Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld (IV)

 <<    >> 
Les 3 SABBAT, 18 oktober 2014

DE EERSTE ZENDINGSREIS

“En Zijn (Jezus’) twaalf discipelen samengeroepen hebbende ... en Hij zond hen heen, om te prediken het Koninkrijk Gods” (Lukas 9:1, 2).

“Deze discipelen moesten herauten van de waarheid zijn om de weg te bereiden voor de komst van de Meester. De strekking van hun boodschap was een herhaling van die van Johannes de Doper en van Christus Zelf: ’Het koninkrijk van God is nabij’.” -The Review and Herald, 23 maart 1897.

Aanvullende studie:   De Wens der Eeuwen, blz. 291-306. 

ZONDAG 12 oktober

1. EEN OPROEP TOT BEROUW

A. Met welke boodschap zond Christus Zijn twaalf discipelen uit na een opleidingsperiode? Matthéüs 10:7.

B. Welke macht gaf Christus aan hen en wat was Zijn vermaning erna met het oog op hun succes? Markus 6:7; Lukas 10:20. Welke voordelen zijn er in het twee aan twee uitzenden van evangelisten?

“Nadat Hij de twaalf tot Zich geroepen had, beval Jezus hun twee aan twee uit te gaan door de steden en dorpen. Niemand werd alleen uitgezonden, maar broeder ging samen met broeder, vriend met vriend. Op deze wijze konden ze elkaar helpen en bemoedigen, elkaar raad geven en samen bidden, zodat de kracht van de een de zwakheid van de ander aanvulde. Op dezelfde wijze zond Hij later de zeventig uit. Het was de bedoeling van de Heiland, dat de evangelieboodschappers op deze wijze met elkaar verbonden zouden zijn. In onze tijd zou de evangelisatie veel meer succes hebben, als men zich meer aan dit voorbeeld hield.” -De Wens der Eeuwen, blz. 298.


MAANDAG 13 oktober

2. DE NOODLIJDENDEN HELPEN

A. Hoe verdeelde Christus Zijn tijd tijdens Zijn dienstwerk? Matthéüs 4:23-24.

“Gedurende Zijn dienstwerk wijdde Jezus meer tijd aan het genezen van zieken dan aan het prediken. Zijn wonderen getuigden van de waarheid van Zijn woorden, dat Hij niet gekomen was om te verderven, maar om te redden.” -De Wens der Eeuwen, blz. 298.

B. Welke belofte zal vervuld worden aan hen, die, in de Geest van Christus, behoeftigen helpen en Zijn boodschap verkondigen? Jesaja 58:8.

“De volgelingen van Christus moeten werken, zoals Hij dat deed. Wij moeten de hongerigen voeden, de naakten kleden, en de lijdenden en de bedroefden troosten. Wij moeten hen, die vertwijfelen, bijstaan en de hopelozen met hoop bezielen. En ook aan ons zal de belofte vervuld worden: ‘Uw heil zal voor u uitgaan, de heerlijkheid des Heren zal uw achterhoede zijn’ (Jesaja 58:8).

De liefde van Christus, die geopenbaard wordt in onzelfzuchtig dienen, zal meer uitwerking hebben om de boosdoener te bekeren dan het zwaard of het gerechtshof. Deze dingen zijn noodzakelijk om de verbreker van de wet vrees aan te jagen, maar de liefdevolle zendeling kan meer doen dan dat.” -De Wens der Eeuwen, blz. 298-299.

C. Christelijke zendelingen zullen nu niet worden betrokken bij de zogenaamde wonderbaarlijke genezingen; maar wat kunnen zij doen?

“De zendeling kan niet alleen lichamelijke ziekten verlichten, maar hij kan de zondaar leiden tot de Grote Geneesheer, Die de ziel kan reinigen van de melaatsheid der zonde. Het is Gods bedoeling, dat de zieken, de ongelukkigen, zij die door boze geesten bezeten zijn, door Zijn dienstknechten Zijn stem zullen horen. Door Zijn menselijke vertegenwoordigers wil Hij een Trooster zijn, zoals de wereld die niet kent.” -De Wens der Eeuwen, blz. 299.

