Back to top

Sabbath Bible Lessons

Het Licht der Wereld (IV)

 <<    >> 
Les 10 SABBAT, 6 december 2014

OP ZOEK NAAR DE VERLOSSER

“Heden is aan dit huis zaligheid geschied” (Lukas 19:9).

“In deze overste van de tollenaren was een verlangen ontwaakt naar een beter leven.” -Conflict and Courage, blz. 301.

Aanvullende studie:   De Wens der Eeuwen, blz. 478-482. 

ZONDAG 30 november

1. ZACHEÜS, EEN OPPERTOLLENAAR

A. Wat deed Zacheüs, toen hij Jezus wilde zien? Lukas 19:3-4. Welke overtuiging kreeg hem te pakken?

“Toch was de rijke belastingambtenaar niet geheel de verharde man van de wereld, die hij scheen te zijn. Onder de schijn van wereldsgezindheid en trots bevond zich een hart, dat ontvankelijk was voor de invloed van God. Zacheüs had over Jezus gehoord. Het gerucht over Iemand, Die Zich vriendelijk en beleefd had gedragen tegenover de vogelvrij verklaarde klassen, was wijd en zijd verbeid. In deze oppertollenaar werd een verlangen gewekt naar een beter leven. Slechts enige kilometers van Jericho had Johannes de Doper gepredikt aan de Jordaan, en Zacheüs had de oproep tot berouw gehoord. De aanwijzing, die gegeven was aan de tollenaars: ‘Vordert niet meer dan u voorgeschreven is’ (Lukas 3:13), had, hoewel ze uiterlijk veronachtzaamd werd, een diepe indruk op hem gemaakt. Hij kende de Schriften en was ervan overtuigd, dat hij verkeerd handelde. Toen hij nu de woorden hoorde, waarvan men vertelde, dat ze van de Grote Leraar kwamen, gevoelde hij, dat hij een zondaar was in de ogen van God. Nochtans deed datgene, wat hij over Jezus gehoord had, de hoop in zijn hart opleven.” -De Wens der Eeuwen, blz. 478-479.

B. Welk feit moeten wij altijd in gedachte houden bij alle evangelische inspanningen? Lukas 18:27.

“Berouw en een ander leven waren mogelijk, zelfs voor hem (Zacheüs).” -De Wens der Eeuwen, blz. 479.


MAANDAG 1 december

2. EEN ENTHOUSIASTE OPROEP

A. Met welke woorden riep Jezus Zacheüs, toen Hij op de plaats kwam, waar hij wachtte in de vijgenboom? Lukas 19:5.

“Boven het geschreeuw van de priesters en rabbi’s en de welkomstkreten van de menigte sprak dat onuitgesproken verlangen van de oppertollenaar tot het hart van Jezus. Plotseling staat een groep stil, juist onder de vijgenboom, de schare daarvoor en daarachter komt tot stilstand, en Iemand, Wiens blik de ziel geheel schijnt te doorgronden, kijkt naar boven. Terwijl hij zijn oren bijna niet geloven kan, hoort de man in de boom de woorden: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want heden moet Ik in uw huis vertoeven’ (Lukas 19:5)” -De Wens der Eeuwen, blz. 479.

B. Wat zeiden de rabbi’s minachtend, toen Zacheüs Jezus ontmoette en in de richting van zijn huis begon te lopen? Lukas 19:6-7.

“De menigte maakt ruimte en Zacheüs, voortgaande als in een droom, gaat voor naar zijn eigen huis. Maar de rabbi's kijken met vertoornde gezichten toe en mompelen ontevreden en minachtend: ‘Hij is bij een zondig man binnengegaan om Zijn intrek te nemen’ (Lukas 19:7).

Zacheüs was overstelpt, verbaasd en sprakeloos door de liefde en de minzaamheid van Christus, Die Zich overboog naar hem, die zo onwaardig was. Nu maken liefde en trouw voor deze pas gevonden Meester zijn lippen los. Hij wil zijn belijdenis en zijn berouw bekendmaken.” -De Wens der Eeuwen, blz. 479-480.

