Back to top

Sabbath Bible Lessons

Lessen uit de brieven van Petrus (I)

 <<    >> 
Les 12 SABBAT, 22 juni 2024

Een Oproep aan Gemeenteleiders

Tekst om te onthouden: “Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd” (1 Petrus 5:6).

“Degenen, die als vertegenwoordigende mannen hebben opgetreden, zijn niet allemaal christelijke heren. Er heerst een geest, die de heerschappij over anderen zoekt.” –Testimonies to Ministers, blz. 260.

Aanvullende studie :   –Testimonies to Ministers, blz. 347–359. 

ZONDAG 16 juni

1. Een ervaring die elke leider nodig heeft

A. Wanneer werd de apostel Petrus een echte zielenherder, klaar om voor de zielen van anderen te zorgen? Matthéüs 26:75; Johannes 21:15-17; 1 Petrus 5:1.

“Petrus verloochende de Man van Smarten… Maar daarna had hij berouw en werd opnieuw bekeerd. Hij had echt wroeging van ziel en gaf zich opnieuw aan zijn Verlosser… Hij was toen bereid medelijden te hebben met wie verleid werd. Hij was nederig en kon meeleven met de zwakken en dwalenden. Hij kon die aanmatigend waren, vermanen en waarschuwen, en was volledig geschikt om zijn broeders te versterken.” –Testimonies for the Church, vol. 3, blz. 416.

B. Evenzo welke ervaring moet iedere predikant en gemeenteleider nu hebben? Johannes 3:1-3.

“Nicodémus was bekeerd als gevolg van dit gesprek. De woorden van Christus worden net zo waarlijk gesproken tot voorzitters van conferenties, ouderlingen van gemeenten en degenen, die officiële posities in onze instellingen bekleden: ‘Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien’.” –Testimonies to Ministers, blz. 369.

“De bekerende kracht van God moet op de harten van de predikanten komen, anders moeten ze een andere roeping zoeken…

Tenzij de predikanten bekeerde mannen zijn, zullen de gemeenten ziekelijk zijn en gereed om te sterven.” –Evangelism, blz. 643.


MAANDAG 17 juni

2. Vermanen met gezag

A. Wat moet overwogen worden door de gemeente, voordat iemand tot dienen wordt geroepen, en ook door de persoon voordat hij de roeping aanvaardt? 1 Petrus 5:2 (eerste helft).

“God heeft herhaaldelijk laten zien, dat mensen niet aangemoedigd moeten worden om het veld in te gaan zonder onmiskenbaar bewijs, dat Hij hen geroepen heeft. De Heer zal de last voor Zijn kudde niet aan niet bekwame personen toevertrouwen. Degenen, die God roept, moeten mannen zijn met grondige ervaring, beproefd en getoetst, mannen met een gezond oordeel, mannen die de zonde durven terecht te wijzen in een geest van zachtmoedigheid, mannen die begrijpen, hoe ze de kudde moeten voeden.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 209.

“Elke man, die verantwoordelijkheden als een raadgever op zich neemt, iedereen, die met menselijke zielen te maken heeft, … zal nooit wijzer zijn, totdat zijn eigen inzicht van veel minder belang wordt… Deze verandering moet in ieder mens plaatsvinden, voordat hij een positie als leider of regeerder aanvaardt in verband met het heilige werk van God.” –Testimonies to Ministers, blz. 370-371.

B. Voor welk gevaar waarschuwde Petrus degenen, die in de wijngaard van de Heer werkten? 1 Petrus 5:2 (tweede helft).

“Het verlangen om hoge lonen te ontvangen, met de vastberadenheid om anderen hun door God gegeven rechten te ontnemen, vindt zijn oorsprong in Satans geest… Weinig afhankelijkheid kan worden geplaatst op degenen, die in deze strik zijn gevangen, tenzij ze grondig bekeerd en vernieuwd zijn.” –Testimonies to Ministers, blz. 393.

“De mannen in vertrouwensposities moeten de middelen, die zij behandelen, als Gods inkomen beschouwen en deze op een economische manier gebruiken…

De macht om het geld van de Heer te gebruiken en uit te betalen moet niet aan het oordeel van één mens worden overgelaten. Voor elke bestede dollar moet een verantwoording worden afgelegd. Gods middelen moeten op de juiste tijden en op de juiste plaatsen worden gebruikt.” –Medical Ministry, blz. 165.

C. Hoewel werken voor de Heer geen goedbetaalde carrière is, welke overwegingen moeten door de gemeente gemaakt worden? 1 Timótheüs 5:17-18.