“Niet alleen moeten zij, die de waarheid geloven, de gezondheidsreformatie uitleven, maar zij moeten deze ook ijverig aan anderen onderwijzen; want het zal een middel zijn, waardoor de waarheid onder de aandacht van ongelovigen kan worden gebracht. Zij zullen denken, dat als wij zulke goede ideeën hebben met betrekking tot gezondheid en matigheid, er iets moet zijn in onze godsdienstige overtuiging, dat een onderzoek waard is.” -Evangelism, blz. 514.


DINSDAG 14 oktober

3. DOELTREFFEND HUIS-AAN-HUIS WERK

A. Welke opdracht gaf Christus aan Zijn discipelen om doeltreffend huis-aan-huis te werken? Matthéüs 10:11-14; Lukas 10:5.

“Maar in iedere plaats moesten zij (de discipelen) de gastvrijheid aannemen van hen, die dat waardig waren, van hen die hen hartelijk welkom zouden heten, alsof ze Christus Zelf ontvingen. Zij moesten het huis binnengaan met de heerlijke groet: ‘Vrede zij dezen huize’ (Lukas 10:5). Dat huis zou gezegend worden door hun gebeden, hun lofzangen en door het openen van de Schriften in de familiekring.’ -De Wens der Eeuwen, blz. 299-300.

B. Naar wie moesten de discipelen eerst gaan op hun eerste zendingsreis? Matthéüs 10:5-6. Waarom?

“Indien zij (de discipelen) nu het evangelie gepredikt zouden hebben aan de heidenen of de Samaritanen, zouden zij hun invloed op de Joden verloren hebben. Door het vooroordeel van de Farizeeën op te wekken zouden zij zich verwikkeld hebben in een strijd, die hen bij de aanvang van hun arbeid ontmoedigd zou hebben. Zelfs de apostelen konden moeilijk begrijpen, dat het evangelie uitgedragen moest worden aan alle volken. Totdat zijzelf deze waarheid zouden kunnen begrijpen, waren ze niet gereed om voor de heidenen te arbeiden. Indien de Joden het evangelie zouden aannemen, was het Gods bedoeling hen zendelingen onder de heidenen te maken.” -De Wens der Eeuwen, blz. 299.

C. Toen de 70 discipelen de mensen thuis moesten bezoeken, hoe raadde Jezus hen toen aan dankbaarheid en respect voor de gastvrijheid van de gezinshoofden te tonen? Lukas 10:7-9. Waarom?

“(Zie Lukas 10:1-3, 8-9). De zeventig discipelen moesten de boodschap niet uit het oog verliezen, noch strijden over onbelangrijke zaken, want dat zou de deur sluiten voor de belangrijke waarheden, die Jezus hun had geboden te onderwijzen.” -This Day with God, blz. 113.


WOENSDAG 15 oktober

4. SCHAPEN IN HET MIDDEN DER WOLVEN

A. Wat is de betekenis van Christus’ waarschuwing in Matthéüs 10:16?

“De dienstknechten van Christus mogen niet de ingevingen van hun natuurlijk hart ten uitvoer brengen. Zij behoren nauwe gemeenschap met God te hebben, opdat niet, wanneer zij uitgedaagd worden, het eigen ik opkomt en zij een stroom van woorden uitgieten, die niet passend zijn, die niet zijn als de dauw of als zachte regen, die de verflenste planten verfrist. Dit wil Satan, dat ze doen zullen, want zo gaat hij te werk... Maar Gods dienstknechten moeten Zijn vertegenwoordigers zijn. Hij wenst, dat ze slechts betalen met hemelse munt, de waarheid die Zijn eigen beeld en opschrift draagt. De kracht, waardoor zij de boze moeten overwinnen, is de kracht van Christus. De heerlijkheid van Christus is hun kracht. Zij moeten hun ogen richten op Zijn lieflijkheid. Dan kunnen zij het evangelie met goddelijke tact en zachtmoedigheid naar voren brengen. En de geest, die in verzoeking beheerst blijft, zal meer doeltreffend getuigen ten gunste van de waarheid dan enig argument kan doen, hoe sterk dit ook moge zijn.