C. Welke overeenkomst bestond er onder de tollenaren?

“De tollenaars hadden een overeenkomst gesloten om de mensen te kunnen onderdrukken en elkaar te steunen in hun bedrieglijke praktijken. Met hun afpersing deden ze slechts datgene, wat bijna algemeen gebruik was geworden. Zelfs de priesters en rabbi’s, die hen verachtten, waren er schuldig aan zich door oneerlijke praktijken te verrijken, onder dekmantel van hun heilige roeping. Maar zodra Zacheüs zich aan de invloed van de Heilige Geest overgaf, zette hij iedere praktijk, die in strijd was met de onkreukbaarheid, aan de kant.” -De Wens der Eeuwen, blz. 480-481.


DINSDAG 2 december

3. EEN VERZACHT HART

A. Wat zei Zacheüs, zich bewust, dat veel van zijn tegenstanders zich zijn rechtschapenheid afvroegen? Lukas 19:8. Met welk oudtestamentisch principe was dit in overeenstemming en wat moeten wij ervan leren? Exodus 22:1.

“Wie zich niet voor God heeft vernederd en niet zijn schuld heeft bekend, heeft aan de eerste voorwaarde om aanvaard te worden niet voldaan. Als we dat berouw, waar we nooit spijt van krijgen nog niet hebben ervaren, en als we nog niet met oprechte, innerlijke nederigheid en met een ‘gebroken geest’ onze zonden hebben beleden, vol afschuw over het kwaad, dat we deden, hebben we nooit echt verlangd naar vergeving van onze zonden. En als we daar nooit naar hebben verlangd, hebben we nog nooit Gods vrede gevonden.

De enige reden, waarom onze zonden uit het verleden nog niet vergeven zijn, is dat we niet bereid zijn onszelf te vernederen en gehoor te geven aan de voorwaarden, die we vinden in het Woord der waarheid. Er worden over deze zaak zeer duidelijke aanwijzingen gegeven.

Een schuldbelijdenis, of die nu in eenzaamheid of in aanwezigheid van anderen geschiedt, moet gemeend zijn en spontaan. De zondaar moet er niet toe geprest worden. Er mag geen sprake zijn van ondoordachtheid of nonchalance. Men mag hen, die geen besef hebben van het afschuwelijke karakter van de zonde, er niet toe dwingen.” –Schreden naar Christus, blz. 46.

“Berouw, dat geen hervorming teweeg brengt, is niet oprecht. De gerechtigheid van Christus is geen mantel om onbeleden en nog niet opgegeven zonden mee te bedekken; het is een levensbeginsel, dat het karakter verandert en het gedrag beheerst. Heiligheid betekent volledig voor God zijn; het is een volkomen overgave van hart en leven aan de inwoning van hemelse beginsels.

De christen moet in zijn zakelijk leven aan de wereld uitbeelden op welke wijze onze Here handelsondernemingen zou leiden. Bij iedere transactie moet hij duidelijk maken, dat God zijn Leraar is. ‘De Here heilig’ moet geschreven staan op dagboeken en registers, op aktes, op kwitanties en wissels.” -De Wens der Eeuwen, blz. 481.

B. Wat zegt de psalmist over degenen, die hun diepste wezen uitstorten in een oprechte belijdenis? Psalm 34:19.

C. Wat zei Christus, nadat Hij de belijdenis van Zacheüs gehoord had? Lukas 19:9.


WOENSDAG 3 december

4. DE ZENDING VAN CHRISTUS VOOR DE WERELD

A. Hoe gebruikte Christus Zacheüs als een voorbeeld van zijn zending voor de wereld? Lukas 19:9-10.

“Christus ging naar zijn (Zacheüs’) huis om hem lessen in de waarheid te geven, en om zijn huisgenoten te onderrichten in de dingen van het koninkrijk. Zij waren door de verachting van de rabbi’s en de kerkgangers uit de synagogen gebannen; maar nu schaarden zij zich, als het meest begunstigde gezin in heel Jericho, in hun eigen huis rond de goddelijke Leraar en hoorden zelf de woorden des levens.” -De Wens der Eeuwen, blz. 481-482.

B. Vertel de gelijkenis, die Christus toe voegde om de les, die Hij gebruikte om het goede nieuws van verlossing uit te beelden, te voltooien. Lukas 19:12-26.