“Elke arbeider in onze instellingen moet een eerlijke vergoeding ontvangen. Als de arbeiders een passend loon ontvangen, hebben ze de voldoening om donaties aan de zaak te doen. Het is niet juist, dat sommigen een groot bedrag ontvangen en anderen, die essentieel en trouw werken, heel weinig.” –The Publishing Ministry, blz. 239.


DINSDAG 18 juni

3. Een nederiger houding is nodig

A. Wat is de belangrijkste oorzaak van problemen onder broeders in posities met zware verantwoordelijkheid? 1 Petrus 5:3; 3 Johannes 9.

“De geest van overheersing breidt zich uit naar de voorzitters van onze conferenties. Als een man optimistisch is over zijn eigen krachten en probeert heerschappij over zijn broeders uit te oefenen, omdat hij het gevoel heeft, dat hij met gezag bekleed is, om van zijn wil de heersende macht te maken, dan is de beste en enige veilige handelwijze om hem te verwijderen, anders wordt grote schade aangericht en hij verliest zijn eigen ziel en brengt de zielen van anderen in gevaar.” –Testimonies to Ministers, blz. 362.

B. Welke oproep wordt gedaan aan alle plaatselijke gemeenteleiders en oudsten, die, indien gevolgd, trots en een geest van eigendunk onder broeders in hogere posities zullen voorkomen? 1 Petrus 5:2 (eerste deel); 1 Korinthe 6:2-5.

“Mij is getoond, dat het een vergissing is om te veronderstellen, dat de mannen in posities met speciale verantwoording in Battle Creek een wijsheid bezitten, die ver boven staat aan die van gewone mannen…

Velen hebben zichzelf geleerd om te schrijven of om raad en advies te vragen, wanneer ze op moeilijke plaatsen terechtkomen. Maar het is een vergissing voor degenen, die in onze verschillende instellingen op verantwoordelijke posities zijn geplaatst, afhankelijk zijn van de mensen… Een zwakke, ziekelijke ervaring zal het lot zijn van degenen, die zijn opgeleid om volledig afhankelijk te zijn van anderen…

Moeten de mannen van Battle Creek als oneindig in wijsheid worden beschouwd?” – Testimonies to Ministers, blz. 374-375.

“Kijk niet naar mannen in hoge posities met verantwoordelijkheid voor kracht, want zij zijn precies de mannen, die gevaar lopen een verantwoordelijke positie te beschouwen als bewijs van Gods bijzondere macht. Onze gemeenten zijn zwak, omdat de leden zijn opgeleid om te kijken naar en afhankelijk te zijn van menselijke hulpbronnen, en duizenden dollars worden nodeloos uitgegeven aan het vervoeren van eindige mensen van de ene plaats naar de andere, zodat zij kleine moeilijkheden kunnen oplossen.” – Testimonies to Ministers, blz. 380.

C. Wat moeten minder ervaren arbeiders in staat stellen meer inzicht te krijgen in succes? Geef een voorbeeld, toen een gebrek hieraan tot mislukking leidde. 1 Petrus 5:5 (eerste deel); 1 Koningen 12:6-8, 16; Lukas 6:39.

“De jongeren kunnen een krachtige invloed uitoefenen, als zij hun trots en egoïsme opgeven en zich wijden aan God.” –Testimonies for the Church, vol. 1, blz. 485.

“Laat de jongeren een leergierige geest ontwikkelen, zodat zij baat kunnen hebben bij de inspanningen van degenen, die hen proberen te helpen.’ –The Youth’s Instructor, 31 augustus 1893.


WOENSDAG 19 juni

4. Petrus’ voorbeeld van nederigheid

A. Hoe weten we, dat een eenmalige echte bekering of ervaring met de Heer niet genoeg is voor een predikant, of voor welke gelovige dan ook? 2 Korinthe 13:5; Hebreeën 3:13.

“Toen Petrus later Antiochië bezocht, won hij door zijn beleidvol optreden tegenover de heidense bekeerlingen het vertrouwen van velen. Een tijdlang handelde hij in overeenstemming met het licht, dat van boven was gegeven. Hij overwon zijn natuurlijke vooroordeel in zoverre, dat hij zich met de heidenen aan één tafel zette. Maar toen er uit Jeruzalem enige Joden kwamen, die voor de ceremoniële wet ijverden, veranderde Petrus onverstandigerwijze zijn houding tegenover de bekeerden uit het heidendom… Deze openbaring van zwakheid van de zijde van hen, die als leiders geëerbiedigd werden en geliefd waren, liet hij de gelovigen uit de heidenen een uiterst pijnlijke indruk achter. De gemeente werd met verdeeldheid bedreigd.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 146.