Zij, die in strijd komen met de vijanden der waarheid, hebben niet alleen mensen tegemoet te treden, maar Satan en zijn vertegenwoordigers. Laat hen denken aan de woorden van de Heiland: ‘Zie, Ik zend u als lammeren midden onder wolven’ (Lukas 10:3). Laat hen vertrouwen op de liefde van God, en hun geest zal kalm blijven, zelfs wanneer ze persoonlijk beledigd worden. De Here zal hen een volledige, goddelijke wapenrusting aandoen. Zijn Heilige Geest zal hun geest en hart beïnvloeden, zodat hun stemmen niet de klank zullen krijgen van het gehuil van wolven.” -De Wens der Eeuwen, blz. 301.

“Zij, die onder de invloed staan van de Geest van God, zullen niet fanatiek zijn maar rustig en standvastig, vrij van buitensporigheden in gedachte, woord of daad. Te midden van de verwarring van misleidende leerstellingen zal de Geest van God een gids en een schild zijn voor degenen, die zich niet verzet hebben tegen de bewijzen van de waarheid en iedere andere stem het zwijgen opleggen, die niet afkomstig is van Hem, die de waarheid is.” -Gospel Workers, blz. 289.

B. Wat bedoelde Christus, toen Hij, terwijl Hij Zijn opdrachten aan Zijn discipelen voort zette, zei: ‘Wacht u voor de mensen’? Matthéüs 10:17.

“Zij (de discipelen) mochten geen onbeperkt vertrouwen stellen in hen, die God niet kenden, en niet hun plannen aan hen voorleggen; want dit zou de machten van Satans vertegenwoordigers in het voordeel brengen.” -De Wens der Eeuwen, blz. 301.


DONDERDAG 16 oktober

5. CHRISTUS BELIJDEN

A. Hoe benadrukte Christus bij het verder geven van opdrachten het belang van Hem op de juiste wijze te belijden voor de mensen? Matthéüs 10:32-33.

“Gij zult Mijn getuigen zijn op aarde, de kanalen waardoor Mijn genade kan vloeien tot genezing der wereld. En zo zal Ik u vertegenwoordigen in de hemel. De Vader aanschouwt niet uw gebrekkig karakter, maar Hij ziet u bekleed met Mijn volmaaktheid. Ik ben het middel, waardoor de zegeningen van de Hemel tot u zullen komen. En iedereen, die Mij belijdt door te delen in Mijn offer voor het verlorene, zal beleden worden als deelhebbend aan de heerlijkheid en de vreugde der verlosten.

Hij, die Christus belijdt, moet Christus blijvend in zich hebben. Datgene, wat hij niet ontvangen heeft, kan hij niet mededelen. De discipelen zouden vloeiend kunnen spreken over leerstellingen, ze zouden de woorden van Christus kunnen herhalen; maar tenzij zij de zachtmoedigheid en liefde van Christus bezaten, zouden ze Hem niet belijden. Een geest, die tegengesteld is aan de geest van Christus, zou Hem verloochenen, wat belijdenis het ook zou zijn. Mensen kunnen Christus verloochenen door kwaadsprekerij, door dwaze woorden, door woorden die onwaar of onvriendelijk zijn. Zij kunnen Hem verloochenen door de last des levens te schuwen, door zondige genoegens na te jagen. Zij kunnen Hem verloochenen door de wereld gelijkvormig te worden, door onbeleefd gedrag, door liefde voor eigen inzichten, door zichzelf te rechtvaardigen, door twijfel te koesteren, moeilijkheden te veroorzaken en in duisternis te vertoeven. Op al deze manieren verklaren zij, dat Christus niet in hen woont.” -De Wens der Eeuwen, blz. 305.

B. Welke zekerheid kunnen allen, die Christus getrouw belijden, hebben? Openbaring 3:5.


VRIJDAG 17 oktober

TERUGBLIK

1. Verklaar de opdracht, die toevertrouwd was aan de 70 discipelen.

2. Wat kunnen christenen nu voor de zieken doen?

3. Noem enige belangrijke elementen voor het doeltreffend huis-aan-huis evangeliseren.

4. Hoe moeten wij de uitdrukking ‘schapen in het midden der wolven’ begrijpen?

5. Wat zijn enkele manieren, waarop wij Christus juist of onjuist naar voren brengen?

 <<    >>