C. Wat wordt van ons gevraagd bij het proberen te redden, wat verloren was? 2 Korinthe 5:14-15, 20.

“Wij moeten een reddende invloed uitoefenen op hen, die zonder God en zonder hoop in de wereld staan. De weg naar de vrijstad moet vrij gehouden worden van de rommel van het egoïsme van de zonde. Degenen, die zeggen het Lam van God te volgen, moeten elk struikelblok uit de weg ruimen. Maar al te vaak leggen zij, die beweren de waarheid te geloven, struikelblokken op de weg van anderen. Zij zeggen, dat zij Christus kennen, maar in hun werken verloochenen zij Hem. Door hun waardeloze gedrag kwetsen zij degenen, die zij konden hebben geholpen.” -The Signs of the Times, 29 november 1899.

“Wij leven in een tijd, waarin de laatste genadeboodschap, de laatste uitnodiging, aan de mensen wordt gericht. Het bevel: ‘Gaat uit in de wegen en paden’, is bijna vervuld. De uitnodiging van Christus zal aan iedereen worden gericht. De boodschappers zeggen: ‘Komt, alle dingen zijn gereed’ (Lukas 14:23, 17). Gods engelen werken samen met de mens. De Heilige Geest gebruikt ieder middel om u ertoe te brengen te komen. Christus ziet uit naar een teken, dat aangeeft, dat de grendel wordt weggeschoven en de deur van uw hart voor Hem wordt geopend. Engelen zien uit naar de boodschap, die zij naar de hemel kunnen brengen, dat weer een zondaar is gevonden.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 141-142.


DONDERDAG 4 december

5. SAMENWERKEN MET GOD

A. Als wij, als medewerkers van God, maar het door God aan ons gegeven deel zullen doen, welke woorden van de Verlosser zullen dan in veel huizen klinken? Lukas 19:5.

“Wanneer Gods dienstknechten in geloof met Hem wandelen, zal Hij hun boodschap kracht verlenen. Zij zullen in staat zijn Zijn liefde en het gevaar Gods genade te verwerpen zó te brengen, dat mensen gedrongen zullen worden het evangelie te aanvaarden. God zal wonderen doen, als mensen het door God gegeven aandeel willen verrichten. Nog steeds kan in menselijke harten een even grote verandering tot stand worden gebracht als in het verleden heeft plaatsgevonden. John Bunyan werd verlost van godslastering en spotternij, John Newton van de slavenhandel, om een opgestane Heiland te prediken. Dergelijke Bunyans en Newtons kunnen onder de mensen in deze tijd worden gevonden. Door mensen, die met God samen werken, zal menige arme uitgeworpene gered worden. Op zijn beurt zal deze proberen Gods beeld in de mens te herstellen. Er zijn mensen, die heel weinig kansen hebben gehad, die op dwaalwegen hebben gewandeld, omdat zij geen betere weg kenden en tot wie stralen van licht zullen komen. Zoals het woord van Christus tot Zacheüs kwam: ‘Heden moet Ik in uw huis vertoeven’ (Lukas 19:5), zal het Woord hen bereiken. En zij, van wie men meende, dat zij verharde zondaars waren, zullen blijken een hart te hebben, zo teder als dat van een kind, omdat Christus Zich heeft verwaardigd acht op hen te slaan. Velen zullen uit de grofste zonden en dwalingen komen, en de plaats innemen van anderen, die kansen en voorrechten hebben gehad, zonder deze te waarderen. Zij zullen tot Gods uitverkorenen worden gerekend. En wanneer Christus in Zijn koninkrijk zal komen, zullen zij dicht bij Zijn troon staan.” –Lessen uit het Leven van Alledag, blz. 140-141.


VRIJDAG 5 december

TERUGBLIK

1. Hoe kan Christus’ houding ten opzichte van Zacheüs ons hoop brengen?

2. Wat zei Zacheüs, voordat iemand tijd had hem te beschuldigen?

3. Waarom was Christus in staat om een openlijke overwinning in Zacheüs’ huis aan te kondigen?

4. Hoe moeten velen zich nu verheugen, net zoals het huisgezin van Zacheüs deed?

5. Welke samenwerking wordt van ons gevraagd in het zoekwerk om, wat verloren was, te redden?

 <<    >>