B. Wanneer een fout of het gedrag van een predikant, Bijbelwerker of gemeenteleider openlijke bitterheid of verwarring in de gemeente brengt, hoe moeten zij dan berispt worden? Galaten 2:14; 1 Timótheüs 5:20.

C. Wat moet de houding zijn van een bekeerde leider, wanneer hij in het openbaar wordt berispt? 1 Petrus 5:5 (tweede deel) -6; Jakobus 5:16.

“Maar Paulus, die de verstorende invloed van het kwaad, dat door de dubbelzinnige houding van Petrus de gemeente was aangedaan, zag, berispte hem openlijk, omdat hij zijn juiste inzichten op deze wijze had verbloemd…

Petrus zag de fout, waartoe hij was vervallen, en hij probeerde onmiddellijk, voor zover het in zijn vermogen lag, het door hem aangerichte kwaad te herstellen. God, die de afloop reeds vanaf het begin wist, liet toe, dat Petrus deze zwakheid van karakter openbaarde, opdat deze beproefde apostel zou inzien, dat er in hemzelf niets was, waarop hij zich kon beroemen. Zelfs de beste onder de mensen zal, wanneer hij aan zichzelf wordt overgelaten, een misslag begaan…

De geschiedenis van deze afwijking van juiste principes blijft bestaan als een ernstige waarschuwing voor mannen, die in het werk Gods een verantwoordelijke positie bekleden… Hoe groter de verantwoordelijkheden zijn om te bevelen en te regelen, des te meer schade zal zo iemand aanrichten.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 146-147.


DONDERDAG 20 juni

5. Bemoediging voor vermoeide arbeiders

A. Wat is vaak een oorzaak van ontmoediging in het leven van een evangeliearbeider? 1 Petrus 5:5 (laatste deel).

“We hebben te veel gevoelige predikanten, die zwak zijn in ervaring, tekortschieten in de christelijke genade, gebrek aan toewijding, en zijn gemakkelijk ontmoedigd… In dit werk zijn mannen nodig, die niet zullen mopperen of klagen over ontberingen of beproevingen, wetende dat dit deel uitmaakt van de erfenis, die Jezus hen heeft nagelaten. Zij moeten bereid zijn om buiten het kamp te gaan en smaad te ondergaan en lasten te dragen als goede soldaten van Christus.” –Testimonies for the Church, vol. 3, blz. 423.

B. Als Satan iemand van ons probeert te ontmoedigen door te wijzen op problemen in de gemeente, aan welke belofte moeten we dan vasthouden? 1 Petrus 5:4, 7.

“Laat niets ons ervan weerhouden onze smeekbeden in de naam van Jezus aan te bieden, terwijl we met een onwankelbaar geloof geloven, dat God ons hoort en dat Hij ons zal antwoorden. Laten we onze moeilijkheden bij God neerleggen en onszelf voor Hem vernederen. Er is een groot werk te doen; en hoewel het ons voorrecht is om samen te overleggen, moeten we er heel zeker van zijn, dat we in elke zaak met God overleggen, want Hij zal ons nooit misleiden. Wij moeten geen vlees tot onze arm maken. Als we dat doen, … zal ongeloof binnensluipen, en ons geloof zal sterven.” –Testimonies to Ministers, blz. 487.

“De geest van de ware herder is een geest van zichzelf vergeten. Hij denkt niet langer aan zichzelf, opdat hij de werken Gods kan doen… Door samen te werken met de grote Lastdrager deelt hij hun moeilijkheden, brengt hij troost in hun zorg, verlicht hij de honger van hun ziel en wint hij hun harten voor God.” –Van Jeruzalem tot Rome, blz. 384.


VRIJDAG 21 juni

TERUGBLIK

1. Wanneer was ik de laatste tijd in tranen op mijn knieën aan de voet van het kruis?

2. Denk ik op de een of andere manier, dat ik meer voor de Heer kan doen, als ik een hogere positie krijg?

3. Waarom moet het streven naar een hogere positie in de gemeente niet in mij opkomen?

4. Wat is mijn houding tegenover degenen, die op mijn fouten wijzen?

5. Wie beschouw ik als schuldig voor mijn momenten van ontmoediging?

 <<    >>