gezuiverd door de waarheid te gehoorzamen door de Geest tot ongeveinsde broederliefde’… Hoe belangrijk is het dan, dat allen, die beslag leggen op het werk, degenen die colporteren en degenen die op kantoor werken, zullen de hoogste, heiligste beginselen van het Woord van God trouw bewaren en in praktijk brengen.” –The Publishing Ministry, blz. 297.

“We moeten liefde in ons hart koesteren. We moeten niet bereid zijn om kwaad over onze broeders en zusters te denken. We moeten zo min mogelijk aandacht geven aan, wat ze doen of wat ze zeggen. Wij moeten Bijbelchristenen zijn. (Zie 1 Petrus 1:22) …

We moeten onderzoek doen naar de aard van onze gedachten en gevoelens, onze driften, doelen, woorden en daden… Tenzij we ijverig ons hart onderzoeken in het licht van Gods Woord, zal eigenliefde ertoe leiden, dat we een veel betere mening over onszelf krijgen dan we zouden moeten hebben.” –This Day With God, blz. 83.

“Als er niet een of ander gebrek in ons eigen leven zou zijn, zouden we niet zo wantrouwend tegenover onze broeders en zusters staan. Het is degene, wiens geweten hem veroordeelt, die zo gemakkelijk oordeelt. Laat iedereen beven en bang voor zichzelf zijn… ‘Aangezien u uw ziel hebt gezuiverd door de waarheid te gehoorzamen door de Geest tot ongeveinsde liefde voor de broeders en zusters’.” –The Review and Herald, 29 oktober 1901.


VRIJDAG 19 april

TERUGBLIK

1. Wat moet ik doen, als er een zondige of onreine gedachte in mijn geest opkomt?

2. Hoe vaak moet ik mijn hart onderzoeken met betrekking tot de aard van mijn motieven?

3. Hoe kan ik een dieper gevoel van zuiverheid in mijn leven bevorderen?

4. Wat kan mijn dankbaarheid voor de prijs, die Jezus voor mij heeft betaald, vollediger ontwikkelen?

5. Hoe oprecht is mijn liefde voor mijn broeders en zusters?

 <<    >>